Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
jora 1
jorai 1
joram 55
jordaan 197
jorim 1
jorkeam 1
josa 1
Frequency    [«  »]
198 gewon
197 bekend
197 huisvrouw
197 jordaan
196 engel
195 priesters
194 wegen

Bijbel

IntraText - Concordances

jordaan

    Book Chapter: Verse
1 Gen 13:10 | zag de ganse vlakte der Jordaan, dat zij die geheel bevochtigde; 2 Gen 13:11 | zich de ganse vlakte der Jordaan, en Lot trok tegen het oosten; 3 Gen 29:10 | met mijn staf over deze Jordaan gegaan, en nu ben ik tot 4 Gen 46:10 | dat aan gene zijde van de Jordaan is, hielden zij daar een 5 Gen 46:11 | die aan het veer van de Jordaan is. ~ 6 Num 13:29 | en aan den oever van de Jordaan. ~ 7 Num 22:1 | Moab, aan deze zijde van de Jordaan van Jericho. ~ 8 Num 26:3 | velden van Moab, aan de Jordaan van Jericho, zeggende: ~ 9 Num 26:63 | velden van Moab, aan de Jordaan van Jericho. ~ 10 Num 31:12 | Moab, dewelke zijn aan de Jordaan van Jericho. ~ 11 Num 31:58 | ons niet trekken over de Jordaan. ~ 12 Num 31:72 | erven aan gene zijde van de Jordaan, en verder heen, als onze 13 Num 31:72 | zijn aan deze zijde van de Jordaan, tegen den opgang. ~ 14 Num 31:74 | die toegerust is, over de Jordaan zal trekken voor het aangezicht 15 Num 31:82 | Ruben, met ulieden over de Jordaan zullen trekken, een ieder, 16 Num 31:85 | hebben aan deze zijde van de Jordaan. ~ 17 Num 32:48 | velden der Moabieten, aan de Jordaan van Jericho. ~ 18 Num 32:49 | zij legerden zich aan de Jordaan van Beth-Jesimoth, tot aan 19 Num 32:50 | velden der Moabieten, aan de Jordaan van Jericho, zeggende: ~ 20 Num 32:51 | Wanneer gijlieden over de Jordaan zult gegaan zijn in het 21 Num 33:12 | landpale afgaan langs de Jordaan, en haar uitgangen zullen 22 Num 33:15 | ontvangen aan deze zijde van de Jordaan, van Jericho oostwaarts 23 Num 34:1 | velden der Moabieten, aan de Jordaan van Jericho, zeggende: ~ 24 Num 34:10 | hen: Wanneer gij over de Jordaan gaat naar het land Kanaan. ~ 25 Num 34:14 | geven op deze zijde van de Jordaan, en drie dezer steden zult 26 Num 35:13 | velden der Moabieten, aan de Jordaan van Jericho. ~ 27 Deu 1:1 | heeft, aan deze zijde van de Jordaan, in de woestijn, op het 28 Deu 1:5 | 5 Aan deze zijde van de Jordaan, in het land van Moab, hief 29 Deu 2:29 | hebben; totdat ik over de Jordaan kome in het land, dat de 30 Deu 3:8 | die aan deze zijde van de Jordaan waren, van de beek Arnon 31 Deu 3:17 | Daartoe het vlakke veld, en de Jordaan, mitsgaders de landpale; 32 Deu 3:20 | zal aan gene zijde van de Jordaan; dan zult gij wederkeren, 33 Deu 3:25 | dat aan gene zijde van de Jordaan is, dat goede gebergte, 34 Deu 3:27 | want gij zult over deze Jordaan niet gaan. ~ 35 Deu 4:21 | Hij zwoer, dat ik over de Jordaan niet zou gaan, en dat ik 36 Deu 4:22 | sterven; ik zal over de Jordaan niet gaan; maar gij zult 37 Deu 4:26 | dat land, waar gij over de Jordaan naar toe trekt, om dat te 38 Deu 4:41 | uit, aan deze zijde van de Jordaan, tegen den opgang der zon; ~ 39 Deu 4:46 | 46 Aan deze zijde van de Jordaan, in het dal tegenover Beth-Peor, 40 Deu 4:47 | die aan deze zijde van de Jordaan waren, tegen den opgang 41 Deu 4:49 | veld, aan deze zijde van de Jordaan, naar het oosten, tot aan 42 Deu 9:1 | gij zult heden over de Jordaan gaan, dat gij inkomt, om 43 Deu 11:30 | niet aan gene zijde van de Jordaan, achter den weg van den 44 Deu 11:31 | Want gijlieden zult over de Jordaan gaan, dat gij inkomet om 45 Deu 12:10 | 10 Maar gij zult over de Jordaan gaan, en wonen in het land, 46 Deu 27:2 | ten dage als gij over de Jordaan zult gegaan zijn in het 47 Deu 27:4 | geschieden, als gij over de Jordaan gegaan zult zijn, dat gij 48 Deu 27:12 | Gerizim, als gij over de Jordaan gegaan zult zijn: Simeon, 49 Deu 30:18 | naar hetwelk gij over de Jordaan zijt heengaande, om daarin 50 Deu 31:2 | gezegd: Gij zult over deze Jordaan niet gaan. ~ 51 Deu 31:13 | naar hetwelk gij over de Jordaan zijt heengaande, om dat 52 Deu 32:47 | het land, waar gij over de Jordaan naar toe gaat, om dat te 53 Joz 1:2 | u nu op, trek over deze Jordaan, gij en al dit volk, tot 54 Joz 1:11 | zult gijlieden over deze Jordaan gaan, dat gij ingaat, om 55 Joz 1:14 | ulieden aan deze zijde van de Jordaan gegeven heeft; maar gijlieden 56 Joz 1:15 | heeft, aan deze zijde van de Jordaan, tegen den opgang der zon. ~ 57 Joz 2:7 | hen na op den weg van de Jordaan, tot aan de veren; en men 58 Joz 2:10 | die op gene zijde van de Jordaan waren, dewelke gijlieden 59 Joz 3:1 | Sittim, en kwamen tot aan de Jordaan, hij en al de kinderen Israels; 60 Joz 3:8 | uiterste van het water van de Jordaan, staat stil in de Jordaan. ~ 61 Joz 3:8 | Jordaan, staat stil in de Jordaan. ~ 62 Joz 3:11 | ulieder aangezicht in de Jordaan. ~ 63 Joz 3:13 | dragen, in het water van de Jordaan zullen rusten, zo zullen 64 Joz 3:13 | zullen de wateren van de Jordaan afgesneden worden, te weten 65 Joz 3:14 | zijn tenten, om over de Jordaan te gaan, zo droegen de priesters 66 Joz 3:15 | ark droegen, tot aan de Jordaan gekomen waren, en de voeten 67 Joz 3:15 | uiterste van het water (de Jordaan nu was vol al de dagen des 68 Joz 3:17 | droge, in het midden van de Jordaan; en gans Israel ging over 69 Joz 3:17 | volk geeindigd had door de Jordaan te trekken. ~ 70 Joz 4:1 | volk geeindigd had over de Jordaan te trekken, dat de HEERE 71 Joz 4:3 | hier uit het midden van de Jordaan, uit de standplaats van 72 Joz 4:5 | uws Gods, midden in de Jordaan; en heft u een ieder een 73 Joz 4:7 | Omdat de wateren van de Jordaan zijn afgesneden geweest 74 Joz 4:7 | HEEREN; als zij toog door de Jordaan, werden de wateren van de 75 Joz 4:7 | werden de wateren van de Jordaan afgesneden; zo zullen deze 76 Joz 4:8 | stenen op midden uit de Jordaan, gelijk als de HEERE tot 77 Joz 4:9 | stenen op, midden in de Jordaan, ter standplaats van de 78 Joz 4:10 | droegen, stonden midden in de Jordaan, totdat alle ding volbracht 79 Joz 4:16 | getuigenis dragen, dat zij uit de Jordaan opklimmen. ~ 80 Joz 4:17 | zeggende: Klimt op uit de Jordaan. ~ 81 Joz 4:18 | droegen, uit het midden van de Jordaan opgeklommen waren, en de 82 Joz 4:18 | keerden de wateren van de Jordaan weder in hun plaats, en 83 Joz 4:19 | der eerste maand uit de Jordaan opgeklommen; en zij legerden 84 Joz 4:20 | Gilgal op, die zij uit de Jordaan genomen hadden. ~ 85 Joz 4:22 | droge is Israel door deze Jordaan gegaan. ~ 86 Joz 4:23 | heeft de wateren van de Jordaan voor uw aangezichten doen 87 Joz 5:1 | die aan deze zijde van de Jordaan westwaarts, en al de koningen 88 Joz 5:1 | HEERE de wateren van de Jordaan had uitgedroogd, voor het 89 Joz 7:7 | hebt Gij dit volk door de Jordaan ooit doen gaan, om ons te 90 Joz 7:7 | waren aan gene zijde van de Jordaan! ~ 91 Joz 9:1 | die aan deze zijde van de Jordaan waren, op het gebergte, 92 Joz 9:10 | die aan gene zijde van de Jordaan waren, Sihon, den koning 93 Joz 12:1 | bezaten, aan gene zijde van de Jordaan, tegen den opgang der zon; 94 Joz 12:7 | Israels, aan deze zijde van de Jordaan tegen het westen, van Baal-Gad 95 Joz 13:8 | gaf aan gene zijde van de Jordaan tegen het oosten, gelijk 96 Joz 13:23 | kinderen van Ruben was de Jordaan, en derzelver landpale; 97 Joz 13:27 | den koning te Hesbon, de Jordaan en haar landpale, tot aan 98 Joz 13:27 | zee van Cinnereth, over de Jordaan, tegen het oosten. ~ 99 Joz 13:32 | Moab, op gene zijde der Jordaan van Jericho, tegen het oosten. ~ 100 Joz 14:3 | gegeven op gene zijde van de Jordaan; maar aan de Levieten had 101 Joz 15:5 | aan het uiterste van de Jordaan; en de landpale, aan de 102 Joz 15:5 | van het uiterste van de Jordaan. ~ 103 Joz 16:1 | kinderen van Jozef uit: van de Jordaan bij Jericho, aan het water 104 Joz 16:7 | Jericho, en gaat uit aan de Jordaan. ~ 105 Joz 17:5 | dat op gene zijde van de Jordaan is. ~ 106 Joz 18:7 | genomen op gene zijde van de Jordaan, oostwaarts, hetwelk hun 107 Joz 18:12 | hoek noordwaarts van de Jordaan; en deze landpale gaat opwaarts 108 Joz 18:19 | aan het uiterste van de Jordaan zuidwaarts. Dit is de zuiderlandpale. ~ 109 Joz 18:20 | 20 De Jordaan nu bepaalt haar aan den 110 Joz 19:22 | hun landpale zijn aan de Jordaan; zestien steden en haar 111 Joz 19:33 | haar uitgangen zijn aan de Jordaan. ~ 112 Joz 19:34 | westen, en aan Juda aan de Jordaan tegen den opgang der zon. ~ 113 Joz 20:8 | 8En aan gene zijde van de Jordaan, van Jericho oostwaarts, 114 Joz 23:4 | heeft op gene zijde van de Jordaan. ~ 115 Joz 23:7 | broederen, aan deze zijde van de Jordaan westwaarts. Verder ook als 116 Joz 23:10 | kwamen aan de grenzen van de Jordaan, die in het land Kanaan 117 Joz 23:10 | aldaar een altaar aan de Jordaan, een altaar groot in het 118 Joz 23:11 | Kanaan, aan de grenzen van de Jordaan, aan de zijde der kinderen 119 Joz 23:25 | De HEERE heeft immers de Jordaan tot landpale gezet tussen 120 Joz 24:4 | voor uw stammen, van de Jordaan af, met al de volken, die 121 Joz 25:8 | die over gene zijde van de Jordaan woonden, die streden tegen 122 Joz 25:11 | 11 Toen gij over de Jordaan getrokken waart, en te Jericho 123 Ric 3:28 | en namen de veren van de Jordaan in naar Moab, en lieten 124 Ric 4:41 | bleef aan gene zijde der Jordaan; en Dan, waarom onthield 125 Ric 6:24 | aan Beth-bara, te weten de Jordaan; alzo werd alle man van 126 Ric 6:24 | tot aan Beth-bara, en de Jordaan. 127 Ric 6:25 | Zeeb tot Gideon, over de Jordaan. ~  ~  ~  128 Ric 7:4 | Gideon gekomen was aan de Jordaan, ging hij over, met de driehonderd 129 Ric 9:8 | die aan gene zijde van de Jordaan waren, in het land der Amorieten, 130 Ric 9:9 | kinderen Ammons over de Jordaan, om te krijgen, zelfs tegen 131 Ric 10:13 | de Jabbok, en tot aan de Jordaan; zo geef mij dat nu weder 132 Ric 10:22 | van de woestijn tot aan de Jordaan. ~ 133 Ric 11:5 | Efraimieten de veren van de Jordaan af; en het geschiedde, als 134 Ric 11:6 | hem aan de veren van de Jordaan, dat te dier tijd van Efraim 135 1Sa 13:7 | Hebreen nu gingen over de Jordaan in het land van Gad en Gilead. 136 1Sa 31:7 | en die aan deze zijde der Jordaan waren, zagen, dat de mannen 137 2Sa 2:29 | veld; en zij gingen over de Jordaan en wandelden het ganse Bithron 138 2Sa 10:17 | Israel, en toog over de Jordaan, en kwam te Helam, en de 139 2Sa 17:22 | was; en zij gingen over de Jordaan. Aan het morgenlicht ontbrak 140 2Sa 17:22 | een toe, die niet over de Jordaan gegaan was. ~ 141 2Sa 17:24 | en Absalom toog over de Jordaan, hij en alle mannen van 142 2Sa 19:15 | weder, en kwam tot aan de Jordaan; en Juda kwam te Gilgal, 143 2Sa 19:15 | dat zij den koning over de Jordaan voerden. ~ 144 2Sa 19:17 | togen vaardiglijk over de Jordaan, voor den koning. ~ 145 2Sa 19:18 | konings, als hij over de Jordaan voer; ~ 146 2Sa 19:31 | toog met den koning over de Jordaan, om hem over de Jordaan 147 2Sa 19:31 | Jordaan, om hem over de Jordaan te geleiden. ~ 148 2Sa 19:36 | weinig met den koning over de Jordaan gaan; waarom toch zou mij 149 2Sa 19:39 | Toen nu al het volk over de Jordaan gegaan was, en de koning 150 2Sa 19:41 | koning en zijn huis over de Jordaan gevoerd, en alle mannen 151 2Sa 20:2 | kleefden hun koning aan, van de Jordaan af tot aan Jeruzalem. ~ 152 2Sa 24:5 | 5 En zij gingen over de Jordaan, en legerden zich bij Aroer, 153 1Kon 2:8 | kwam af mij tegemoet aan de Jordaan, en ik zwoer hem bij den 154 1Kon 7:46| 46 In de vlakte van de Jordaan goot ze de koning, in dichte 155 1Kon 17:3 | beek Krith, die voor aan de Jordaan is. ~ 156 1Kon 17:5 | beek Krith, die voor aan de Jordaan is. ~ 157 2Kon 2:6 | HEERE heeft mij naar de Jordaan gezonden. Maar hij zeide: 158 2Kon 2:7 | die beiden stonden aan de Jordaan. ~ 159 2Kon 2:13| stond aan den oever van de Jordaan. ~ 160 2Kon 5:10| en was u zevenmaal in de Jordaan, en uw vlees zal u wederkomen, 161 2Kon 5:14| af, en doopte zich in de Jordaan zevenmaal, naar het woord 162 2Kon 6:2 | Laat ons toch tot aan de Jordaan gaan, en elk van daar een 163 2Kon 6:4 | met hen. Als zij nu aan de Jordaan gekomen waren, hieuwen zij 164 2Kon 7:15| zij volgden hen na tot de Jordaan toe; en ziet, de ganse weg 165 2Kon 10:33| 33 Van de Jordaan af, tegen den opgang der 166 1Kro 6:78| En aan gene zijde van de Jordaan tegen Jericho, tegen het 167 1Kro 6:78| tegen het oosten aan de Jordaan, van den stam van Ruben: 168 1Kro 12:15| zelfden zijn het, die over de Jordaan gingen in de eerste maand, 169 1Kro 12:37| En van gene zijde van de Jordaan, van de Rubenieten, en Gadieten, 170 1Kro 20:17| Israel, en hij toog over de Jordaan, en hij kwam tot hen, en 171 1Kro 27:30| Israel op deze zijde van de Jordaan tegen het westen, over al 172 2Kro 4:17| 17 In de vlakte van de Jordaan goot ze de koning, in dichte 173 Job 39:18 | hij vertrouwt, dat hij de Jordaan in zijn mond zou kunnen 174 Psa 42:21 | Uwer uit het land van de Jordaan, en Hermon, uit het klein 175 Psa 114:3 | zee zag het, en vlood; de Jordaan keerde achterwaarts. ~ 176 Psa 114:5 | zee! dat gij vloodt? gij Jordaan! dat gij achterwaarts keerdet? ~ 177 Jes 8:23 | zeewaarts aan gelegen over de Jordaan, aan Galilea der heidenen. ~  ~ 178 Jer 12:5 | de verheffing van de Jordaan? ~ 179 Jer 49:19 | leeuw van de verheffing der Jordaan, zal hij opkomen tegen de 180 Jer 50:44 | leeuw van de verheffing der Jordaan, zal hij opkomen tegen de 181 Eze 47:18 | het land Israels aan den Jordaan, van de landpale af      182 Zac 11:3 | dewijl de hoogmoed van de Jordaan verwoest is. ~ 183 Matt 2:28| het gehele land rondom de Jordaan; ~ 184 Matt 2:29| werden van hem gedoopt in de Jordaan, belijdende hun zonden. ~ 185 Matt 2:36| Jezus van Galilea naar de Jordaan, tot Johannes, om van hem 186 Matt 4:15| den weg der zee over de Jordaan, Galilea der volken; ~ 187 Matt 4:25| van Judea, en van over de Jordaan. ~  ~ 188 Matt 19:1 | Galilea, en kwam over de Jordaan, in de landpalen van Judea. ~ 189 Mark 1:5 | gedoopt in de rivier de Jordaan, belijdende hun zonden. ~ 190 Mark 1:9 | van Johannes gedoopt in de Jordaan. ~ 191 Mark 3:8 | van Idumea, en van over de Jordaan; en die van omtrent Tyrus 192 Mark 10:1 | door de overzijde van de Jordaan; en de scharen kwamen wederom 193 Luk 3:3 | het omliggende land der Jordaan, predikende den doop der 194 Luk 4:1 | Geestes, keerde wederom van de Jordaan, en werd door den Geest 195 Joha 1:28| geschied in Bethabara, over de Jordaan, waar Johannes was dopende. ~ 196 Joha 3:26| Rabbi, Die met u was over de Jordaan, Welken gij getuigenis gaaft, 197 Joha 10:40| Hij ging wederom over de Jordaan, tot de plaats, waar Johannes


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License