Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
zondaars 29
zondaren 19
zondares 2
zonde 220
zonden 238
zonder 207
zonderde 1
Frequency    [«  »]
221 maakt
220 geeft
220 gesteld
220 zonde
219 ieder
217 dewelke
217 honderd

Bijbel

IntraText - Concordances

zonde

    Book Chapter: Verse
1 Gen 4:7 | zo gij niet weldoet, de zonde ligt aan de deur. Zijn begeerte 2 Gen 17:20 | groot is, en dewijl haar zonde zeer zwaar is, ~ 3 Gen 19:9 | mijn koninkrijk een grote zonde gebracht hebt? gij hebt 4 Gen 28:36 | overtreding, wat is mijn zonde, dat gij mij zo hittiglijk 5 Gen 46:17 | overtreding uwer broederen, en hun zonde; want zij hebben u kwaad 6 Exo 10:17 | nu vergeeft mij toch mijn zonde alleen ditmaal, en bidt 7 Exo 32:21 | dat gij zulk een grote zonde over hetzelve gebracht hebt? ~ 8 Exo 32:30 | Gijlieden hebt een grote zonde gezondigd; doch nu, ik zal 9 Exo 32:30 | verzoening doen voor uw zonde. ~ 10 Exo 32:31 | dit volk heeft een grote zonde gezondigd, dat zij zich 11 Exo 32:34 | bezoekens, zo zal Ik hun zonde over hen bezoeken! ~ 12 Exo 33:21 | dat gij zulk een grote zonde over hetzelve gebracht hebt? ~ 13 Exo 33:30 | Gijlieden hebt een grote zonde gezondigd; doch nu, ik zal 14 Exo 33:30 | verzoening doen voor uw zonde. ~ 15 Exo 33:31 | dit volk heeft een grote zonde gezondigd, dat zij zich 16 Exo 33:34 | bezoekens, zo zal Ik hun zonde over hen bezoeken! ~ 17 Exo 34:30 | ongerechtigheid, en overtreding, en zonde vergeeft; Die den schuldige 18 Exo 34:32 | ongerechtigheid en onze zonde, en neem ons aan tot een 19 Lev 4:3 | volks, zo zal hij voor zijn zonde, die hij gezondigd heeft, 20 Lev 4:14 | 14 En die zonde, die zij daartegen gezondigd 21 Lev 4:23 | 23 Of men zijn zonde, die hij daartegen gezondigd 22 Lev 4:28 | 28 Of men zijn zonde, die hij gezondigd heeft, 23 Lev 4:28 | volkomen wijfje, voor zijn zonde, die hij gezondigd heeft. ~ 24 Lev 4:35 | verzoening doen over zijn zonde, die hij gezondigd heeft, 25 Lev 5:6 | schuldoffer den HEERE voor zijn zonde, die hij gezondigd heeft, 26 Lev 5:6 | een jonge geit, voor de zonde; zo zal de priester voor 27 Lev 5:6 | priester voor hem vanwege zijn zonde verzoening doen. ~ 28 Lev 5:10 | priester voor hem, vanwege zijn zonde, die hij gezondigd heeft, 29 Lev 5:13 | verzoening doen over zijn zonde, die hij gezondigd heeft 30 Lev 6:26 | priester, die het voor de zonde offert, zal het eten; in 31 Lev 19:17 | naarstiglijk berispen, en zult de zonde in hem niet verdragen. ~ 32 Lev 19:22 | schuldoffers, voor hem over zijn zonde, die hij gezondigd heeft, 33 Lev 19:22 | vergeving geschieden van zijn zonde, die hij gezondigd heeft. ~ 34 Lev 20:20 | ontdekt; zij zullen hun zonde dragen; zonder kinderen 35 Lev 22:9 | onderhouden, opdat zij geen zonde daarover dragen en daarin 36 Lev 23:15 | hebben, zo zal hij zijn zonde dragen. ~ 37 Num 5:7 | 7 En zij zullen hun zonde, welke zij gedaan hebben, 38 Num 9:13 | geofferd, diezelve man zal zijn zonde dragen. ~ 39 Num 12:11 | leg toch niet op ons de zonde, waarmede wij zottelijk 40 Num 18:35 | tent der samenkomst, om zonde te dragen en te sterven. ~ 41 Num 18:45 | Zo zult gij daarover geen zonde dragen, als gij deszelfs 42 Num 19:22 | tent der samenkomst, om zonde te dragen en te sterven. ~ 43 Num 19:32 | Zo zult gij daarover geen zonde dragen, als gij deszelfs 44 Num 27:3 | Korach; maar hij is in zijn zonde gestorven, en had geen zonen. ~ 45 Num 31:76 | gezondigd; doch gij zult uw zonde gewaar worden, als zij u 46 Deu 9:18 | dronk geen water; om al uw zonde, die gij hadt gezondigd, 47 Deu 9:21 | 21 Maar uw zonde, het kalf, dat gij hadt 48 Deu 9:27 | goddeloosheid, noch op zijn zonde; ~ 49 Deu 15:9 | roepe tot den HEERE, en zonde in u zij. ~ 50 Deu 19:15 | ongerechtigheid of over enige zonde, van alle zonde, die hij 51 Deu 19:15 | over enige zonde, van alle zonde, die hij zou mogen zondigen; 52 Deu 21:22 | Voorts, wanneer in iemand een zonde zal zijn, die het oordeel 53 Deu 22:26 | jonge dochter heeft geen zonde des doods; want gelijk of 54 Deu 23:21 | zekerlijk van u eisen, en zonde zou in u zijn. ~ 55 Deu 23:22 | beloven, zo zal het geen zonde in u zijn. ~ 56 Deu 24:15 | roepe tot den HEERE, en zonde in u zij. ~ 57 Deu 24:16 | vaders; een ieder zal om zijn zonde gedood worden. ~ 58 1Sa 2:17 | 17 Alzo was de zonde dezer jongelingen zeer groot 59 1Sa 14:38 | verneemt, en ziet, waarin deze zonde heden geschied zij. ~ 60 1Sa 15:23 | wederspannigheid is een zonde der toverij, en wederstreven 61 1Sa 15:25 | dan, vergeef mij toch mijn zonde, en keer met mij wederom, 62 1Sa 20:1 | misdaad, en wat is mijn zonde voor het aangezicht uws 63 2Sa 12:13 | David: De HEERE heeft ook uw zonde weggenomen, gij zult niet 64 1Kon 8:34| den hemel, en vergeef de zonde van Uw volk Israel, en breng 65 1Kon 8:36| den hemel, en vergeef de zonde van Uw knechten en van Uw 66 1Kon 12:30| 30 En deze zaak werd tot zonde; want het volk ging heen 67 1Kon 13:34| het huis van Jerobeam tot zonde, om hetzelve te doen afsnijden 68 1Kon 15:26| zijns vaders, en in zijn zonde, waarmede hij Israel had 69 1Kon 15:34| van Jerobeam, en in zijn zonde, waarmede hij Israel had 70 1Kon 16:19| van Jerobeam, en in zijn zonde, die hij gedaan had, doende 71 2Kon 15:6 | maar een ieder zal om zijn zonde gedood worden. ~ 72 2Kon 19:21| en hij deed ze een grote zonde zondigen. ~ 73 2Kon 23:16| vervuld had; behalve zijn zonde, die hij Juda zondigen deed, 74 2Kon 23:17| hij gedaan heeft, en zijn zonde, die hij gezondigd heeft, 75 2Kro 25:4 | maar een ieder zal om zijn zonde sterven. ~ 76 2Kro 33:19| laten verbidden, ook al zijn zonde, en zijn overtreding, en 77 Neh 4:5 | ongerechtigheid niet toe; en hun zonde worde niet uitgedelgd van 78 Job 10:6 | ongerechtigheid, en naar mijn zonde verneemt? ~ 79 Job 34:37 | 37 Want tot zijn zonde zou hij nog overtreding 80 Job 35:3 | daarmede doen, dan met mijn zonde? ~ 81 Psa 32:1 | overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is. ~ 82 Psa 32:5 | 5 Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn 83 Psa 32:5 | de ongerechtigheid mijner zonde. Sela. ~ 84 Psa 39:4 | beenderen, vanwege mijn zonde. ~ 85 Psa 39:19 | ben bekommerd vanwege mijn zonde. ~ 86 Psa 51:4 | en reinig mij van mijn zonde. ~ 87 Psa 51:5 | mijn overtredingen, en mijn zonde is steeds voor mij. ~ 88 Psa 51:7 | ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen. ~ 89 Psa 59:4 | overtreding, en zonder mijn zonde, o HEERE! ~ 90 Psa 59:13 | 13 Om de zonde huns monds, om het woord 91 Psa 109:7 | uit, en zijn gebed zij tot zonde. ~ 92 Psa 109:14 | gedacht bij den HEERE, en de zonde zijner moeder worde niet 93 Spre 10:16| inkomst des goddelozen is ter zonde. ~ 94 Spre 14:34| verhoogt een volk, maar de zonde is een schandvlek der natien. ~ 95 Spre 20:9 | gezuiverd, ik ben rein van mijn zonde? ~ 96 Spre 21:4 | ploeging der goddelozen, zijn zonde. ~ 97 Spre 24:9 | gedachte der dwaasheid is zonde; en een spotter is den mens 98 Jes 5:18 | koorden der ijdelheid, en de zonde als met dikke wagenzelen! ~ 99 Jes 6:7 | misdaad van u geweken, en uw zonde is verzoend. ~ 100 Jes 27:9 | vrucht, dat Hij deszelfs zonde zal wegdoen, wanneer Hij 101 Jes 30:1 | uit Mijn Geest, om      zonde tot zonde te doen; ~ 102 Jes 30:1 | Geest, om      zonde tot zonde te doen; ~ 103 Jes 31:7 | afgoden, welke u uw handen tot zonde gemaakt hadden; ~ 104 Jer 16:10 | misdaad, en      welke is onze zonde, die wij tegen den HEERE, 105 Jer 16:18 | hun ongerechtigheid en hun zonde dubbel vergelden, omdat 106 Jer 17:1 | 1      De zonde van Juda is geschreven met 107 Jer 17:3 | mitsgaders uw hoogten, om de zonde in al uw landpalen. ~ 108 Jer 18:23 | ongerechtigheid, en delg hun zonde niet uit van voor Uw aangezicht; 109 Jer 36:3 | ongerechtigheid en      hun zonde vergeve. ~ 110 Eze 3:20 | hebt,      zal hij in zijn zonde sterven, en zijn gerechtigheden, 111 Eze 18:24 | overtreden heeft, en in zijn zonde, die hij gezondigd heeft, 112 Eze 33:14 | sterven! en hij zich van zijn zonde bekeert, en recht en gerechtigheid 113 Dan 9:20 | en bad, en beleed mijn zonde, en de zonde mijns volks 114 Dan 9:20 | beleed mijn zonde, en de zonde mijns volks van Israel, 115 Hos 4:8 | 8      Zij eten de zonde Mijns volks, en verlangen, 116 Hos 10:8 | hoogten van Aven, Israels zonde, zullen verdelgd worden; 117 Hos 12:9 | ongerechtigheid vinden, die zonde zij. ~ 118 Hos 13:12 | ongerechtigheid is samengebonden, zijn zonde is opgelegd. ~ 119 Mic 1:13 | dochter Sions het beginsel der zonde) want in u zijn Israels 120 Mic 3:8 | overtreding, en Israel zijn zonde. ~ 121 Mic 6:7 | mijns      buiks voor de zonde mijner ziel? ~ 122 Zac 13:1 | van Jeruzalem, tegen de zonde en tegen de onreinigheid. ~ 123 Zac 14:19 | 19      Dit zal de zonde der Egyptenaren zijn, mitsgaders 124 Zac 14:19 | Egyptenaren zijn, mitsgaders de zonde aller heidenen, die niet 125 Matt 12:31| 31 Daarom zeg Ik u: Alle zonde en lastering zal den mensen 126 Luk 5:24 | macht heeft op de aarde, de zonde te vergeven (zeide Hij tot 127 Joha 1:29| Zie het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt! ~ 128 Joha 8:7 | Die van ulieden zonder zonde is, werpe eerst den steen 129 Joha 8:34| u: Een iegelijk, die de zonde doet, is een dienstknecht 130 Joha 8:34| is een dienstknecht der zonde. ~ 131 Joha 8:46| van u overtuigt Mij van zonde? En indien Ik de waarheid 132 Joha 9:41| waart, zo zoudt gij geen zonde hebben; maar nu zegt gij: 133 Joha 9:41| Wij zien; zo blijft dan uw zonde. ~  ~  ~  134 Joha 15:22| gesproken had, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij geen 135 Joha 15:22| geen voorwendsel voor hun zonde. ~ 136 Joha 15:24| gedaan heeft, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij ze gezien, 137 Joha 16:8 | de wereld overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en 138 Joha 16:9 | 9 Van zonde, omdat zij in Mij niet geloven; ~ 139 Joha 19:11| overgeleverd, heeft groter zonde. ~ 140 Rom 3:9 | dat zij allen onder de zonde zijn; ~ 141 Rom 3:20 | de wet is de kennis der zonde. ~ 142 Rom 5:12 | gelijk door een mens de zonde in de wereld ingekomen is, 143 Rom 5:12 | ingekomen is, en door de zonde de dood; en alzo de dood 144 Rom 5:13 | 13 Want tot de wet was de zonde in de wereld; maar de zonde 145 Rom 5:13 | zonde in de wereld; maar de zonde wordt niet toegerekend, 146 Rom 5:20 | meerder worde; en waar de zonde meerder geworden is, daar 147 Rom 5:21 | 21 Opdat, gelijk de zonde geheerst heeft tot den dood, 148 Rom 6:1 | zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade 149 Rom 6:2 | zij verre. Wij, die der zonde gestorven zijn, hoe zullen 150 Rom 6:6 | is, opdat het lichaam der zonde te niet gedaan worde, opdat 151 Rom 6:6 | opdat wij niet meer de zonde dienen. ~ 152 Rom 6:7 | is gerechtvaardigd van de zonde. ~ 153 Rom 6:10 | gestorven is, dat is Hij der zonde eenmaal gestorven; en dat 154 Rom 6:11 | daarvoor dat gij wel der zonde dood zijt, maar Gode levende 155 Rom 6:12 | 12 Dat dan de zonde niet heerse in uw sterfelijk 156 Rom 6:13 | stelt uwe leden niet der zonde tot wapenen der ongerechtigheid; 157 Rom 6:14 | 14 Want de zonde zal over u niet heersen; 158 Rom 6:16 | gij gehoorzaamt, of der zonde tot den dood, of der gehoorzaamheid 159 Rom 6:17 | gij wel dienstknechten der zonde waart, maar dat gij nu van 160 Rom 6:18 | vrijgemaakt zijnde van de zonde, zijt gemaakt dienstknechten 161 Rom 6:20 | dienstknechten waart der zonde, zo waart gij vrij van de 162 Rom 6:22 | 22 Maar nu, van de zonde vrijgemaakt zijnde, en Gode 163 Rom 6:23 | Want de bezoldiging der zonde is de dood, maar de genadegift 164 Rom 7:7 | wij dan zeggen? Is de wet zonde? Dat zij verre. Ja, ik kende 165 Rom 7:7 | zij verre. Ja, ik kende de zonde niet dan door de wet; want 166 Rom 7:7 | begeerlijkheid niet geweten zonde te zijn, indien de wet niet 167 Rom 7:8 | 8 Maar de zonde, oorzaak genomen hebbende 168 Rom 7:8 | want zonder de wet is de zonde dood. 169 Rom 7:9 | gebod gekomen is, zo is de zonde weder levend geworden, doch 170 Rom 7:11 | 11 Want de zonde, oorzaak genomen hebbende 171 Rom 7:13 | Dat zij verre. Maar de zonde is mij de dood geworden; 172 Rom 7:13 | zij zou openbaar worden zonde te zijn; werkende mij door 173 Rom 7:13 | goede den dood; opdat de zonde boven mate werd zondigende 174 Rom 7:14 | vleselijk, verkocht onder de zonde. ~ 175 Rom 7:17 | datzelve nu niet meer, maar de zonde, die in mij woont. ~ 176 Rom 7:20 | hetzelve niet meer, maar de zonde, die in mij woont. ~ 177 Rom 7:23 | gevangen neemt onder de wet der zonde, die in mijn leden is. ~ 178 Rom 7:26 | met het vlees de wet der zonde. ~  ~  ~  179 Rom 8:2 | vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods. ~ 180 Rom 8:3 | zondigen vleses, en dat voor de zonde, de zonde veroordeeld in 181 Rom 8:3 | en dat voor de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees. ~ 182 Rom 14:23 | het geloof niet is, dat is zonde. ~  ~  ~  183 1Kor 6:18| Vliedt de hoererij. Alle zonde, die de mens doet, is buiten 184 1Kor 15:56| prikkel nu des doods is de zonde; en de kracht der zonde 185 1Kor 15:56| zonde; en de kracht der zonde is de wet. ~ 186 2Kor 5:21| 21 Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij 187 2Kor 5:21| gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat 188 2Kor 11:7 | 7 Heb ik zonde gedaan, als ik mijzelven 189 Gal 2:17 | Christus een dienaar der zonde? Dat zij verre. ~ 190 Gal 3:22 | heeft het alles onder de zonde besloten, opdat de belofte 191 2The 2:3 | geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs; ~ 192 Heb 3:13 | worde door de verleiding der zonde. ~ 193 Heb 4:15 | verzocht geweest, doch zonder zonde. ~ 194 Heb 9:26 | eeuwen geopenbaard, om de zonde te niet te doen, door Zijnzelfs 195 Heb 9:28 | ten anderen male zonder zonde gezien worden van degenen, 196 Heb 10:6 | Brandofferen en offer voor de zonde hebben U niet behaagd. ~ 197 Heb 10:8 | brandoffers, en offer voor de zonde hebt Gij niet gewild, noch 198 Heb 10:18 | geen offerande meer voor de zonde. ~ 199 Heb 11:25 | een tijd de genieting der zonde te hebben; ~ 200 Heb 12:1 | afleggen allen last, en de zonde, die ons lichtelijk omringt, 201 Heb 12:4 | tegengestaan, strijdende tegen de zonde; ~ 202 Heb 13:11 | welker dieren bloed voor de zonde gedragen werd in het heiligdom 203 Jako 1:15| ontvangen hebbende baart zonde; en de zonde voleindigd 204 Jako 1:15| hebbende baart zonde; en de zonde voleindigd zijnde baart 205 Jako 2:9 | persoon aanneemt, zo doet gij zonde, en wordt van de wet bestraft 206 Jako 4:17| en niet doet, dien is het zonde.   ~ 207 1Pet 2:22| 22 Die geen zonde gedaan heeft, en er is geen 208 1Pet 4:1 | heeft opgehouden van de zonde; ~ 209 1Joh 1:7 | Zoon, reinigt ons van alle zonde. ~ 210 1Joh 1:8 | wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, zo verleiden wij 211 1Joh 3:4 | 4 Een iegelijk, die de zonde doet, die doet ook de ongerechtigheid; 212 1Joh 3:4 | ongerechtigheid; want de zonde is de ongerechtigheid. ~ 213 1Joh 3:5 | zonden zou wegnemen; en geen zonde is in Hem. ~ 214 1Joh 3:8 | 8 Die de zonde doet, is uit den duivel; 215 1Joh 3:9 | geboren is, die doet de zonde niet, want Zijn zaad blijft 216 1Joh 5:16| broeder ziet zondigen een zonde niet tot den dood, die zal 217 1Joh 5:16| tot den dood. Er is een zonde tot den dood; voor dezelve 218 1Joh 5:16| tot den dood; voor dezelve zonde zeg ik niet, dat hij zal 219 1Joh 5:17| Alle ongerechtigheid is zonde; en er is zonde niet tot 220 1Joh 5:17| ongerechtigheid is zonde; en er is zonde niet tot den dood. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License