Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
zodanig 14
zodanige 19
zodanigen 10
zodat 214
zoek 20
zoeke 6
zoeken 171
Frequency    [«  »]
215 tien
215 wijsheid
214 verre
214 zodat
213 eerste
212 egypteland
212 zaak

Bijbel

IntraText - Concordances

zodat

    Book Chapter: Verse
1 Gen 7:17 | vermeerderden, en hieven de ark op, zodat zij oprees boven de aarde. ~ 2 Gen 7:19 | de overhand op de aarde, zodat alle hoge bergen, die onder 3 Gen 9:23 | waren achterwaarts, gekeerd zodat zij de naaktheid huns vaders 4 Gen 12:16 | Abram goed, om harentwil; zodat hij had schapen, en runderen, 5 Gen 12:19 | gezegd: Zij is mijn zuster; zodat ik haar mij tot een vrouw 6 Gen 13:6 | want hun have was vele, zodat zij samen niet konden wonen. ~ 7 Gen 13:16 | als het stof der aarde, zodat, indien iemand het stof 8 Gen 15:10 | grotelijks vermenigvuldigen, zodat het vanwege de menigte niet 9 Gen 16:16 | ja, Ik zal haar zegenen, zodat zij tot volken worden zal: 10 Gen 18:3 | hield bij hen zeer aan, zodat zij tot hem inkeerden, en 11 Gen 18:11 | kleinste tot aan den grootste, zodat zij moede werden, om de 12 Gen 19:11 | Gods in deze plaats niet, zodat zij mij om mijner huisvrouw 13 Gen 19:17 | en zijn dienstmaagden, zodat zij baarden. ~ 14 Gen 23:35 | mijn heer zeer gezegend, zodat hij groot geworden is; en 15 Gen 23:88 | zich van hem verbidden, zodat Rebekka, zijn huisvrouw, 16 Gen 24:10 | bij uw huisvrouw gelegen, zodat gij een schuld over ons 17 Gen 24:14 | runderen, en groot gezin; zodat hem de Filistijnen benijdden. ~ 18 Gen 27:77 | zo stelde hij ze niet, zodat de spadelingen Laban, en 19 Gen 29:25 | gewricht zijner heup aan, zodat het gewricht van Jakobs 20 Gen 30:11 | en hij hield bij hem aan, zodat hij het nam. ~ 21 Gen 32:5 | steden, die rondom hen waren, zodat zij de zonen van Jakob niet 22 Gen 36:2 | de HEERE was met Jozef, zodat hij een voorspoedig man 23 Gen 36:6 | hij had, in Jozefs hand, zodat hij met hem van geen ding 24 Gen 36:25 | 2 Zodat Farao zeer toornig werd 25 Gen 36:44 | wederkeren tot zijn schenkambt, zodat hij den beker op Farao's 26 Gen 41:2 | verhief zijn stem met wenen, zodat het de Egyptenaren hoorden, 27 Gen 43:13 | de honger was zeer zwaar: zodat het land van Egypte en het 28 Gen 43:28 | van Egypte zeventien jaar; zodat de dagen van Jakob, de jaren 29 Exo 1:7 | werden gans zeer machtig, zodat het land met hen vervuld 30 Exo 1:12 | vermeerderde, en hoe meer het wies; zodat zij verdrietig waren vanwege 31 Exo 1:14 | 14 Zodat zij hun het leven bitter 32 Exo 7:13 | Farao's hart verstokte, zodat hij naar hen niet hoorde, 33 Exo 7:18 | in de rivier zal sterven, zodat de rivier zal stinken; en 34 Exo 7:21 | stierf; en de rivier stonk, zodat de Egyptenaars het water 35 Exo 7:22 | alzo met hun bezweringen; zodat Farao's hart verstokte, 36 Exo 8:19 | Farao's hart verstijfde, zodat hij naar hen niet hoorde, 37 Exo 12:39 | Egypte uitgedreven werden, zodat zij niet vertoeven konden, 38 Exo 14:20 | en verlichtte den nacht; zodat de een tot den ander niet 39 Exo 19:16 | ener zeer sterke bazuin, zodat al het volk verschrikte, 40 Exo 22:6 | uitgaat, en vat de doornen, zodat de koornhoop verteerd wordt, 41 Exo 40:35 | 35 Zodat Mozes niet kon ingaan in 42 Lev 4:22 | niet zou gedaan worden, zodat hij schuldig is; ~ 43 Lev 4:27 | niet gedaan zou worden, zodat hij schuldig is; ~ 44 Lev 15:32 | der bijligging uitgaat; zodat hij daardoor onrein wordt; ~ 45 Lev 18:25 | 25 Zodat het land onrein is, en Ik 46 Lev 24:8 | zevenmaal zeven jaren; zodat de dagen der zeven jaarweken 47 Lev 25:25 | des verbonds wreken zal, zodat gij in uw steden vergaderd 48 Lev 25:36 | hunner vijanden laten komen; zodat het geruis van een gedreven 49 Num 11:1 | want de HEERE hoorde het, zodat Zijn toorn ontstak, en het 50 Num 20:11 | er kwam veel waters uit, zodat de vergadering dronk, en 51 Num 22:31 | HEERE de ogen van Bileam, zodat hij den Engel des HEEREN 52 Num 25:11 | in het midden derzelve, zodat Ik de kinderen Israels in 53 Deu 2:21 | hen voor hun aangezicht, zodat zij hen uit de bezitting 54 Deu 3:3 | zijn volk, in onze hand, zodat wij hem sloegen, totdat 55 Joz 8:22 | uit de stad hun tegemoet, zodat zij in het midden der Israelieten 56 Joz 13:30 | 30 Zodat hun landpale was van Mahanaim 57 Joz 15:2 | 2 Zodat hun landpale, tegen het 58 Joz 17:7 | 7 Zodat de landpale van Manasse 59 Ric 1:35 | huis van Jozef werd zwaar, zodat zij cijnsbaar werden. ~ 60 Ric 9:9 | tegen het huis van Efraim; zodat het Israel zeer bang werd. ~ 61 1Sa 4:10 | een zeer grote nederlaag, zodat er van Israel vielen dertig 62 1Sa 5:12 | werden geslagen met spenen, zodat het geschrei der stad opklom 63 1Sa 7:10 | en Hij verschrikte hen, zodat zij verslagen werden voor 64 1Sa 17:49 | Filistijn in zijn voorhoofd; zodat de steen zonk in zijn voorhoofd, 65 1Sa 18:30 | al de knechten van Saul; zodat zijn naam zeer geacht was. ~  ~  ~  66 1Sa 22:2 | werd tot overste over hen; zodat bij hem waren omtrent vierhonderd 67 2Sa 11:13 | 13 En David nodigde hem, zodat hij voor zijn aangezicht 68 2Sa 13:2 | want zij was een maagd, zodat het in Amnons ogen zwaar 69 2Sa 22:35 | mijn handen ten strijde, zodat een stalen boog met mijn 70 1Kon 1:40 | zich met grote blijdschap, zodat de aarde van hun geluid 71 1Kon 1:45 | van daar blijde opgetogen, zodat de stad in roer is; dat 72 1Kon 6:7 | toegevoerd was, gebouwd; zodat geen hameren, noch bijl 73 1Kon 6:27 | spreidden de vleugelen uit, zodat de vleugel des enen raakte 74 1Kon 11:19 | genade in de ogen van Farao, zodat hij hem tot een vrouw gaf 75 1Kon 11:20 | optoog in het huis van Farao; zodat Genubath in het huis van 76 1Kon 16:33 | Ook maakte Achab een bos, zodat Achab nog meer deed, om 77 1Kon 20:20 | een ieder sloeg zijn man, zodat de Syriers vloden, en Israel 78 2Kon 3:17 | met water vervuld worden, zodat gij zult drinken, gij en 79 2Kon 7:6 | geluid ener grote heirkracht; zodat zij zeiden de een tot den 80 2Kon 9:33 | stieten haar van boven neder, zodat van haar bloed aan den wand 81 2Kon 15:11 | de koning van Israel, op, zodat hij en Amazia, de koning 82 2Kon 20:5 | HEERE, den God Israels, zodat na hem zijns gelijke niet 83 2Kon 26:4 | bloed, dat hij vergoten had, zodat hij Jeruzalem met onschuldig 84 1Kro 18:13 | legde bezetting in Edom, zodat al de Edomieten Davids knechten 85 1Kro 19:13 | legde bezetting in Edom, zodat al de Edomieten Davids knechten 86 1Kro 20:7 | 7 Zodat zij zich huurden twee en 87 2Kro 1:14 | vergaderde wagenen en ruiteren, zodat hij duizend en vierhonderd 88 2Kro 21:6 | hand is kracht en sterkte, zodat niemand zich tegen U stellen 89 2Kro 22:17 | kinderen, en zijn vrouwen; zodat hem geen zoon overgelaten 90 2Kro 22:19 | geschiedde van jaar tot jaar, zodat, wanneer de tijd van het 91 2Kro 22:37 | kinderen, en zijn vrouwen; zodat hem geen zoon overgelaten 92 2Kro 22:39 | geschiedde van jaar tot jaar, zodat, wanneer de tijd van het 93 2Kro 27:5 | had de overhand over hen, zodat de kinderen Ammons in datzelfde 94 2Kro 30:9 | die hen gevangen hebben, zodat zij in dit land zullen wederkomen; 95 2Kro 31:10 | heeft Zijn volk gezegend, zodat deze veelheid overgebleven 96 2Kro 32:23 | Jehizkia, den koning van Juda, zodat hij daarna voor de ogen 97 2Kro 32:26 | inwoners van Jeruzalem, zodat de grote toornigheid des 98 Ezra 3:13 | 13 Zodat het volk niet onderkende 99 Ezra 9:2 | zichzelven en voor hun zonen, zodat zich vermengd hebben het 100 Neh 4:6 | Doch wij bouwden den muur, zodat de ganse muur samengevoegd 101 Neh 4:10 | vervallen, en des stofs is veel, zodat wij aan den muur niet zullen 102 Neh 6:3 | Ik doe een groot werk, zodat ik niet zal kunnen afkomen; 103 Neh 12:43 | en de kinderen vrolijk; zodat de vrolijkheid van Jeruzalem 104 Neh 13:10 | deel hun niet gegeven was; zodat de Levieten en de zangers, 105 Est 1:17 | uitkomen tot alle vrouwen, zodat zij haar mannen verachten 106 Est 20 | zij genade in zijn ogen, zodat de koning den gouden scepter, 107 Job 1:3 | zijn dienstvolk zeer veel; zodat deze man groter was dan 108 Job 7:15 | 15 Zodat mijn ziel de verworging 109 Job 17:6 | spreekwoord der volken gesteld; zodat ik een trommelslag ben voor 110 Job 19:10 | heeft mij rondom afgebroken, zodat ik henenga, en heeft mijn 111 Job 31:17 | bete alleen gegeten heb, zodat de wees daarvan niet gegeten 112 Job 31:34 | mij afgeschrikt hebben; zodat ik gewezen zou hebben, en 113 Job 33:20 | 20 Zodat zijn leven het brood zelf 114 Job 33:28 | niet voere in het verderf, zodat mijn leven het licht aanziet. ~ 115 Job 36:18 | niet met een klop wegstote; zodat u een groot rantsoen er 116 Job 36:43 | geblaas geeft God de vorst, zodat de brede wateren verstijfd 117 Psa 18:35 | mijn handen ten strijde, zodat een stalen boog met mijn 118 Psa 55:7 | 7 Zodat ik zeg: Och, dat mij iemand 119 Psa 78:29 | zij, en werden zeer zat; zodat Hij hun hun lust toebracht. ~ 120 Psa 78:53 | Ja, Hij leidde hen zeker, zodat zij niet vreesden; want 121 Psa 80:10 | wortelen doen inwortelen, zodat hij het land vervuld heeft. ~ 122 Psa 80:13 | zijn muren doorgebroken, zodat allen, die den weg voorbijgaan, 123 Psa 102:5 | geslagen en verdord als gras, zodat ik vergeten heb mijn brood 124 Psa 105:44 | de landen der heidenen, zodat zij in erfenis bezaten den 125 Psa 106:9 | Hij schold de Schelfzee, zodat zij verdroogde, en Hij deed 126 Psa 106:29 | toorn verwekt met hun daden, zodat de plaag een inbreuk onder 127 Psa 106:33 | verbitterden zijn geest, zodat hij wat onbedachtelijk voortbracht 128 Psa 106:38 | Kanaan hebben opgeofferd; zodat het land door deze bloedschulden 129 Psa 107:29 | doet de storm stilstaan, zodat hun golven stilzwijgen. ~ 130 Psa 107:38 | 38 En Hij zegent hen, zodat zij zeer vermenigvuldigen, 131 Psa 109:24 | mijn vlees is vermagerd, zodat er geen vet aan is. ~ 132 Spre 28:3 | is een wegvagende regen, zodat er geen brood zij. ~ 133 Spre 29:1 | schielijk verbroken worden, zodat er geen genezen aan zij. ~ 134 Spre 31:11 | heren vertrouwt op haar, zodat hem geen goed zal ontbreken. ~ 135 Pred 1:9 | hetzelve zal er gedaan worden; zodat er niets nieuws is onder 136 Pred 6:3 | gewon, en vele jaren leefde, zodat de dagen zijner jaren veel 137 Jes 5:25 | Hij heeft het geslagen, zodat de bergen hebben gebeefd, 138 Jes 6:4 | 4      Zodat de posten der dorpels zich 139 Jes 6:11 | steden verwoest worden, zodat er geen inwoner zij, en 140 Jes 28:8 | uitspuwsel en van drek, zodat er geen plaats schoon is. ~ 141 Jes 44:20 | hem ter zijde afgeleid; zodat hij zijn ziel niet redden 142 Jes 57:2 | vasthoudt; die den sabbat houdt, zodat gij dien niet ontheiligt, 143 Jes 61:15 | en gehaat zijt geweest, zodat niemand door u henen ging, 144 Jes 66:16 | 16      Zodat, wie zich zegenen zal op 145 Jer 2:37 | uw vertrouwen verworpen, zodat gij daarmede niet zult gedijen. ~  ~  ~  ~ ~ 146 Jer 4:29 | de steden zijn verlaten, zodat niemand in dezelve woont. ~ 147 Jer 10:14 | is onvernuftig geworden, zodat hij geen wetenschap heeft, 148 Jer 16:6 | 6      Zodat groten en kleinen in dit 149 Jer 26:19 | smeekte des HEEREN aangezicht, zodat het den HEERE berouwde      150 Jer 33:20 | nacht kondt vernietigen, zodat dag en nacht niet zijn op 151 Jer 33:24 | zij versmaden Mijn volk, zodat het geen volk      meer 152 Jer 34:9 | Hebreinne, zou laten vrijgaan; zodat niemand zich van hen, van 153 Jer 34:10 | maagd zouden laten vrijgaan, zodat zij zich niet      meer 154 Jer 35:8 | wat hij ons geboden heeft; zodat wij geen wijn drinken al 155 Jer 44:6 | de straten van Jeruzalem; zodat zij tot eenzaamheid en tot 156 Jer 44:14 | 14      Zodat het overblijfsel van Juda, 157 Jer 44:22 | 22      Zodat het de HEERE niet meer kon 158 Jer 46:16 | de een viel op den ander; zodat zij zeiden: Staat op en 159 Jer 46:23 | meerder dan de sprinkhanen, zodat men hen niet tellen kan. ~ 160 Jer 48:33 | 33      Zodat de blijdschap en verheuging 161 Jer 51:17 | is onvernuftig geworden, zodat hij geen wetenschap heeft; 162 Jer 51:58 | vuur aangestoken worden; zodat de volken      tevergeefs, 163 Jer 51:62 | dat Gij ze zult uitroeien, zodat er geen inwoner in zij, 164 Klaa 1:88 | hebt U met een wolk bedekt, zodat er geen gebed doorkwam. ~ 165 Klaa 1:124| waren met bloed besmet, zodat men niet kon zien, of men 166 Eze 13:21 | volk uit uw hand redden, zodat zij niet meer in uw hand 167 Eze 14:15 | dat van kinderen berove, zodat het woest worde, dat er 168 Eze 14:17 | ga door, door dat land, zodat Ik daarvan uitroeie mensen 169 Eze 15:5 | vuur dat verteerd heeft, zodat het verbrand is, zal het 170 Eze 19:7 | hij verwoestte hun steden; zodat het land en zijn volheid 171 Eze 19:14 | zijn vrucht verteerd heeft; zodat aan hem geen sterke roede 172 Eze 21:24 | overtredingen ontdekt worden, zodat uw zonden gezien worden 173 Eze 33:6 | blaast niet met de bazuin, zodat het volk niet is gewaarschuwd; 174 Eze 33:15 | inzettingen des levens, zodat hij geen onrecht doet; hij 175 Eze 34:10 | der schapen doen ophouden, zodat de herders      zichzelven 176 Eze 34:10 | schapen uit hun mond rukken, zodat zij hun niet meer tot spijze 177 Eze 38:20 | 20      Zodat van Mijn aangezicht beven 178 Eze 39:10 | 10      Zodat zij geen hout uit het veld 179 Eze 39:23 | hunner wederpartijders, zodat zij altemaal door het zwaard 180 Eze 41:18 | met cherubs en palmbomen; zodat er een palmboom was tussen 181 Dan 5:7 | 7      Zodat de koning met kracht riep 182 Dan 10:8 | veranderd in een verderving, zodat ik geen kracht      behield. ~ 183 Dan 10:16 | zich mijn weeen over mij, zodat ik geen kracht behoude. ~ 184 Amos 2:14 | 14      Zodat de snelle niet zal ontvlieden, 185 Amos 5:6 | als een vuur, dat vertere, zodat er niemand zij, die het 186 Amos 5:9 | verwoesting over een sterke; zodat de verwoesting komt over 187 Amos 5:20 | geen licht? En donkerheid, zodat er geen glans aan zij? ~ 188 Oba 1:18 | en zullen ze verteren, zodat Ezau's huis geen      overgeblevene 189 Jona 1:4 | een grote storm in de zee, zodat het schip dacht te breken. ~ 190 Zep 3:6 | hun steden zijn verstoord, zodat er niemand is, dat er      191 Zac 1:6 | uw vaders niet getroffen? zodat zij wederkerende zeiden: 192 Zac 1:21 | Juda verstrooid hebben, zodat niemand zijn hoofd ophief; 193 Zac 7:14 | werd achter hen verwoest, zodat er niemand doorging, noch 194 Zac 14:4 | en naar het      westen, zodat er een zeer grote vallei 195 Zac 14:13 | HEERE onder hen zal wezen, zodat zij een ieder zijns naasten 196 Zac 14:21 | heirscharen heilig zijn, zodat allen, die offeren willen, 197 Mal 2:3 | den drek uwer feesten, zodat men u met denzelven wegnemen 198 Mal 2:13 | wening en met zuchting; zodat Hij niet meer het spijsoffer 199 Mal 3:10 | hemels, en u zegen afgieten, zodat er geen schuren genoeg wezen 200 Matt 13:2 | vergaderden vele scharen, zodat Hij in een schip ging en 201 Matt 13:54 | Hij hen in hun synagoge, zodat zij zich ontzetten, en zeiden: 202 Mark 1:27 | zij werden allen verbaasd, zodat zij onder elkander vraagden, 203 Mark 2:12 | aller tegenwoordigheid; zodat zij zich allen ontzetten 204 Mark 15:5 | heeft niet meer geantwoord, zodat Pilatus zich verwonderde. ~ 205 Luk 4:25 | zes maanden gesloten was, zodat er grote hongersnood werd 206 Luk 5:7 | vulden beide de schepen, zodat zij bijna zonken. ~ 207 Luk 12:1 | schare bijeenvergaderd waren, zodat zij elkander vertraden, 208 Luk 16:26 | een grote klove gevestigd, zodat degenen, die van hier tot 209 Rom 15:19 | kracht van den Geest Gods, zodat ik, van Jeruzalem af, en 210 1Kor 13:2 | dat ik al het geloof had, zodat ik bergen verzette, en de 211 2Kor 7:9 | bedroefd geweest naar God, zodat gij in geen ding schade 212 1The 1:8 | op God hebt, uitgegaan, zodat wij niet van node hebben, 213 Heb 13:6 | 6 Zodat wij vrijmoediglijk durven 214 Open 13:13 | het doet grote tekenen, zodat het ook vuur uit den hemel


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License