1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-9630
Book Chapter: Verse
1001 Exo 34:24 | 1 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Houw u twee stenen
1002 Exo 34:32 | onze zonde, en neem ons aan tot een erfdeel! ~
1003 Exo 34:35 | dat hij misschien niet tot een strik worde in het midden
1004 Exo 34:48 | zal ook niet vernachten tot den morgen. ~
1005 Exo 34:50 | 27 Verder zeide de HEERE tot Mozes: Schrijf u deze woorden;
1006 Exo 34:53 | aangezichts; daarom vreesden zij tot hem toe te treden. ~
1007 Exo 34:54 | vergadering keerden weder tot hem; en Mozes sprak tot
1008 Exo 34:54 | tot hem; en Mozes sprak tot hen. ~
1009 Exo 34:57 | uitgegaan was, zo sprak hij tot de kinderen Israels, wat
1010 Exo 35:1 | Israels verzamelen, en zeide tot hen: Dit zijn de woorden,
1011 Exo 35:4 | 4 Verder sprak Mozes tot de ganse vergadering der
1012 Exo 35:8 | 8 En olie tot den luchter, en specerijen
1013 Exo 35:8 | specerijen ter zalfolie, en tot roking welriekende specerijen; ~
1014 Exo 35:9 | en vervullende stenen, tot den efod en tot den borstlap. ~
1015 Exo 35:9 | stenen, tot den efod en tot den borstlap. ~
1016 Exo 35:14 | 14 En den kandelaar tot het licht, en zijn gereedschap,
1017 Exo 35:14 | zijn lampen, en de olie tot het licht; ~
1018 Exo 35:21 | brachten des HEEREN hefoffer tot het werk van de tent der
1019 Exo 35:21 | tent der samenkomst, en tot al haar dienst, en tot de
1020 Exo 35:21 | en tot al haar dienst, en tot de heilige klederen. ~
1021 Exo 35:24 | gevonden werd, brachten het tot alle werk van den dienst. ~
1022 Exo 35:27 | sardonixstenen en vulstenen, tot den efod en tot den borstlap; ~
1023 Exo 35:27 | vulstenen, tot den efod en tot den borstlap; ~
1024 Exo 35:28 | 28 En specerijen en olie, tot den luchter en tot de zalfolie,
1025 Exo 35:28 | olie, tot den luchter en tot de zalfolie, en tot roking
1026 Exo 35:28 | luchter en tot de zalfolie, en tot roking welriekende specerijen. ~
1027 Exo 35:29 | vrijwillig bewoog te brengen tot al het werk, hetwelk de
1028 Exo 35:29 | brachten de kinderen Israels tot een vrijwillig offer den
1029 Exo 35:30 | 30 Daarna zeide Mozes tot de kinderen Israels: Ziet,
1030 Exo 36:2 | bewogen had, dat hij toetrad tot het werk, om dat te maken. ~
1031 Exo 36:3 | Israels gebracht hadden, tot het werk van den dienst
1032 Exo 36:3 | maken; doch zij brachten tot hem nog allen morgen vrijwillig
1033 Exo 36:5 | 5 En zij spraken tot Mozes, zeggende: Het volk
1034 Exo 36:7 | stoffe was denzelven genoeg tot het gehele werk, dat te
1035 Exo 36:14 | gordijnen van geiten haar, tot een tent over den tabernakel;
1036 Exo 36:23 | Hij maakte ook de berderen tot den tabernakel; twintig
1037 Exo 36:28 | maakte hij twee berderen tot hoekberderen des tabernakels,
1038 Exo 36:33 | berderen, van het ene einde tot het andere einde. ~
1039 Exo 37:14 | de lijst waren de ringen tot plaatsen voor de handbomen,
1040 Exo 37:27 | aan zijn beide zijden, tot plaatsen voor de handbomen,
1041 Exo 38:4 | zijn omloop, van beneden tot zijn midden toe. ~
1042 Exo 38:5 | einden des koperen roosters, tot plaatsen voor de handbomen. ~
1043 Exo 38:9 | zuidwaarts; de behangselen tot den voorhof waren van fijn
1044 Exo 38:24 | 24 Al het goud, dat tot het werk verarbeid is, in
1045 Exo 38:26 | een ieder, die overging tot de getelden, van twintig
1046 Exo 38:27 | de voeten des voorhangs; tot honderd voeten waren honderd
1047 Exo 38:27 | honderd talenten, een talent tot een voet. ~
1048 Exo 39:3 | van goud, en sneden het tot draden, om te doen in het
1049 Exo 39:7 | schouderbanden des efods, tot stenen der gedachtenis voor
1050 Exo 39:33 | brachten zij den tabernakel tot Mozes, de tent, en al haar
1051 Exo 39:37 | gereedschap, en de olie tot het licht; ~
1052 Exo 39:40 | dienst des tabernakels, tot de tent der samenkomst; ~
1053 Exo 40:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1054 Exo 40:12 | zijn zonen doen naderen, tot de deur van de tent der
1055 Exo 40:15 | hun hun zalving zal zijn tot een eeuwig priesterdom bij
1056 Exo 40:32 | 32 Als zij ingingen tot de tent der samenkomst,
1057 Exo 40:32 | der samenkomst, en als zij tot het altaar naderden, zo
1058 Exo 40:37 | werd, zo reisden zij niet tot op den dag, dat zij opgeheven
1059 Lev 1:1 | HEERE riep Mozes, en sprak tot hem uit de tent der samenkomst,
1060 Lev 1:2 | 2 Spreek tot de kinderen Israels, en
1061 Lev 1:2 | kinderen Israels, en zeg tot hen: Als een mens uit u
1062 Lev 1:9 | brandoffer, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den
1063 Lev 1:13 | brandoffer, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den
1064 Lev 1:15 | 15 En de priester zal die tot het altaar brengen, en deszelfs
1065 Lev 1:17 | brandoffer, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den
1066 Lev 2:2 | 2 En hij zal het brengen tot de zonen van Aaron, de priesters,
1067 Lev 2:2 | altaar; het is een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den
1068 Lev 2:8 | toebrengen; en men zal het tot den priester doen naderen,
1069 Lev 2:8 | priester doen naderen, die het tot het altaar dragen zal. ~
1070 Lev 2:9 | aansteken, het is een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den
1071 Lev 2:12 | altaar zullen zij niet komen tot een liefelijken reuk. ~
1072 Lev 3:5 | is; het is een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den
1073 Lev 3:6 | klein vee is, den HEERE tot een dankoffer, hetzij mannetje
1074 Lev 3:7 | 7 Indien hij een lam tot zijn offerande offert, zo
1075 Lev 3:16 | een spijs des vuuroffers, tot een liefelijken reuk; alle
1076 Lev 4:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1077 Lev 4:2 | 2 Spreek tot de kinderen Israels, zeggende:
1078 Lev 4:3 | is, zal gezondigd hebben, tot schuld des volks, zo zal
1079 Lev 4:4 | hij zal die var brengen tot de deur van de tent der
1080 Lev 4:5 | var nemen, en hij zal dat tot de tent der samenkomst brengen. ~
1081 Lev 4:12 | dien gehele var zal hij tot buiten het leger uitvoeren,
1082 Lev 4:16 | van het bloed van den var tot de tent der samenkomst brengen. ~
1083 Lev 4:21 | Daarna zal hij dien var tot buiten het leger uitvoeren,
1084 Lev 4:23 | gemaakt hebben; zo zal hij tot zijn offer brengen een geitenbok,
1085 Lev 4:28 | gemaakt hebben; zo zal hij tot zijn offerande brengen een
1086 Lev 4:31 | aansteken op het altaar, tot een liefelijken reuk den
1087 Lev 4:33 | en hij zal dat slachten tot een zondoffer, in de plaats,
1088 Lev 5:6 | 6 En tot zijn schuldoffer den HEERE
1089 Lev 5:7 | bereiken kan, als genoeg is tot een stuk klein vee, zo zal
1090 Lev 5:7 | stuk klein vee, zo zal hij tot zijn offer voor de schuld,
1091 Lev 5:8 | 8 En hij zal die tot den priester brengen, welke
1092 Lev 5:8 | eerst die zal offeren, die tot het zondoffer is; en zal
1093 Lev 5:11 | hij, die gezondigd heeft, tot zijn offerande brengen het
1094 Lev 5:12 | 12 En hij zal dat tot den priester brengen, en
1095 Lev 5:14 | 14 Wijders sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1096 Lev 5:15 | dingen des HEEREN, zo zal hij tot zijn schuldoffer den HEERE
1097 Lev 5:18 | volkomen ram uit de kudde tot den priester brengen, met
1098 Lev 6:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1099 Lev 6:6 | zijn schuldoffer brengen tot den priester, een volkomen
1100 Lev 6:8 | 8 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1101 Lev 6:9 | altaar den gansen nacht tot aan den morgen opvaart;
1102 Lev 6:11 | klederen aandoen, en zal de as tot buiten het leger uitdragen
1103 Lev 6:15 | het is een liefelijke reuk tot deszelfs gedachtenis voor
1104 Lev 6:19 | 19 Wijders sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1105 Lev 6:21 | spijsoffers zult gij offeren, tot een liefelijken reuk den
1106 Lev 6:24 | 24 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1107 Lev 6:25 | 25 Spreek tot Aaron en tot zijn zonen,
1108 Lev 6:25 | 25 Spreek tot Aaron en tot zijn zonen, zeggende: Dit
1109 Lev 7:12 | 12 Indien hij dat tot een lof offer offert, zo
1110 Lev 7:13 | Benevens de koeken zal hij tot zijn offerande gedesemd
1111 Lev 7:15 | worden; daarvan zal men niet tot den morgen overlaten. ~
1112 Lev 7:22 | 22 Daarna sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1113 Lev 7:23 | 23 Spreek tot de kinderen Israels, zeggende:
1114 Lev 7:24 | van het verscheurde, mag tot alle werk gebezigd worden;
1115 Lev 7:28 | 28 Voorts sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1116 Lev 7:29 | 29 Spreek tot de kinderen Israels, zeggende:
1117 Lev 7:30 | die borst brengen, om die tot een beweegoffer voor het
1118 Lev 7:32 | ook den rechterschouder tot een hefoffer den priester
1119 Lev 7:34 | priester, en aan zijn zonen, tot een eeuwige inzetting gegeven,
1120 Lev 8:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1121 Lev 8:5 | 5 Toen zeide Mozes tot de vergadering: Dit is de
1122 Lev 8:21 | het was een brandoffer tot een liefelijken reuk, een
1123 Lev 8:28 | brandoffer; zij waren vulofferen tot een liefelijken reuk; het
1124 Lev 8:31 | 31 En Mozes zeide tot Aaron en tot zijn zonen:
1125 Lev 8:31 | Mozes zeide tot Aaron en tot zijn zonen: Ziedt dat vlees
1126 Lev 8:33 | zeven dagen, niet uitgaan, tot aan den dag, dat vervuld
1127 Lev 9:2 | 2 En hij zeide tot Aaron: Neem u een kalf,
1128 Lev 9:3 | 3 Daarna spreek tot de kinderen Israels, zeggende:
1129 Lev 9:5 | geboden had, brengende dat tot voor aan de tent der samenkomst;
1130 Lev 9:7 | 7 En Mozes zeide tot Aaron: Nader tot het altaar,
1131 Lev 9:7 | Mozes zeide tot Aaron: Nader tot het altaar, en maak uw zondoffer
1132 Lev 9:8 | 8 Toen naderde Aaron tot het altaar, en slachtte
1133 Lev 9:9 | Aaron brachten het bloed tot hem, en hij doopte zijn
1134 Lev 9:22 | hief Aaron zijn handen op tot het volk, en zegende hen;
1135 Lev 10:3 | 3 En Mozes zeide tot Aaron: Dat is het, wat de
1136 Lev 10:3 | zeggende: In degenen, die tot Mij naderen, zal Ik geheiligd
1137 Lev 10:4 | oom van Aaron, en zeide tot hen: Treedt toe, draagt
1138 Lev 10:4 | van voor het heiligdom tot buiten het leger. ~
1139 Lev 10:5 | droegen hen, in hun rokken, tot buiten het leger, gelijk
1140 Lev 10:6 | 6 En Mozes zeide tot Aaron, en tot Eleazar, en
1141 Lev 10:6 | Mozes zeide tot Aaron, en tot Eleazar, en tot Ithamar,
1142 Lev 10:6 | Aaron, en tot Eleazar, en tot Ithamar, zijn zonen: Gij
1143 Lev 10:8 | 8 En de HEERE sprak tot Aaron, zeggende: ~
1144 Lev 10:11 | door den dienst van Mozes tot hen gesproken heeft. ~
1145 Lev 10:12 | 12 En Mozes sprak tot Aaron, en tot Eleazar, en
1146 Lev 10:12 | Mozes sprak tot Aaron, en tot Eleazar, en tot Ithamar,
1147 Lev 10:12 | Aaron, en tot Eleazar, en tot Ithamar, zijn overgebleven
1148 Lev 10:14 | uw dochteren met u; want tot uw bescheiden deel, en uwer
1149 Lev 10:15 | voor u en uw zonen met u, tot een eeuwige inzetting zijn
1150 Lev 10:19 | 19 Toen sprak Aaron tot Mozes: Zie, heden hebben
1151 Lev 11:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes, en tot Aaron, zeggende
1152 Lev 11:1 | HEERE sprak tot Mozes, en tot Aaron, zeggende tot hen:
1153 Lev 11:1 | en tot Aaron, zeggende tot hen:
1154 Lev 11:2 | 2 Spreekt tot de kinderen Israels, zeggende:
1155 Lev 11:24 | hebben, zal onrein zijn tot aan den avond. ~
1156 Lev 11:25 | klederen wassen, en onrein zijn tot aan den avond. ~
1157 Lev 11:27 | hebben, zal onrein zijn tot aan den avond. ~
1158 Lev 11:28 | klederen wassen, en onrein zijn tot aan den avond; zij zullen
1159 Lev 11:31 | dood zijn, zal onrein zijn tot aan den avond. ~
1160 Lev 11:32 | gestoken worden, en onrein zijn tot aan den avond; daarna zal
1161 Lev 11:39 | wanneer van de dieren, die u tot spijze zijn, iets zal gestorven
1162 Lev 11:39 | hebben, zal onrein zijn tot aan den avond. ~
1163 Lev 11:40 | klederen wassen, en onrein zijn tot aan den avond; en die hun
1164 Lev 11:40 | klederen wassen, en onrein zijn tot aan den avond. ~
1165 Lev 11:45 | doe optrekken, opdat Ik u tot een God zij, en opdat gij
1166 Lev 12:1 | 1Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1167 Lev 12:2 | 2Spreek tot de kinderen Israels, zeggende:
1168 Lev 12:4 | heiligs zal zij aanroeren, en tot het heiligdom zal zij niet
1169 Lev 12:6 | de tent der samenkomst, tot den priester. ~
1170 Lev 13:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~
1171 Lev 13:1 | sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~
1172 Lev 13:2 | in het vel zijns vleses tot een plaag der melaatsheid
1173 Lev 13:2 | zou worden, hij zal dan tot den priester Aaron, of tot
1174 Lev 13:2 | tot den priester Aaron, of tot een uit zijn zonen, de priesteren,
1175 Lev 13:7 | nadat hij aan den priester tot zijn reiniging zal vertoond
1176 Lev 13:9 | mens zal zijn, zo zal hij tot den priester gebracht worden. ~
1177 Lev 13:12 | plaag heeft, van zijn hoofd tot zijn voeten, bedekt heeft,
1178 Lev 13:16 | veranderd zal worden, zo zal hij tot den priester komen. ~
1179 Lev 13:51 | inslag, of aan het vel, tot wat werk dat vel zou mogen
1180 Lev 14:1 | 1 Daarna sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1181 Lev 14:2 | zijner reiniging: dat hij tot den priester zal gebracht
1182 Lev 14:12 | nemen, en hetzelve offeren tot een schuldoffer met den
1183 Lev 14:23 | achtsten dag zijner reiniging, tot den priester brengen, aan
1184 Lev 14:33 | 33 Verder sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~
1185 Lev 14:33 | sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~
1186 Lev 14:34 | van Kanaan, hetwelk Ik u tot bezitting geven zal, en
1187 Lev 14:40 | is, uitbreken, en dezelve tot buiten de stad werpen, aan
1188 Lev 14:41 | zij afgeschrabd hebben, tot buiten de stad aan een onreine
1189 Lev 14:45 | het huis, en men zal het tot buiten de stad uitvoeren,
1190 Lev 14:46 | hebben, zal onrein zijn tot aan den avond. ~
1191 Lev 14:53 | levenden vogel nu zal hij tot buiten de stad, in het open
1192 Lev 15:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~
1193 Lev 15:1 | sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~
1194 Lev 15:2 | 2 Spreekt tot de kinderen Israels, en
1195 Lev 15:2 | kinderen Israels, en zegt tot hen: Een ieder man, als
1196 Lev 15:5 | baden, en zal onrein zijn tot aan den avond.
1197 Lev 15:6 | baden, en zal onrein zijn tot aan den avond. ~
1198 Lev 15:7 | water baden, en onrein zijn tot aan den avond. ~
1199 Lev 15:8 | water baden, en onrein zijn tot aan den avond. ~
1200 Lev 15:10 | geweest zijn, zal onrein zijn tot aan den avond; en die hetzelve
1201 Lev 15:10 | water baden, en onrein zijn tot aan den avond. ~
1202 Lev 15:11 | water baden, en onrein zijn tot aan den avond. ~
1203 Lev 15:13 | gereinigd zal zijn, zo zal hij tot zijn reiniging zeven dagen
1204 Lev 15:16 | water baden, en onrein zijn tot aan den avond. ~
1205 Lev 15:17 | gewassen worden, en onrein zijn tot aan den avond. ~
1206 Lev 15:18 | water baden, en onrein zijn tot aan den avond. ~
1207 Lev 15:19 | aanroert, zal onrein zijn tot aan den avond. ~
1208 Lev 15:21 | water baden, en onrein zijn tot aan den avond. ~
1209 Lev 15:22 | water baden, en onrein zijn tot aan den avond. ~
1210 Lev 15:23 | aanroerde, hij zal onrein zijn tot aan den avond. ~
1211 Lev 15:27 | water baden, en onrein zijn tot aan den avond. ~
1212 Lev 15:29 | duiven nemen, en zij zal die tot den priester brengen, aan
1213 Lev 16:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes, nadat de twee zonen
1214 Lev 16:2 | 2 De HEERE dan zeide tot Mozes: Spreek tot uw broeder
1215 Lev 16:2 | zeide tot Mozes: Spreek tot uw broeder Aaron, dat hij
1216 Lev 16:15 | slachten, en zal zijn bloed tot binnen in den voorhang dragen,
1217 Lev 16:18 | 18 Daarna zal hij tot het altaar, dat voor het
1218 Lev 16:27 | in het heilige, zal men tot buiten het leger uitvoeren;
1219 Lev 16:29 | 29 En dit zal voor u tot een eeuwige inzetting zijn:
1220 Lev 16:34 | 34 En dit zal u tot een eeuwige inzetting zijn,
1221 Lev 17:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1222 Lev 17:2 | 2 Spreek tot Aaron, en tot zijn zonen,
1223 Lev 17:2 | 2 Spreek tot Aaron, en tot zijn zonen, en tot al de
1224 Lev 17:2 | Aaron, en tot zijn zonen, en tot al de kinderen Israels,
1225 Lev 17:2 | kinderen Israels, en zeg tot hen: Dit is het woord, hetwelk
1226 Lev 17:5 | van de tent der samenkomst tot den priester, en dezelve
1227 Lev 17:5 | den priester, en dezelve tot dankofferen den HEERE slachten. ~
1228 Lev 17:6 | hij zal het vet aansteken, tot een liefelijken reuk den
1229 Lev 17:8 | 8 Zeg dan tot hen: Een ieder van het huis
1230 Lev 17:9 | 9 En dat tot de deur van de tent der
1231 Lev 17:12 | 12 Daarom heb Ik tot de kinderen Israels gezegd:
1232 Lev 17:14 | zijn ziel; daarom heb Ik tot de kinderen Israels gezegd:
1233 Lev 17:15 | water baden, en onrein zijn tot aan den avond; daarna zal
1234 Lev 18:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1235 Lev 18:2 | 2 Spreek tot de kinderen Israels en zeg
1236 Lev 18:2 | kinderen Israels en zeg tot hen: Ik ben de HEERE, uw
1237 Lev 18:6 | 6 Niemand zal tot enige nabestaande zijns
1238 Lev 18:14 | uws vaders niet ontdekken; tot zijn huisvrouw zult gij
1239 Lev 18:18 | Gij zult ook geen vrouw tot haar zuster nemen, om haar
1240 Lev 18:19 | 19 Ook zult gij tot de vrouw in de afzondering
1241 Lev 19:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1242 Lev 19:2 | 2 Spreek tot de ganse vergadering der
1243 Lev 19:2 | kinderen Israels, en zeg tot hen: Gij zult heilig zijn,
1244 Lev 19:4 | 4 Gij zult u tot de afgoden niet keren, en
1245 Lev 19:6 | gegeten worden; maar wat tot op den derden dag overblijft
1246 Lev 19:13 | zal bij u niet vernachten tot aan den morgen. ~
1247 Lev 19:31 | 31 Gij zult u niet keren tot de waarzeggers, en tot de
1248 Lev 19:31 | keren tot de waarzeggers, en tot de duivelskunstenaars; zoekt
1249 Lev 20:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1250 Lev 20:2 | 2 Gij zult ook tot de kinderen Israels zeggen:
1251 Lev 20:6 | er een ziel is, die zich tot de waarzeggers en tot de
1252 Lev 20:6 | zich tot de waarzeggers en tot de duivelskunstenaars zal
1253 Lev 20:16 | 16 Alzo wanneer een vrouw tot enig beest genaderd zal
1254 Lev 21:1 | 1 Daarna zeide de HEERE tot Mozes: Spreek tot de priesters,
1255 Lev 21:1 | HEERE tot Mozes: Spreek tot de priesters, de zonen van
1256 Lev 21:1 | zonen van Aaron, en zeg tot hen: Over een dode zal een
1257 Lev 21:14 | uit zijn volken zal hij tot een vrouw nemen. ~
1258 Lev 21:16 | 16 Wijders sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1259 Lev 21:17 | 17 Spreek tot Aaron, zeggende: Niemand
1260 Lev 21:23 | 23 Doch tot den voorhang zal hij niet
1261 Lev 21:23 | voorhang zal hij niet komen, en tot het altaar niet toetreden,
1262 Lev 21:24 | 24 En Mozes sprak zulks tot Aaron en tot zijn zonen,
1263 Lev 21:24 | sprak zulks tot Aaron en tot zijn zonen, en tot al de
1264 Lev 21:24 | Aaron en tot zijn zonen, en tot al de kinderen Israels. ~
1265 Lev 22:1 | 1 Daarna sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1266 Lev 22:2 | 2 Spreek tot Aaron en tot zijn zonen,
1267 Lev 22:2 | 2 Spreek tot Aaron en tot zijn zonen, dat zij zich
1268 Lev 22:3 | 3 Zeg tot hen: Alle man onder uw geslachten,
1269 Lev 22:3 | geslachten, die uit uw ganse zaad tot de heilige dingen, die de
1270 Lev 22:6 | hebben, zal onrein zijn tot aan den avond, en hij zal
1271 Lev 22:13 | en geen zaad hebben, en tot haars vaders huis, als in
1272 Lev 22:17 | 17 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1273 Lev 22:18 | 18 Spreek tot Aaron, en tot zijn zonen,
1274 Lev 22:18 | 18 Spreek tot Aaron, en tot zijn zonen, en tot al de
1275 Lev 22:18 | Aaron, en tot zijn zonen, en tot al de kinderen Israels,
1276 Lev 22:18 | kinderen Israels, en zeg tot hen: Zo wie uit het huis
1277 Lev 22:23 | verkrompen in leden, die zult gij tot een vrijwillig offer bereiden;
1278 Lev 22:23 | vrijwillig offer bereiden; doch tot een gelofte zou het niet
1279 Lev 22:26 | 26 Wijders sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1280 Lev 22:27 | zal hij aangenaam zijn tot offerande des vuuroffers
1281 Lev 22:30 | zult daarvan niet overlaten tot op den morgen; Ik ben de
1282 Lev 22:33 | uitgevoerd heb, opdat Ik u tot een God zij; Ik ben de HEERE! ~
1283 Lev 22:40 | 9 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~
1284 Lev 22:41 | 10 Spreek tot de kinderen Israels, en
1285 Lev 22:41 | kinderen Israels, en zeg tot hen: Als gij in het land
1286 Lev 22:41 | eerstelingen van uw oogst tot den priester brengen. ~
1287 Lev 22:44 | ten vuuroffer, den HEERE tot een liefelijken reuk; en
1288 Lev 22:45 | koren, noch groen aren eten, tot op dienzelven dag, dat gij
1289 Lev 22:47 | 16 Tot den anderen dag, na den
1290 Lev 22:49 | drankofferen, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den
1291 Lev 22:54 | 23 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~
1292 Lev 22:55 | 24 Spreek tot de kinderen Israels, zeggende:
1293 Lev 22:57 | 26 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1294 Lev 22:63 | den avond, van den avond tot den avond, zult gij uw sabbat
1295 Lev 22:64 | 33 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~
1296 Lev 22:65 | 34 Spreek tot de kinderen Israels, zeggende:
1297 Lev 22:68 | welke gij zult uitroepen tot heilige samenroepingen,
1298 Lev 22:75 | gezette hoogtijden des HEEREN tot de kinderen Israels uitgesproken. ~
1299 Lev 23:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~
1300 Lev 23:2 | kinderen Israels, dat zij tot u brengen zuivere gestoten
1301 Lev 23:3 | toerichten, van den avond tot den morgen, buiten den voorhang
1302 Lev 23:8 | vanwege de kinderen Israels, tot een eeuwig verbond. ~
1303 Lev 23:11 | daarom brachten zij hem tot Mozes; de naam nu zijner
1304 Lev 23:13 | 13 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~
1305 Lev 23:14 | 14 Breng den vloeker uit tot buiten het leger, en allen,
1306 Lev 23:15 | 15 En tot de kinderen Israels zult
1307 Lev 23:23 | 23 En Mozes zeide tot de kinderen Israels, dat
1308 Lev 23:23 | Israels, dat zij den vloeker tot buiten het leger uitbrengen,
1309 Lev 24:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, aan den berg Sinai,
1310 Lev 24:2 | 2 Spreek tot de kinderen Israels, en
1311 Lev 24:2 | kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer gij zult gekomen
1312 Lev 24:6 | sabbat des lands zal voor u tot spijze zijn, voor u, en
1313 Lev 24:7 | zal al de inkomst daarvan tot spijze zijn. ~
1314 Lev 24:10 | zult wederkeren een ieder tot zijn bezittingen, en zult
1315 Lev 24:10 | zult wederkeren een ieder tot zijn geslacht. ~
1316 Lev 24:13 | zult gij ieder wederkeren tot zijn bezitting. ~
1317 Lev 24:19 | geven, en gij zult eten tot verzadiging toe; en gij
1318 Lev 24:22 | van de oude inkomst eten, tot het negende jaar toe; totdat
1319 Lev 24:26 | hebben, zoveel genoeg is tot zijn lossing; ~
1320 Lev 24:27 | uitkeren; en hij zal weder tot zijn bezitting komen. ~
1321 Lev 24:28 | hand van deszelfs koper tot het jubeljaar toe; maar
1322 Lev 24:28 | het uitgaan, en hij zal tot zijn bezitting wederkeren. ~
1323 Lev 24:38 | Kanaan te geven, opdat Ik u tot een God zij. ~
1324 Lev 24:40 | bijwoner zal hij bij u zijn; tot het jubeljaar zal hij bij
1325 Lev 24:41 | kinderen met hem, en hij zal tot zijn geslacht wederkeren,
1326 Lev 24:41 | geslacht wederkeren, en tot de bezitting zijner vaderen
1327 Lev 24:45 | hebben; en zij zullen u tot een bezitting zijn. ~
1328 Lev 24:46 | 46 En gij zult u tot bezitters over hen stellen
1329 Lev 24:50 | zich aan hem verkocht heeft tot het jubeljaar toe; alzo
1330 Lev 24:51 | jaren zijn, naar die zal hij tot zijn lossing van het geld,
1331 Lev 24:52 | jaren overgebleven zijn, tot aan het jubeljaar, zo zal
1332 Lev 24:53 | dagloner zal hij van jaar tot jaar bij hem zijn; men zal
1333 Lev 24:55 | kinderen Israels zijn Mij tot dienstknechten; Mijn dienstknechten
1334 Lev 25:5 | de dorstijd zal u reiken tot den wijnoogst, en de wijnoogst
1335 Lev 25:5 | de wijnoogst zal reiken tot den zaaitijd; en gij zult
1336 Lev 25:5 | en gij zult uw brood eten tot verzadiging toe, en gij
1337 Lev 25:9 | 9 En Ik zal Mij tot u wenden, en zal u vruchtbaar
1338 Lev 25:12 | van u wandelen, en zal u tot een God zijn, en gij zult
1339 Lev 25:12 | God zijn, en gij zult Mij tot een volk zijn. ~
1340 Lev 25:18 | 18 En zo gij Mij tot deze dingen toe nog niet
1341 Lev 25:45 | uitgevoerd heb, opdat Ik hun tot een God ware; Ik ben de
1342 Lev 26:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1343 Lev 26:2 | 2 Spreek tot de kinderen Israels, en
1344 Lev 26:2 | kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer iemand een
1345 Lev 26:3 | zijn van twintig jaren oud, tot een, die zestig jaren oud
1346 Lev 26:5 | die vijf jaren oud is, tot een, die twintig jaren oud
1347 Lev 26:6 | een, die een maand oud is, tot een, die vijf jaren oud
1348 Lev 26:18 | jaren, die nog overig zijn tot het jubeljaar; en het zal
1349 Lev 26:23 | rekenen de som uwer schatting tot het jubeljaar; en hij zal
1350 Lev 26:24 | zal die akker wederkomen tot dien, van wien hij hem gekocht
1351 Lev 26:24 | wien hij hem gekocht had, tot hem, wiens de bezitting
1352 Num 1:1 | 1 Voorts sprak de HEERE tot Mozes, in de woestijn van
1353 Num 1:48 | 48 Want de HEERE had tot Mozes gesproken, zeggende: ~
1354 Num 2:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~
1355 Num 2:1 | HEERE sprak tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~
1356 Num 3:5 | 5 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~
1357 Num 3:11 | 11 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~
1358 Num 3:13 | in Israel, van de mensen tot de beesten; zij zullen Mijn
1359 Num 3:14 | 14 En de HEERE sprak tot Mozes in de woestijn van
1360 Num 3:26 | zijn; mitsgaders de zelen, tot zijn gansen dienst. ~
1361 Num 3:31 | en het deksel, en al wat tot zijn dienst behoort. ~
1362 Num 3:36 | zijn gereedschap, en al wat tot zijn dienst behoort; ~
1363 Num 3:40 | 40 En de HEERE zeide tot Mozes: Tel alle eerstgeborenen,
1364 Num 3:44 | 44 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~
1365 Num 4:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~
1366 Num 4:1 | HEERE sprak tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~
1367 Num 4:3 | jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud; al wie
1368 Num 4:3 | vijftig jaren oud; al wie tot dezen strijd inkomt, om
1369 Num 4:17 | 17 En de HEERE sprak tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~
1370 Num 4:17 | HEERE sprak tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~
1371 Num 4:19 | en niet sterven, als zij tot de heiligheid der heiligheden
1372 Num 4:21 | 21 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~
1373 Num 4:23 | jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud, al wie
1374 Num 4:30 | jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud, al wie
1375 Num 4:30 | jaren oud, al wie inkomt tot dezen strijd, om te bedienen
1376 Num 4:35 | jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud, al wie
1377 Num 4:35 | jaren oud, al wie inkwam tot dezen strijd, tot den dienst
1378 Num 4:35 | inkwam tot dezen strijd, tot den dienst in de tent der
1379 Num 4:39 | jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud, al wie
1380 Num 4:39 | jaren oud, al wie inkwam tot dezen strijd, tot den dienst
1381 Num 4:39 | inkwam tot dezen strijd, tot den dienst in de tent der
1382 Num 4:43 | jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud, al wie
1383 Num 4:43 | jaren oud, al wie inkwam tot dezen strijd, tot den dienst
1384 Num 4:43 | inkwam tot dezen strijd, tot den dienst in de tent der
1385 Num 4:47 | jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud, al wie
1386 Num 5:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~
1387 Num 5:3 | 3 Van het mannelijke tot het vrouwelijke zult gij
1388 Num 5:3 | zult gij hen wegzenden; tot buiten het leger zult gij
1389 Num 5:4 | deden alzo, en zonden hen tot buiten het leger; gelijk
1390 Num 5:4 | het leger; gelijk de HEERE tot Mozes gesproken had, alzo
1391 Num 5:5 | 5 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1392 Num 5:6 | 6 Spreek tot de kinderen Israels: wanneer
1393 Num 5:9 | kinderen Israels, welke zij tot den priester brengen, zijne
1394 Num 5:11 | 11 Wijders sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1395 Num 5:12 | 12 Spreek tot de kinderen Israels, en
1396 Num 5:12 | kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer van iemand
1397 Num 5:15 | zal die man zijn huisvrouw tot den priester brengen, en
1398 Num 5:19 | zal haar beedigen, en zal tot die vrouw zeggen: Indien
1399 Num 5:19 | zijnde, niet afgeweken zijt tot onreinigheid, wees vrij
1400 Num 5:21 | beedigen, en de priester zal tot die vrouw zeggen:) De HEERE
1401 Num 5:21 | zeggen:) De HEERE zette u tot een vloek, en tot een eed,
1402 Num 5:21 | zette u tot een vloek, en tot een eed, in het midden uws
1403 Num 5:24 | vervloeking medebrengt, in haar tot bitterheden inga. ~
1404 Num 5:27 | vervloeking medebrengt, tot bitterheid in haar ingaan
1405 Num 5:27 | het midden van haar volk tot een vloek zijn. ~
1406 Num 6:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~
1407 Num 6:2 | 2 Spreek tot de kinderen Israels, en
1408 Num 6:2 | kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer een man of
1409 Num 6:4 | gemaakt is, van de kernen af tot de basten toe. ~
1410 Num 6:6 | afgezonderd hebben, zal hij tot het lichaam eens doden niet
1411 Num 6:10 | twee jonge duiven brengen tot den priester, tot de deur
1412 Num 6:10 | brengen tot den priester, tot de deur van de tent der
1413 Num 6:13 | zijn, zal hij dit brengen tot de deur van de tent der
1414 Num 6:14 | 14 Hij dan zal tot zijn offerande den HEERE
1415 Num 6:22 | 22 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~
1416 Num 6:23 | 23 Spreek tot Aaron en zijn zonen, zeggende:
1417 Num 6:23 | Israels zegenen, zeggende tot hen: ~
1418 Num 7:4 | 4 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~
1419 Num 7:11 | 11 En de HEERE zeide tot Mozes: Elke overste zal,
1420 Num 7:89 | zo hoorde hij een stem tot hem sprekende, van boven
1421 Num 7:89 | cherubim. Alzo sprak Hij tot hem. ~ ~
1422 Num 8:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~
1423 Num 8:2 | 2 Spreek tot Aaron, en zeg tot hem: Als
1424 Num 8:2 | Spreek tot Aaron, en zeg tot hem: Als gij de lampen aansteken
1425 Num 8:4 | kandelaars was van dicht goud, tot zijn schacht, tot zijn bloemen
1426 Num 8:4 | goud, tot zijn schacht, tot zijn bloemen was het dicht;
1427 Num 8:5 | 5 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~
1428 Num 8:19 | Aaron en aan zijn zonen tot een gift gegeven, uit het
1429 Num 8:19 | als de kinderen Israels tot het heiligdom naderen zouden. ~
1430 Num 8:23 | 23 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~
1431 Num 9:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes in de woestijn van
1432 Num 9:4 | 4 Mozes dan sprak tot de kinderen Israels, dat
1433 Num 9:7 | En diezelve lieden zeiden tot hem: Wij zijn onrein over
1434 Num 9:8 | 8 En Mozes zeide tot hen: Blijft staande, dat
1435 Num 9:9 | 9 Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1436 Num 9:10 | 10 Spreek tot de kinderen Israels, zeggende:
1437 Num 9:12 | zullen daarvan niet overlaten tot den morgen, en zullen daaraan
1438 Num 9:15 | een gedaante des vuurs, tot aan den morgen. ~
1439 Num 9:21 | dat de wolk van den avond tot den morgen daar was, en
1440 Num 10:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1441 Num 10:2 | maken; en zij zullen u zijn tot de samenroeping der vergadering,
1442 Num 10:2 | samenroeping der vergadering, en tot den optocht der legers. ~
1443 Num 10:3 | zal de gehele vergadering tot u vergaderd worden, aan
1444 Num 10:4 | zullen blazen, dan zullen tot u vergaderd worden de oversten,
1445 Num 10:6 | klank zullen zij blazen tot hun optochten. ~
1446 Num 10:8 | zij zullen ulieden zijn tot een eeuwige inzetting bij
1447 Num 10:29 | 29 Mozes nu zeide tot Hobab, den zoon van Rehuel,
1448 Num 10:30 | 30 Doch hij zeide tot hem: Ik zal niet gaan; maar
1449 Num 10:31 | woestijn, zo zult gij ons tot ogen zijn. ~
1450 Num 10:36 | zeide hij: Kom weder, HEERE! tot de tien duizenden der duizenden
1451 Num 11:2 | 2 Toen riep het volk tot Mozes; en Mozes bad tot
1452 Num 11:2 | tot Mozes; en Mozes bad tot den HEERE; en het vuur werd
1453 Num 11:11 | 11 En Mozes zeide tot de HEERE: Waarom hebt Gij
1454 Num 11:12 | ik het gebaard? dat Gij tot mij zoudt zeggen: Draag
1455 Num 11:12 | voedstervader den zuigeling draagt, tot dat land, hetwelk Gij hun
1456 Num 11:16 | 16 En de HEERE zeide tot Mozes: Verzamel Mij zeventig
1457 Num 11:18 | 18 En tot het volk zult gij zeggen:
1458 Num 11:20 | 20 Tot een gehele maand toe, totdat
1459 Num 11:20 | uit uw neus uitga, en u tot walging zij; overmits gij
1460 Num 11:23 | 23 Doch de HEERE zeide tot Mozes: Zou dan des HEEREN
1461 Num 11:24 | sprak de woorden des HEEREN tot het volk; en hij verzamelde
1462 Num 11:25 | af in de wolk, en sprak tot hem, en afzonderende van
1463 Num 11:26 | aangeschrevenen, hoewel zij tot de tent niet uitgegaan waren),
1464 Num 11:29 | 29 Doch Mozes zeide tot hem: Zijt gij voor mij ijverende?
1465 Num 11:30 | Daarna verzamelde zich Mozes tot het leger, hij en de oudsten
1466 Num 12:4 | sprak de HEERE haastelijk tot Mozes, en tot Aaron, en
1467 Num 12:4 | haastelijk tot Mozes, en tot Aaron, en tot Mirjam: Gij
1468 Num 12:4 | Mozes, en tot Aaron, en tot Mirjam: Gij drie, komt uit
1469 Num 12:4 | Mirjam: Gij drie, komt uit tot de tent der samenkomst!
1470 Num 12:8 | 8 Van mond tot mond spreek Ik met hem,
1471 Num 12:11 | 11 Daarom zeide Aaron tot Mozes: Och, mijn heer! leg
1472 Num 12:13 | 13 Mozes dan riep tot den HEERE, zeggende: O God!
1473 Num 12:14 | 14 En de HEERE zeide tot Mozes: Zo haar vader smadelijk
1474 Num 13:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~
1475 Num 13:17 | verspieden; en hij zeide tot hen: Trekt dit henen op
1476 Num 13:21 | van de woestijn Zin af tot Rechob toe, waar men gaat
1477 Num 13:22 | in het zuiden, en kwamen tot Hebron toe en daar waren
1478 Num 13:23 | 23 Daarna kwamen zij tot het dal Eskol, en sneden
1479 Num 13:26 | zij gingen heen, en kwamen tot Mozes en tot Aaron, en tot
1480 Num 13:26 | en kwamen tot Mozes en tot Aaron, en tot de gehele
1481 Num 13:26 | tot Mozes en tot Aaron, en tot de gehele vergadering der
1482 Num 13:27 | zeiden: Wij zijn gekomen tot dat land, waarheen gij ons
1483 Num 13:31 | waren, zeiden: Wij zullen tot dat volk niet kunnen optrekken,
1484 Num 14:2 | gehele vergadering zeide tot hen: Och, of wij in Egypteland
1485 Num 14:4 | 4 En zij zeiden de een tot den ander: Laat ons een
1486 Num 14:7 | 7 En zij spraken tot de ganse vergadering der
1487 Num 14:11 | 11 En de HEERE zeide tot Mozes: Hoe lang zal mij
1488 Num 14:12 | het verstoten; en Ik zal u tot een groter en sterker volk
1489 Num 14:13 | 13 En Mozes zeide tot den HEERE: Zo zullen het
1490 Num 14:14 | 14 En zij zullen zeggen tot de inwoners van dit land,
1491 Num 14:19 | volk, van Egypteland af tot hiertoe, vergeven hebt! ~
1492 Num 14:24 | volgen, zo zal Ik hem brengen tot het land, in hetwelk hij
1493 Num 14:26 | 26 Daarna sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~
1494 Num 14:26 | sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~
1495 Num 14:28 | 28 Zeg tot hen: Zo waarachtig als Ik
1496 Num 14:39 | Mozes sprak deze woorden tot al de kinderen Israels.
1497 Num 14:40 | en wij zullen optrekken tot de plaats, die de HEERE
1498 Num 14:45 | sloegen hen, en versmeten hen, tot Horma toe. ~ ~
1499 Num 15:1 | 1 Daarna sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~
1500 Num 15:2 | 2 Spreek tot de kinderen Israels, en
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-9630 |