1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-9630
Book Chapter: Verse
9001 Hand 20:24 | 24 En als hij deze dingen tot verantwoording sprak, zeide
9002 Hand 20:24 | grote geleerdheid brengt u tot razernij! ~
9003 Hand 20:26 | koning weet van deze dingen, tot welken ik ook vrijmoedigheid
9004 Hand 20:28 | 28 En Agrippa zeide tot Paulus: Gij beweegt mij
9005 Hand 20:31 | gegaan zijnde, spraken zij tot elkander, zeggende: Deze
9006 Hand 20:32 | 32 En Agrippa zeide tot Festus: Deze mens kon losgelaten
9007 Hand 21:3 | handelende, liet hem toe tot de vrienden te gaan, om
9008 Hand 21:10 | 10 En zeide tot hen: Mannen, ik zie, dat
9009 Hand 21:31 | 31 Zeide Paulus tot den hoofdman en tot de krijgsknechten:
9010 Hand 21:31 | Paulus tot den hoofdman en tot de krijgsknechten: Indien
9011 Hand 21:34 | te nemen, want dat dient tot uw behouding; want niemand
9012 Hand 22:4 | hand hangen, zeiden zij tot elkander: Deze mens is gewisselijk
9013 Hand 22:8 | bevangen zijnde, te bed lag; tot denwelken Paulus inging,
9014 Hand 22:9 | geschied was, kwamen ook tot hem de anderen, die krankheden
9015 Hand 22:11 | overwinterd had, hebbende tot een teken, Kastor en Pollux. ~
9016 Hand 22:15 | gehoord hebbende, ons tegemoet tot Appiusmarkt, en de drie
9017 Hand 22:17 | samengekomen waren, zeide hij tot hen: Mannen broeders, ik,
9018 Hand 22:21 | 21 Maar zij zeiden tot hem: Wij hebben noch brieven
9019 Hand 22:23 | en poogde hen te bewegen tot het geloof in Jezus, beide
9020 Hand 22:23 | profeten, van des morgens vroeg tot den avond toe. ~
9021 Hand 22:25 | door Jesaja, den profeet, tot onze vaderen, ~
9022 Hand 22:26 | 26 Zeggende: Ga heen tot dit volk, en zeg: Met het
9023 Hand 22:30 | woning; en ontving allen, die tot hem kwamen; ~
9024 Rom 1:1 | geroepen apostel, afgezonderd tot het Evangelie van God, ~
9025 Rom 1:5 | genade en het apostelschap, tot gehoorzaamheid des geloofs
9026 Rom 1:10 | door den wil van God, om tot ulieden te komen. ~
9027 Rom 1:13 | menigmaal voorgenomen heb tot u te komen (en ben tot nog
9028 Rom 1:13 | heb tot u te komen (en ben tot nog toe verhinderd geweest),
9029 Rom 1:16 | want het is een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk,
9030 Rom 1:17 | hetzelve geopenbaard uit geloof tot geloof; gelijk geschreven
9031 Rom 1:24 | begeerlijkheden hunner harten tot onreinigheid, om hun lichamen
9032 Rom 1:26 | heeft God hen overgegeven tot oneerlijke bewegingen; want
9033 Rom 2:4 | goedertierenheid Gods u tot bekering leidt? ~
9034 Rom 2:26 | zal niet zijn voorhuid tot een besnijdenis gerekend
9035 Rom 3:7 | overvloediger is geworden, tot Zijn heerlijkheid, wat word
9036 Rom 3:12 | goed doet, er is ook niet tot een toe. ~
9037 Rom 3:19 | wet zegt, zij dat spreekt tot degenen, die onder de wet
9038 Rom 3:22 | geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die
9039 Rom 3:25 | Welken God voorgesteld heeft tot een verzoening, door het
9040 Rom 3:25 | het geloof in Zijn bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid,
9041 Rom 3:26 | 26 Tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid
9042 Rom 4:3 | en het is hem gerekend tot rechtvaardigheid. ~
9043 Rom 4:5 | wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid. ~
9044 Rom 4:9 | Abraham het geloof gerekend is tot rechtvaardigheid. ~
9045 Rom 4:11 | der besnijdenis ontvangen tot een zegel der rechtvaardigheid
9046 Rom 4:17 | geschreven staat: Ik heb u tot een vader van vele volken
9047 Rom 4:22 | 22 Daarom is het hem ook tot rechtvaardigheid gerekend. ~
9048 Rom 5:2 | toeleiding hebben door het geloof tot deze genade, in welke wij
9049 Rom 5:12 | de dood; en alzo de dood tot alle mensen doorgegaan is,
9050 Rom 5:13 | 13 Want tot de wet was de zonde in de
9051 Rom 5:14 | heeft geheerst van Adam tot Mozes toe, ook over degenen,
9052 Rom 5:16 | schuld is wel uit een misdaad tot verdoemenis, maar de genadegift
9053 Rom 5:16 | genadegift is uit vele misdaden tot rechtvaardigmaking. ~
9054 Rom 5:18 | gekomen is over alle mensen tot verdoemenis; alzo ook door
9055 Rom 5:18 | genade over alle mensen tot rechtvaardigmaking des levens. ~
9056 Rom 5:19 | van dien enen mens velen tot zondaars gesteld zijn geworden,
9057 Rom 5:19 | gehoorzaamheid van Enen velen tot rechtvaardigen gesteld worden. ~
9058 Rom 5:21 | de zonde geheerst heeft tot den dood, alzo ook de genade
9059 Rom 5:21 | heersen door rechtvaardigheid tot het eeuwige leven, door
9060 Rom 6:4 | uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders,
9061 Rom 6:13 | uwe leden niet der zonde tot wapenen der ongerechtigheid;
9062 Rom 6:13 | en stelt uw leden Gode tot wapenen der gerechtigheid. ~
9063 Rom 6:16 | dat wien gij uzelven stelt tot dienstknechten ter gehoorzaamheid,
9064 Rom 6:16 | gehoorzaamt, of der zonde tot den dood, of der gehoorzaamheid
9065 Rom 6:16 | dood, of der gehoorzaamheid tot gerechtigheid? ~
9066 Rom 6:17 | het voorbeeld der leer, tot hetwelk gij overgegeven
9067 Rom 6:19 | en der ongerechtigheid, tot ongerechtigheid, alzo stelt
9068 Rom 6:19 | zijn der gerechtigheid, tot heiligmaking. ~
9069 Rom 6:22 | zijnde, hebt gij uw vrucht tot heiligmaking, en het einde
9070 Rom 7:1 | broeders! (want ik spreek tot degenen, die de wet verstaan)
9071 Rom 8:15 | der dienstbaarheid wederom tot vreze; maar gij hebt ontvangen
9072 Rom 8:15 | den Geest der aanneming tot kinderen, door Welken wij
9073 Rom 8:21 | dienstbaarheid der verderfenis, tot de vrijheid der heerlijkheid
9074 Rom 8:22 | zamen als in barensnood is tot nu toe. ~
9075 Rom 8:23 | verwachtende de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing
9076 Rom 8:31 | 31 Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God
9077 Rom 9:4 | welker is de aanneming tot kinderen, en de heerlijkheid,
9078 Rom 9:12 | 12 Zo werd tot haar gezegd: De meerdere
9079 Rom 9:15 | 15 Want Hij zegt tot Mozes: Ik zal Mij ontfermen,
9080 Rom 9:17 | 17 Want de Schrift zegt tot Farao: Tot ditzelve heb
9081 Rom 9:17 | Schrift zegt tot Farao: Tot ditzelve heb Ik u verwekt,
9082 Rom 9:19 | 19 Gij zult dan tot mij zeggen: Wat klaagt Hij
9083 Rom 9:20 | antwoordt? Zal ook het maaksel tot dengene, die het gemaakt
9084 Rom 9:22 | heeft de vaten des toorns, tot het verderf toebereid; ~
9085 Rom 9:23 | Hij te voren bereid heeft tot heerlijkheid? ~
9086 Rom 9:26 | zijn, in de plaats, waar tot hen gezegd was: Gijlieden
9087 Rom 9:31 | rechtvaardigheid zocht, is tot de wet der rechtvaardigheid
9088 Rom 10:1 | harten, en het gebed, dat ik tot God voor Israel doe, is
9089 Rom 10:1 | God voor Israel doe, is tot hun zaligheid. ~
9090 Rom 10:2 | getuigenis, dat zij een ijver tot God hebben, maar niet met
9091 Rom 10:4 | einde der wet is Christus, tot rechtvaardigheid een iegelijk,
9092 Rom 10:18 | uitgegaan, en hun woorden tot de einden der wereld. ~
9093 Rom 10:19 | zegt eerst: Ik zal ulieden tot jaloersheid verwekken door
9094 Rom 10:19 | onverstandig volk zal ik u tot toorn verwekken. ~
9095 Rom 10:21 | Mijn handen uitgestrekt tot een ongehoorzaam en tegensprekend
9096 Rom 11:4 | 4 Maar wat zegt tot hem het Goddelijk antwoord?
9097 Rom 11:8 | en oren om niet te horen) tot op den huidigen dag. ~
9098 Rom 11:9 | David zegt: Hun tafel worde tot een strik, en tot een val,
9099 Rom 11:9 | worde tot een strik, en tot een val, en tot een aanstoot,
9100 Rom 11:9 | strik, en tot een val, en tot een aanstoot, en tot een
9101 Rom 11:9 | en tot een aanstoot, en tot een vergelding voor hen. ~
9102 Rom 11:11 | heidenen geworden, om hen tot jaloersheid te verwekken. ~
9103 Rom 11:13 | 13 Want ik spreek tot u, heidenen, voor zoveel
9104 Rom 11:14 | ik enigszins mijn vlees tot jaloersheid verwekken, en
9105 Rom 11:36 | uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem
9106 Rom 12:1 | dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige en
9107 Rom 12:3 | zijn; maar dat hij wijs zij tot matigheid, gelijk als God
9108 Rom 12:13 | 13 Deelt mede tot de behoeften der heiligen.
9109 Rom 12:16 | hoge dingen, maar voegt u tot de nederige. Zijt niet wijs
9110 Rom 13:3 | Want de oversten zijn niet tot een vreze den goeden werken,
9111 Rom 13:4 | dienares, een wreekster tot straf dengene, die kwaad
9112 Rom 13:14 | verzorgt het vlees niet tot begeerlijkheden. ~ ~ ~
9113 Rom 14:1 | geloof, neemt aan, maar niet tot twistige samensprekingen. ~
9114 Rom 14:19 | laat ons najagen, hetgeen tot den vrede, en hetgeen tot
9115 Rom 14:19 | tot den vrede, en hetgeen tot de stichting onder elkander
9116 Rom 15:2 | naaste behage ten goede, tot stichting. ~
9117 Rom 15:4 | voren geschreven is, dat is tot onze lering te voren geschreven,
9118 Rom 15:7 | Christus ons aangenomen heeft, tot de heerlijkheid Gods. ~
9119 Rom 15:18 | mij niet gewrocht heeft, tot gehoorzaamheid der heidenen,
9120 Rom 15:19 | Jeruzalem af, en rondom, tot Illyrikum toe, het Evangelie
9121 Rom 15:22 | menigmaal verhinderd geweest ben tot u te komen. ~
9122 Rom 15:23 | groot verlangen hebbende, om tot u te komen, ~
9123 Rom 15:24 | wanneer ik naar Spanje reis, tot u komen; want ik hoop in
9124 Rom 15:29 | 29 En ik weet, dat ik, tot u komende, met vollen zegen
9125 Rom 15:30 | mij strijdt in de gebeden tot God voor mij; ~
9126 Rom 15:32 | blijdschap, door den wil van God, tot u mag komen, en met u verkwikt
9127 Rom 16:19 | Want uw gehoorzaamheid is tot kennis van allen gekomen.
9128 Rom 16:26 | bevel des eeuwigen Gods, tot gehoorzaamheid des geloofs,
9129 1Kor 1:8 | God u ook zal bevestigen tot het einde toe, om onstraffelijk
9130 1Kor 1:9 | Welken gij geroepen zijt tot de gemeenschap van Zijn
9131 1Kor 2:1 | En ik, broeders, als ik tot u ben gekomen, ben niet
9132 1Kor 2:7 | voren verordineerd heeft tot heerlijkheid van ons, eer
9133 1Kor 3:1 | 1 En ik, broeders, kon tot u niet spreken als tot geestelijken,
9134 1Kor 3:1 | kon tot u niet spreken als tot geestelijken, maar als tot
9135 1Kor 3:1 | tot geestelijken, maar als tot vleselijken, als tot jonge
9136 1Kor 3:1 | als tot vleselijken, als tot jonge kinderen in Christus. ~
9137 1Kor 4:9 | ten toon heeft gesteld als tot den dood verwezen; want
9138 1Kor 4:11 | 11 Tot op deze tegenwoordige ure
9139 1Kor 4:13 | wereld en aller afschrapsel tot nu toe. ~
9140 1Kor 4:17 | Daarom heb ik Timotheus tot u gezonden, die mijn lieve
9141 1Kor 4:18 | zijn opgeblazen, alsof ik tot ulieden niet komen zou. ~
9142 1Kor 4:19 | 19 Maar ik zal haast tot u komen, zo de Heere wil,
9143 1Kor 4:21 | gij? Zal ik met de roede tot u komen, of in liefde en
9144 1Kor 5:5 | te geven aan den satan, tot verderf des vleses, opdat
9145 1Kor 6:5 | 5 Ik zeg u dit tot schaamte. Is er dan alzo
9146 1Kor 6:16 | die twee, zegt Hij, zullen tot een vlees wezen. ~
9147 1Kor 7:5 | voor een tijd, opdat gij u tot vasten en bidden moogt verledigen;
9148 1Kor 7:15 | gemaakt; maar God heeft ons tot vrede geroepen. ~
9149 1Kor 7:35 | 35 En dit zeg ik tot uw eigen voordeel; niet
9150 1Kor 7:35 | werpen, maar om u te leiden tot hetgeen wel voegt, en bekwaam
9151 1Kor 8:6 | alle dingen zijn, en wij tot Hem; en maar een Heere,
9152 1Kor 8:7 | met een geweten des afgods tot nog toe, eten als iets dat
9153 1Kor 9:27 | mijn lichaam, en breng het tot dienstbaarheid, opdat ik
9154 1Kor 10:6 | dingen zijn geschied ons tot voorbeelden, opdat wij geen
9155 1Kor 10:6 | voorbeelden, opdat wij geen lust tot het kwaad zouden hebben,
9156 1Kor 10:11 | zijn hunlieden overkomen tot voorbeelden; en zijn beschreven
9157 1Kor 10:11 | voorbeelden; en zijn beschreven tot waarschuwing van ons, op
9158 1Kor 10:15 | 15 Als tot verstandigen spreek ik;
9159 1Kor 10:28 | 28 Maar zo iemand tot ulieden zegt: Dat is afgodenoffer;
9160 1Kor 11:17 | niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt. ~
9161 1Kor 11:17 | gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt. ~
9162 1Kor 11:24 | gebroken wordt; doet dat tot Mijn gedachtenis. ~
9163 1Kor 11:25 | als gij dien zult drinken, tot Mijn gedachtenis. ~
9164 1Kor 11:34 | huis ete, opdat gij niet tot een oordeel samenkomt. De
9165 1Kor 12:2 | dat gij heidenen waart, tot de stomme afgoden heengetrokken,
9166 1Kor 12:7 | openbaring des Geestes gegeven tot hetgeen oorbaar is. ~
9167 1Kor 12:13 | allen zijn door een Geest tot een lichaam gedoopt; hetzij
9168 1Kor 12:13 | vrijen; en wij zijn allen tot een Geest gedrenkt. ~
9169 1Kor 12:21 | het oog kan niet zeggen tot de hand: Ik heb u niet van
9170 1Kor 12:21 | node; of wederom het hoofd tot de voeten: Ik heb u niet
9171 1Kor 13:3 | dat ik al mijn goederen tot onderhoud der armen uitdeelde,
9172 1Kor 13:12 | zullen wij zien aangezicht tot aangezicht; nu ken ik ten
9173 1Kor 14:6 | nu, broeders, indien ik tot u kwam, en sprak vreemde
9174 1Kor 14:6 | nuttigheid zou ik u doen, zo ik tot u niet sprak, of in openbaring,
9175 1Kor 14:8 | geluid geeft, wie zal zich tot den krijg bereiden? ~
9176 1Kor 14:12 | gij moogt overvloedig zijn tot stichting der Gemeente. ~
9177 1Kor 14:21 | talen, en door andere lippen tot dit volk spreken, en ook
9178 1Kor 14:22 | dan, de vreemde talen zijn tot een teken niet dengenen,
9179 1Kor 14:26 | laat alle dingen geschieden tot stichting; ~
9180 1Kor 14:28 | de Gemeente; doch dat hij tot zichzelven spreke, en tot
9181 1Kor 14:28 | tot zichzelven spreke, en tot God. ~
9182 1Kor 14:36 | van u uitgegaan? Of is het tot u alleen gekomen? ~
9183 1Kor 15:34 | van God niet. Ik zeg het u tot schaamte. ~
9184 1Kor 15:45 | eerste mens Adam is geworden tot een levende ziel; de laatste
9185 1Kor 15:45 | levende ziel; de laatste Adam tot een levendmakenden Geest. ~
9186 1Kor 15:54 | is: De dood is verslonden tot overwinning. ~
9187 1Kor 16:5 | 5 Doch ik zal tot u komen, wanneer ik Macedonie
9188 1Kor 16:8 | ik zal te Efeze blijven tot den pinkster dag. ~
9189 1Kor 16:11 | hem in vrede, opdat hij tot mij kome; want ik verwacht
9190 1Kor 16:12 | dat hij met de broederen tot u komen zou; maar het was
9191 2Kor 1:6 | verdrukt worden, het is tot uw vertroosting en zaligheid,
9192 2Kor 1:6 | vertroost worden, het is tot uw vertroosting en zaligheid; ~
9193 2Kor 1:13 | ik hoop, dat gij ze ook tot het einde toe erkennen zult; ~
9194 2Kor 1:15 | betrouwen wilde ik te voren tot u komen, opdat gij een tweede
9195 2Kor 1:16 | en wederom van Macedonie tot u komen, en van ulieden
9196 2Kor 1:18 | dat ons woord, hetwelk tot u is geschied, niet is geweest
9197 2Kor 1:20 | en zijn in Hem amen, Gode tot heerlijkheid door ons. ~
9198 2Kor 1:23 | 23 Doch ik aanroepe God tot een Getuige over mijn ziel,
9199 2Kor 2:1 | niet wederom in droefheid tot u komen zou. ~
9200 2Kor 2:4 | die ik overvloediglijk tot u heb. ~
9201 2Kor 2:16 | levens ten leven. En wie is tot deze dingen bekwaam? ~
9202 2Kor 3:14 | zijn verhard geworden; want tot op den dag van heden blijft
9203 2Kor 3:15 | 15 Maar tot den huidigen dag toe, wanneer
9204 2Kor 3:16 | 16 Doch zo wanneer het tot den Heere zal bekeerd zijn,
9205 2Kor 3:18 | veranderd, van heerlijkheid tot heerlijkheid, als van des
9206 2Kor 4:16 | inwendige vernieuwd van dag tot dag. ~
9207 2Kor 5:5 | 5 Die ons nu tot ditzelfde bereid heeft,
9208 2Kor 5:11 | Heeren, bewegen de mensen tot het geloof, en zijn Gode
9209 2Kor 6:13 | te doen,, ik spreek als tot mijn kinderen) zo wordt
9210 2Kor 6:18 | 18 En Ik zal u tot een Vader zijn, en gij zult
9211 2Kor 6:18 | Vader zijn, en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn,
9212 2Kor 7:3 | 3 Ik zeg dit niet tot uw veroordeling; want ik
9213 2Kor 7:9 | gij bedroefd zijt geweest tot bekering; want gij zijt
9214 2Kor 7:10 | onberouwelijke bekering tot zaligheid; maar de droefheid
9215 2Kor 7:14 | gelijk wij alles met waarheid tot u gesproken hebben, alzo
9216 2Kor 8:2 | armoede overvloedig geweest is tot den rijkdom hunner goeddadigheid. ~
9217 2Kor 8:7 | naarstigheid, en in uw liefde tot ons, ziet, dat gij ook in
9218 2Kor 8:17 | naarstig zijnde, gewillig tot u gereisd is. ~
9219 2Kor 8:19 | die van ons bediend wordt tot de heerlijkheid des Heeren
9220 2Kor 8:22 | vertrouwen, dat hij heeft tot ulieden. ~
9221 2Kor 9:5 | vermanen, dat zij eerst tot u zouden komen, en voorbereiden
9222 2Kor 9:8 | genoegzaamheid hebbende, tot alle goed werk overvloedig
9223 2Kor 9:10 | verleent, Die verlene ook brood tot spijze, en vermenigvuldige
9224 2Kor 9:11 | gij in alles rijk wordt tot alle goeddadigheid, welke
9225 2Kor 9:11 | door ons werkt dankzegging tot God. ~
9226 2Kor 9:12 | door vele dankzeggingen tot God; ~
9227 2Kor 10:4 | maar krachtig door God, tot nederwerping der sterkten; ~
9228 2Kor 10:5 | gedachte gevangen leiden tot de gehoorzaamheid van Christus; ~
9229 2Kor 10:8 | Heere ons gegeven heeft tot stichting, en niet tot uw
9230 2Kor 10:8 | heeft tot stichting, en niet tot uw nederwerping, zo zal
9231 2Kor 10:13 | God toegedeeld heeft, ook tot u toe zijn gekomen. ~
9232 2Kor 10:14 | niet te wijd uit, als die tot u niet zouden komen; want
9233 2Kor 10:14 | want wij zijn ook gekomen tot u toe, in het Evangelie
9234 2Kor 12:1 | oorbaar; want ik zal komen tot gezichten en openbaringen
9235 2Kor 12:2 | zodanige opgetrokken is geweest tot in den derden hemel; ~
9236 2Kor 12:9 | 9 En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade
9237 2Kor 12:14 | ten derden male gereed, om tot u te komen, en zal u niet
9238 2Kor 12:17 | iemand dergenen, die ik tot u gezonden heb, van u mijn
9239 2Kor 12:19 | en dit alles, geliefden, tot uw stichting. ~
9240 2Kor 13:1 | is de derde maal, dat ik tot u kom; in den mond van twee
9241 2Kor 13:10 | mij de Heere gegeven heeft tot opbouwing, en niet tot nederwerping. ~
9242 2Kor 13:10 | heeft tot opbouwing, en niet tot nederwerping. ~
9243 Gal 1:6 | heeft, overgebracht wordt tot een ander Evangelie; ~
9244 Gal 1:17 | wederom gegaan naar Jeruzalem, tot degenen, die voor mij apostelen
9245 Gal 2:4 | hebben, opdat zij ons zouden tot dienstbaarheid brengen. ~
9246 Gal 2:8 | Petrus krachtelijk wrocht tot het apostelschap der besnijdenis,
9247 Gal 2:9 | der gemeenschap, opdat wij tot de heidenen, en zij tot
9248 Gal 2:9 | tot de heidenen, en zij tot de besnijdenis zouden gaan; ~
9249 Gal 2:14 | het Evangelie, zeide ik tot Petrus in aller tegenwoordigheid:
9250 Gal 2:18 | opbouw, zo stel ik mijzelven tot een overtreder. ~
9251 Gal 3:6 | geloofd heeft, en het is hem tot rechtvaardigheid gerekend; ~
9252 Gal 3:14 | de zegening van Abraham tot de heidenen komen zou in
9253 Gal 3:16 | zo zijn de beloftenissen tot Abraham en zijn zaad gesproken.
9254 Gal 3:23 | en zijn besloten geweest tot op het geloof, dat geopenbaard
9255 Gal 3:24 | onze tuchtmeester geweest tot Christus, opdat wij uit
9256 Gal 4:2 | onder voogden en verzorgers, tot den tijd van den vader te
9257 Gal 4:5 | en opdat wij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden. ~
9258 Gal 4:9 | hoe keert gij u wederom tot de zwakke en arme beginselen,
9259 Gal 4:24 | ene van den berg Sinai, tot dienstbaarheid barende,
9260 Gal 5:13 | 13 Want gij zijt tot vrijheid geroepen, broeders,
9261 Gal 5:13 | gebruikt de vrijheid niet tot een oorzaak voor het vlees;
9262 Efez 1:5 | voren verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen,
9263 Efez 1:5 | verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen, door Jezus Christus,
9264 Efez 1:6 | 6 Tot prijs der heerlijkheid Zijner
9265 Efez 1:10 | der tijden, wederom alles tot een te vergaderen in Christus,
9266 Efez 1:12 | 12 Opdat wij zouden zijn tot prijs Zijner heerlijkheid,
9267 Efez 1:14 | onderpand is van onze erfenis, tot de verkregene verlossing,
9268 Efez 1:14 | de verkregene verlossing, tot prijs Zijner heerlijkheid. ~
9269 Efez 1:15 | onder u is, en de liefde tot al de heiligen, ~
9270 Efez 1:20 | opgewekt; en heeft Hem gezet tot Zijn rechter hand in den
9271 Efez 1:22 | Hem der Gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen; ~
9272 Efez 2:10 | geschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God
9273 Efez 2:15 | Hij die twee in Zichzelven tot een nieuwen mens zou scheppen,
9274 Efez 2:18 | den toegang door een Geest tot den Vader. ~
9275 Efez 2:21 | samengevoegd zijnde, opwast tot een heiligen tempel in den
9276 Efez 2:22 | ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in den
9277 Efez 3:14 | oorzaak buig ik mijn knieen tot den Vader van onzen Heere
9278 Efez 3:19 | opdat gij vervuld wordt tot al de volheid Gods. ~
9279 Efez 3:21 | Jezus, in alle geslachten, tot alle eeuwigheid. Amen. ~ ~
9280 Efez 4:4 | gelijkerwijs gij ook geroepen zijt tot een hoop uwer roeping; ~
9281 Efez 4:11 | Dezelfde heeft gegeven sommigen tot apostelen, en sommigen tot
9282 Efez 4:11 | tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot
9283 Efez 4:11 | tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommigen
9284 Efez 4:11 | evangelisten, en sommigen tot herders en leraars; ~
9285 Efez 4:12 | 12 Tot de volmaking der heiligen,
9286 Efez 4:12 | volmaking der heiligen, tot het werk der bediening,
9287 Efez 4:12 | het werk der bediening, tot opbouwing des lichaams van
9288 Efez 4:13 | Totdat wij allen zullen komen tot de enigheid des geloofs
9289 Efez 4:13 | kennis van den Zoon Gods, tot een volkomen man, tot de
9290 Efez 4:13 | Gods, tot een volkomen man, tot de mate van de grootte der
9291 Efez 4:14 | arglistigheid, om listiglijk tot dwaling te brengen; ~
9292 Efez 4:16 | wasdom des lichaams bekomt, tot zijns zelfs opbouwing in
9293 Efez 4:19 | zichzelven hebben overgegeven tot ontuchtigheid, om alle onreinigheid
9294 Efez 4:29 | zo er enige goede rede is tot nuttige stichting, opdat
9295 Efez 4:30 | Welken gij verzegeld zijt tot den dag der verlossing. ~
9296 Efez 5:2 | voor ons heeft overgegeven tot een offerande en een slachtoffer,
9297 Efez 5:2 | en een slachtoffer, Gode tot een welriekenden reuk. ~
9298 Efez 5:31 | aanhangen; en zij twee zullen tot een vlees wezen. ~
9299 Efez 6:4 | verwekt uw kinderen niet tot toorn, maar voedt hen op
9300 Efez 6:18 | allen tijd in den Geest, en tot hetzelve wakende met alle
9301 Efez 6:22 | 22 Denwelken ik tot datzelfde einde tot u gezonden
9302 Efez 6:22 | Denwelken ik tot datzelfde einde tot u gezonden heb, opdat gij
9303 Fili 1:5 | van den eersten dag af tot nu toe; ~
9304 Fili 1:6 | heeft, dat voleindigen zal tot op den dag van Jezus Christus; ~
9305 Fili 1:10 | zonder aanstoot te geven, tot den dag van Christus; ~
9306 Fili 1:11 | door Jezus Christus zijn tot heerlijkheid en prijs van
9307 Fili 1:12 | aan mij is geschied, meer tot bevordering van het Evangelie
9308 Fili 1:17 | dewijl zij weten, dat ik tot verantwoording van het Evangelie
9309 Fili 1:25 | met u allen zal verblijven tot uw bevordering en blijdschap
9310 Fili 2:8 | gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des
9311 Fili 2:11 | Jezus Christus de Heere zij, tot heerlijkheid Gods des Vaders. ~
9312 Fili 2:16 | het woord des levens, mij tot een roem tegen den dag van
9313 Fili 2:17 | 17 Ja, indien ik ook tot een drankoffer geofferd
9314 Fili 2:19 | Heere Jezus Timotheus haast tot u te zenden, opdat ik ook
9315 Fili 2:24 | Heere, dat ik ook zelf haast tot u komen zal. ~
9316 Fili 2:25 | Maar ik heb nodig geacht tot u te zenden Epafroditus,
9317 Fili 2:27 | hij is ook krank geweest tot nabij den dood; maar God
9318 Fili 2:30 | werk van Christus was hij tot nabij den dood gekomen,
9319 Fili 3:11 | ik enigszins moge komen tot de wederopstanding der doden. ~
9320 Fili 3:14 | achter is, en strekkende mij tot hetgeen voor is, jaag ik
9321 Fili 3:14 | is, jaag ik naar het wit, tot den prijs der roeping Gods,
9322 Fili 3:17 | wandelen, gelijk gij ons tot een voorbeeld hebt. ~
9323 Fili 4:15 | mij iets medegedeeld heeft tot rekening van uitgaaf en
9324 Fili 4:16 | eenmaal en andermaal gezonden, tot nooddruft. ~
9325 Fili 4:17 | vrucht, die overvloedig is tot uw rekening. ~
9326 Kol 1:4 | de liefde, die gij hebt tot alle heiligen. ~
9327 Kol 1:6 | 6 Hetwelk tot u gekomen is, gelijk ook
9328 Kol 1:10 | wandelen waardiglijk den Heere, tot alle behagelijkheid, in
9329 Kol 1:11 | sterkte Zijner heerlijkheid, tot alle lijdzaamheid en lankmoedigheid,
9330 Kol 1:16 | dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; ~
9331 Kol 1:20 | alle dingen verzoenen zou tot Zichzelven, hetzij de dingen,
9332 Kol 2:2 | zijn in de liefde, en dat tot allen rijkdom der volle
9333 Kol 2:2 | verzekerdheid des verstands, tot kennis der verborgenheid
9334 Kol 2:23 | niet in enige waarde, maar tot verzadiging van het vlees. ~ ~ ~
9335 Kol 3:10 | mens, die vernieuwd wordt tot kennis, naar het evenbeeld
9336 Kol 3:15 | Gods heerse in uw harten, tot welken gij ook geroepen
9337 Kol 4:8 | 8 Denwelken ik tot hetzelfde einde tot u gezonden
9338 Kol 4:8 | Denwelken ik tot hetzelfde einde tot u gezonden heb, opdat hij
9339 Kol 4:10 | bevelen ontvangen hebt; zo hij tot u komt, ontvangt hem; ~
9340 1The 1:9 | ons, hoedanigen ingang wij tot u hebben, en hoe gij tot
9341 1The 1:9 | tot u hebben, en hoe gij tot God bekeerd zijt van de
9342 1The 2:1 | broeders, onzen ingang tot u, dat die niet ijdel is
9343 1The 2:2 | om het Evangelie van God tot u te spreken in veel strijds. ~
9344 1The 2:6 | van anderen; hoewel wij u tot last konden zijn als Christus'
9345 1The 2:8 | 8 Alzo wij, tot u zeer genegen zijnde, hebben
9346 1The 2:12 | waardiglijk Gode, Die u roept tot Zijn Koninkrijk en heerlijkheid. ~
9347 1The 2:16 | verhinderen ons te spreken tot de heidenen, dat zij zalig
9348 1The 2:16 | toorn is over hen gekomen tot het einde. ~
9349 1The 2:18 | 18 Daarom hebben wij tot u willen komen (immers ik
9350 1The 3:6 | Timotheus nu van ulieden tot ons gekomen was, en ons
9351 1The 3:9 | dankzegging kunnen wij Gode tot vergelding wedergeven voor
9352 1The 3:11 | Christus richte onzen weg tot u. ~
9353 1The 4:7 | heeft ons niet geroepen tot onreinigheid, maar tot heiligmaking. ~
9354 1The 4:7 | geroepen tot onreinigheid, maar tot heiligmaking. ~
9355 1The 4:15 | levend overblijven zullen tot de toekomst des Heeren,
9356 1The 5:8 | geloofs en der liefde, en tot een helm, de hoop der zaligheid. ~
9357 1The 5:9 | God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot verkrijging
9358 1The 5:9 | gesteld tot toorn, maar tot verkrijging der zaligheid,
9359 2The 1:9 | 9 Dewelken zullen tot straf lijden het eeuwig
9360 2The 2:1 | en onze toevergadering tot Hem, ~
9361 2The 2:13 | den beginne verkoren heeft tot zaligheid, in heiligmaking
9362 2The 2:14 | heeft door ons Evangelie, tot verkrijging der heerlijkheid
9363 2The 3:5 | de Heere richte uw harten tot de liefde van God, en tot
9364 2The 3:5 | tot de liefde van God, en tot de lijdzaamheid van Christus. ~
9365 2The 3:9 | onszelven u geven zouden tot een voorbeeld, om ons na
9366 1Tim 1:4 | 4 Noch zich te begeven tot fabelen en oneindelijke
9367 1Tim 1:6 | zijnde, zich gewend hebben tot ijdelspreking; ~
9368 1Tim 1:16 | lankmoedigheid zou betonen, tot een voorbeeld dergenen,
9369 1Tim 2:4 | mensen zalig worden, en tot kennis der waarheid komen. ~
9370 1Tim 2:6 | Zichzelven gegeven heeft tot een rantsoen voor allen,
9371 1Tim 3:1 | getrouw woord: zo iemand tot eens opzieners ambt lust
9372 1Tim 3:3 | 3 Niet genegen tot den wijn, geen smijter,
9373 1Tim 3:8 | tweetongig, niet die zich tot veel wijns begeven, geen
9374 1Tim 3:14 | ik u, hopende zeer haast tot u te komen; ~
9375 1Tim 4:1 | het geloof, zich begevende tot verleidende geesten, en
9376 1Tim 4:3 | die God geschapen heeft, tot nuttiging met dankzegging,
9377 1Tim 4:7 | fabelen; en oefen uzelven tot godzaligheid. ~
9378 1Tim 4:8 | lichamelijke oefening is tot weinig nut; maar de godzaligheid
9379 1Tim 4:8 | maar de godzaligheid is tot alle dingen nut, hebbende
9380 1Tim 5:24 | voren openbaar, en gaan voor tot hun veroordeling; en in
9381 1Tim 6:10 | een wortel van alle kwaad, tot welke sommigen lust hebbende
9382 1Tim 6:12 | naar het eeuwige leven, tot hetwelk gij ook geroepen
9383 1Tim 6:14 | onbevlekt en onberispelijk, tot op de verschijning van onzen
9384 1Tim 6:19 | Leggende zichzelven weg tot een schat een goed fondament
9385 2Tim 1:12 | Hem weggelegd, te bewaren tot dien dag. ~
9386 2Tim 2:4 | dien moge behagen, die hem tot den krijg aangenomen heeft. ~
9387 2Tim 2:9 | hetwelk ik verdrukkingen lijde tot de banden toe, als een kwaaddoener;
9388 2Tim 2:14 | woordenstrijd voeren, hetwelk tot geen ding nut is, dan tot
9389 2Tim 2:14 | tot geen ding nut is, dan tot verkering der toehoorders. ~
9390 2Tim 2:21 | ere, geheiligd en bekwaam tot gebruik des Heeren, tot
9391 2Tim 2:21 | tot gebruik des Heeren, tot alle goed werk toebereid. ~
9392 2Tim 2:25 | eniger tijd bekering gave tot erkentenis der waarheid; ~
9393 2Tim 2:26 | welken zij gevangen waren tot zijn wil. ~ ~
9394 2Tim 3:3 | onmatig, wreed, zonder liefde tot de goeden, ~
9395 2Tim 3:7 | altijd leren, en nimmermeer tot kennis der waarheid kunnen
9396 2Tim 3:13 | mensen en bedriegers zullen tot erger voortgaan, verleidende
9397 2Tim 3:15 | die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof,
9398 2Tim 3:16 | ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging,
9399 2Tim 3:16 | en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering,
9400 2Tim 3:16 | lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing,
9401 2Tim 3:16 | wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de
9402 2Tim 3:17 | mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaaktelijk
9403 2Tim 4:4 | afwenden, en zullen zich keren tot fabelen. ~
9404 2Tim 4:6 | 6 Want ik word nu tot een drankoffer geofferd,
9405 2Tim 4:9 | Benaarstig u haastelijk tot mij te komen. ~
9406 2Tim 4:11 | want hij is mij zeer nut tot den dienst. ~
9407 2Tim 4:18 | alle boos werk, en bewaren tot Zijn hemels Koninkrijk;
9408 2Tim 5:5 | brengen, en dat gij van stad tot stad zoudt ouderlingen stellen,
9409 2Tim 5:7 | eigenzinnig, niet genegen tot toornigheid, niet genegen
9410 2Tim 5:7 | toornigheid, niet genegen tot den wijn, geen smijter,
9411 2Tim 5:14 | 14 En zich niet begeven tot Joodse fabelen, en geboden
9412 2Tim 5:16 | zijn en ongehoorzaam, en tot alle goed werk ongeschikt. ~ ~ ~ ~
9413 Tit 1:5 | brengen, en dat gij van stad tot stad zoudt ouderlingen stellen,
9414 Tit 1:7 | eigenzinnig, niet genegen tot toornigheid, niet genegen
9415 Tit 1:7 | toornigheid, niet genegen tot den wijn, geen smijter,
9416 Tit 1:14 | 14 En zich niet begeven tot Joodse fabelen, en geboden
9417 Tit 1:16 | zijn en ongehoorzaam, en tot alle goed werk ongeschikt. ~ ~
9418 Tit 2:3 | lasteraarsters zijn, zich niet tot veel wijns begevende, maar
9419 Tit 3:1 | gehoorzaam zijn, dat zij tot alle goed werk bereid zijn; ~
9420 Tit 3:4 | Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen verschenen is, ~
9421 Tit 3:12 | 12 Als ik Artemas tot u zal zenden, of Tychikus,
9422 Tit 3:12 | Tychikus, zo benaarstig u tot mij te komen te Nikopolis;
9423 Tit 3:14 | goede werken voor te staan tot nodig gebruik, opdat zij
9424 Heb 1:1 | veelmaal en op velerlei wijze, tot de vaderen gesproken hebbende
9425 Heb 1:1 | heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door den Zoon; ~
9426 Heb 1:2 | Welken Hij gesteld heeft tot een Erfgenaam van alles,
9427 Heb 1:5 | 5 Want tot wien van de engelen heeft
9428 Heb 1:5 | En wederom: Ik zal Hem tot een Vader zijn, en Hij zal
9429 Heb 1:5 | Vader zijn, en Hij zal Mij tot een Zoon zijn? ~
9430 Heb 1:7 | 7 En tot de engelen zegt Hij wel:
9431 Heb 1:8 | 8 Maar tot den Zoon zegt Hij: Uw troon,
9432 Heb 1:13 | 13 En tot welken der engelen heeft
9433 Heb 1:13 | vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten? ~
9434 Heb 1:14 | gedienstige geesten, die tot dienst uitgezonden worden,
9435 Heb 2:10 | dat Hij, vele kinderen tot de heerlijkheid leidende,
9436 Heb 3:5 | zijn huis, als een dienaar, tot getuiging der dingen, die
9437 Heb 3:6 | vrijmoedigheid en de roem der hoop tot het einde toe vast behouden. ~
9438 Heb 3:14 | beginsel van dezen vasten grond tot het einde toe vast behouden; ~
9439 Heb 4:12 | tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel, en
9440 Heb 4:16 | met vrijmoedigheid toegaan tot den troon der genade, opdat
9441 Heb 5:5 | Hogepriester te worden, maar Die tot Hem gesproken heeft: Gij
9442 Heb 5:7 | vleses, gebeden en smekingen tot Dengene, Die Hem uit den
9443 Heb 5:14 | zinnen geoefend hebben, tot onderscheiding beide des
9444 Heb 6:1 | leer van Christus, laat ons tot de volmaaktheid voortvaren;
9445 Heb 6:6 | ik, wederom te vernieuwen tot bekering, als welke zichzelven
9446 Heb 6:8 | vervloeking, welker einde is tot verbranding. ~
9447 Heb 6:11 | dezelfde naarstigheid bewijze, tot de volle verzekerdheid der
9448 Heb 6:11 | verzekerdheid der hoop, tot het einde toe; ~
9449 Heb 6:16 | dan zij zijn, en de eed tot bevestiging is denzelven
9450 Heb 7:13 | dingen gezegd worden, behoort tot een anderen stam, van welken
9451 Heb 7:13 | van welken niemand zich tot het altaar begeven heeft. ~
9452 Heb 7:19 | betere hoop, door welke wij tot God genaken. ~
9453 Heb 7:21 | eedzwering, door Dien, Die tot Hem gezegd heeft: De Heere
9454 Heb 7:25 | maken degenen, die door Hem tot God gaan, alzo Hij altijd
9455 Heb 7:28 | 28 Want de wet stelt tot hogepriesters mensen, die
9456 Heb 8:8 | hen berispende, zegt Hij tot hen: Ziet, de dagen komen,
9457 Heb 8:10 | inschrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen
9458 Heb 8:10 | zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn. ~
9459 Heb 8:11 | van den kleine onder hen tot den grote onder hen. ~
9460 Heb 9:5 | welke dingen wij nu van stuk tot stuk niet zullen zeggen. ~
9461 Heb 9:10 | rechtvaardigmakingen des vleses, tot op den tijd der verbetering
9462 Heb 9:13 | de onreinen, hen heiligt tot de reinigheid des vleses; ~
9463 Heb 9:15 | daartussen gekomen zijnde, tot verzoening der overtredingen,
9464 Heb 9:19 | naar de wet van Mozes, tot al het volk uitgesproken
9465 Heb 9:28 | degenen, die Hem verwachten tot zaligheid. ~ ~ ~
9466 Heb 10:13 | vijanden gesteld worden tot een voetbank Zijner voeten. ~
9467 Heb 10:24 | op elkander acht nemen, tot opscherping der liefde en
9468 Heb 10:39 | van degenen, die geloven tot behouding der ziel. ~ ~
9469 Heb 11:6 | Gode te behagen. Want die tot God komt, moet geloven,
9470 Heb 11:7 | zijnde, de ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin;
9471 Heb 11:8 | naar de plaats, die hij tot een erfdeel ontvangen zou;
9472 Heb 11:18 | 18 (Tot denwelke gezegd was: In
9473 Heb 11:30 | Jericho gevallen, als zij tot zeven dagen toe omringd
9474 Heb 12:4 | 4 Gij hebt nog tot den bloede toe niet tegengestaan,
9475 Heb 12:5 | vergeten de vermaning, die tot u als tot zonen spreekt:
9476 Heb 12:5 | vermaning, die tot u als tot zonen spreekt: Mijn zoon,
9477 Heb 12:9 | vaders onzes vleses wel tot kastijders gehad, en wij
9478 Heb 12:10 | maar Deze kastijdt ons tot ons nut, opdat wij Zijner
9479 Heb 12:18 | Want gij zijt niet gekomen tot den tastelijken berg, en
9480 Heb 12:19 | 19 En tot het geklank der bazuin,
9481 Heb 12:19 | hoorden, baden, dat het woord tot hen niet meer zou gedaan
9482 Heb 12:22 | 22 Maar gij zijt gekomen tot den berg Sion, en de stad
9483 Heb 12:22 | stad des levenden Gods, tot het hemelse Jeruzalem, en
9484 Heb 12:23 | 23 Tot de algemene vergadering
9485 Heb 12:23 | hemelen opgeschreven zijn, en tot God, den Rechter over allen,
9486 Heb 12:24 | 24 En tot den Middelaar des nieuwen
9487 Heb 13:13 | 13 Zo laat ons dan tot Hem uitgaan buiten de legerplaats,
9488 Jako 1:19 | traag om te spreken, traag tot toorn; ~
9489 Jako 2:3 | sierlijke kleding draagt, en tot hem zeggen: Zit gij hier
9490 Jako 2:3 | plaats; en zoudt zeggen tot den arme: Sta gij daar;
9491 Jako 2:6 | rijken, en trekken zij u niet tot de rechterstoelen? ~
9492 Jako 2:16 | 16 En iemand van u tot hen zou zeggen: Gaat henen
9493 Jako 2:23 | geloofde God, en het is hem tot rechtvaardigheid gerekend,
9494 Jako 4:5 | ons woont, heeft Die lust tot nijdigheid? ~
9495 Jako 4:8 | 8 Naakt tot God, en Hij zal tot u naken.
9496 Jako 4:8 | Naakt tot God, en Hij zal tot u naken. Reinigt de handen,
9497 Jako 5:3 | en hun roest zal u zijn tot een getuigenis, en zal uw
9498 Jako 5:4 | geoogst hebben, is gekomen tot in de oren van den Heere
9499 Jako 5:7 | dan lankmoedig, broeders, tot de toekomst des Heeren.
9500 Jako 5:10 | 10 Mijn broeders, neemt tot een voorbeeld des lijdens,
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-9630 |