Book Chapter: Verse
1 Gen 14:26 | zult Gij mij geven, daar ik zonder kinderen heenga en de bezorger
2 Gen 37:44 | Jozef: Ik ben Farao! doch zonder u zal niemand zijn hand
3 Exo 21:11 | zal zij om niet uitgaan, zonder geld. ~
4 Exo 22:16 | ligt bij haar, die zal haar zonder uitstel een bruidschat geven,
5 Lev 15:11 | zal aangeroerd hebben, zonder zijn handen met water gespoeld
6 Lev 20:20 | zullen hun zonde dragen; zonder kinderen zullen zij sterven. ~
7 Lev 20:21 | broeders ontdekt; zij zullen zonder kinderen zijn. ~
8 Num 20:19 | geven; ik zal alleenlijk, zonder iets anders, te voet doortrekken. ~
9 Num 34:22 | indien hij hem met der haast, zonder vijandschap gestoten heeft,
10 Num 34:22 | heeft, of enig instrument zonder opzet op hem geworpen heeft; ~
11 Deu 8:9 | Een land, waarin gij brood zonder schaarsheid eten zult, waarin
12 Ric 7:26 | zevenhonderd sikkelen gouds, zonder de maantjes, en ketenen,
13 Ric 7:26 | Midianieten aangehad hadden, en zonder de halsbanden, die aan de
14 1Sa 19:5 | onschuldig bloed zondigen, David zonder oorzaak dodende? ~
15 1Sa 25:31 | te weten, dat gij bloed zonder oorzaak zoudt vergoten hebben,
16 2Sa 20:18 | gemeenlijk, zeggende: Zij zullen zonder twijfel te Abel vragen;
17 2Sa 21:5 | zouden verdelgd worden, zonder te kunnen bestaan in enige
18 2Sa 23:4 | zon opgaat, des morgens zonder wolken, wanneer van den
19 1Kon 2:31| huis, dat bloed, dat Joab zonder oorzaak vergoten heeft. ~
20 1Kon 22:3 | onze is? En wij zijn stil, zonder dat te nemen uit de hand
21 2Kon 20:25| 25 Nu, ben ik zonder den HEERE opgetogen tegen
22 2Kon 27:16| koper van al deze vaten was zonder gewicht. ~
23 1Kro 2:30| Appaim; en Seled stierf zonder kinderen. ~
24 1Kro 2:32| en Jether is gestorven zonder kinderen. ~
25 1Kro 23:3 | samenvoegingen; ook koper in menigte, zonder gewicht; ~
26 1Kro 23:4 | 4 En cederenhout zonder getal; want de Sidoniers
27 2Kro 5:11| hadden zich geheiligd, zonder de verdelingen te houden; ~
28 2Kro 6:11| hadden zich geheiligd, zonder de verdelingen te houden; ~
29 2Kro 16:3 | nu is vele dagen geweest zonder den waren God, en zonder
30 2Kro 16:3 | zonder den waren God, en zonder een lerenden priester, en
31 2Kro 16:3 | een lerenden priester, en zonder de wet. ~
32 2Kro 22:20| Jeruzalem; en hij ging henen zonder begeerd te zijn; en zij
33 2Kro 22:40| Jeruzalem; en hij ging henen zonder begeerd te zijn; en zij
34 Ezra 7:22| honderd bath olie, en zout zonder voorschrift.
35 Job 2:3 | hebt, om hem te verslinden zonder oorzaak. ~
36 Job 4:20 | avond worden zij vermorzeld; zonder dat men er acht op slaat,
37 Job 6:6 | het onsmakelijke gegeten zonder zout? Is er smaak in het
38 Job 7:6 | weversspoel, en zijn vergaan zonder verwachting. ~
39 Job 8:11 | 11 Verheft zich de bieze zonder slijk? Groeit het rietgras
40 Job 8:11 | slijk? Groeit het rietgras zonder water? ~
41 Job 9:17 | vermenigvuldigt mijn wonden zonder oorzaak. ~
42 Job 10:22 | de schaduwe des doods, en zonder ordeningen, en het geeft
43 Job 21:9 | Hun huizen hebben vrede zonder vreze, en de roede Gods
44 Job 22:6 | Want gij hebt uw broederen zonder oorzaak pand afgenomen,
45 Job 24:7 | naakten laten zij vernachten zonder kleding, die geen deksel
46 Job 24:8 | bergen worden zij nat, en zonder toevlucht zijnde, omhelzen
47 Job 24:10 | naakte doen zij weggaan zonder kleed, en hongerig, die
48 Job 26:2 | hebt gij geholpen dien, die zonder kracht is, en behouden den
49 Job 26:2 | en behouden den arm, die zonder sterkte is? ~
50 Job 31:19 | zien omkomen, omdat hij zonder kleding was, en dat de nooddruftige
51 Job 31:39 | zijn vermogen gegeten heb zonder geld, en de ziel zijner
52 Job 33:9 | 9 Ik ben rein, zonder overtreding; ik ben zuiver,
53 Job 34:6 | mijn pijl is smartelijk zonder overtreding. ~
54 Job 34:20 | machtige wordt weggenomen zonder hand. ~
55 Job 35:16 | ijdelheid zijn mond geopend, en zonder wetenschap woorden vermenigvuldigd. ~
56 Job 36:12 | en zij geven den geest zonder kennis. ~
57 Job 37:2 | verduistert met woorden zonder wetenschap? ~
58 Job 38:19 | is te vergeefs, omdat zij zonder vreze is. ~
59 Job 40:24 | vergelijken, die gemaakt is om zonder schrik te wezen. ~
60 Job 41:3 | Gij, die den raad verbergt zonder wetenschap? Zo heb ik dan
61 Psa 7:5 | ik heb dien gered die mij zonder oorzaak benauwde!) ~
62 Psa 25:3 | trouwelooslijk handelen zonder oorzaak. ~
63 Psa 36:7 | 7 Want zij hebben zonder oorzaak de groeve van hun
64 Psa 36:7 | mij verborgen; zij hebben zonder oorzaak gegraven voor mijn
65 Psa 36:19 | wenken met de ogen, die mij zonder oorzaak haten. ~
66 Psa 41:13 | 13 Want kwaden, tot zonder getal toe, hebben mij omgeven;
67 Psa 59:4 | sterken rotten zich tegen mij; zonder mijn overtreding, en zonder
68 Psa 59:4 | zonder mijn overtreding, en zonder mijn zonde, o HEERE! ~
69 Psa 59:5 | Zij lopen en bereiden zich zonder mijn misdaad; waak op mij
70 Psa 63:2 | in een land, dor en mat, zonder water. ~
71 Psa 69:5 | 5 Die mij zonder oorzaak haten, zijn meer
72 Psa 104:25 | wriemelende gedierte, en dat zonder getal, kleine gedierten
73 Psa 105:34 | sprinkhanen en kevers, en dat zonder getal; ~
74 Psa 109:3 | zij hebben mij bestreden zonder oorzaak. ~
75 Psa 119:161| vorsten hebben mij vervolgd zonder oorzaak; maar mijn hart
76 Spre 1:11| versteken tegen den onschuldige, zonder oorzaak; ~
77 Spre 3:30| Twist met een mens niet zonder oorzaak, zo hij u geen kwaad
78 Spre 5:23| Hij zal sterven, omdat hij zonder tucht geweest is, en in
79 Spre 16:8 | de veelheid der inkomsten zonder recht. ~
80 Spre 19:2 | 2 Ook is de ziel zonder wetenschap niet goed; en
81 Spre 23:29| beklag? bij wien wonden zonder oorzaak? bij wien de roodheid
82 Spre 24:28| 28 Wees niet zonder oorzaak getuige tegen uw
83 Spre 25:28| is een opengebrokene stad zonder muur. ~ ~
84 Spre 26:2 | alzo zal een vloek, die zonder oorzaak is, niet komen. ~
85 Pred 3:11| eeuw in hun hart gelegd, zonder dat een mens het werk, dat
86 Hoo 6:8 | tachtig bijwijven, en maagden zonder getal. ~
87 Jes 5:9 | grote en de treffelijke zonder inwoner! ~
88 Jes 5:14 | en zijn mond opendoen, zonder maat; opdat nederdale haar
89 Jes 14:6 | verbolgenheid met een plaag zonder ophouden, die in toorn over
90 Jes 14:6 | heerste, die wordt vervolgd, zonder dat het iemand afweren kan. ~
91 Jes 36:10 | 10 En nu ben ik zonder den HEERE opgetogen tegen
92 Jes 52:3 | niet verkocht, gij zult ook zonder geld gelost worden. ~
93 Jes 55:1 | koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn
94 Jes 55:1 | komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk! ~
95 Jes 56:1 | koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn
96 Jes 56:1 | komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk! ~
97 Jes 58:1 | lieden worden weggeraapt, zonder dat er iemand op let, dat
98 Jer 2:32 | volk Mij vergeten, dagen zonder getal. ~
99 Jer 9:11 | stellen tot een verwoesting, zonder inwoner. ~
100 Jer 15:13 | schatten tot een roof geven, zonder prijs; en dat om al uw zonden,
101 Jer 44:19 | haar drankofferen, zonder onze mannen? ~
102 Jer 52:20 | weten van al deze vaten, was zonder gewicht. ~
103 Klaa 1:96| Die mijn vijanden zijn zonder oorzaak, hebben mij als
104 Klaa 2:3 | 3 Wij zijn wezen zonder vader, onze moeders zijn
105 Eze 14:23 | zult weten, dat Ik niet zonder oorzaak gedaan heb, al wat
106 Eze 22:29 | vreemdeling verdrukken zij zonder recht. ~
107 Eze 38:11 | wonen, die altemaal wonen zonder muur, en grendel noch deuren
108 Dan 2:34 | een steen afgehouwen werd zonder handen, die sloeg dat beeld
109 Dan 2:45 | dat uit den berg een steen zonder handen afgehouwen is geworden,
110 Dan 8:25 | der vorsten, doch hij zal zonder hand verbroken worden. ~
111 Hos 3:4 | vele dagen blijven zitten, zonder koning, en zonder vorst,
112 Hos 3:4 | zitten, zonder koning, en zonder vorst, en zonder offer,
113 Hos 3:4 | koning, en zonder vorst, en zonder offer, en zonder opgericht
114 Hos 3:4 | vorst, en zonder offer, en zonder opgericht beeld, en zonder
115 Hos 3:4 | zonder opgericht beeld, en zonder efod en terafim. ~
116 Hos 4:6 | is uitgeroeid, omdat het zonder kennis is; dewijl gij de
117 Hos 7:11 | Efraim is als een botte duif, zonder hart; zij roepen Egypte
118 Joe 1:6 | over mijn land, machtig en zonder getal; zijn tanden zijn
119 Matt 10:29| deze zal op de aarde vallen zonder uw Vader. ~
120 Matt 13:34| gesproken door gelijkenissen, en zonder gelijkenis sprak Hij tot
121 Matt 14:21| omtrent vijf duizend mannen, zonder de vrouwen en kinderen. ~
122 Matt 15:38| waren vier duizend mannen, zonder de vrouwen en kinderen. ~
123 Matt 28:14| stellen, en maken, dat gij zonder zorg zijt. ~
124 Mark 4:34| 34 En zonder gelijkenis sprak Hij tot
125 Mark 14:58| drie dagen een anderen, zonder handen gemaakt, bouwen. ~
126 Luk 1:74 | vijanden, Hem dienen zouden zonder vreze. ~
127 Luk 4:23 | zeide tot hen: Gij zult zonder twijfel tot Mij dit spreekwoord
128 Luk 4:35 | hebbende, voer van hem uit, zonder hem iets te beschadigen. ~
129 Luk 6:35 | en doet goed, en leent, zonder iets weder te hopen; en
130 Luk 6:49 | huis bouwde op de aarde zonder fondament; tegen hetwelk
131 Luk 20:28 | vrouw heeft, en hij sterft zonder kinderen, dat zijn broeder
132 Luk 20:29 | een vrouw, en hij stierf zonder kinderen. ~
133 Luk 20:30 | vrouw, en ook deze stierf zonder kinderen. ~
134 Luk 22:6 | Hem hun over te leveren, zonder oproer. ~
135 Luk 22:35 | tot hen: Als Ik u uitzond, zonder buidel, en male, en schoenen,
136 Joha 1:3 | door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt,
137 Joha 8:7 | tot hen: Die van ulieden zonder zonde is, werpe eerst den
138 Joha 15:5 | draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen. ~
139 Joha 15:25| geschreven is: Zij hebben mij zonder oorzaak gehaat. ~
140 Joha 19:23| en den rok. De rok nu was zonder naad, van boven af geheel
141 Hand 5:29| 29 Daarom ben ik ook zonder tegenspreken gekomen, ontboden
142 Hand 21:21| 21 En als men langen tijd zonder eten geweest was, toen stond
143 Hand 21:33| gij verwachtende blijft zonder eten, en niets hebt genomen. ~
144 Rom 1:9 | Evangelie Zijns Zoons, hoe ik zonder nalaten uwer gedenke; ~
145 Rom 1:31 | Onverstandigen, verbondbrekers, zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijken,
146 Rom 2:12 | 12 Want zovelen, als er zonder wet gezondigd hebben, zullen
147 Rom 2:12 | gezondigd hebben, zullen ook zonder wet verloren gaan; en zovelen,
148 Rom 3:21 | Gods geopenbaard geworden zonder de wet, hebbende getuigenis
149 Rom 3:28 | geloof gerechtvaardigd wordt, zonder de werken der wet. ~
150 Rom 4:6 | rechtvaardigheid toerekent zonder werken; ~
151 Rom 7:8 | begeerlijkheid gewrocht; want zonder de wet is de zonde dood.
152 Rom 7:9 | 9 En zonder de wet, zo leefde ik eertijds;
153 Rom 10:14 | En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt? ~
154 1Kor 4:8 | zijt gij rijk geworden, zonder ons hebt gij geheerst; en
155 1Kor 7:32| 32 En ik wil, dat gij zonder bekommernis zijt. De ongetrouwde
156 1Kor 7:35| Heere wel aan te hangen, zonder herwaarts en derwaarts getrokken
157 1Kor 9:21| 21 Degenen, die zonder de wet zijn, ben ik geworden
158 1Kor 9:21| zijn, ben ik geworden als zonder de wet zijnde (Gode nochtans
159 1Kor 9:21| Gode nochtans zijnde niet zonder de wet, maar voor Christus
160 1Kor 9:21| opdat ik degenen, die zonder de wet zijn, winnen zou. ~
161 1Kor 10:32| 32 Weest zonder aanstoot te geven, en den
162 1Kor 11:11| Nochtans is noch de man zonder de vrouw, noch de vrouw
163 1Kor 11:11| de vrouw, noch de vrouw zonder den man, in den Heere. ~
164 1Kor 14:10| wereld, en geen derzelve is zonder stem. ~
165 2Kor 3:14| lezen des Ouden Testaments, zonder ontdekt te worden, hetwelk
166 2Kor 11:9 | mijzelven in alles gehouden zonder u te bezwaren, en zal mij
167 2Kor 11:28| 28 Zonder de dingen, die van buiten
168 Efez 2:12| Dat gij in dien tijd waart zonder Christus, vervreemd van
169 Efez 2:12| geen hoop hebbende, en zonder God in de wereld. ~
170 Fili 1:10| opdat gij oprecht zijt, en zonder aanstoot te geven, tot den
171 Fili 2:14| 14 Doet alle dingen zonder murmureren en tegenspreken; ~
172 Kol 2:11 | met een besnijdenis, die zonder handen geschiedt, in de
173 1The 1:3 | 3 Zonder ophouden gedenkende het
174 1The 2:13| Daarom danken wij ook God zonder ophouden, dat, als gij het
175 1The 5:3 | zeggen: Het is vrede, en zonder gevaar; dan zal een haastig
176 1The 5:17| 17 Bidt zonder ophouden. ~
177 1Tim 2:8 | opheffende heilige handen, zonder toorn en twisting. ~
178 1Tim 5:21| deze dingen onderhoudt, zonder vooroordeel, niets doende
179 2Tim 1:3 | rein geweten, gelijk ik zonder ophouden uwer gedachtig
180 2Tim 2:23| de vragen, die dwaas en zonder lering zijn, wetende, dat
181 2Tim 3:3 | 3 Zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijk,
182 2Tim 3:3 | achterklappers, onmatig, wreed, zonder liefde tot de goeden, ~
183 File 1:14| 14 Maar ik heb zonder uw goedvinden niets willen
184 Heb 4:15 | is verzocht geweest, doch zonder zonde. ~
185 Heb 7:3 | 3 Zonder vader, zonder moeder, zonder
186 Heb 7:3 | 3 Zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsrekening,
187 Heb 7:3 | Zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsrekening, noch
188 Heb 7:7 | 7 Nu, zonder enig tegenspreken, hetgeen
189 Heb 7:20 | En voor zoveel het niet zonder eedzwering is geschied, (
190 Heb 7:20 | geschied, (want genen zijn wel zonder eedzwering priesters geworden; ~
191 Heb 9:7 | eenmaal des jaars, niet zonder bloed, hetwelk hij offerde
192 Heb 9:18 | Waarom ook het eerste niet zonder bloed is ingewijd. ~
193 Heb 9:22 | gereinigd naar de wet, en zonder bloedstorting geschiedt
194 Heb 9:28 | nemen, zal ten anderen male zonder zonde gezien worden van
195 Heb 10:28 | niet gedaan, die sterft zonder barmhartigheid, onder twee
196 Heb 11:6 | 6 Maar zonder geloof is het onmogelijk
197 Heb 11:40 | voorzien had, opdat zij zonder ons niet zouden volmaakt
198 Heb 12:8 | 8 Maar indien gij zonder kastijding zijt, welke allen
199 Heb 12:14 | allen, en de heiligmaking, zonder welke niemand den Heere
200 Heb 13:5 | 5 Uw wandel zij zonder geldgierigheid; en zijt
201 Jako 2:20| ijdel mens, dat het geloof zonder de werken dood is? ~
202 Jako 2:26| Want gelijk het lichaam zonder geest dood is, alzo is ook
203 Jako 2:26| alzo is ook het geloof zonder de werken dood. ~ ~
204 1Pet 1:17| Vader aanroept Dengene, Die zonder aanneming des persoons oordeelt
205 1Pet 3:1 | door den wandel der vrouwen zonder Woord mogen gewonnen worden; ~
206 1Pet 4:9 | herbergzaam jegens elkander, zonder murmureren. ~
207 Jud 1:12 | zijn, weiden zij zichzelven zonder vreze; zij zijn waterloze
|