Book Chapter: Verse
1 Gen 8:3 | 3 Daartoe keerden de wateren weder
2 Gen 27:59 | voege mij een anderen zoon daartoe. ~
3 Gen 38:28 | Mijn geld is wedergekeerd; daartoe ook, ziet, het is in mijn
4 Gen 46:8 | 8 Daartoe het ganse huis van Jozef,
5 Exo 6:11 | zou mij dan Farao horen? daartoe ben ik onbesneden van lippen. ~
6 Exo 12:36 | 36 Daartoe had de HEERE het volk genade
7 Exo 12:48 | besneden worde, en dan kome hij daartoe, om dat te houden, en hij
8 Exo 19:22 | 22 Daartoe zullen ook de priesters,
9 Exo 32:6 | brandoffer, en brachten dankoffer daartoe; en het volk zat neder om
10 Exo 33:6 | brandoffer, en brachten dankoffer daartoe; en het volk zat neder om
11 Exo 36:36 | 36 En hij maakte daartoe vier pilaren van sittim
12 Lev 4:9 | 9 Daartoe de twee nieren, en het vet,
13 Lev 4:19 | 19 Daartoe zal hij al zijn vet van
14 Lev 7:9 | 9 Daartoe al het spijsoffer, dat in
15 Lev 8:2 | klederen, en de zalfolie, daartoe den var des zondoffers,
16 Lev 8:25 | beide nieren, en haar vet, daartoe den rechterschouder. ~
17 Lev 11:32 | 32 Daartoe al hetgeen, waarop iets
18 Lev 13:45 | bovenste lip bewimpelen; daartoe zal hij roepen: Onrein,
19 Lev 14:21 | hem verzoening te doen; daartoe een tiende meelbloem, met
20 Lev 15:11 | 11 Daartoe een ieder, wien hij, die
21 Lev 15:24 | zeven dagen onrein zijn; daartoe alle leger, waarop hij zal
22 Lev 20:15 | 15 Daartoe als een man bij enig vee
23 Lev 20:19 | 19 Daartoe zult gij de schaamte van
24 Lev 25:17 | 17 Daartoe zal Ik Mijn aangezicht tegen
25 Lev 25:33 | 33 Daartoe zal Ik u onder de heidenen
26 Num 1:50 | gereedschap, en over alles, wat daartoe behoort; zij zullen den
27 Num 2:7 | 7 Daartoe de stam van Zebulon; en
28 Num 2:14 | 14 Daartoe de stam van Gad; en Eljasaf,
29 Num 2:22 | 22 Daartoe de stam van Benjamin; en
30 Num 2:29 | 29 Daartoe de stam van Nafthali; en
31 Num 16:35 | 35 Daartoe ging een vuur uit van den
32 Num 28:15 | 15 Daartoe zal een geitenbok ten zondoffer
33 Num 28:19 | jonge varren, en een ram, daartoe zeven eenjarige lammeren;
34 Num 31:8 | 8 Daartoe doodden zij boven hun verslagenen,
35 Num 33:18 | 18 Daartoe zult gij uit elken stam
36 Num 34:2 | zullen geven om te bewonen; daartoe zult gijlieden aan de Levieten
37 Deu 3:17 | 17 Daartoe het vlakke veld, en de Jordaan,
38 Deu 4:47 | bezitting genomen hadden; daartoe het land van Og, koning
39 Deu 7:20 | 20 Daartoe zal de HEERE, uw God, ook
40 Deu 11:3 | 3 Daartoe Zijn tekenen en Zijn daden,
41 Deu 28:65 | 65 Daartoe zult gij onder dezelve volken
42 Deu 31:2 | kunnen uitgaan en ingaan; daartoe heeft de HEERE tot mij gezegd:
43 Joz 7:21 | sikkelen; en ik kreeg lust daartoe, en ik nam ze; en zie, zij
44 Joz 10:28 | de scherpte des zwaards; daartoe verbande hij derzelver koning,
45 Joz 12:4 | 4 Daartoe de landpale van Og, den
46 Joz 13:5 | 5 Daartoe het land der Giblieten,
47 Joz 13:22 | 22 Daartoe hebben de kinderen Israels
48 Ric 1:18 | 18 Daartoe nam Juda Gaza in, met haar
49 Ric 9:9 | 9 Daartoe togen de kinderen Ammons
50 Rut 1:17 | de HEERE en alzo doe Hij daartoe, zo niet de dood alleen
51 Rut 4:10 | 10 Daartoe aanvaard ik mij ook Ruth,
52 1Sa 3:17 | doe u zo, en zo doe Hij daartoe, indien gij een woord voor
53 1Sa 12:19 | zonden hebben wij dit kwaad daartoe gedaan, dat wij voor ons
54 1Sa 14:44 | doe mij God, en zo doe Hij daartoe, Jonathan! gij moet den
55 1Sa 20:13 | Jonathan, en alzo doe Hij daartoe! Als mijn vader het kwaad
56 1Sa 25:22 | van David, en zo doe Hij daartoe, indien ik van allen, die
57 2Sa 3:9 | Abner zo, en doe hem zo daartoe! Voorzeker, gelijk als de
58 2Sa 5:2 | 2 Daartoe ook te voren, toen Saul
59 2Sa 7:19 | 19 Daartoe is dit in Uw ogen nog klein
60 2Sa 8:8 | 8 Daartoe nam de koning David zeer
61 2Sa 10:18 | veertig duizend ruiteren; daartoe sloeg hij Sobach, hun krijgsoverste,
62 2Sa 12:8 | uws heren huis gegeven, daartoe uws heren vrouwen in uw
63 2Sa 12:8 | zou u alzulks en alzulks daartoe doen. ~
64 2Sa 17:8 | beroofd is in het veld; daartoe is uw vader een krijgsman,
65 2Sa 19:27 | 27 Daartoe heeft hij uw knecht bij
66 2Sa 21:8 | had, Armoni en Mefiboseth; daartoe de vijf zonen van Michals
67 2Sa 23:21 | 21 Daartoe sloeg hij een Egyptischen
68 1Kon 1:45| 45 Daartoe hebben hem Zadok, de priester,
69 1Kon 2:23| doe mij God, en zo doe Hij daartoe, voorzeker Adonia zal dat
70 1Kon 4:10| Hesed in Arubboth; hij had daartoe Socho en het ganse land
71 1Kon 4:32| sprak drie duizend spreuken; daartoe waren zijn liederen duizend
72 1Kon 5:15| 15 Daartoe had Salomo zeventig duizend,
73 1Kon 6:16| 16 Daartoe bouwde hij twintig ellen
74 1Kon 6:22| ganse huis volmaakt was; daartoe overtoog hij met goud het
75 1Kon 6:30| 30 Daartoe overtoog hij den vloer van
76 1Kon 7:40| 40 Daartoe maakte Hiram de wasvaten,
77 1Kon 7:44| 44 Daartoe de ene zee; en de twaalf
78 1Kon 7:50| wierookvaten, van gesloten goud; daartoe de herren der deuren van
79 1Kon 10:26| 26 Daartoe vergaderde Salomo wagenen
80 1Kon 11:26| 26 Daartoe Jerobeam, de zoon van Nebat,
81 1Kon 12:11| zal ik boven uw juk nog daartoe doen; mijn vader heeft u
82 1Kon 12:14| ik zal boven uw juk nog daartoe doen; mijn vader heeft u
83 1Kon 18:35| rondom het altaar liep; daartoe vulde hij ook de groeve
84 1Kon 19:2 | mij de goden, en doen zo daartoe, voorzeker, ik zal morgen
85 1Kon 19:16| 16 Daartoe zult gij Jehu, den zoon
86 1Kon 20:3 | en uw goud, dat is mijn, daartoe uw vrouwen en uw beste kinderen,
87 1Kon 20:10| doen mij zo, en doen zo daartoe, indien het stof van Samaria
88 1Kon 21:19| erfelijke bezitting ingenomen? Daartoe zult gij tot hem spreken,
89 2Kon 3:18| 18 Daartoe is dat slecht in de ogen
90 2Kon 6:31| Zo doe mij God, en doe zo daartoe, indien het hoofd van Elisa,
91 2Kon 8:6 | alles, wat het hare was, daartoe alle inkomsten des akkers,
92 2Kon 8:21| Edomieten, die rondom hem waren, daartoe de oversten der wagenen;
93 2Kon 10:11| 11 Daartoe sloeg Jehu al de overgeblevenen
94 2Kon 10:27| opgerichte beeld van Baal af; daartoe braken zij het huis van
95 2Kon 11:12| koning, en zalfden hem; daartoe klapten zij met de handen,
96 2Kon 12:15| 15 Daartoe eisten zij geen rekening
97 2Kon 13:15| 15 Daartoe eisten zij geen rekening
98 2Kon 17:18| 18 Daartoe het deksel des sabbats,
99 2Kon 18:18| 18 Daartoe het deksel des sabbats,
100 2Kon 19:15| 15 Daartoe verwierpen zij Zijn inzettingen,
101 2Kon 20:7 | handelde hij kloekelijk; daartoe viel hij af van den koning
102 2Kon 20:30| 30 Daartoe dat Hizkia u niet doe vertrouwen
103 2Kon 22:18| 18 Daartoe zullen zij van uw zonen,
104 2Kon 23:5 | 5 Daartoe bouwde hij altaren voor
105 2Kon 23:16| 16 Daartoe vergoot Manasse ook zeer
106 2Kon 25:5 | 5 Daartoe schafte hij de Chemarim
107 2Kon 25:7 | 7 Daartoe brak hij de huizen der schandjongens
108 2Kon 25:15| 15 Daartoe ook het altaar, dat te Beth-El
109 2Kon 25:19| 19 Daartoe nam Josia ook weg al de
110 2Kon 26:15| vrouwen, en zijn hovelingen; daartoe de machtigen des lands bracht
111 1Kro 2:25| de eerstgeborene was Ram, daartoe Buna, en Oren, en Ozem en
112 1Kro 3:6 | 6 Daartoe Jibchar, en Elisama, en
113 1Kro 4:22| 22 Daartoe Jokim, en de mannen van
114 1Kro 7:12| 12 Daartoe Suppim en Huppim waren kinderen
115 1Kro 9:13| 13 Daartoe hun broeders, hoofden in
116 1Kro 17:18| Wat zal David meer bij U daartoe voegen, vanwege de eer aan
117 1Kro 20:18| duizend mannen te voet; daartoe doodde hij Sofach, den krijgsoverste. ~
118 1Kro 30:3 | 3 En daartoe, uit mijn welgevallen tot
119 2Kro 1:12| wetenschap is u gegeven; daartoe zal Ik u rijkdom, en goederen,
120 2Kro 2:10| duizend kor gerst geven; daartoe twintig duizend bath wijn,
121 2Kro 3:7 | 7 Daartoe overdekte hij aan het huis
122 2Kro 3:16| de hoofden der pilaren; daartoe maakte hij honderd granaatappelen,
123 2Kro 4:2 | 2 Daartoe maakte hij de gegoten zee;
124 2Kro 4:11| 11 Daartoe maakte Huram de potten,
125 2Kro 10:15| 15 Daartoe maakte de koning Salomo
126 2Kro 11:11| zal ik boven uw juk nog daartoe doen; mijn vader heeft u
127 2Kro 12:13| 13 Daartoe de priesteren en de Levieten,
128 2Kro 13:15| de geslachtsregisteren; daartoe de krijgen van Rehabeam
129 2Kro 14:7 | 7 Daartoe hebben zich ijdele mannen,
130 2Kro 15:6 | 6 Daartoe bouwde hij vaste steden
131 2Kro 17:10| hierover tegen hem ontsteld; daartoe onderdrukte Asa enigen uit
132 2Kro 17:12| toe was zijn krankheid; daartoe ook zocht hij den HEERE
133 2Kro 18:12| werd ten hoogste groot; daartoe bouwde hij in Juda burchten
134 2Kro 20:8 | 8 Daartoe stelde Josafat ook te Jeruzalem
135 2Kro 22:11| hoereren, ja, hij dreef Juda daartoe. ~
136 2Kro 22:31| hoereren, ja, hij dreef Juda daartoe. ~
137 2Kro 25:6 | 6 Daartoe huurde hij uit Israel honderd
138 2Kro 25:12| 12 Daartoe vingen de kinderen van Juda
139 2Kro 25:24| 24 Daartoe nam hij al het goud, en
140 2Kro 26:6 | en den muur van Asdod; daartoe bouwde hij steden in Asdod,
141 2Kro 26:9 | 9 Daartoe bouwde Uzzia torens te Jeruzalem,
142 2Kro 28:2 | der koningen van Israel; daartoe maakte hij ook gegotene
143 2Kro 28:10| 10 Daartoe denkt gij nu de kinderen
144 2Kro 28:18| 18 Daartoe waren de Filistijnen in
145 2Kro 28:24| het huis des HEEREN toe; daartoe maakte hij zich altaren
146 2Kro 29:9 | door het zwaard gevallen; daartoe onze zonen, en onze dochteren,
147 2Kro 30:14| die te Jeruzalem waren; daartoe namen zij alle rooktuig
148 2Kro 32:16| 16 Daartoe spraken zijn knechten nog
149 2Kro 32:29| 29 Daartoe had hij zich steden gemaakt,
150 2Kro 32:33| graven der zonen van David; daartoe deden gans Juda en de inwoners
151 2Kro 33:5 | 5 Daartoe bouwde hij altaren voor
152 2Kro 34:6 | 6 Daartoe in de steden van Manasse,
153 2Kro 35:9 | 9 Daartoe Chonanja, en Semaja, en
154 2Kro 36:9 | 9 Daartoe Chonanja, en Semaja, en
155 2Kro 37:13| 13 Daartoe werd hij ook afvallig tegen
156 Ezra 6:5 | 5 Daartoe zal men ook de gouden en
157 Ezra 7:18| 18 Daartoe, wat u en uw broederen goeddunken
158 Neh 3:11 | de zoon van Pahath-Moab; daartoe den Bakoventoren. ~
159 Neh 3:13 | sloten en haar grendelen; daartoe duizend ellen aan den muur,
160 Neh 3:15 | sloten en haar grendelen; daartoe den muur des vijvers Schelah
161 Neh 5:16 | 16 Daartoe heb ik ook aan het werk
162 Job 1:3 | 3 Daartoe was zijn vee zeven duizend
163 Job 2:12 | hun stem op, en weenden; daartoe scheurden zij een ieder
164 Job 6:20 | elkeen vertrouwde; als zij daartoe komen, zo worden zij schaamrood. ~
165 Job 19:11 | 11 Daartoe heeft Hij Zijn toorn tegen
166 Job 41:13 | 13 Daartoe had hij zeven zonen en drie
167 Spre 27:27| 27 Daartoe zult gij genoegzaamheid
168 Pred 2:25| van eten, of wie zou zich daartoe haasten, meer dan ik zelf?) ~
169 Jes 33:2 | wees hun arm allen morgen, daartoe onze behoudenis ten tijde
170 Jes 36:15 | 15 Daartoe, dat Hizkia u niet doe vertrouwen
171 Jes 39:7 | 7 Daartoe zullen zij van uw zonen,
172 Jer 6:10 | zij hebben geen lust daartoe. ~
173 Jer 16:3 | deze plaats geboren worden; daartoe van hun moeders, die ze
174 Jer 31:13 | jonkvrouw verblijden in den rei, daartoe de jongelingen en ouden
175 Jer 36:26 | 26 Daartoe gebood de koning aan Jerahmeel,
176 Jer 49:19 | daaruit doen lopen; en wie daartoe verkoren is, dien zal
177 Jer 50:44 | daaruit doen lopen; en wie daartoe verkoren is, dien zal
178 Eze 1:16 | hadden enerlei gelijkenis; daartoe was hun gedaante, en hun
179 Eze 5:14 | 14 Daartoe zal Ik u ter woestheid en
180 Eze 6:4 | 4 Daartoe zullen uw altaren verwoest,
181 Eze 13:21 | 21 Daartoe zal Ik uw hoofddeksels scheuren,
182 Eze 16:14 | 14 Daartoe ging van u een naam uit
183 Eze 16:17 | 17 Daartoe hebt gij genomen de vaten
184 Eze 16:38 | 38 Daartoe zal Ik u naar de rechten
185 Eze 17:13 | 13 Daartoe heeft hij van het koninklijk
186 Eze 17:21 | 21 Daartoe zullen al zijn vluchtelingen
187 Eze 19:14 | 14 Daartoe is een vuur uitgegaan uit
188 Eze 20:12 | 12 Daartoe ook gaf Ik hun Mijn sabbatten,
189 Eze 20:35 | 35 Daartoe zal Ik u brengen in de woestijn
190 Eze 20:38 | 38 Daartoe zal Ik, die rebel zijn,
191 Eze 21:27 | zijn, totdat hij kome, die daartoe recht heeft, en dien Ik
192 Eze 22:11 | 11 Daartoe heeft de een gruwel gedaan
193 Eze 22:26 | geven zij niet te kennen; daartoe verbergen zij hun ogen van
194 Eze 23:37 | drekgoden overspel gedaan; daartoe hebben zij ook haar kinderen,
195 Eze 32:9 | 9 Daartoe zal Ik het hart van vele
196 Amos 4:7 | 7 Daartoe heb Ik ook den regen van
197 Jona 4:11| en hun linkerhand; daartoe veel vee? ~
198 Zac 13:5 | want een mens heeft mij daartoe geworven van mijn jeugd
199 Mark 1:38| Ik ook daar predike; want daartoe ben Ik uitgegaan. ~
200 Luk 4:43 | Koninkrijk Gods verkondigen; want daartoe ben Ik uitgezonden.
201 Luk 10:30 | hem ook uitgetogen, en daartoe zware slagen gegeven hebbende,
202 Luk 18:1 | een gelijkenis tot hen, daartoe strekkende, dat men altijd
203 Luk 19:16 | uw pond heeft tien ponden daartoe gewonnen. ~
204 Hand 11:31| door een Man, Dien Hij daartoe geordineerd heeft, verzekering
205 Rom 1:27 | vergelding van hun dwaling, die daartoe behoorde, in zichzelven
206 Rom 14:9 | 9 Want daartoe is Christus ook gestorven,
207 2Kor 2:9 | 9 Want daartoe heb ik ook geschreven, opdat
208 Gal 3:15 | te niet, of niemand doet daartoe. ~
209 File 1:19| dat gij ook uzelven mij daartoe schuldig zijt. ~
210 1Pet 3:9 | daarentegen; wetende, dat gij daartoe geroepen zijt, opdat gij
211 1Pet 4:6 | 6 Want daartoe is ook den doden het Evangelie
|