Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
gewitte 1
gewoel 2
gewogen 8
gewon 198
gewond 4
gewonde 1
gewonden 4
Frequency    [«  »]
201 genade
200 niets
199 nacht
198 gewon
197 bekend
197 huisvrouw
197 jordaan

Bijbel

IntraText - Concordances

gewon

    Book Chapter: Verse
1 Gen 4:18 | Hirad geboren; en Hirad gewon Mechujael; en Mechujael 2 Gen 4:18 | Mechujael; en Mechujael gewon Methusael; en Methusael 3 Gen 4:18 | Methusael; en Methusael gewon Lamech. ~ 4 Gen 5:3 | honderd en dertig jaren, en gewon een zoon naar zijn gelijkenis, 5 Gen 5:4 | achthonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren. ~ 6 Gen 5:6 | honderd en vijf jaren, en hij gewon Enos. ~ 7 Gen 5:7 | achthonderd en zeven jaren; en hij gewon zonen en dochteren. ~ 8 Gen 5:9 | leefde negentig jaren, en hij gewon Kenan. ~ 9 Gen 5:10 | en vijftien jaren; en hij gewon zonen en dochteren. ~ 10 Gen 5:12 | leefde zeventig jaren, en hij gewon Mahalal-el. ~ 11 Gen 5:13 | en veertig jaren; en hij gewon zonen en dochteren. ~ 12 Gen 5:15 | en zestig jaren, en hij gewon Jered. ~ 13 Gen 5:16 | en dertig jaren; en hij gewon zonen en dochteren. ~ 14 Gen 5:18 | en zestig jaren, en hij gewon Henoch. ~ 15 Gen 5:19 | achthonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren. ~ 16 Gen 5:21 | en zestig jaren, en hij gewon Methusalach. ~ 17 Gen 5:22 | driehonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren. ~ 18 Gen 5:25 | en tachtig jaren, en hij gewon Lamech. ~ 19 Gen 5:26 | en tachtig jaren; en hij gewon zonen en dochteren. ~ 20 Gen 5:28 | en tachtig jaren, en hij gewon een zoon. ~ 21 Gen 5:30 | en negentig jaren; en hij gewon zonen en dochteren. ~ 22 Gen 5:32 | vijfhonderd jaren oud; en Noach gewon Sem, Cham en Jafeth. ~  ~ 23 Gen 6:10 | 10 En Noach gewon drie zonen: Sem, Cham en 24 Gen 10:8 | 8 En Cusch gewon Nimrod; deze begon geweldig 25 Gen 10:13 | 13 En Mitsraim gewon de Ludieten, en de Anamieten, 26 Gen 10:15 | 15 En Kanaan gewon Sidon, zijn eerstgeborene, 27 Gen 10:24 | 24 En Arfachsad gewon Selah, en Selah gewon Heber. ~ 28 Gen 10:24 | Arfachsad gewon Selah, en Selah gewon Heber. ~ 29 Gen 10:26 | 26 En Joktan gewon Almodad, en selef, en Hatsarmaveth, 30 Gen 11:10 | was honderd jaren oud, en gewon Arfachsad, twee jaren na 31 Gen 11:11 | vijfhonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren. ~ 32 Gen 11:12 | en dertig jaren, en hij gewon Selah. ~ 33 Gen 11:13 | vierhonderd en drie jaren; en hij gewon zonen en dochteren. ~ 34 Gen 11:14 | leefde dertig jaren, en hij gewon Heber. ~ 35 Gen 11:15 | vierhonderd en drie jaren, en hij gewon zonen en dochteren. ~ 36 Gen 11:16 | vier en dertig jaren, en gewon Peleg. ~ 37 Gen 11:17 | en dertig jaren; en hij gewon zonen en dochteren. ~ 38 Gen 11:18 | leefde dertig jaren, en hij gewon Rehu. ~ 39 Gen 11:19 | tweehonderd en negen jaren; en hij gewon zonen en dochteren. ~ 40 Gen 11:20 | en dertig jaren, en hij gewon Serug. ~ 41 Gen 11:21 | tweehonderd en zeven jaren; en hij gewon zonen en dochteren. ~ 42 Gen 11:22 | leefde dertig jaren, en gewon Nahor. ~ 43 Gen 11:23 | tweehonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren. ~ 44 Gen 11:24 | negen en twintig jaren, en gewon Terah. ~ 45 Gen 11:25 | negentien jaren; en hij gewon zonen en dochteren. ~ 46 Gen 11:26 | leefde zeventig jaren, en gewon Abram, Nahor en Haran. ~ 47 Gen 11:27 | geboorten van Terah: Terah gewon Abram, Nahor en Haran; en 48 Gen 11:27 | Nahor en Haran; en Haran gewon Lot. ~ 49 Gen 21:23 | 23 (En Bethuel gewon Rebekka) deze acht baarde 50 Gen 23:70 | 3 En Joksan gewon Seba en Dedan; en de zonen 51 Gen 23:86 | zoon van Abraham: Abraham gewon Izak. ~ 52 Gen 23:93 | zestig jaren oud, als hij hen gewon. ~ 53 Num 26:29 | der Machirieten; Machir nu gewon Gilead; van Gilead was het 54 Num 26:58 | der Korachieten. En Kohath gewon Amram. ~ 55 Rut 4:18 | geboorten van Perez: Perez gewon Hezron; ~ 56 Rut 4:19 | 19 En Hezron gewon Ram; en Ram gewon Amminadab; ~ 57 Rut 4:19 | Hezron gewon Ram; en Ram gewon Amminadab; ~ 58 Rut 4:20 | 20 En Amminadab gewon Nahesson; en Nahesson gewon 59 Rut 4:20 | gewon Nahesson; en Nahesson gewon Salma; ~ 60 Rut 4:21 | 21 En Salmon gewon Boaz, en Boaz gewon Obed; ~ 61 Rut 4:21 | Salmon gewon Boaz, en Boaz gewon Obed; ~ 62 Rut 4:22 | 22 En Obed gewon Isai; en Isai gewon David. ~ 63 Rut 4:22 | Obed gewon Isai; en Isai gewon David. ~ 64 1Kro 1:10| 10 Cusch nu gewon Nimrod; die begon geweldig 65 1Kro 1:11| 11 En Mitsraim gewon de Ludieten, en de Anamieten, 66 1Kro 1:13| 13 Kanaan nu gewon Sidon, zijn eerstgeborene, 67 1Kro 1:18| 18 Arfachsad nu gewon Selah, en Selah gewon Heber. ~ 68 1Kro 1:18| nu gewon Selah, en Selah gewon Heber. ~ 69 1Kro 1:20| 20 En Joktan gewon Almodad, en Selef, en Hazarmaveth, 70 1Kro 1:34| 34 Abraham nu gewon Izak. De zonen van Izak 71 1Kro 2:10| 10 Ram nu gewon Amminadab, en Amminadab 72 1Kro 2:10| Amminadab, en Amminadab gewon Nahesson, den vorst der 73 1Kro 2:11| 11 En Nahesson gewon Salma, en Salma gewon Boaz. ~ 74 1Kro 2:11| Nahesson gewon Salma, en Salma gewon Boaz. ~ 75 1Kro 2:12| 12 En Boaz gewon Obed, en Obed gewon Isai, ~ 76 1Kro 2:12| Boaz gewon Obed, en Obed gewon Isai, ~ 77 1Kro 2:13| 13 En Isai gewon Eliab, zijn eerstgeborene, 78 1Kro 2:18| nu, de zoon van Hezron, gewon kinderen uit Azuba, zijn 79 1Kro 2:20| 20 En Hur gewon Uri, en Uri gewon Bezaleel. ~ 80 1Kro 2:20| En Hur gewon Uri, en Uri gewon Bezaleel. ~ 81 1Kro 2:22| 22 Segub nu gewon Jair; en hij had drie en 82 1Kro 2:36| 36 Attai nu gewon Nathan, en Nathan gewon 83 1Kro 2:36| gewon Nathan, en Nathan gewon Zabad, ~ 84 1Kro 2:37| 37 En Zabad gewon Eflal, en Eflal gewon Obed, ~ 85 1Kro 2:37| Zabad gewon Eflal, en Eflal gewon Obed, ~ 86 1Kro 2:38| 38 En Obed gewon Jehu, en Jehu gewon Azaria, ~ 87 1Kro 2:38| Obed gewon Jehu, en Jehu gewon Azaria, ~ 88 1Kro 2:39| 39 En Azaria gewon Helez, en Helez gewon Elasa, ~ 89 1Kro 2:39| Azaria gewon Helez, en Helez gewon Elasa, ~ 90 1Kro 2:40| 40 En Elasa gewon Sismai, en Sismai gewon 91 1Kro 2:40| gewon Sismai, en Sismai gewon Sallum, ~ 92 1Kro 2:41| 41 En Sallum gewon Jekamja, en Jekamja gewon 93 1Kro 2:41| gewon Jekamja, en Jekamja gewon Elisama. ~ 94 1Kro 2:44| 44 Sema nu gewon Raham, den vader van Jorkeam, 95 1Kro 2:44| vader van Jorkeam, en Rekem gewon Sammai. ~ 96 1Kro 2:46| Moza, en Gazez; en Haran gewon Gazez. ~ 97 1Kro 2:48| 48 Uit het bijwijf Maacha gewon Kaleb: Seber en Tirhana. ~ 98 1Kro 4:2 | Reaja, de zoon van Sobal, gewon Jahath, en Jahath gewon 99 1Kro 4:2 | gewon Jahath, en Jahath gewon Ahumai en Lahad; dit zijn 100 1Kro 4:8 | 8 En Koz gewon Anub en Hazobeba, en de 101 1Kro 4:11| Chelub, de broeder van Suha, gewon Mechir; hij is de vader 102 1Kro 4:12| 12 Eston nu gewon Beth-rafa, en Pasea, en 103 1Kro 4:14| 14 En Meonothai gewon Ofra; en Seraja gewon Joab, 104 1Kro 4:14| Meonothai gewon Ofra; en Seraja gewon Joab, den vader des dals 105 1Kro 6:4 | 4 En Eleazar gewon Pinehas, Pinehas gewon Abisua; ~ 106 1Kro 6:4 | Eleazar gewon Pinehas, Pinehas gewon Abisua; ~ 107 1Kro 6:5 | 5 En Abisua gewon Bukki, en Bukki gewon Uzzi; ~ 108 1Kro 6:5 | Abisua gewon Bukki, en Bukki gewon Uzzi; ~ 109 1Kro 6:6 | 6 En Uzzi gewon Zerahja, en Zerahja gewon 110 1Kro 6:6 | gewon Zerahja, en Zerahja gewon Merajoth; ~ 111 1Kro 6:7 | 7 En Merajoth gewon Amarja, en Amarja gewon 112 1Kro 6:7 | gewon Amarja, en Amarja gewon Ahitub; ~ 113 1Kro 6:8 | 8 En Ahitub gewon Zadok, en Zadok gewon Ahimaaz; ~ 114 1Kro 6:8 | Ahitub gewon Zadok, en Zadok gewon Ahimaaz; ~ 115 1Kro 6:9 | 9 En Ahimaaz gewon Azarja, en Azarja gewon 116 1Kro 6:9 | gewon Azarja, en Azarja gewon Johanan; ~ 117 1Kro 6:10| 10 En Johanan gewon Azarja. Hij is het, die 118 1Kro 6:11| 11 En Azarja gewon Amarja, en Amarja gewon 119 1Kro 6:11| gewon Amarja, en Amarja gewon Ahitub; ~ 120 1Kro 6:12| 12 En Ahitub gewon Zadok, en Zadok gewon Sallum; ~ 121 1Kro 6:12| Ahitub gewon Zadok, en Zadok gewon Sallum; ~ 122 1Kro 6:13| 13 En Sallum gewon Hilkia, en Hilkia gewon 123 1Kro 6:13| gewon Hilkia, en Hilkia gewon Azarja; ~ 124 1Kro 6:14| 14 En Azarja gewon Seraja, en Seraja gewon 125 1Kro 6:14| gewon Seraja, en Seraja gewon Jozadak; ~ 126 1Kro 7:32| 32 En Heber gewon Jaflet, en Somer, en Hotham, 127 1Kro 8:1 | 1 Benjamin nu gewon Bela, zijn eerstgeborene, 128 1Kro 8:7 | dezen voerde hij weg; en hij gewon Uzza en Ahihud. ~ 129 1Kro 8:8 | 8 En Saharaim gewon kinderen in het land van 130 1Kro 8:9 | uit Hodes, zijn huisvrouw, gewon hij Joab, en Zibja, en Mesa, 131 1Kro 8:11| 11 En uit Husim gewon hij Abitub en Elpaal. ~ 132 1Kro 8:32| 32 En Mikloth gewon Simea; en dezen woonden 133 1Kro 8:33| 33 Ner nu gewon Kis, en Kis gewon Saul, 134 1Kro 8:33| Ner nu gewon Kis, en Kis gewon Saul, en Saul gewon Jonathan, 135 1Kro 8:33| Kis gewon Saul, en Saul gewon Jonathan, en Malchi-sua, 136 1Kro 8:34| Merib-baal, en Merib-baal gewon Micha. ~ 137 1Kro 8:36| 36 En Achaz gewon Jehoadda, en Jehoadda gewon 138 1Kro 8:36| gewon Jehoadda, en Jehoadda gewon Alemeth, en Azmaveth, en 139 1Kro 8:36| Azmaveth, en Zimri; Zimri nu gewon Moza; ~ 140 1Kro 8:37| 37 En Moza gewon Bina; zijn zoon was Rafa; 141 1Kro 9:38| 38 Mikloth nu gewon Simeam; dezen woonden ook 142 1Kro 9:39| 39 En Ner gewon Kis, en Kis gewon Saul, 143 1Kro 9:39| En Ner gewon Kis, en Kis gewon Saul, en Saul gewon Jonathan, 144 1Kro 9:39| Kis gewon Saul, en Saul gewon Jonathan, en Malchi-sua, 145 1Kro 9:40| Merib-baal, en Merib-baal gewon Micha. ~ 146 1Kro 9:42| 42 En Achaz gewon Jaera, en Jaera gewon Alemeth, 147 1Kro 9:42| Achaz gewon Jaera, en Jaera gewon Alemeth, en Azmaveth, en 148 1Kro 9:42| Azmaveth, en Zimri; en Zimri gewon Moza; ~ 149 1Kro 9:43| 43 En Moza gewon Bina; wiens zoon was Refaja; 150 1Kro 14:3 | vrouwen te Jeruzalem, en David gewon meer zonen en dochteren. ~ 151 2Kro 12:21| zestig bijwijven; en hij gewon acht en twintig zonen en 152 2Kro 14:21| zich veertien vrouwen, en gewon twee en twintig zonen en 153 2Kro 24:3 | hem twee vrouwen; en hij gewon zonen en dochteren. ~ 154 Neh 12:10 | 10 Jesua nu gewon Jojakim, en Jojakim gewon 155 Neh 12:10 | gewon Jojakim, en Jojakim gewon Eljasib, en Eljasib gewon 156 Neh 12:10 | gewon Eljasib, en Eljasib gewon Jojada, ~ 157 Neh 12:11 | 11 En Jojada gewon Jonathan, en Jonathan gewon 158 Neh 12:11 | gewon Jonathan, en Jonathan gewon Jaddua. ~ 159 Pred 6:3 | een man honderd kinderen gewon, en vele jaren leefde, zodat 160 Matt 1:2 | 2 Abraham gewon Izak, en Izak gewon Jakob, 161 Matt 1:2 | Abraham gewon Izak, en Izak gewon Jakob, en Jakob gewon Juda, 162 Matt 1:2 | Izak gewon Jakob, en Jakob gewon Juda, en zijn broeders; ~ 163 Matt 1:3 | 3 En Juda gewon Fares en Zara bij Thamar; 164 Matt 1:3 | Zara bij Thamar; en Fares gewon Esrom, en Esrom gewon Aram; ~ 165 Matt 1:3 | Fares gewon Esrom, en Esrom gewon Aram; ~ 166 Matt 1:4 | 4 En Aram gewon Aminadab, en Aminadab gewon 167 Matt 1:4 | gewon Aminadab, en Aminadab gewon Nahasson, en Nahasson gewon 168 Matt 1:4 | gewon Nahasson, en Nahasson gewon Salmon; ~ 169 Matt 1:5 | 5 En Salmon gewon Booz bij Rachab, en Booz 170 Matt 1:5 | Booz bij Rachab, en Booz gewon Obed bij Ruth, en Obed gewon 171 Matt 1:5 | gewon Obed bij Ruth, en Obed gewon Jessai; ~ 172 Matt 1:6 | 6 En Jessai gewon David, den koning; en David, 173 Matt 1:6 | koning; en David, den koning, gewon Salomon bij degene, die 174 Matt 1:7 | 7 En Salomon gewon Roboam, en Roboam gewon 175 Matt 1:7 | gewon Roboam, en Roboam gewon Abia, en Abia gewon Asa; ~ 176 Matt 1:7 | Roboam gewon Abia, en Abia gewon Asa; ~ 177 Matt 1:8 | 8 En Asa gewon Josafat, en Josafat gewon 178 Matt 1:8 | gewon Josafat, en Josafat gewon Joram, en Joram gewon Ozias; ~ 179 Matt 1:8 | Josafat gewon Joram, en Joram gewon Ozias; ~ 180 Matt 1:9 | 9 En Ozias gewon Joatham, en Joatham gewon 181 Matt 1:9 | gewon Joatham, en Joatham gewon Achaz, en Achaz gewon Ezekias; ~ 182 Matt 1:9 | Joatham gewon Achaz, en Achaz gewon Ezekias; ~ 183 Matt 1:10| 10 En Ezekias gewon Manasse, en Manasse gewon 184 Matt 1:10| gewon Manasse, en Manasse gewon Amon, en Amon gewon Josias; ~ 185 Matt 1:10| Manasse gewon Amon, en Amon gewon Josias; ~ 186 Matt 1:11| 11 En Josias gewon Jechonias, en zijn broeders, 187 Matt 1:12| Babylonische overvoering gewon Jechonias Salathiel, en 188 Matt 1:12| Salathiel, en Salathiel gewon Zorobabel; ~ 189 Matt 1:13| 13 En Zorobabel gewon Abiud, en Abiud gewon Eljakim, 190 Matt 1:13| Zorobabel gewon Abiud, en Abiud gewon Eljakim, en Eljakim gewon 191 Matt 1:13| gewon Eljakim, en Eljakim gewon Azor; ~ 192 Matt 1:14| 14 En Azor gewon Sadok, en Sadok gewon Achim, 193 Matt 1:14| Azor gewon Sadok, en Sadok gewon Achim, en Achim gewon Eliud; ~ 194 Matt 1:14| Sadok gewon Achim, en Achim gewon Eliud; ~ 195 Matt 1:15| 15 En Eliud gewon Eleazar, en Eleazar gewon 196 Matt 1:15| gewon Eleazar, en Eleazar gewon Matthan, en Matthan gewon 197 Matt 1:15| gewon Matthan, en Matthan gewon Jakob; ~ 198 Matt 1:16| 16 En Jakob gewon Jozef, den man van Maria,


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License