Book Chapter: Verse
1 Gen 4:7 | zo gij niet weldoet, de zonde ligt aan de deur. Zijn begeerte
2 Gen 17:20 | groot is, en dewijl haar zonde zeer zwaar is, ~
3 Gen 19:9 | mijn koninkrijk een grote zonde gebracht hebt? gij hebt
4 Gen 28:36 | overtreding, wat is mijn zonde, dat gij mij zo hittiglijk
5 Gen 46:17 | overtreding uwer broederen, en hun zonde; want zij hebben u kwaad
6 Exo 10:17 | nu vergeeft mij toch mijn zonde alleen ditmaal, en bidt
7 Exo 32:21 | dat gij zulk een grote zonde over hetzelve gebracht hebt? ~
8 Exo 32:30 | Gijlieden hebt een grote zonde gezondigd; doch nu, ik zal
9 Exo 32:30 | verzoening doen voor uw zonde. ~
10 Exo 32:31 | dit volk heeft een grote zonde gezondigd, dat zij zich
11 Exo 32:34 | bezoekens, zo zal Ik hun zonde over hen bezoeken! ~
12 Exo 33:21 | dat gij zulk een grote zonde over hetzelve gebracht hebt? ~
13 Exo 33:30 | Gijlieden hebt een grote zonde gezondigd; doch nu, ik zal
14 Exo 33:30 | verzoening doen voor uw zonde. ~
15 Exo 33:31 | dit volk heeft een grote zonde gezondigd, dat zij zich
16 Exo 33:34 | bezoekens, zo zal Ik hun zonde over hen bezoeken! ~
17 Exo 34:30 | ongerechtigheid, en overtreding, en zonde vergeeft; Die den schuldige
18 Exo 34:32 | ongerechtigheid en onze zonde, en neem ons aan tot een
19 Lev 4:3 | volks, zo zal hij voor zijn zonde, die hij gezondigd heeft,
20 Lev 4:14 | 14 En die zonde, die zij daartegen gezondigd
21 Lev 4:23 | 23 Of men zijn zonde, die hij daartegen gezondigd
22 Lev 4:28 | 28 Of men zijn zonde, die hij gezondigd heeft,
23 Lev 4:28 | volkomen wijfje, voor zijn zonde, die hij gezondigd heeft. ~
24 Lev 4:35 | verzoening doen over zijn zonde, die hij gezondigd heeft,
25 Lev 5:6 | schuldoffer den HEERE voor zijn zonde, die hij gezondigd heeft,
26 Lev 5:6 | een jonge geit, voor de zonde; zo zal de priester voor
27 Lev 5:6 | priester voor hem vanwege zijn zonde verzoening doen. ~
28 Lev 5:10 | priester voor hem, vanwege zijn zonde, die hij gezondigd heeft,
29 Lev 5:13 | verzoening doen over zijn zonde, die hij gezondigd heeft
30 Lev 6:26 | priester, die het voor de zonde offert, zal het eten; in
31 Lev 19:17 | naarstiglijk berispen, en zult de zonde in hem niet verdragen. ~
32 Lev 19:22 | schuldoffers, voor hem over zijn zonde, die hij gezondigd heeft,
33 Lev 19:22 | vergeving geschieden van zijn zonde, die hij gezondigd heeft. ~
34 Lev 20:20 | ontdekt; zij zullen hun zonde dragen; zonder kinderen
35 Lev 22:9 | onderhouden, opdat zij geen zonde daarover dragen en daarin
36 Lev 23:15 | hebben, zo zal hij zijn zonde dragen. ~
37 Num 5:7 | 7 En zij zullen hun zonde, welke zij gedaan hebben,
38 Num 9:13 | geofferd, diezelve man zal zijn zonde dragen. ~
39 Num 12:11 | leg toch niet op ons de zonde, waarmede wij zottelijk
40 Num 18:35 | tent der samenkomst, om zonde te dragen en te sterven. ~
41 Num 18:45 | Zo zult gij daarover geen zonde dragen, als gij deszelfs
42 Num 19:22 | tent der samenkomst, om zonde te dragen en te sterven. ~
43 Num 19:32 | Zo zult gij daarover geen zonde dragen, als gij deszelfs
44 Num 27:3 | Korach; maar hij is in zijn zonde gestorven, en had geen zonen. ~
45 Num 31:76 | gezondigd; doch gij zult uw zonde gewaar worden, als zij u
46 Deu 9:18 | dronk geen water; om al uw zonde, die gij hadt gezondigd,
47 Deu 9:21 | 21 Maar uw zonde, het kalf, dat gij hadt
48 Deu 9:27 | goddeloosheid, noch op zijn zonde; ~
49 Deu 15:9 | roepe tot den HEERE, en zonde in u zij. ~
50 Deu 19:15 | ongerechtigheid of over enige zonde, van alle zonde, die hij
51 Deu 19:15 | over enige zonde, van alle zonde, die hij zou mogen zondigen;
52 Deu 21:22 | Voorts, wanneer in iemand een zonde zal zijn, die het oordeel
53 Deu 22:26 | jonge dochter heeft geen zonde des doods; want gelijk of
54 Deu 23:21 | zekerlijk van u eisen, en zonde zou in u zijn. ~
55 Deu 23:22 | beloven, zo zal het geen zonde in u zijn. ~
56 Deu 24:15 | roepe tot den HEERE, en zonde in u zij. ~
57 Deu 24:16 | vaders; een ieder zal om zijn zonde gedood worden. ~
58 1Sa 2:17 | 17 Alzo was de zonde dezer jongelingen zeer groot
59 1Sa 14:38 | verneemt, en ziet, waarin deze zonde heden geschied zij. ~
60 1Sa 15:23 | wederspannigheid is een zonde der toverij, en wederstreven
61 1Sa 15:25 | dan, vergeef mij toch mijn zonde, en keer met mij wederom,
62 1Sa 20:1 | misdaad, en wat is mijn zonde voor het aangezicht uws
63 2Sa 12:13 | David: De HEERE heeft ook uw zonde weggenomen, gij zult niet
64 1Kon 8:34| den hemel, en vergeef de zonde van Uw volk Israel, en breng
65 1Kon 8:36| den hemel, en vergeef de zonde van Uw knechten en van Uw
66 1Kon 12:30| 30 En deze zaak werd tot zonde; want het volk ging heen
67 1Kon 13:34| het huis van Jerobeam tot zonde, om hetzelve te doen afsnijden
68 1Kon 15:26| zijns vaders, en in zijn zonde, waarmede hij Israel had
69 1Kon 15:34| van Jerobeam, en in zijn zonde, waarmede hij Israel had
70 1Kon 16:19| van Jerobeam, en in zijn zonde, die hij gedaan had, doende
71 2Kon 15:6 | maar een ieder zal om zijn zonde gedood worden. ~
72 2Kon 19:21| en hij deed ze een grote zonde zondigen. ~
73 2Kon 23:16| vervuld had; behalve zijn zonde, die hij Juda zondigen deed,
74 2Kon 23:17| hij gedaan heeft, en zijn zonde, die hij gezondigd heeft,
75 2Kro 25:4 | maar een ieder zal om zijn zonde sterven. ~
76 2Kro 33:19| laten verbidden, ook al zijn zonde, en zijn overtreding, en
77 Neh 4:5 | ongerechtigheid niet toe; en hun zonde worde niet uitgedelgd van
78 Job 10:6 | ongerechtigheid, en naar mijn zonde verneemt? ~
79 Job 34:37 | 37 Want tot zijn zonde zou hij nog overtreding
80 Job 35:3 | daarmede doen, dan met mijn zonde? ~
81 Psa 32:1 | overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is. ~
82 Psa 32:5 | 5 Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn
83 Psa 32:5 | de ongerechtigheid mijner zonde. Sela. ~
84 Psa 39:4 | beenderen, vanwege mijn zonde. ~
85 Psa 39:19 | ben bekommerd vanwege mijn zonde. ~
86 Psa 51:4 | en reinig mij van mijn zonde. ~
87 Psa 51:5 | mijn overtredingen, en mijn zonde is steeds voor mij. ~
88 Psa 51:7 | ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen. ~
89 Psa 59:4 | overtreding, en zonder mijn zonde, o HEERE! ~
90 Psa 59:13 | 13 Om de zonde huns monds, om het woord
91 Psa 109:7 | uit, en zijn gebed zij tot zonde. ~
92 Psa 109:14 | gedacht bij den HEERE, en de zonde zijner moeder worde niet
93 Spre 10:16| inkomst des goddelozen is ter zonde. ~
94 Spre 14:34| verhoogt een volk, maar de zonde is een schandvlek der natien. ~
95 Spre 20:9 | gezuiverd, ik ben rein van mijn zonde? ~
96 Spre 21:4 | ploeging der goddelozen, zijn zonde. ~
97 Spre 24:9 | gedachte der dwaasheid is zonde; en een spotter is den mens
98 Jes 5:18 | koorden der ijdelheid, en de zonde als met dikke wagenzelen! ~
99 Jes 6:7 | misdaad van u geweken, en uw zonde is verzoend. ~
100 Jes 27:9 | vrucht, dat Hij deszelfs zonde zal wegdoen, wanneer Hij
101 Jes 30:1 | uit Mijn Geest, om zonde tot zonde te doen; ~
102 Jes 30:1 | Geest, om zonde tot zonde te doen; ~
103 Jes 31:7 | afgoden, welke u uw handen tot zonde gemaakt hadden; ~
104 Jer 16:10 | misdaad, en welke is onze zonde, die wij tegen den HEERE,
105 Jer 16:18 | hun ongerechtigheid en hun zonde dubbel vergelden, omdat
106 Jer 17:1 | 1 De zonde van Juda is geschreven met
107 Jer 17:3 | mitsgaders uw hoogten, om de zonde in al uw landpalen. ~
108 Jer 18:23 | ongerechtigheid, en delg hun zonde niet uit van voor Uw aangezicht;
109 Jer 36:3 | ongerechtigheid en hun zonde vergeve. ~
110 Eze 3:20 | hebt, zal hij in zijn zonde sterven, en zijn gerechtigheden,
111 Eze 18:24 | overtreden heeft, en in zijn zonde, die hij gezondigd heeft,
112 Eze 33:14 | sterven! en hij zich van zijn zonde bekeert, en recht en gerechtigheid
113 Dan 9:20 | en bad, en beleed mijn zonde, en de zonde mijns volks
114 Dan 9:20 | beleed mijn zonde, en de zonde mijns volks van Israel,
115 Hos 4:8 | 8 Zij eten de zonde Mijns volks, en verlangen,
116 Hos 10:8 | hoogten van Aven, Israels zonde, zullen verdelgd worden;
117 Hos 12:9 | ongerechtigheid vinden, die zonde zij. ~
118 Hos 13:12 | ongerechtigheid is samengebonden, zijn zonde is opgelegd. ~
119 Mic 1:13 | dochter Sions het beginsel der zonde) want in u zijn Israels
120 Mic 3:8 | overtreding, en Israel zijn zonde. ~
121 Mic 6:7 | mijns buiks voor de zonde mijner ziel? ~
122 Zac 13:1 | van Jeruzalem, tegen de zonde en tegen de onreinigheid. ~
123 Zac 14:19 | 19 Dit zal de zonde der Egyptenaren zijn, mitsgaders
124 Zac 14:19 | Egyptenaren zijn, mitsgaders de zonde aller heidenen, die niet
125 Matt 12:31| 31 Daarom zeg Ik u: Alle zonde en lastering zal den mensen
126 Luk 5:24 | macht heeft op de aarde, de zonde te vergeven (zeide Hij tot
127 Joha 1:29| Zie het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt! ~
128 Joha 8:7 | Die van ulieden zonder zonde is, werpe eerst den steen
129 Joha 8:34| u: Een iegelijk, die de zonde doet, is een dienstknecht
130 Joha 8:34| is een dienstknecht der zonde. ~
131 Joha 8:46| van u overtuigt Mij van zonde? En indien Ik de waarheid
132 Joha 9:41| waart, zo zoudt gij geen zonde hebben; maar nu zegt gij:
133 Joha 9:41| Wij zien; zo blijft dan uw zonde. ~ ~ ~
134 Joha 15:22| gesproken had, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij geen
135 Joha 15:22| geen voorwendsel voor hun zonde. ~
136 Joha 15:24| gedaan heeft, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij ze gezien,
137 Joha 16:8 | de wereld overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en
138 Joha 16:9 | 9 Van zonde, omdat zij in Mij niet geloven; ~
139 Joha 19:11| overgeleverd, heeft groter zonde. ~
140 Rom 3:9 | dat zij allen onder de zonde zijn; ~
141 Rom 3:20 | de wet is de kennis der zonde. ~
142 Rom 5:12 | gelijk door een mens de zonde in de wereld ingekomen is,
143 Rom 5:12 | ingekomen is, en door de zonde de dood; en alzo de dood
144 Rom 5:13 | 13 Want tot de wet was de zonde in de wereld; maar de zonde
145 Rom 5:13 | zonde in de wereld; maar de zonde wordt niet toegerekend,
146 Rom 5:20 | meerder worde; en waar de zonde meerder geworden is, daar
147 Rom 5:21 | 21 Opdat, gelijk de zonde geheerst heeft tot den dood,
148 Rom 6:1 | zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade
149 Rom 6:2 | zij verre. Wij, die der zonde gestorven zijn, hoe zullen
150 Rom 6:6 | is, opdat het lichaam der zonde te niet gedaan worde, opdat
151 Rom 6:6 | opdat wij niet meer de zonde dienen. ~
152 Rom 6:7 | is gerechtvaardigd van de zonde. ~
153 Rom 6:10 | gestorven is, dat is Hij der zonde eenmaal gestorven; en dat
154 Rom 6:11 | daarvoor dat gij wel der zonde dood zijt, maar Gode levende
155 Rom 6:12 | 12 Dat dan de zonde niet heerse in uw sterfelijk
156 Rom 6:13 | stelt uwe leden niet der zonde tot wapenen der ongerechtigheid;
157 Rom 6:14 | 14 Want de zonde zal over u niet heersen;
158 Rom 6:16 | gij gehoorzaamt, of der zonde tot den dood, of der gehoorzaamheid
159 Rom 6:17 | gij wel dienstknechten der zonde waart, maar dat gij nu van
160 Rom 6:18 | vrijgemaakt zijnde van de zonde, zijt gemaakt dienstknechten
161 Rom 6:20 | dienstknechten waart der zonde, zo waart gij vrij van de
162 Rom 6:22 | 22 Maar nu, van de zonde vrijgemaakt zijnde, en Gode
163 Rom 6:23 | Want de bezoldiging der zonde is de dood, maar de genadegift
164 Rom 7:7 | wij dan zeggen? Is de wet zonde? Dat zij verre. Ja, ik kende
165 Rom 7:7 | zij verre. Ja, ik kende de zonde niet dan door de wet; want
166 Rom 7:7 | begeerlijkheid niet geweten zonde te zijn, indien de wet niet
167 Rom 7:8 | 8 Maar de zonde, oorzaak genomen hebbende
168 Rom 7:8 | want zonder de wet is de zonde dood.
169 Rom 7:9 | gebod gekomen is, zo is de zonde weder levend geworden, doch
170 Rom 7:11 | 11 Want de zonde, oorzaak genomen hebbende
171 Rom 7:13 | Dat zij verre. Maar de zonde is mij de dood geworden;
172 Rom 7:13 | zij zou openbaar worden zonde te zijn; werkende mij door
173 Rom 7:13 | goede den dood; opdat de zonde boven mate werd zondigende
174 Rom 7:14 | vleselijk, verkocht onder de zonde. ~
175 Rom 7:17 | datzelve nu niet meer, maar de zonde, die in mij woont. ~
176 Rom 7:20 | hetzelve niet meer, maar de zonde, die in mij woont. ~
177 Rom 7:23 | gevangen neemt onder de wet der zonde, die in mijn leden is. ~
178 Rom 7:26 | met het vlees de wet der zonde. ~ ~ ~
179 Rom 8:2 | vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods. ~
180 Rom 8:3 | zondigen vleses, en dat voor de zonde, de zonde veroordeeld in
181 Rom 8:3 | en dat voor de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees. ~
182 Rom 14:23 | het geloof niet is, dat is zonde. ~ ~ ~
183 1Kor 6:18| Vliedt de hoererij. Alle zonde, die de mens doet, is buiten
184 1Kor 15:56| prikkel nu des doods is de zonde; en de kracht der zonde
185 1Kor 15:56| zonde; en de kracht der zonde is de wet. ~
186 2Kor 5:21| 21 Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij
187 2Kor 5:21| gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat
188 2Kor 11:7 | 7 Heb ik zonde gedaan, als ik mijzelven
189 Gal 2:17 | Christus een dienaar der zonde? Dat zij verre. ~
190 Gal 3:22 | heeft het alles onder de zonde besloten, opdat de belofte
191 2The 2:3 | geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs; ~
192 Heb 3:13 | worde door de verleiding der zonde. ~
193 Heb 4:15 | verzocht geweest, doch zonder zonde. ~
194 Heb 9:26 | eeuwen geopenbaard, om de zonde te niet te doen, door Zijnzelfs
195 Heb 9:28 | ten anderen male zonder zonde gezien worden van degenen,
196 Heb 10:6 | Brandofferen en offer voor de zonde hebben U niet behaagd. ~
197 Heb 10:8 | brandoffers, en offer voor de zonde hebt Gij niet gewild, noch
198 Heb 10:18 | geen offerande meer voor de zonde. ~
199 Heb 11:25 | een tijd de genieting der zonde te hebben; ~
200 Heb 12:1 | afleggen allen last, en de zonde, die ons lichtelijk omringt,
201 Heb 12:4 | tegengestaan, strijdende tegen de zonde; ~
202 Heb 13:11 | welker dieren bloed voor de zonde gedragen werd in het heiligdom
203 Jako 1:15| ontvangen hebbende baart zonde; en de zonde voleindigd
204 Jako 1:15| hebbende baart zonde; en de zonde voleindigd zijnde baart
205 Jako 2:9 | persoon aanneemt, zo doet gij zonde, en wordt van de wet bestraft
206 Jako 4:17| en niet doet, dien is het zonde. ~
207 1Pet 2:22| 22 Die geen zonde gedaan heeft, en er is geen
208 1Pet 4:1 | heeft opgehouden van de zonde; ~
209 1Joh 1:7 | Zoon, reinigt ons van alle zonde. ~
210 1Joh 1:8 | wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, zo verleiden wij
211 1Joh 3:4 | 4 Een iegelijk, die de zonde doet, die doet ook de ongerechtigheid;
212 1Joh 3:4 | ongerechtigheid; want de zonde is de ongerechtigheid. ~
213 1Joh 3:5 | zonden zou wegnemen; en geen zonde is in Hem. ~
214 1Joh 3:8 | 8 Die de zonde doet, is uit den duivel;
215 1Joh 3:9 | geboren is, die doet de zonde niet, want Zijn zaad blijft
216 1Joh 5:16| broeder ziet zondigen een zonde niet tot den dood, die zal
217 1Joh 5:16| tot den dood. Er is een zonde tot den dood; voor dezelve
218 1Joh 5:16| tot den dood; voor dezelve zonde zeg ik niet, dat hij zal
219 1Joh 5:17| Alle ongerechtigheid is zonde; en er is zonde niet tot
220 1Joh 5:17| ongerechtigheid is zonde; en er is zonde niet tot den dood. ~
|