Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
torentjes 1
tortelduif 5
tortelduiven 10
tot 9630
totdat 345
touw 2
touwen 12
Frequency    [«  »]
10542 hij
10527 een
10033 zal
9630 tot
9551 die
8801 zij
8724 ik

Bijbel

IntraText - Concordances

tot

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-9630

     Book Chapter: Verse
1001 Exo 34:24 | 1 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Houw u twee stenen 1002 Exo 34:32 | onze zonde, en neem ons aan tot een erfdeel! ~ 1003 Exo 34:35 | dat hij misschien niet tot een strik worde in het midden 1004 Exo 34:48 | zal ook niet vernachten tot den morgen. ~ 1005 Exo 34:50 | 27 Verder zeide de HEERE tot Mozes: Schrijf u deze woorden; 1006 Exo 34:53 | aangezichts; daarom vreesden zij tot hem toe te treden. ~ 1007 Exo 34:54 | vergadering keerden weder tot hem; en Mozes sprak tot 1008 Exo 34:54 | tot hem; en Mozes sprak tot hen. ~ 1009 Exo 34:57 | uitgegaan was, zo sprak hij tot de kinderen Israels, wat 1010 Exo 35:1 | Israels verzamelen, en zeide tot hen: Dit zijn de woorden, 1011 Exo 35:4 | 4 Verder sprak Mozes tot de ganse vergadering der 1012 Exo 35:8 | 8 En olie tot den luchter, en specerijen 1013 Exo 35:8 | specerijen ter zalfolie, en tot roking welriekende specerijen; ~ 1014 Exo 35:9 | en vervullende stenen, tot den efod en tot den borstlap. ~ 1015 Exo 35:9 | stenen, tot den efod en tot den borstlap. ~ 1016 Exo 35:14 | 14 En den kandelaar tot het licht, en zijn gereedschap, 1017 Exo 35:14 | zijn lampen, en de olie tot het licht; ~ 1018 Exo 35:21 | brachten des HEEREN hefoffer tot het werk van de tent der 1019 Exo 35:21 | tent der samenkomst, en tot al haar dienst, en tot de 1020 Exo 35:21 | en tot al haar dienst, en tot de heilige klederen. ~ 1021 Exo 35:24 | gevonden werd, brachten het tot alle werk van den dienst. ~ 1022 Exo 35:27 | sardonixstenen en vulstenen, tot den efod en tot den borstlap; ~ 1023 Exo 35:27 | vulstenen, tot den efod en tot den borstlap; ~ 1024 Exo 35:28 | 28 En specerijen en olie, tot den luchter en tot de zalfolie, 1025 Exo 35:28 | olie, tot den luchter en tot de zalfolie, en tot roking 1026 Exo 35:28 | luchter en tot de zalfolie, en tot roking welriekende specerijen. ~ 1027 Exo 35:29 | vrijwillig bewoog te brengen tot al het werk, hetwelk de 1028 Exo 35:29 | brachten de kinderen Israels tot een vrijwillig offer den 1029 Exo 35:30 | 30 Daarna zeide Mozes tot de kinderen Israels: Ziet, 1030 Exo 36:2 | bewogen had, dat hij toetrad tot het werk, om dat te maken. ~ 1031 Exo 36:3 | Israels gebracht hadden, tot het werk van den dienst 1032 Exo 36:3 | maken; doch zij brachten tot hem nog allen morgen vrijwillig 1033 Exo 36:5 | 5 En zij spraken tot Mozes, zeggende: Het volk 1034 Exo 36:7 | stoffe was denzelven genoeg tot het gehele werk, dat te 1035 Exo 36:14 | gordijnen van geiten haar, tot een tent over den tabernakel; 1036 Exo 36:23 | Hij maakte ook de berderen tot den tabernakel; twintig 1037 Exo 36:28 | maakte hij twee berderen tot hoekberderen des tabernakels, 1038 Exo 36:33 | berderen, van het ene einde tot het andere einde. ~ 1039 Exo 37:14 | de lijst waren de ringen tot plaatsen voor de handbomen, 1040 Exo 37:27 | aan zijn beide zijden, tot plaatsen voor de handbomen, 1041 Exo 38:4 | zijn omloop, van beneden tot zijn midden toe. ~ 1042 Exo 38:5 | einden des koperen roosters, tot plaatsen voor de handbomen. ~ 1043 Exo 38:9 | zuidwaarts; de behangselen tot den voorhof waren van fijn 1044 Exo 38:24 | 24 Al het goud, dat tot het werk verarbeid is, in 1045 Exo 38:26 | een ieder, die overging tot de getelden, van twintig 1046 Exo 38:27 | de voeten des voorhangs; tot honderd voeten waren honderd 1047 Exo 38:27 | honderd talenten, een talent tot een voet. ~ 1048 Exo 39:3 | van goud, en sneden het tot draden, om te doen in het 1049 Exo 39:7 | schouderbanden des efods, tot stenen der gedachtenis voor 1050 Exo 39:33 | brachten zij den tabernakel tot Mozes, de tent, en al haar 1051 Exo 39:37 | gereedschap, en de olie tot het licht; ~ 1052 Exo 39:40 | dienst des tabernakels, tot de tent der samenkomst; ~ 1053 Exo 40:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1054 Exo 40:12 | zijn zonen doen naderen, tot de deur van de tent der 1055 Exo 40:15 | hun hun zalving zal zijn tot een eeuwig priesterdom bij 1056 Exo 40:32 | 32 Als zij ingingen tot de tent der samenkomst, 1057 Exo 40:32 | der samenkomst, en als zij tot het altaar naderden, zo 1058 Exo 40:37 | werd, zo reisden zij niet tot op den dag, dat zij opgeheven 1059 Lev 1:1 | HEERE riep Mozes, en sprak tot hem uit de tent der samenkomst, 1060 Lev 1:2 | 2 Spreek tot de kinderen Israels, en 1061 Lev 1:2 | kinderen Israels, en zeg tot hen: Als een mens uit u 1062 Lev 1:9 | brandoffer, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den 1063 Lev 1:13 | brandoffer, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den 1064 Lev 1:15 | 15 En de priester zal die tot het altaar brengen, en deszelfs 1065 Lev 1:17 | brandoffer, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den 1066 Lev 2:2 | 2 En hij zal het brengen tot de zonen van Aaron, de priesters, 1067 Lev 2:2 | altaar; het is een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den 1068 Lev 2:8 | toebrengen; en men zal het tot den priester doen naderen, 1069 Lev 2:8 | priester doen naderen, die het tot het altaar dragen zal. ~ 1070 Lev 2:9 | aansteken, het is een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den 1071 Lev 2:12 | altaar zullen zij niet komen tot een liefelijken reuk. ~ 1072 Lev 3:5 | is; het is een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den 1073 Lev 3:6 | klein vee is, den HEERE tot een dankoffer, hetzij mannetje 1074 Lev 3:7 | 7 Indien hij een lam tot zijn offerande offert, zo 1075 Lev 3:16 | een spijs des vuuroffers, tot een liefelijken reuk; alle 1076 Lev 4:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1077 Lev 4:2 | 2 Spreek tot de kinderen Israels, zeggende: 1078 Lev 4:3 | is, zal gezondigd hebben, tot schuld des volks, zo zal 1079 Lev 4:4 | hij zal die var brengen tot de deur van de tent der 1080 Lev 4:5 | var nemen, en hij zal dat tot de tent der samenkomst brengen. ~ 1081 Lev 4:12 | dien gehele var zal hij tot buiten het leger uitvoeren, 1082 Lev 4:16 | van het bloed van den var tot de tent der samenkomst brengen. ~ 1083 Lev 4:21 | Daarna zal hij dien var tot buiten het leger uitvoeren, 1084 Lev 4:23 | gemaakt hebben; zo zal hij tot zijn offer brengen een geitenbok, 1085 Lev 4:28 | gemaakt hebben; zo zal hij tot zijn offerande brengen een 1086 Lev 4:31 | aansteken op het altaar, tot een liefelijken reuk den 1087 Lev 4:33 | en hij zal dat slachten tot een zondoffer, in de plaats, 1088 Lev 5:6 | 6 En tot zijn schuldoffer den HEERE 1089 Lev 5:7 | bereiken kan, als genoeg is tot een stuk klein vee, zo zal 1090 Lev 5:7 | stuk klein vee, zo zal hij tot zijn offer voor de schuld, 1091 Lev 5:8 | 8 En hij zal die tot den priester brengen, welke 1092 Lev 5:8 | eerst die zal offeren, die tot het zondoffer is; en zal 1093 Lev 5:11 | hij, die gezondigd heeft, tot zijn offerande brengen het 1094 Lev 5:12 | 12 En hij zal dat tot den priester brengen, en 1095 Lev 5:14 | 14 Wijders sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1096 Lev 5:15 | dingen des HEEREN, zo zal hij tot zijn schuldoffer den HEERE 1097 Lev 5:18 | volkomen ram uit de kudde tot den priester brengen, met 1098 Lev 6:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1099 Lev 6:6 | zijn schuldoffer brengen tot den priester, een volkomen 1100 Lev 6:8 | 8 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1101 Lev 6:9 | altaar den gansen nacht tot aan den morgen opvaart; 1102 Lev 6:11 | klederen aandoen, en zal de as tot buiten het leger uitdragen 1103 Lev 6:15 | het is een liefelijke reuk tot deszelfs gedachtenis voor 1104 Lev 6:19 | 19 Wijders sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1105 Lev 6:21 | spijsoffers zult gij offeren, tot een liefelijken reuk den 1106 Lev 6:24 | 24 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1107 Lev 6:25 | 25 Spreek tot Aaron en tot zijn zonen, 1108 Lev 6:25 | 25 Spreek tot Aaron en tot zijn zonen, zeggende: Dit 1109 Lev 7:12 | 12 Indien hij dat tot een lof offer offert, zo 1110 Lev 7:13 | Benevens de koeken zal hij tot zijn offerande gedesemd 1111 Lev 7:15 | worden; daarvan zal men niet tot den morgen overlaten. ~ 1112 Lev 7:22 | 22 Daarna sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1113 Lev 7:23 | 23 Spreek tot de kinderen Israels, zeggende: 1114 Lev 7:24 | van het verscheurde, mag tot alle werk gebezigd worden; 1115 Lev 7:28 | 28 Voorts sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1116 Lev 7:29 | 29 Spreek tot de kinderen Israels, zeggende: 1117 Lev 7:30 | die borst brengen, om die tot een beweegoffer voor het 1118 Lev 7:32 | ook den rechterschouder tot een hefoffer den priester 1119 Lev 7:34 | priester, en aan zijn zonen, tot een eeuwige inzetting gegeven, 1120 Lev 8:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1121 Lev 8:5 | 5 Toen zeide Mozes tot de vergadering: Dit is de 1122 Lev 8:21 | het was een brandoffer tot een liefelijken reuk, een 1123 Lev 8:28 | brandoffer; zij waren vulofferen tot een liefelijken reuk; het 1124 Lev 8:31 | 31 En Mozes zeide tot Aaron en tot zijn zonen: 1125 Lev 8:31 | Mozes zeide tot Aaron en tot zijn zonen: Ziedt dat vlees 1126 Lev 8:33 | zeven dagen, niet uitgaan, tot aan den dag, dat vervuld 1127 Lev 9:2 | 2 En hij zeide tot Aaron: Neem u een kalf, 1128 Lev 9:3 | 3 Daarna spreek tot de kinderen Israels, zeggende: 1129 Lev 9:5 | geboden had, brengende dat tot voor aan de tent der samenkomst; 1130 Lev 9:7 | 7 En Mozes zeide tot Aaron: Nader tot het altaar, 1131 Lev 9:7 | Mozes zeide tot Aaron: Nader tot het altaar, en maak uw zondoffer 1132 Lev 9:8 | 8 Toen naderde Aaron tot het altaar, en slachtte 1133 Lev 9:9 | Aaron brachten het bloed tot hem, en hij doopte zijn 1134 Lev 9:22 | hief Aaron zijn handen op tot het volk, en zegende hen; 1135 Lev 10:3 | 3 En Mozes zeide tot Aaron: Dat is het, wat de 1136 Lev 10:3 | zeggende: In degenen, die tot Mij naderen, zal Ik geheiligd 1137 Lev 10:4 | oom van Aaron, en zeide tot hen: Treedt toe, draagt 1138 Lev 10:4 | van voor het heiligdom tot buiten het leger. ~ 1139 Lev 10:5 | droegen hen, in hun rokken, tot buiten het leger, gelijk 1140 Lev 10:6 | 6 En Mozes zeide tot Aaron, en tot Eleazar, en 1141 Lev 10:6 | Mozes zeide tot Aaron, en tot Eleazar, en tot Ithamar, 1142 Lev 10:6 | Aaron, en tot Eleazar, en tot Ithamar, zijn zonen: Gij 1143 Lev 10:8 | 8 En de HEERE sprak tot Aaron, zeggende: ~ 1144 Lev 10:11 | door den dienst van Mozes tot hen gesproken heeft. ~ 1145 Lev 10:12 | 12 En Mozes sprak tot Aaron, en tot Eleazar, en 1146 Lev 10:12 | Mozes sprak tot Aaron, en tot Eleazar, en tot Ithamar, 1147 Lev 10:12 | Aaron, en tot Eleazar, en tot Ithamar, zijn overgebleven 1148 Lev 10:14 | uw dochteren met u; want tot uw bescheiden deel, en uwer 1149 Lev 10:15 | voor u en uw zonen met u, tot een eeuwige inzetting zijn 1150 Lev 10:19 | 19 Toen sprak Aaron tot Mozes: Zie, heden hebben 1151 Lev 11:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes, en tot Aaron, zeggende 1152 Lev 11:1 | HEERE sprak tot Mozes, en tot Aaron, zeggende tot hen: 1153 Lev 11:1 | en tot Aaron, zeggende tot hen: 1154 Lev 11:2 | 2 Spreekt tot de kinderen Israels, zeggende: 1155 Lev 11:24 | hebben, zal onrein zijn tot aan den avond. ~ 1156 Lev 11:25 | klederen wassen, en onrein zijn tot aan den avond. ~ 1157 Lev 11:27 | hebben, zal onrein zijn tot aan den avond. ~ 1158 Lev 11:28 | klederen wassen, en onrein zijn tot aan den avond; zij zullen 1159 Lev 11:31 | dood zijn, zal onrein zijn tot aan den avond. ~ 1160 Lev 11:32 | gestoken worden, en onrein zijn tot aan den avond; daarna zal 1161 Lev 11:39 | wanneer van de dieren, die u tot spijze zijn, iets zal gestorven 1162 Lev 11:39 | hebben, zal onrein zijn tot aan den avond. ~ 1163 Lev 11:40 | klederen wassen, en onrein zijn tot aan den avond; en die hun 1164 Lev 11:40 | klederen wassen, en onrein zijn tot aan den avond. ~ 1165 Lev 11:45 | doe optrekken, opdat Ik u tot een God zij, en opdat gij 1166 Lev 12:1 | 1Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1167 Lev 12:2 | 2Spreek tot de kinderen Israels, zeggende: 1168 Lev 12:4 | heiligs zal zij aanroeren, en tot het heiligdom zal zij niet 1169 Lev 12:6 | de tent der samenkomst, tot den priester. ~ 1170 Lev 13:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~ 1171 Lev 13:1 | sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~ 1172 Lev 13:2 | in het vel zijns vleses tot een plaag der melaatsheid 1173 Lev 13:2 | zou worden, hij zal dan tot den priester Aaron, of tot 1174 Lev 13:2 | tot den priester Aaron, of tot een uit zijn zonen, de priesteren, 1175 Lev 13:7 | nadat hij aan den priester tot zijn reiniging zal vertoond 1176 Lev 13:9 | mens zal zijn, zo zal hij tot den priester gebracht worden. ~ 1177 Lev 13:12 | plaag heeft, van zijn hoofd tot zijn voeten, bedekt heeft, 1178 Lev 13:16 | veranderd zal worden, zo zal hij tot den priester komen. ~ 1179 Lev 13:51 | inslag, of aan het vel, tot wat werk dat vel zou mogen 1180 Lev 14:1 | 1 Daarna sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1181 Lev 14:2 | zijner reiniging: dat hij tot den priester zal gebracht 1182 Lev 14:12 | nemen, en hetzelve offeren tot een schuldoffer met den 1183 Lev 14:23 | achtsten dag zijner reiniging, tot den priester brengen, aan 1184 Lev 14:33 | 33 Verder sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~ 1185 Lev 14:33 | sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~ 1186 Lev 14:34 | van Kanaan, hetwelk Ik u tot bezitting geven zal, en 1187 Lev 14:40 | is, uitbreken, en dezelve tot buiten de stad werpen, aan 1188 Lev 14:41 | zij afgeschrabd hebben, tot buiten de stad aan een onreine 1189 Lev 14:45 | het huis, en men zal het tot buiten de stad uitvoeren, 1190 Lev 14:46 | hebben, zal onrein zijn tot aan den avond. ~ 1191 Lev 14:53 | levenden vogel nu zal hij tot buiten de stad, in het open 1192 Lev 15:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~ 1193 Lev 15:1 | sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~ 1194 Lev 15:2 | 2 Spreekt tot de kinderen Israels, en 1195 Lev 15:2 | kinderen Israels, en zegt tot hen: Een ieder man, als 1196 Lev 15:5 | baden, en zal onrein zijn tot aan den avond. 1197 Lev 15:6 | baden, en zal onrein zijn tot aan den avond. ~ 1198 Lev 15:7 | water baden, en onrein zijn tot aan den avond. ~ 1199 Lev 15:8 | water baden, en onrein zijn tot aan den avond. ~ 1200 Lev 15:10 | geweest zijn, zal onrein zijn tot aan den avond; en die hetzelve 1201 Lev 15:10 | water baden, en onrein zijn tot aan den avond. ~ 1202 Lev 15:11 | water baden, en onrein zijn tot aan den avond. ~ 1203 Lev 15:13 | gereinigd zal zijn, zo zal hij tot zijn reiniging zeven dagen 1204 Lev 15:16 | water baden, en onrein zijn tot aan den avond. ~ 1205 Lev 15:17 | gewassen worden, en onrein zijn tot aan den avond. ~ 1206 Lev 15:18 | water baden, en onrein zijn tot aan den avond. ~ 1207 Lev 15:19 | aanroert, zal onrein zijn tot aan den avond. ~ 1208 Lev 15:21 | water baden, en onrein zijn tot aan den avond. ~ 1209 Lev 15:22 | water baden, en onrein zijn tot aan den avond. ~ 1210 Lev 15:23 | aanroerde, hij zal onrein zijn tot aan den avond. ~ 1211 Lev 15:27 | water baden, en onrein zijn tot aan den avond. ~ 1212 Lev 15:29 | duiven nemen, en zij zal die tot den priester brengen, aan 1213 Lev 16:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes, nadat de twee zonen 1214 Lev 16:2 | 2 De HEERE dan zeide tot Mozes: Spreek tot uw broeder 1215 Lev 16:2 | zeide tot Mozes: Spreek tot uw broeder Aaron, dat hij 1216 Lev 16:15 | slachten, en zal zijn bloed tot binnen in den voorhang dragen, 1217 Lev 16:18 | 18 Daarna zal hij tot het altaar, dat voor het 1218 Lev 16:27 | in het heilige, zal men tot buiten het leger uitvoeren; 1219 Lev 16:29 | 29 En dit zal voor u tot een eeuwige inzetting zijn: 1220 Lev 16:34 | 34 En dit zal u tot een eeuwige inzetting zijn, 1221 Lev 17:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1222 Lev 17:2 | 2 Spreek tot Aaron, en tot zijn zonen, 1223 Lev 17:2 | 2 Spreek tot Aaron, en tot zijn zonen, en tot al de 1224 Lev 17:2 | Aaron, en tot zijn zonen, en tot al de kinderen Israels, 1225 Lev 17:2 | kinderen Israels, en zeg tot hen: Dit is het woord, hetwelk 1226 Lev 17:5 | van de tent der samenkomst tot den priester, en dezelve 1227 Lev 17:5 | den priester, en dezelve tot dankofferen den HEERE slachten. ~ 1228 Lev 17:6 | hij zal het vet aansteken, tot een liefelijken reuk den 1229 Lev 17:8 | 8 Zeg dan tot hen: Een ieder van het huis 1230 Lev 17:9 | 9 En dat tot de deur van de tent der 1231 Lev 17:12 | 12 Daarom heb Ik tot de kinderen Israels gezegd: 1232 Lev 17:14 | zijn ziel; daarom heb Ik tot de kinderen Israels gezegd: 1233 Lev 17:15 | water baden, en onrein zijn tot aan den avond; daarna zal 1234 Lev 18:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1235 Lev 18:2 | 2 Spreek tot de kinderen Israels en zeg 1236 Lev 18:2 | kinderen Israels en zeg tot hen: Ik ben de HEERE, uw 1237 Lev 18:6 | 6 Niemand zal tot enige nabestaande zijns 1238 Lev 18:14 | uws vaders niet ontdekken; tot zijn huisvrouw zult gij 1239 Lev 18:18 | Gij zult ook geen vrouw tot haar zuster nemen, om haar 1240 Lev 18:19 | 19 Ook zult gij tot de vrouw in de afzondering 1241 Lev 19:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1242 Lev 19:2 | 2 Spreek tot de ganse vergadering der 1243 Lev 19:2 | kinderen Israels, en zeg tot hen: Gij zult heilig zijn, 1244 Lev 19:4 | 4 Gij zult u tot de afgoden niet keren, en 1245 Lev 19:6 | gegeten worden; maar wat tot op den derden dag overblijft 1246 Lev 19:13 | zal bij u niet vernachten tot aan den morgen. ~ 1247 Lev 19:31 | 31 Gij zult u niet keren tot de waarzeggers, en tot de 1248 Lev 19:31 | keren tot de waarzeggers, en tot de duivelskunstenaars; zoekt 1249 Lev 20:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1250 Lev 20:2 | 2 Gij zult ook tot de kinderen Israels zeggen: 1251 Lev 20:6 | er een ziel is, die zich tot de waarzeggers en tot de 1252 Lev 20:6 | zich tot de waarzeggers en tot de duivelskunstenaars zal 1253 Lev 20:16 | 16 Alzo wanneer een vrouw tot enig beest genaderd zal 1254 Lev 21:1 | 1 Daarna zeide de HEERE tot Mozes: Spreek tot de priesters, 1255 Lev 21:1 | HEERE tot Mozes: Spreek tot de priesters, de zonen van 1256 Lev 21:1 | zonen van Aaron, en zeg tot hen: Over een dode zal een 1257 Lev 21:14 | uit zijn volken zal hij tot een vrouw nemen. ~ 1258 Lev 21:16 | 16 Wijders sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1259 Lev 21:17 | 17 Spreek tot Aaron, zeggende: Niemand 1260 Lev 21:23 | 23 Doch tot den voorhang zal hij niet 1261 Lev 21:23 | voorhang zal hij niet komen, en tot het altaar niet toetreden, 1262 Lev 21:24 | 24 En Mozes sprak zulks tot Aaron en tot zijn zonen, 1263 Lev 21:24 | sprak zulks tot Aaron en tot zijn zonen, en tot al de 1264 Lev 21:24 | Aaron en tot zijn zonen, en tot al de kinderen Israels. ~ 1265 Lev 22:1 | 1 Daarna sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1266 Lev 22:2 | 2 Spreek tot Aaron en tot zijn zonen, 1267 Lev 22:2 | 2 Spreek tot Aaron en tot zijn zonen, dat zij zich 1268 Lev 22:3 | 3 Zeg tot hen: Alle man onder uw geslachten, 1269 Lev 22:3 | geslachten, die uit uw ganse zaad tot de heilige dingen, die de 1270 Lev 22:6 | hebben, zal onrein zijn tot aan den avond, en hij zal 1271 Lev 22:13 | en geen zaad hebben, en tot haars vaders huis, als in 1272 Lev 22:17 | 17 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1273 Lev 22:18 | 18 Spreek tot Aaron, en tot zijn zonen, 1274 Lev 22:18 | 18 Spreek tot Aaron, en tot zijn zonen, en tot al de 1275 Lev 22:18 | Aaron, en tot zijn zonen, en tot al de kinderen Israels, 1276 Lev 22:18 | kinderen Israels, en zeg tot hen: Zo wie uit het huis 1277 Lev 22:23 | verkrompen in leden, die zult gij tot een vrijwillig offer bereiden; 1278 Lev 22:23 | vrijwillig offer bereiden; doch tot een gelofte zou het niet 1279 Lev 22:26 | 26 Wijders sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1280 Lev 22:27 | zal hij aangenaam zijn tot offerande des vuuroffers 1281 Lev 22:30 | zult daarvan niet overlaten tot op den morgen; Ik ben de 1282 Lev 22:33 | uitgevoerd heb, opdat Ik u tot een God zij; Ik ben de HEERE! ~ 1283 Lev 22:40 | 9 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 1284 Lev 22:41 | 10 Spreek tot de kinderen Israels, en 1285 Lev 22:41 | kinderen Israels, en zeg tot hen: Als gij in het land 1286 Lev 22:41 | eerstelingen van uw oogst tot den priester brengen. ~ 1287 Lev 22:44 | ten vuuroffer, den HEERE tot een liefelijken reuk; en 1288 Lev 22:45 | koren, noch groen aren eten, tot op dienzelven dag, dat gij 1289 Lev 22:47 | 16 Tot den anderen dag, na den 1290 Lev 22:49 | drankofferen, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den 1291 Lev 22:54 | 23 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 1292 Lev 22:55 | 24 Spreek tot de kinderen Israels, zeggende: 1293 Lev 22:57 | 26 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1294 Lev 22:63 | den avond, van den avond tot den avond, zult gij uw sabbat 1295 Lev 22:64 | 33 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 1296 Lev 22:65 | 34 Spreek tot de kinderen Israels, zeggende: 1297 Lev 22:68 | welke gij zult uitroepen tot heilige samenroepingen, 1298 Lev 22:75 | gezette hoogtijden des HEEREN tot de kinderen Israels uitgesproken. ~ 1299 Lev 23:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 1300 Lev 23:2 | kinderen Israels, dat zij tot u brengen zuivere gestoten 1301 Lev 23:3 | toerichten, van den avond tot den morgen, buiten den voorhang 1302 Lev 23:8 | vanwege de kinderen Israels, tot een eeuwig verbond. ~ 1303 Lev 23:11 | daarom brachten zij hem tot Mozes; de naam nu zijner 1304 Lev 23:13 | 13 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 1305 Lev 23:14 | 14 Breng den vloeker uit tot buiten het leger, en allen, 1306 Lev 23:15 | 15 En tot de kinderen Israels zult 1307 Lev 23:23 | 23 En Mozes zeide tot de kinderen Israels, dat 1308 Lev 23:23 | Israels, dat zij den vloeker tot buiten het leger uitbrengen, 1309 Lev 24:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, aan den berg Sinai, 1310 Lev 24:2 | 2 Spreek tot de kinderen Israels, en 1311 Lev 24:2 | kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer gij zult gekomen 1312 Lev 24:6 | sabbat des lands zal voor u tot spijze zijn, voor u, en 1313 Lev 24:7 | zal al de inkomst daarvan tot spijze zijn. ~ 1314 Lev 24:10 | zult wederkeren een ieder tot zijn bezittingen, en zult 1315 Lev 24:10 | zult wederkeren een ieder tot zijn geslacht. ~ 1316 Lev 24:13 | zult gij ieder wederkeren tot zijn bezitting. ~ 1317 Lev 24:19 | geven, en gij zult eten tot verzadiging toe; en gij 1318 Lev 24:22 | van de oude inkomst eten, tot het negende jaar toe; totdat 1319 Lev 24:26 | hebben, zoveel genoeg is tot zijn lossing; ~ 1320 Lev 24:27 | uitkeren; en hij zal weder tot zijn bezitting komen. ~ 1321 Lev 24:28 | hand van deszelfs koper tot het jubeljaar toe; maar 1322 Lev 24:28 | het uitgaan, en hij zal tot zijn bezitting wederkeren. ~ 1323 Lev 24:38 | Kanaan te geven, opdat Ik u tot een God zij. ~ 1324 Lev 24:40 | bijwoner zal hij bij u zijn; tot het jubeljaar zal hij bij 1325 Lev 24:41 | kinderen met hem, en hij zal tot zijn geslacht wederkeren, 1326 Lev 24:41 | geslacht wederkeren, en tot de bezitting zijner vaderen 1327 Lev 24:45 | hebben; en zij zullen u tot een bezitting zijn. ~ 1328 Lev 24:46 | 46 En gij zult u tot bezitters over hen stellen 1329 Lev 24:50 | zich aan hem verkocht heeft tot het jubeljaar toe; alzo 1330 Lev 24:51 | jaren zijn, naar die zal hij tot zijn lossing van het geld, 1331 Lev 24:52 | jaren overgebleven zijn, tot aan het jubeljaar, zo zal 1332 Lev 24:53 | dagloner zal hij van jaar tot jaar bij hem zijn; men zal 1333 Lev 24:55 | kinderen Israels zijn Mij tot dienstknechten; Mijn dienstknechten 1334 Lev 25:5 | de dorstijd zal u reiken tot den wijnoogst, en de wijnoogst 1335 Lev 25:5 | de wijnoogst zal reiken tot den zaaitijd; en gij zult 1336 Lev 25:5 | en gij zult uw brood eten tot verzadiging toe, en gij 1337 Lev 25:9 | 9 En Ik zal Mij tot u wenden, en zal u vruchtbaar 1338 Lev 25:12 | van u wandelen, en zal u tot een God zijn, en gij zult 1339 Lev 25:12 | God zijn, en gij zult Mij tot een volk zijn. ~ 1340 Lev 25:18 | 18 En zo gij Mij tot deze dingen toe nog niet 1341 Lev 25:45 | uitgevoerd heb, opdat Ik hun tot een God ware; Ik ben de 1342 Lev 26:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1343 Lev 26:2 | 2 Spreek tot de kinderen Israels, en 1344 Lev 26:2 | kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer iemand een 1345 Lev 26:3 | zijn van twintig jaren oud, tot een, die zestig jaren oud 1346 Lev 26:5 | die vijf jaren oud is, tot een, die twintig jaren oud 1347 Lev 26:6 | een, die een maand oud is, tot een, die vijf jaren oud 1348 Lev 26:18 | jaren, die nog overig zijn tot het jubeljaar; en het zal 1349 Lev 26:23 | rekenen de som uwer schatting tot het jubeljaar; en hij zal 1350 Lev 26:24 | zal die akker wederkomen tot dien, van wien hij hem gekocht 1351 Lev 26:24 | wien hij hem gekocht had, tot hem, wiens de bezitting 1352 Num 1:1 | 1 Voorts sprak de HEERE tot Mozes, in de woestijn van 1353 Num 1:48 | 48 Want de HEERE had tot Mozes gesproken, zeggende: ~ 1354 Num 2:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~ 1355 Num 2:1 | HEERE sprak tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~ 1356 Num 3:5 | 5 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 1357 Num 3:11 | 11 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 1358 Num 3:13 | in Israel, van de mensen tot de beesten; zij zullen Mijn 1359 Num 3:14 | 14 En de HEERE sprak tot Mozes in de woestijn van 1360 Num 3:26 | zijn; mitsgaders de zelen, tot zijn gansen dienst. ~ 1361 Num 3:31 | en het deksel, en al wat tot zijn dienst behoort. ~ 1362 Num 3:36 | zijn gereedschap, en al wat tot zijn dienst behoort; ~ 1363 Num 3:40 | 40 En de HEERE zeide tot Mozes: Tel alle eerstgeborenen, 1364 Num 3:44 | 44 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 1365 Num 4:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~ 1366 Num 4:1 | HEERE sprak tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~ 1367 Num 4:3 | jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud; al wie 1368 Num 4:3 | vijftig jaren oud; al wie tot dezen strijd inkomt, om 1369 Num 4:17 | 17 En de HEERE sprak tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~ 1370 Num 4:17 | HEERE sprak tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~ 1371 Num 4:19 | en niet sterven, als zij tot de heiligheid der heiligheden 1372 Num 4:21 | 21 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 1373 Num 4:23 | jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud, al wie 1374 Num 4:30 | jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud, al wie 1375 Num 4:30 | jaren oud, al wie inkomt tot dezen strijd, om te bedienen 1376 Num 4:35 | jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud, al wie 1377 Num 4:35 | jaren oud, al wie inkwam tot dezen strijd, tot den dienst 1378 Num 4:35 | inkwam tot dezen strijd, tot den dienst in de tent der 1379 Num 4:39 | jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud, al wie 1380 Num 4:39 | jaren oud, al wie inkwam tot dezen strijd, tot den dienst 1381 Num 4:39 | inkwam tot dezen strijd, tot den dienst in de tent der 1382 Num 4:43 | jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud, al wie 1383 Num 4:43 | jaren oud, al wie inkwam tot dezen strijd, tot den dienst 1384 Num 4:43 | inkwam tot dezen strijd, tot den dienst in de tent der 1385 Num 4:47 | jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud, al wie 1386 Num 5:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 1387 Num 5:3 | 3 Van het mannelijke tot het vrouwelijke zult gij 1388 Num 5:3 | zult gij hen wegzenden; tot buiten het leger zult gij 1389 Num 5:4 | deden alzo, en zonden hen tot buiten het leger; gelijk 1390 Num 5:4 | het leger; gelijk de HEERE tot Mozes gesproken had, alzo 1391 Num 5:5 | 5 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1392 Num 5:6 | 6 Spreek tot de kinderen Israels: wanneer 1393 Num 5:9 | kinderen Israels, welke zij tot den priester brengen, zijne 1394 Num 5:11 | 11 Wijders sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1395 Num 5:12 | 12 Spreek tot de kinderen Israels, en 1396 Num 5:12 | kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer van iemand 1397 Num 5:15 | zal die man zijn huisvrouw tot den priester brengen, en 1398 Num 5:19 | zal haar beedigen, en zal tot die vrouw zeggen: Indien 1399 Num 5:19 | zijnde, niet afgeweken zijt tot onreinigheid, wees vrij 1400 Num 5:21 | beedigen, en de priester zal tot die vrouw zeggen:) De HEERE 1401 Num 5:21 | zeggen:) De HEERE zette u tot een vloek, en tot een eed, 1402 Num 5:21 | zette u tot een vloek, en tot een eed, in het midden uws 1403 Num 5:24 | vervloeking medebrengt, in haar tot bitterheden inga. ~ 1404 Num 5:27 | vervloeking medebrengt, tot bitterheid in haar ingaan 1405 Num 5:27 | het midden van haar volk tot een vloek zijn. ~ 1406 Num 6:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 1407 Num 6:2 | 2 Spreek tot de kinderen Israels, en 1408 Num 6:2 | kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer een man of 1409 Num 6:4 | gemaakt is, van de kernen af tot de basten toe. ~ 1410 Num 6:6 | afgezonderd hebben, zal hij tot het lichaam eens doden niet 1411 Num 6:10 | twee jonge duiven brengen tot den priester, tot de deur 1412 Num 6:10 | brengen tot den priester, tot de deur van de tent der 1413 Num 6:13 | zijn, zal hij dit brengen tot de deur van de tent der 1414 Num 6:14 | 14 Hij dan zal tot zijn offerande den HEERE 1415 Num 6:22 | 22 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 1416 Num 6:23 | 23 Spreek tot Aaron en zijn zonen, zeggende: 1417 Num 6:23 | Israels zegenen, zeggende tot hen: ~ 1418 Num 7:4 | 4 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 1419 Num 7:11 | 11 En de HEERE zeide tot Mozes: Elke overste zal, 1420 Num 7:89 | zo hoorde hij een stem tot hem sprekende, van boven 1421 Num 7:89 | cherubim. Alzo sprak Hij tot hem. ~  ~ 1422 Num 8:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 1423 Num 8:2 | 2 Spreek tot Aaron, en zeg tot hem: Als 1424 Num 8:2 | Spreek tot Aaron, en zeg tot hem: Als gij de lampen aansteken 1425 Num 8:4 | kandelaars was van dicht goud, tot zijn schacht, tot zijn bloemen 1426 Num 8:4 | goud, tot zijn schacht, tot zijn bloemen was het dicht; 1427 Num 8:5 | 5 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 1428 Num 8:19 | Aaron en aan zijn zonen tot een gift gegeven, uit het 1429 Num 8:19 | als de kinderen Israels tot het heiligdom naderen zouden. ~ 1430 Num 8:23 | 23 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 1431 Num 9:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes in de woestijn van 1432 Num 9:4 | 4 Mozes dan sprak tot de kinderen Israels, dat 1433 Num 9:7 | En diezelve lieden zeiden tot hem: Wij zijn onrein over 1434 Num 9:8 | 8 En Mozes zeide tot hen: Blijft staande, dat 1435 Num 9:9 | 9 Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1436 Num 9:10 | 10 Spreek tot de kinderen Israels, zeggende: 1437 Num 9:12 | zullen daarvan niet overlaten tot den morgen, en zullen daaraan 1438 Num 9:15 | een gedaante des vuurs, tot aan den morgen. ~ 1439 Num 9:21 | dat de wolk van den avond tot den morgen daar was, en 1440 Num 10:1 | 1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1441 Num 10:2 | maken; en zij zullen u zijn tot de samenroeping der vergadering, 1442 Num 10:2 | samenroeping der vergadering, en tot den optocht der legers. ~ 1443 Num 10:3 | zal de gehele vergadering tot u vergaderd worden, aan 1444 Num 10:4 | zullen blazen, dan zullen tot u vergaderd worden de oversten, 1445 Num 10:6 | klank zullen zij blazen tot hun optochten. ~ 1446 Num 10:8 | zij zullen ulieden zijn tot een eeuwige inzetting bij 1447 Num 10:29 | 29 Mozes nu zeide tot Hobab, den zoon van Rehuel, 1448 Num 10:30 | 30 Doch hij zeide tot hem: Ik zal niet gaan; maar 1449 Num 10:31 | woestijn, zo zult gij ons tot ogen zijn. ~ 1450 Num 10:36 | zeide hij: Kom weder, HEERE! tot de tien duizenden der duizenden 1451 Num 11:2 | 2 Toen riep het volk tot Mozes; en Mozes bad tot 1452 Num 11:2 | tot Mozes; en Mozes bad tot den HEERE; en het vuur werd 1453 Num 11:11 | 11 En Mozes zeide tot de HEERE: Waarom hebt Gij 1454 Num 11:12 | ik het gebaard? dat Gij tot mij zoudt zeggen: Draag 1455 Num 11:12 | voedstervader den zuigeling draagt, tot dat land, hetwelk Gij hun 1456 Num 11:16 | 16 En de HEERE zeide tot Mozes: Verzamel Mij zeventig 1457 Num 11:18 | 18 En tot het volk zult gij zeggen: 1458 Num 11:20 | 20 Tot een gehele maand toe, totdat 1459 Num 11:20 | uit uw neus uitga, en u tot walging zij; overmits gij 1460 Num 11:23 | 23 Doch de HEERE zeide tot Mozes: Zou dan des HEEREN 1461 Num 11:24 | sprak de woorden des HEEREN tot het volk; en hij verzamelde 1462 Num 11:25 | af in de wolk, en sprak tot hem, en afzonderende van 1463 Num 11:26 | aangeschrevenen, hoewel zij tot de tent niet uitgegaan waren), 1464 Num 11:29 | 29 Doch Mozes zeide tot hem: Zijt gij voor mij ijverende? 1465 Num 11:30 | Daarna verzamelde zich Mozes tot het leger, hij en de oudsten 1466 Num 12:4 | sprak de HEERE haastelijk tot Mozes, en tot Aaron, en 1467 Num 12:4 | haastelijk tot Mozes, en tot Aaron, en tot Mirjam: Gij 1468 Num 12:4 | Mozes, en tot Aaron, en tot Mirjam: Gij drie, komt uit 1469 Num 12:4 | Mirjam: Gij drie, komt uit tot de tent der samenkomst! 1470 Num 12:8 | 8 Van mond tot mond spreek Ik met hem, 1471 Num 12:11 | 11 Daarom zeide Aaron tot Mozes: Och, mijn heer! leg 1472 Num 12:13 | 13 Mozes dan riep tot den HEERE, zeggende: O God! 1473 Num 12:14 | 14 En de HEERE zeide tot Mozes: Zo haar vader smadelijk 1474 Num 13:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: ~ 1475 Num 13:17 | verspieden; en hij zeide tot hen: Trekt dit henen op 1476 Num 13:21 | van de woestijn Zin af tot Rechob toe, waar men gaat 1477 Num 13:22 | in het zuiden, en kwamen tot Hebron toe en daar waren 1478 Num 13:23 | 23 Daarna kwamen zij tot het dal Eskol, en sneden 1479 Num 13:26 | zij gingen heen, en kwamen tot Mozes en tot Aaron, en tot 1480 Num 13:26 | en kwamen tot Mozes en tot Aaron, en tot de gehele 1481 Num 13:26 | tot Mozes en tot Aaron, en tot de gehele vergadering der 1482 Num 13:27 | zeiden: Wij zijn gekomen tot dat land, waarheen gij ons 1483 Num 13:31 | waren, zeiden: Wij zullen tot dat volk niet kunnen optrekken, 1484 Num 14:2 | gehele vergadering zeide tot hen: Och, of wij in Egypteland 1485 Num 14:4 | 4 En zij zeiden de een tot den ander: Laat ons een 1486 Num 14:7 | 7 En zij spraken tot de ganse vergadering der 1487 Num 14:11 | 11 En de HEERE zeide tot Mozes: Hoe lang zal mij 1488 Num 14:12 | het verstoten; en Ik zal u tot een groter en sterker volk 1489 Num 14:13 | 13 En Mozes zeide tot den HEERE: Zo zullen het 1490 Num 14:14 | 14 En zij zullen zeggen tot de inwoners van dit land, 1491 Num 14:19 | volk, van Egypteland af tot hiertoe, vergeven hebt! ~ 1492 Num 14:24 | volgen, zo zal Ik hem brengen tot het land, in hetwelk hij 1493 Num 14:26 | 26 Daarna sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~ 1494 Num 14:26 | sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende: ~ 1495 Num 14:28 | 28 Zeg tot hen: Zo waarachtig als Ik 1496 Num 14:39 | Mozes sprak deze woorden tot al de kinderen Israels. 1497 Num 14:40 | en wij zullen optrekken tot de plaats, die de HEERE 1498 Num 14:45 | sloegen hen, en versmeten hen, tot Horma toe. ~  ~ 1499 Num 15:1 | 1 Daarna sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: ~ 1500 Num 15:2 | 2 Spreek tot de kinderen Israels, en


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-9630

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License