Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
eenparige 2
eenparigen 1
eenpariglijk 2
eens 221
eensdeels 4
eensgezind 6
eenvan 1
Frequency    [«  »]
223 hoorde
222 abraham
222 waarheid
221 eens
221 maakt
220 geeft
220 gesteld

Bijbel

IntraText - Concordances

eens

    Book Chapter: Verse
1 Gen 3:24 | Eden, en een vlammig lemmer eens zwaards, dat zich omkeerde, 2 Gen 9:5 | des mensen, van de hand eens iegelijken zijns broeders 3 Gen 18:28 | land op, gelijk de rook eens ovens. ~ 4 Gen 38:11 | 11 Wij allen zijn eens mans zonen; wij zijn vroom; 5 Gen 38:13 | waren twaalf gebroeders, eens mans zonen, in het land 6 Exo 12:43 | van het pascha: geen zoon eens vreemdelings zal daarvan 7 Exo 22:5 | daarin drijft, dat het in eens anders veld weidt, die zal 8 Exo 28:32 | geweven werk; als het gat eens pantsiers zal het daaraan 9 Exo 29:1 | neem een var, het jong eens runds, en twee volkomen 10 Exo 30:10 | 10 En Aaron zal eens in het jaar over deszelfs 11 Exo 30:10 | zondoffers der verzoeningen; eens in het jaar zal hij verzoening 12 Exo 30:13 | getelden overgaat, de helft eens sikkels, naar de sikkel 13 Exo 30:13 | twintig gera); de helft eens sikkels is een hefoffer 14 Exo 35:35 | harten, om te maken alle werk eens werkmeesters, en des allervernuftigsten 15 Exo 39:23 | deszelfs midden, als het gat eens pantsiers; dit gat had een 16 Lev 16:21 | en zal hem door de hand eens mans, die voorhanden is, 17 Lev 24:47 | 47 En wanneer de hand eens vreemdelings en bijwoners, 18 Lev 24:50 | de jaren, naar de dagen eens dagloners zal het met hem 19 Lev 26:3 | 3 Als uw schatting eens mans zal zijn van twintig 20 Num 6:2 | hebben, belovende de gelofte eens Nazireers, om zich den HEERE 21 Num 6:6 | zal hij tot het lichaam eens doden niet gaan. ~ 22 Num 9:6 | die over het dode lichaam eens mensen onrein waren, en 23 Num 9:7 | onrein over het dode lichaam eens mensen; waarom zouden wij 24 Num 17:2 | vaderen, twaalf staven; eens iegelijken naam zult gij 25 Num 18:2 | vaderen, twaalf staven; eens iegelijken naam zult gij 26 Num 23:19 | dat Hij liegen zou, noch eens mensen kind, dat het Hem 27 Deu 3:11 | ellen haar breedte, naar eens mans elleboog. ~ 28 Deu 4:34 | een volk uit het midden eens volks aan te nemen, door 29 Deu 22:5 | 5 Het kleed eens mans zal niet zijn aan een 30 Deu 22:22 | zal worden, liggende bij eens mans getrouwde vrouw, zo 31 Deu 25:5 | doen haar den plicht van eens mans broeder. ~ 32 Deu 25:7 | hij wil mij den plicht van eens mans broeders niet doen. ~ 33 Deu 27:25 | om een ziel, het bloed eens onschuldigen, te verslaan! 34 Joz 10:14 | hem, dat de HEERE de stem eens mans alzo verhoorde; want 35 Ric 8:8 | 8 De bomen gingen eens heen, om een koning over 36 Ric 20:11 | vrouwen, die de bijligging eens mans bekend hebben, zult 37 1Sa 3:13 | gemaakt, zo heeft hij hen niet eens zuur aangezien. ~ 38 1Sa 9:1 | zoon van Afiah, den zoon eens mans van Jemini, een dapper 39 1Sa 9:8 | mijn hand het vierendeel eens zilveren sikkels; dat zal 40 1Sa 14:14 | geschiedde omtrent in de helft eens bunders, zijnde een juk 41 1Sa 25:36 | maaltijd in zijn huis, als eens konings maaltijd; en het 42 2Sa 17:18 | haastelijk, en kwamen in eens mans huis te Bahurim, dewelke 43 2Sa 17:25 | over het heir. Amasa nu was eens mans zoon, wiens naam was 44 1Kon 7:26 | als het werk van den rand eens bekers of ener leliebloem; 45 1Kon 18:44 | Zie, een kleine wolk, als eens mans hand, gaat op van de 46 2Kon 1:9 | ziet, hij zat op de hoogte eens bergs), zo sprak hij tot 47 2Kon 4:35 | en wandelde in het huis eens herwaarts, en eens derwaarts, 48 2Kon 4:35 | huis eens herwaarts, en eens derwaarts, en klom weder 49 2Kon 7:10 | niemand was daar, noch eens mensen stem; maar paarden 50 2Kon 9:34 | begraaf ze; want zij is eens konings dochter. ~ 51 1Kro 11:22 | zoon van Jojada, de zoon eens dapperen mans van Kabzeel, 52 1Kro 14:14 | En David vraagde God nog eens; en God zeide tot hem: Gij 53 2Kro 4:5 | als het werk van den rand eens bekers of ener leliebloem, 54 2Kro 10:21 | met de knechten van Huram; eens in drie jaren kwamen de 55 Neh 3:31 | verbeterde Malchia, de zoon eens goudsmids, tot aan het huis 56 Neh 13:20 | buiten voor Jeruzalem, eens of tweemaal. ~ 57 Neh 13:24 | spreken, maar naar de taal eens iegelijken volks. ~ 58 Job 2:11 | Naamathiet; en zij waren het eens geworden, dat zij kwamen 59 Job 4:11 | geen roof is, en de jongens eens oudachtigen leeuws worden 60 Job 10:5 | Zijn Uw jaren als de dagen eens mans? ~ 61 Job 11:12 | hoewel de mens als het veulen eens woudezels geboren is. ~ 62 Job 33:14 | 14 Maar God spreekt eens of tweemaal; doch men let 63 Job 34:11 | vergeldt Hij hem, en naar eens ieders weg doet Hij het 64 Job 35:8 | en uw gerechtigheid voor eens mensen kind. ~ 65 Psa 45:2 | Koning; mijn tong is een pen eens vaardigen schrijvers. ~ 66 Psa 64:7 | is; zelfs het binnenste eens mans, en het diepe hart. ~ 67 Psa 73:10 | hiertoe, als hun wateren eens vollen bekers worden uitgedrukt, ~ 68 Psa 89:36 | 36 Ik heb eens gezworen bij Mijn heiligheid: 69 Psa 92:11 | mijn hoorn verhogen, gelijk eens eenhoorns; ik ben met verse 70 Psa 103:5 | uw jeugd vernieuwt als eens arends. ~ 71 Psa 120:4 | 4Scherpe pijlen eens machtigen, mitsgaders gloeiende 72 Psa 127:4 | de pijlen zijn in de hand eens helds, zodanig zijn de zonen 73 Psa 137:3 | gevangen hielden, de woorden eens lieds van ons begeerden, 74 Spre 5:21 | 21      Want eens iegelijks wegen zijn voor 75 Spre 6:26 | tot een stuk broods; en eens mans huisvrouw jaagt de 76 Spre 14:7 | van de tegenwoordigheid eens zotten mans; want gij zoudt 77 Spre 14:28 | maar in gebrek van volk is eens vorsten verstoring. ~ 78 Spre 16:23 | 23      Het hart eens wijzen maakt zijn mond verstandig, 79 Spre 18:4 | De woorden van den mond eens mans zijn diepe wateren; 80 Spre 18:14 | 14      De geest eens mans zal zijn krankheid 81 Spre 19:12 | gramschap is als het brullen eens jongen leeuws; maar zijn 82 Spre 20:2 | konings is als het brullen eens jongen leeuws; die zich 83 Spre 20:5 | De raad in het hart eens mans is als diepe wateren; 84 Spre 24:30 | Ik ging voorbij den akker eens luiaards, en voorbij den 85 Spre 25:7 | vernedere voor het aangezicht eens prinsen, dien uw ogen gezien 86 Spre 26:9 | een doorn gaat in de hand eens dronkaards, alzo is een 87 Spre 29:6 | 6      In de overtreding eens bozen mans is een strik; 88 Spre 30:19 | 19      De weg eens arends in den hemel; de 89 Spre 30:19 | hart der zee; en de weg eens mans bij een maagd. ~ 90 Spre 31:14 | He. Zij is als de schepen eens koopmans; zij doet haar 91 Pred 7:6 | pot is, alzo is het lachen eens zots. Dit is ook ijdelheid. ~ 92 Pred 8:5 | gewaar worden; en het hart eens wijzen zal tijd en wijze 93 Pred 10:2 | rechterhand, maar het hart eens zots is tot zijn linkerhand. ~ 94 Hoo 7:1 | zijnde het werk van de handen eens kunstenaars. ~ 95 Jes 3:24 | haarvlechten, en omgording eens zaks in plaats van een wijden      96 Jes 4:5 | en een rook, en den glans eens vlammenden vuurs des   nachts; 97 Jes 6:5 | en ik woon in het midden eens volks, dat onrein van lippen 98 Jes 8:1 | rol, en schrijf daarop met eens mensen griffel: Haastende 99 Jes 13:4 | stem op de bergen, gelijk eens groten volks; een stem van 100 Jes 15:4 | toegerusten van Moab een geschrei, eens iegelijks ziel in hem is 101 Jes 16:14 | drie jaren (als de jaren eens huurlings), dan zal de eer 102 Jes 17:6 | gelijk in de afschudding eens olijfbooms, twee of drie 103 Jes 21:16 | een jaar, gelijk de jaren eens dagloners zijn, zo zal de 104 Jes 23:15 | worden zeventig jaren, gelijk eens konings dagen; maar ten 105 Jes 29:6 | en onweder, en de vlam eens verterenden vuurs. ~ 106 Jes 31:8 | vallen door het zwaard, niet eens mans, en het zwaard, niet 107 Jes 31:8 | mans, en het zwaard, niet eens mensen, zal hem verteren; 108 Jes 32:7 | 7      En eens gierigaards ganse gereedschap 109 Jes 38:12 | van mij weggevoerd gelijk eens herders hut; ik heb mijn 110 Jes 44:13 | maakt het naar de beeltenis eens      mans, naar de schoonheid 111 Jes 49:24 | of zouden de gevangenen eens rechtvaardigen ontkomen? ~ 112 Jes 51:12 | die sterven zal? en voor eens mensen kind, dat hooi worden 113 Jes 66:22 | zullen zijn als de dagen eens booms, en Mijn      uitverkorenen 114 Jer 3:1 | zij gaat van hem, en wordt eens anderen mans, zal hij ook 115 Jer 6:26 | u in de as, maak u rouw eens enigen zoons, een zeer bitter 116 Jer 13:11 | gordel kleeft aan de lenden eens mans, alzo heb Ik het ganse 117 Jer 17:1 | ijzeren griffie, met de punt eens diamants; gegraven in de 118 Jer 30:6 | baart? Waarom zie Ik dan eens iegelijken mans handen op 119 Jer 30:14 | want Ik heb u geslagen met eens vijands plage, met de kastijding 120 Jer 30:14 | plage, met de kastijding eens wreden; om de grootheid 121 Jer 40:8 | Netofathiet, en Jezanja, de zoon eens Maachathiets, zij en hun 122 Jer 48:28 | doorgangen van den mond eens hols nestelt. ~ 123 Jer 50:9 | hun pijlen zullen zijn als eens kloeken helds, geen zal 124 Jer 52:21 | achttien ellen was de hoogte eens pilaars, en een draad van 125 Klaa 1:29 | verheven als op den dag eens gezetten hoogtijds. ~ 126 Klaa 1:44 | geroepen, als tot een dag eens gezetten hoogtijds; en er 127 Klaa 1:79 | Lamed. Dat men het recht eens mans buigt voor het aangezicht 128 Klaa 1:112| het werk van de handen eens pottenbakkers! ~ 129 Eze 1:10 | aangezicht was het aangezicht eens mensen, en het aangezicht 130 Eze 1:10 | mensen, en het aangezicht eens leeuws hadden zij vier aan 131 Eze 1:10 | linkerzijde hadden die vier eens      ossen aangezicht; ook 132 Eze 1:10 | aangezicht; ook hadden die vier eens arends aangezicht. ~ 133 Eze 1:22 | dieren was de gelijkenis eens uitspansels, gelijk de verf 134 Eze 1:24 | Almachtigen, als de stem eens geroeps, als het gedreun 135 Eze 1:24 | geroeps, als het gedreun eens      heirlegers; als zij 136 Eze 1:26 | hoofden, was de gelijkenis eens troons, als de gedaante 137 Eze 1:26 | gelijkenis als de gedaante eens      mensen, daarboven op 138 Eze 2:9 | ziet, daarin was de rol eens boeks. ~ 139 Eze 10:1 | gedaante van de gelijkenis eens troons; en Hij verscheen      140 Eze 10:8 | cherubs de gelijkenis van eens mensen hand onder hun vleugelen. ~ 141 Eze 10:14 | aangezicht was het aangezicht eens cherubs, en het tweede aangezicht 142 Eze 10:14 | aangezicht was het aangezicht eens mensen, en het derde het      143 Eze 10:14 | derde het      aangezicht eens leeuws, en het vierde het 144 Eze 10:14 | het vierde het aangezicht eens arends. ~ 145 Eze 15:2 | meer dan dat onder het hout eens wouds is? ~ 146 Eze 22:20 | lood, of tin in het midden eens ovens vergaderd wordt, om 147 Eze 28:8 | gij zult sterven den dood eens verslagenen in het hart 148 Eze 41:19 | 19      Namelijk, eens mensen aangezicht tegen 149 Eze 41:19 | den palmboom van deze, en eens jongen leeuws aangezicht 150 Dan 3:25 | gedaante des vierden is gelijk eens zoons der      goden. ~ 151 Dan 4:16 | hart meer zij, en hem worde eens beesten hart gegeven, en 152 Dan 5:5 | ure kwamen er vingeren van eens mensen hand voort, die schreven 153 Dan 7:4 | mens, en aan hetzelve werd eens mensen hart gegeven. ~ 154 Dan 7:6 | en het had vier vleugels eens vogels op zijn rug; ook 155 Dan 7:13 | de wolken des hemels, als eens mensen zoon, en Hij kwam 156 Dan 7:25 | tijden, en een gedeelte eens tijds. ~ 157 Dan 8:15 | voor mij als de gedaante eens mans. ~ 158 Dan 8:16 | En ik hoorde tussen Ulai eens mensen stem, die riep en 159 Joe 1:6 | en het heeft baktanden eens ouden leeuws. ~ 160 Amos 5:19 | vlood voor het aangezicht eens leeuws, en hem ontmoette 161 Mic 1:6 | des velds, tot plantingen eens wijngaards; en Ik zal haar 162 Mic 3:3 | als vlees in het midden eens ketels. ~ 163 Mic 3:12 | dezes huizes tot hoogten eens wouds. ~  ~ 164 Mic 6:10 | Zijn er niet nog, in eens ieders goddelozen huis, 165 Mic 7:6 | tegen haar schoonmoeder; eens mans vijanden zijn zijn 166 Zac 5:9 | vleugelen, als de vleugelen eens ooievaars; en zij voerden      167 Zac 11:15 | HEERE tot mij: Neem u nog eens dwazen herders gereedschap. ~ 168 Zac 14:12 | uitteren in hun holen; een eens iegelijks tong zal in hun 169 Zac 14:13 | hand zullen aangrijpen, een eens ieders      hand zal tegen 170 Mal 2:11 | hij heeft de      dochters eens vreemden gods getrouwd. ~ 171 Matt 10:41 | profeet ontvangt in den naam eens profeten, zal het loon eens 172 Matt 10:41 | eens profeten, zal het loon eens profeten ontvangen; en die 173 Matt 10:41 | rechtvaardige ontvangt in den naam eens rechtvaardigen, zal het 174 Matt 10:41 | rechtvaardigen, zal het loon eens rechtvaardigen ontvangen. ~ 175 Matt 10:42 | koud water, in den naam eens discipels, voorwaar zeg 176 Matt 12:29 | hoe kan iemand in het huis eens sterken inkomen, en zijn 177 Matt 20:2 | als hij met de arbeiders eens geworden was, voor een penning 178 Matt 20:13 | onrecht; zijt gij niet met mij eens geworden voor een penning? ~ 179 Mark 3:27 | kan niemand in het huis eens sterken ingaan en zijn vaten 180 Luk 4:33 | mens, hebbende een geest eens onreinen duivels; en hij 181 Luk 12:16 | een gelijkenis, en sprak: Eens rijken mensen land had wel 182 Luk 16:12 | 12 En zo gij in eens anders goed niet getrouw 183 Luk 22:5 | waren verblijd, en zijn het eens geworden, dat zij hem geld 184 Luk 22:32 | ophoude; en gij, als gij eens zult bekeerd zijn, zo versterk 185 Joha 9:32 | niet gehoord, dat iemand eens blindgeborenen ogen geopend 186 Joha 10:21 | zeiden: Dit zijn geen woorden eens bezetenen; kan ook de duivel 187 Hand 6:52 | Een stem Gods, en niet eens mensen! ~ 188 Hand 17:6 | broeders, ik ben een Farizeer, eens Farizeers zoon; ik word 189 Rom 1:23 | veranderd in de gelijkenis eens beelds van een verderfelijk 190 Rom 7:3 | 3 Daarom dan, indien zij eens anderen mans wordt, terwijl 191 Rom 7:3 | overspeelster is, als zij eens anderen mans wordt. ~ 192 Rom 7:4 | opdat gij zoudt worden eens Anderen, namelijk Desgenen, 193 Rom 14:4 | 4 Wie zijt gij, die eens anderen huisknecht oordeelt? 194 Rom 15:20 | genoemd was, opdat ik niet op eens anders fondament zou bouwen; ~ 195 1Kor 3:13 | 13 Eens iegelijks werk zal openbaar 196 1Kor 3:13 | ontdekt wordt; en hoedanig eens iegelijks werk is, zal het 197 1Kor 4:6 | dat gij niet, de een om eens anders wil, opgeblazen wordt 198 1Kor 10:17 | lichaam, dewijl wij allen eens broods deelachtig zijn. ~ 199 1Kor 11:3 | dat Christus het Hoofd is eens iegelijken mans, en de man 200 1Kor 13:11 | ik te niet gedaan hetgeen eens kinds was. ~ 201 1Kor 14:16 | zal degene, die de plaats eens ongeleerden vervult, amen 202 2Kor 10:16 | zijn; niet om te roemen in eens anders regel over hetgeen 203 2Kor 11:25 | roeden gegeseld geweest, eens ben ik gestenigd, driemaal 204 Gal 3:15 | spreek naar den mens: zelfs eens mensen verbond, dat bevestigd 205 Fili 2:7 | vernietigd, de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen 206 2The 1:3 | zeer wast, en dat de liefde eens iegelijken van u allen jegens 207 1Tim 3:1 | getrouw woord: zo iemand tot eens opzieners ambt lust heeft, 208 1Tim 5:9 | van zestig jaren, welke eens mans vrouw geweest zij; ~ 209 Heb 6:4 | onmogelijk, degenen, die eens verlicht geweest zijn, en 210 Heb 8:6 | bediening gekregen, als Hij ook eens beteren verbonds Middelaar 211 1Pet 1:17 | des persoons oordeelt naar eens iegelijks werk, zo wandelt 212 1Pet 3:18 | Want Christus heeft ook eens voor de zonden geleden, 213 1Pet 4:15 | of als een, die zich met eens anders doen bemoeit; ~ 214 2Pet 1:21 | voortgebracht door de wil eens mensen, maar de heilige 215 Open 9:2 | opgegaan uit den put, als rook eens groten ovens; en de zon 216 Open 12:14 | zijn gegeven twee vleugelen eens groten arends, opdat zij 217 Open 13:2 | gelijk, en zijn voeten als eens beers voeten, en zijn mond 218 Open 13:2 | en zijn mond als de mond eens leeuws; en de draak gaf 219 Open 13:18 | beest; want het is een getal eens mensen, en zijn getal is 220 Open 18:23 | meer schijnen; en de stem eens bruidegoms en ener bruid 221 Open 21:17 | veertig ellen, naar de maat eens mensen, welke des engels


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License