Book Chapter: Verse
1 Lev 25:22 | u verminderen zal; en uw wegen zullen woest worden. ~
2 Deu 8:6 | HEEREN, uws Gods, om in Zijn wegen te wandelen, en om Hem te
3 Deu 10:12 | God, te vrezen, in al Zijn wegen te wandelen, en Hem lief
4 Deu 11:22 | liefhebbende, wandelende in al Zijn wegen, en Hem aanhangende; ~
5 Deu 19:9 | liefhebbende, en alle dagen in Zijn wegen wandelende) zo zult gij
6 Deu 26:17 | gij zult wandelen in Zijn wegen, en houden Zijn inzettingen,
7 Deu 28:7 | uittrekken, maar door zeven wegen zullen zij voor uw aangezicht
8 Deu 28:9 | zult houden, en in Zijn wegen wandelen. ~
9 Deu 28:25 | uittrekken, en door zeven wegen zult gij voor zijn aangezicht
10 Deu 28:29 | omtast in het donkere, en uw wegen niet zult voorspoedig maken;
11 Deu 30:16 | lief te hebben, in Zijn wegen te wandelen, en te houden
12 Deu 32:4 | volkomen is; want al Zijn wegen zijn gerichte. God is waarheid,
13 Joz 1:8 | want alsdan zult gij uw wegen voorspoedig maken, en alsdan
14 Joz 23:5 | dat gij wandelt in al Zijn wegen, en Zijn geboden houdt,
15 Ric 4:30 | dagen van Jael, hielden de wegen op, en die op paden wandelden,
16 Ric 4:30 | wandelden, gingen kromme wegen. ~
17 1Sa 8:3 | zonen wandelden niet in zijn wegen; maar zij neigden zich tot
18 1Sa 8:5 | zonen wandelen niet in uw wegen; zo zet nu een koning over
19 1Sa 18:14 | voorzichtiglijk op al zijn wegen; en de HEERE was met hem. ~
20 2Sa 18:12 | zilverlingen op mijn handen mocht wegen, zo zou ik mijn hand aan
21 2Sa 22:22 | 22 Want ik heb des HEEREN wegen gehouden, en ben van mijn
22 1Kon 2:3 | om te wandelen in Zijn wegen, om te onderhouden Zijn
23 1Kon 3:14| 14 En zo gij in Mijn wegen wandelen zult, onderhoudende
24 1Kon 8:39| een iegelijk naar al zijn wegen, gelijk Gij zijn hart kent;
25 1Kon 8:58| ons hart, om in al Zijn wegen te wandelen, en om te houden
26 1Kon 11:33| gewandeld hebben in Mijn wegen, om te doen wat recht is
27 1Kon 11:38| zal gebieden, en in Mijn wegen zult wandelen, en doen wat
28 1Kon 16:26| En hij wandelde in alle wegen van Jerobeam, den zoon van
29 2Kon 19:13| zeggende: Bekeert u van uw boze wegen en houdt Mijn geboden, en
30 2Kro 7:30| een iegelijk naar al zijn wegen, gelijk Gij zijn hart kent;
31 2Kro 7:31| vrezen, om te wandelen in Uw wegen, al de dagen, die zij leven
32 2Kro 8:14| zich bekeren van hun boze wegen; zo zal Ik uit den hemel
33 2Kro 14:22| geschiedenissen van Abia, zo zijn wegen als zijn woorden, zijn beschreven
34 2Kro 18:3 | hij wandelde in de vorige wegen zijns vaders Davids, en
35 2Kro 18:6 | hart verhief zich in de wegen des HEEREN; en hij nam verder
36 2Kro 22:12| vader David: Omdat gij in de wegen van uw vader Josafat, en
37 2Kro 22:12| vader Josafat, en in de wegen van Asa, den koning van
38 2Kro 22:32| vader David: Omdat gij in de wegen van uw vader Josafat, en
39 2Kro 22:32| vader Josafat, en in de wegen van Asa, den koning van
40 2Kro 23:3 | 3 Hij wandelde ook in de wegen van het huis van Achab;
41 2Kro 27:6 | Jotham; want hij richtte zijn wegen voor het aangezicht des
42 2Kro 27:7 | al zijn krijgen, en zijn wegen, ziet, zij zijn geschreven
43 2Kro 28:2 | Maar hij wandelde in de wegen der koningen van Israel;
44 2Kro 28:26| geschiedenissen, en al zijn wegen, de eerste en de laatste,
45 2Kro 34:2 | HEEREN, en wandelde in de wegen van zijn vader David, en
46 Job 4:6 | en de oprechtheid uwer wegen uw verwachting? ~
47 Job 13:15 | hopen? Evenwel zal ik mijn wegen voor Zijn aangezicht verdedigen. ~
48 Job 21:14 | want aan de kennis Uwer wegen hebben wij geen lust. ~
49 Job 22:3 | zijt; of gewin, dat gij uw wegen volmaakt? ~
50 Job 22:28 | bestendig zijn; en op uw wegen zal het licht schijnen. ~
51 Job 24:13 | lichts; zij kennen Zijn wegen niet, en zij blijven niet
52 Job 24:23 | nochtans zijn Zijn ogen op hun wegen. ~
53 Job 26:14 | maar uiterste einden Zijner wegen; en wat een klein stukje
54 Job 30:12 | tegen mij hun verderfelijke wegen. ~
55 Job 31:4 | 4 Ziet Hij niet mijn wegen, en telt Hij niet al mijn
56 Job 34:21 | Zijn ogen zijn op ieders wegen, en Hij ziet al zijn treden. ~
57 Job 34:27 | afgeweken zijn, en geen Zijner wegen verstaan hebben; ~
58 Job 39:14 | Hij is een hoofdstuk der wegen Gods; Die hem gemaakt heeft,
59 Psa 10:5 | 5 Zijn wegen maken ten allen tijde smarte;
60 Psa 18:22 | 22 Want ik heb des HEEREN wegen gehouden, en ben van mijn
61 Psa 25:4 | Daleth. HEERE! maak mij Uw wegen bekend, leer mij Uw paden. ~
62 Psa 40:2 | 2 Ik zeide: Ik zal mijn wegen bewaren, dat ik niet zondige
63 Psa 51:15 | zal ik de overtreders Uw wegen leren; en de zondaars zullen
64 Psa 68:5 | psalmzingt Zijn Naam; hoogt de wegen voor Dien, Die in de vlakken
65 Psa 81:14 | had, dat Israel in Mijn wegen gewandeld had! ~
66 Psa 84:6 | welker hart de gebaande wegen zijn. ~
67 Psa 91:11 | dat zij u bewaren in al uw wegen. ~
68 Psa 95:10 | hart, en zij kennen Mijn wegen niet. ~
69 Psa 103:7 | 7 Hij heeft Mozes Zijn wegen bekend gemaakt, den kinderen
70 Psa 119:3 | werken, maar wandelen in Zijn wegen. ~
71 Psa 119:5 | 5 Och, dat mijn wegen gericht werden, om Uw inzettingen
72 Psa 119:26 | 26 Ik heb U mijn wegen verteld, en Gij hebt mij
73 Psa 119:37 | maak mij levend door Uw wegen. ~
74 Psa 119:59 | 59 Ik heb mijn wegen bedacht, en heb mijn voeten
75 Psa 119:168| getuigenissen, want al mijn wegen zijn voor U. ~
76 Psa 125:5 | zich neigen tot hun kromme wegen, die zal de HEERE weg doen
77 Psa 128:1 | HEERE vreest, die in Zijn wegen wandelt. ~
78 Psa 138:5 | zij zullen zingen van de wegen des HEEREN, want de heerlijkheid
79 Psa 139:3 | liggen; en Gij zijt al mijn wegen gewend. ~
80 Psa 145:17 | rechtvaardig in al Zijn wegen, en goedertieren in al Zijn
81 Spre 2:13| verlaten, om te gaan in de wegen der duisternis; ~
82 Spre 3:6 | 6 Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw paden recht
83 Spre 3:17| 17 Haar wegen zijn wegen der liefelijkheid,
84 Spre 3:17| 17 Haar wegen zijn wegen der liefelijkheid, en al
85 Spre 3:31| en verkies geen van zijn wegen. ~
86 Spre 4:26| uws voets, en laat al uw wegen wel gevestigd zijn. ~
87 Spre 5:6 | pad des levens niet zoudt wegen, zijn haar gangen ongestadig,
88 Spre 5:21| Want eens iegelijks wegen zijn voor de ogen des HEEREN,
89 Spre 6:6 | mier, gij luiaard! zie haar wegen, en word wijs; ~
90 Spre 7:25| Laat uw hart tot haar wegen niet wijken, dwaalt niet
91 Spre 7:27| 27 Haar huis zijn wegen des grafs, dalende naar
92 Spre 8:32| welgelukzalig zijn zij, die Mijn wegen bewaren. ~
93 Spre 10:9 | wandelt zeker; maar die zijn wegen verkeert, zal bekend worden. ~
94 Spre 14:2 | maar die afwijkt in zijn wegen, veracht Hem. ~
95 Spre 14:12| het laatste van dien zijn wegen des doods. ~
96 Spre 14:14| van hart is, zal van zijn wegen verzadigd worden; maar een
97 Spre 16:2 | 2 Alle wegen des mans zijn zuiver in
98 Spre 16:7 | 7 Als iemands wegen den HEERE behagen, zo zal
99 Spre 16:25| het laatste van dien zijn wegen des doods. ~
100 Spre 19:16| bewaart zijn ziel; die zijn wegen veracht, zal sterven. ~
101 Spre 23:26| hart, en laat uw ogen mijn wegen bewaren. ~
102 Spre 28:6 | dan die verkeerd is van wegen, al is hij rijk. ~
103 Spre 28:18| verkeerdelijk gedraagt in twee wegen, zal in den enen vallen. ~
104 Spre 31:3 | uw vermogen niet, noch uw wegen, om koningen te verdelgen. ~
105 Pred 11:9 | jongelingschap, en wandel in de wegen uws harten, en in de aanschouwingen
106 Jes 2:3 | opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en dat wij wandelen
107 Jes 33:8 | 8 De gebaande wegen zijn verwoest, die door
108 Jes 42:24 | niet wandelen in Zijn wegen, en zij hoorden niet naar
109 Jes 45:2 | gaan, en Ik zal de kromme wegen recht maken; de koperen
110 Jes 45:13 | gerechtigheid, en al zijn wegen zal Ik recht maken; hij
111 Jes 46:6 | het goud uit de beurs, en wegen het zilver met de waag;
112 Jes 49:9 | voorschijn; zij zullen op de wegen weiden, en op alle hoge
113 Jes 55:8 | ulieder gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt
114 Jes 55:8 | uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE. ~
115 Jes 55:9 | de aarde, alzo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen, en Mijn
116 Jes 55:9 | Mijn wegen hoger dan uw wegen, en Mijn gedachten dan ulieder
117 Jes 56:8 | ulieder gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt
118 Jes 56:8 | uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE. ~
119 Jes 56:9 | de aarde, alzo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen, en Mijn
120 Jes 56:9 | Mijn wegen hoger dan uw wegen, en Mijn gedachten dan ulieder
121 Jes 58:18 | 18 Ik zie hun wegen, en Ik zal hen genezen;
122 Jes 59:2 | hebben aan de kennis Mijner wegen, als een volk, dat gerechtigheid
123 Jes 59:13 | gij dien eert, dat gij uw wegen niet doet, en uw eigen lust
124 Jes 64:17 | waarom doet Gij ons van Uw wegen dwalen, waarom verstokt
125 Jes 65:5 | die Uwer gedenken op Uw wegen; zie, Gij waart verbolgen,
126 Jes 67:3 | Dezen verkiezen ook hun wegen, en hun ziel heeft lust
127 Jer 2:23 | snelle kemelin, die haar wegen verdraait! ~
128 Jer 2:33 | ook de booste hoeren uw wegen geleerd hebt. ~
129 Jer 3:2 | voor hen gezeten aan de wegen, als een Arabier in de woestijn;
130 Jer 3:13 | hebt overtreden, en uw wegen verstrooid hebt tot de vreemden,
131 Jer 6:16 | zegt de HEERE: Staat op de wegen, en ziet toe, en vraagt
132 Jer 7:3 | de God Israels: Maakt uw wegen en uw handelingen goed,
133 Jer 7:5 | Maar indien gij uw wegen en uw handelingen waarlijk
134 Jer 12:16 | geschieden, indien zij de wegen Mijns volks vlijtiglijk
135 Jer 15:7 | verdaan; zij zijn van hun wegen niet wedergekeerd. ~
136 Jer 16:17 | Mijn ogen zijn op al hun wegen; zij zijn voor Mijn aangezicht
137 Jer 17:10 | iegelijk te geven naar zijn wegen, naar de vrucht zijner handelingen. ~
138 Jer 18:11 | zijn bozen weg, en maakt uw wegen en uw handelingen goed. ~
139 Jer 18:15 | hen doen aanstoten op hun wegen, op de oude paden, opdat
140 Jer 26:13 | 13 Nu dan, maakt uw wegen en uw handelingen goed,
141 Jer 32:19 | ogen zijn open over alle wegen der mensenkinderen, om een
142 Jer 32:19 | iegelijk te geven naar zijn wegen, en naar de vrucht zijner
143 Klaa 1:4 | 4 Daleth. De wegen Sions treuren, omdat niemand
144 Klaa 1:53| Gimel. Hij heeft mij wegen toegemuurd met uitgehouwen
145 Klaa 1:55| Daleth. Hij heeft mijn wegen afgewend; en Hij heeft mij
146 Klaa 1:84| Nun. Laat ons onze wegen onderzoeken en doorzoeken,
147 Eze 7:3 | Ik zal u richten naar uw wegen, en Ik zal op u brengen
148 Eze 7:4 | niet sparen; maar Ik zal uw wegen op u brengen, en uw gruwelen
149 Eze 7:8 | volbrengen, en u richten naar uw wegen, en zal op u brengen al
150 Eze 7:9 | Ik zal u geven naar uw wegen, en uw gruwelen zullen in
151 Eze 16:47 | Doch gij hebt in haar wegen niet gewandeld, noch naar
152 Eze 16:47 | verdorven dan zij, in al uw wegen. ~
153 Eze 16:61 | 61 Dan zult gij uwer wegen gedenken en beschaamd zijn,
154 Eze 18:23 | hij zich bekeert van zijn wegen, dat hij leve? ~
155 Eze 18:25 | niet recht? Zijn niet uw wegen onrecht? ~
156 Eze 18:29 | niet recht. Zouden Mijn wegen, o huis Israels, niet recht
157 Eze 18:29 | recht zijn? Zijn niet uw wegen onrecht? ~
158 Eze 18:30 | Israels! een ieder naar zijn wegen, spreekt de Heere HEERE,
159 Eze 20:43 | gij dan gedenken aan uw wegen, en aan al uw handelingen
160 Eze 20:44 | Naams wil, niet naar uw boze wegen, noch naar uw verdorven
161 Eze 21:19 | mensenkind, stel u twee wegen voor, waardoor het zwaard
162 Eze 21:21 | aan het hoofd van de twee wegen, om waarzegging te gebruiken;
163 Eze 24:14 | noch berouw hebben; naar uw wegen en naar uw handelingen
164 Eze 28:15 | Gij waart volkomen in uw wegen, van den dag af, dat gij
165 Eze 33:11 | u, bekeert u van uw boze wegen, want waarom zoudt gij sterven,
166 Eze 33:20 | richten, een ieder naar zijn wegen, o huis Israels! ~
167 Eze 36:31 | gij gedenken aan uw boze wegen en uw handelingen, die niet
168 Eze 36:32 | wordt schaamrood van uw wegen, gij huis Israels! ~
169 Hos 4:9 | priester zijn; en Ik zal zijn wegen over hem bezoeken, en zijn
170 Hos 9:8 | vogelvangersstrik, op al zijn wegen, een haat in het huis zijns
171 Hos 12:3 | doen over Jakob naar zijn wegen, naar zijn handelingen zal
172 Hos 14:10 | bekenne ze; want des HEEREN wegen zijn recht, en de rechtvaardigen
173 Joe 2:7 | trekken, een iegelijk in zijn wegen, en zullen hun paden niet
174 Mic 4:2 | opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en wij in Zijn paden
175 Zac 1:4 | Bekeert u toch van uw boze wegen, en uw boze handelingen;
176 Zac 1:6 | heeft ons te doen, naar onze wegen en naar onze handelingen,
177 Zac 3:7 | heirscharen: Indien gij in Mijn wegen zult wandelen, en indien
178 Mal 2:9 | ganse volk, dewijl gij Mijn wegen niet houdt, maar het aangezicht
179 Matt 22:9 | gaat op de uitgangen der wegen, en zovelen als gij er zult
180 Matt 22:10| dienstknechten, uitgaande op de wegen, vergaderden allen, die
181 Luk 1:76 | Heeren heengaan, om Zijn wegen te bereiden; ~
182 Luk 3:5 | vernederd worden, en de kromme wegen zullen tot een rechten weg
183 Luk 3:5 | en de oneffen tot effen wegen. ~
184 Luk 14:23 | dienstknecht: Ga uit in de wegen en heggen; en dwing ze in
185 Hand 2:28| 28 Gij hebt mij de wegen des levens bekend gemaakt;
186 Hand 7:10| ophouden te verkeren de rechte wegen des Heeren? ~
187 Hand 8:16| heeft laten wandelen in hun wegen; ~
188 Rom 3:16 | en ellendigheid is in hun wegen; ~
189 Rom 11:33 | oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen! ~
190 1Kor 4:17| zal indachtig maken mijn wegen, die in Christus zijn, gelijkerwijs
191 Heb 3:10 | hart, en zij hebben Mijn wegen niet gekend. ~
192 Jako 1:8 | is ongestadig in al zijn wegen. ~
193 Jako 1:11| zal ook de rijke in zijn wegen verwelken. ~
194 Open 15:3 | rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Gij Koning der heiligen! ~
|