Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
deugen 2
deugt 2
deunen 1
deur 193
deure 2
deuren 75
deurwaarster 2
Frequency    [«  »]
196 engel
195 priesters
194 wegen
193 deur
193 dienst
193 landpale
193 sloeg

Bijbel

IntraText - Concordances

deur

    Book Chapter: Verse
1 Gen 4:7 | weldoet, de zonde ligt aan de deur. Zijn begeerte is toch tot 2 Gen 6:16 | een elle van boven; en de deur der ark zult gij in haar 3 Gen 17:1 | van Mamre, als hij in de deur der tent zat, toen de dag 4 Gen 17:2 | hij hun tegemoet van de deur der tent, en boog zich ter 5 Gen 17:10 | En Sara hoorde het aan de deur der tent, welke achter Hem 6 Gen 18:6 | ging Lot uit tot hen aan de deur, en hij sloot de deur achter 7 Gen 18:6 | de deur, en hij sloot de deur achter zich toe; ~ 8 Gen 18:9 | en zij traden toe om de deur open te breken. ~ 9 Gen 18:10 | in het huis, en sloten de deur toe. ~ 10 Gen 18:11 | sloegen de mannen, die aan de deur van het huis waren, met 11 Gen 18:11 | zij moede werden, om de deur te vinden. ~ 12 Gen 39:19 | zij spraken tot hem aan de deur van het huis. ~ 13 Exo 12:22 | niemand zal uitgaan uit de deur van zijn huis, tot aan den 14 Exo 12:23 | zijposten, zo zal de HEERE de deur voorbijgaan, en den verderver 15 Exo 21:6 | daarna zal hij hem aan de deur, of aan den post brengen; 16 Exo 26:36 | 36 Gij zult ook aan de deur der tent een deksel maken, 17 Exo 29:4 | zonen doen naderen aan de deur van de tent der samenkomst; 18 Exo 29:11 | aangezicht des HEEREN, voor de deur van de tent der samenkomst. ~ 19 Exo 29:32 | den korf zal zijn, bij de deur van de tent der samenkomst. 20 Exo 29:42 | bij uw geslachten, aan de deur van de tent der samenkomst, 21 Exo 34:8 | ieder stelde zich in de deur zijner tent; en zij zagen 22 Exo 34:9 | nederwaarts, en stond in de deur der tent, en Hij sprak met 23 Exo 34:10 | wolkkolom zag staan in de deur der tent, zo stond al het 24 Exo 34:10 | bogen zich, een ieder in de deur zijner tent. ~ 25 Exo 35:15 | specerijen; en het deksel der deur aan de deur des tabernakels; ~ 26 Exo 35:15 | het deksel der deur aan de deur des tabernakels; ~ 27 Exo 36:37 | 37 Hij maakte ook aan de deur der tent een deksel van 28 Exo 38:8 | die te hoop kwamen voor de deur van de tent der samenkomst. ~ 29 Exo 38:15 | aan de andere zijde van de deur des voorhofs, van hier en 30 Exo 38:30 | maakte daarvan de voeten der deur van de tent der samenkomst, 31 Exo 39:38 | specerijen, en het deksel van de deur der tent. ~ 32 Exo 40:5 | zult gij het deksel van de deur des tabernakels ophangen. ~ 33 Exo 40:6 | brandoffers zetten voor de deur van den tabernakel, van 34 Exo 40:12 | zonen doen naderen, tot de deur van de tent der samenkomst; 35 Exo 40:28 | hing ook het deksel van de deur des tabernakels. ~ 36 Exo 40:29 | altaar des brandoffers aan de deur des tabernakels, van de 37 Lev 1:3 | mannetje offeren; aan de deur van de tent der samenkomst 38 Lev 1:5 | altaar, hetwelk voor de deur van de tent der samenkomst 39 Lev 3:2 | zal ze slachten voor de deur van de tent der samenkomst; 40 Lev 4:4 | zal die var brengen tot de deur van de tent der samenkomst, 41 Lev 4:7 | brandoffers, hetwelk is aan de deur van de tent der samenkomst. ~ 42 Lev 4:18 | brandoffers, hetwelk is voor de deur van de tent der samenkomst. ~ 43 Lev 8:3 | ganse vergadering aan de deur van de tent der samenkomst. ~ 44 Lev 8:4 | vergadering werd verzameld aan de deur van de tent der samenkomst. ~ 45 Lev 8:31 | Ziedt dat vlees voor de deur van de tent der samenkomst, 46 Lev 8:33 | 33 Ook zult gij uit de deur van de tent der samenkomst, 47 Lev 8:35 | 35 Gij zult dan aan de deur van de tent der samenkomst 48 Lev 10:7 | 7 Gij zult ook uit de deur van de tent der samenkomst 49 Lev 12:6 | tenzondoffer brengen, voor de deur van de tent der samenkomst, 50 Lev 14:11 | aangezicht des HEEREN, aan de deur van de tent der samenkomst. ~ 51 Lev 14:23 | priester brengen, aan de deur van de tent der samenkomst, 52 Lev 14:38 | dat huis uitgaan, aan de deur van het huis, en hij zal 53 Lev 15:14 | aangezicht des HEEREN, aan de deur van de tent der samenkomst 54 Lev 15:29 | priester brengen, aan de deur van de tent der samenkomst. ~ 55 Lev 16:7 | aangezicht des HEEREN, aan de deur van de tent der samenkomst. ~ 56 Lev 17:4 | 4 En dezelve aan de deur van de tent der samenkomst 57 Lev 17:5 | HEERE toebrengen, aan de deur van de tent der samenkomst 58 Lev 17:6 | altaar des HEEREN, aan de deur van de tent der samenkomst, 59 Lev 17:9 | 9 En dat tot de deur van de tent der samenkomst 60 Lev 19:21 | schuldoffer den HEERE aan de deur van de tent der samenkomst 61 Num 3:25 | deksel, en het deksel aan de deur van de tent der samenkomst; ~ 62 Num 3:26 | voorhofs, en het deksel van de deur des voorhofs, welke bij 63 Num 4:25 | bovenop is, en het deksel der deur van de tent der samenkomst, ~ 64 Num 4:26 | voorhofs, en het deksel der deur van de poort des voorhofs, 65 Num 6:10 | tot den priester, tot de deur van de tent der samenkomst. ~ 66 Num 6:13 | zal hij dit brengen tot de deur van de tent der samenkomst. ~ 67 Num 6:18 | zal de Nazireer, aan de deur van de tent der samenkomst, 68 Num 10:3 | vergaderd worden, aan de deur van de tent der samenkomst. ~ 69 Num 11:10 | huisgezinnen, een ieder aan de deur zijner hut; en de toorn 70 Num 12:5 | wolkkolom, en stond aan de deur der tent; daarna riep Hij 71 Num 16:18 | en zij stonden voor de deur van de tent der samenkomst, 72 Num 16:19 | tegen hen verzamelen, aan de deur van de tent der samenkomst. 73 Num 16:27 | gingen uit, staande in de deur hunner tenten, met hun vrouwen, 74 Num 16:50 | keerde weder tot Mozes aan de deur van de tent der samenkomst; 75 Num 20:6 | aangezicht der gemeente tot de deur van de tent der samenkomst, 76 Num 25:6 | toen zij weenden voor de deur van de tent der samenkomst. ~ 77 Num 27:2 | ganse vergadering, aan de deur van de tent der samenkomst, 78 Deu 15:17 | steken in zijn oor en in de deur, en hij zal eeuwiglijk uw 79 Deu 22:21 | dochter uitbrengen tot de deur van haars vaders huis, en 80 Deu 31:15 | wolkkolom stond boven de deur der tent. ~ 81 Joz 8:29 | en zij wierpen het aan de deur der stadspoort, en richtten 82 Joz 19:51 | aangezicht des HEEREN, aan de deur van de tent der samenkomst. 83 Joz 20:4 | zo zal hij staan aan de deur der stadspoort, en hij zal 84 Ric 4:20 | hij tot haar: Sta in de deur der tent; en het zij, zo 85 Ric 8:35 | ging uit, en stond aan de deur van de stadspoort; en Abimelech 86 Ric 8:40 | vele verslagenen tot aan de deur der stads poort. ~ 87 Ric 8:44 | en bleven staan aan de deur der stadspoort; en de twee 88 Ric 8:52 | hij genaakte tot aan de deur des torens, om dien met 89 Ric 10:31 | het uitgaande, dat uit de deur van mijn huis mij tegemoet 90 Ric 17:16 | aangegord, bleven staan aan de deur van de poort. ~ 91 Ric 17:17 | priester nu bleef staan aan de deur van de poort, met de zeshonderd 92 Ric 18:22 | het huis, kloppende op de deur; en zij spraken tot den 93 Ric 18:26 | morgenstond, en viel neder voor de deur van het huis des mans, waarin 94 Ric 18:27 | vrouw, zijn bijwijf, aan de deur van het huis, en haar handen 95 1Sa 2:22 | hopen samenkwamen aan de deur van de tent der samenkomst. ~ 96 2Sa 10:8 | stelden de slagorde voor de deur der poort; maar de Syriers 97 2Sa 11:9 | legde zich neder voor de deur van des konings huis, met 98 2Sa 11:23 | hen aan geweest tot aan de deur der poort. ~ 99 2Sa 13:17 | naar buiten, en grendel de deur achter haar toe. ~ 100 2Sa 13:18 | buiten, en grendelde de deur achter haar toe. ~ 101 1Kon 6:8 | 8 De deur der middelste zijkamer was 102 1Kon 6:34| de twee zijden der ene deur waren omdraaiende; alzo 103 1Kon 6:34| gegraveerde zijden der andere deur omdraaiende. ~ 104 1Kon 14:27| oversten der trawanten, die de deur van het huis des konings 105 1Kon 22:10| klederen, op het plein, aan de deur der poort van Samaria; en 106 2Kon 4:4 | Kom dan in, en sluit de deur voor u en voor uw zonen 107 2Kon 4:5 | zij van hem, en sloot de deur voor zich en voor haar zonen 108 2Kon 4:15| geroepen had, stond zij in de deur.) ~ 109 2Kon 4:33| ging hij in, en sloot de deur voor hen beiden toe, en 110 2Kon 5:9 | wagen, en stond voor de deur van het huis van Elisa. ~ 111 2Kon 6:32| die bode komt, sluit de deur toe, en dringt hem uit met 112 2Kon 6:32| en dringt hem uit met de deur; is niet het geruis der 113 2Kon 7:3 | melaatse mannen voor de deur der poort; die zeiden, de 114 2Kon 9:3 | over Israel. Doe daarna de deur open, en vlied, en vertoef 115 2Kon 9:10| begrave. Toen deed hij de deur open en vlood. ~ 116 2Kon 10:8 | ze in twee hopen, aan de deur der poort, tot morgen. ~ 117 1Kro 9:21| Meselemja, was poortier aan de deur van de tent der samenkomst. ~ 118 2Kro 13:10| oversten der trawanten, die de deur van het huis des konings 119 2Kro 19:9 | zaten op het plein, aan de deur der poort van Samaria; en 120 Neh 3:20 | van den hoek tot aan de deur van het huis van Eljasib, 121 Est 19 | koninklijke huis, tegenover de deur van het huis. ~ 122 Job 31:9 | of ik aan mijns naasten deur geloerd heb; ~ 123 Psa 141:3 | voor mijn mond, behoed de deur mijner lippen. ~ 124 Spre 5:8 | haar, en nader niet tot de deur van haar huis; ~ 125 Spre 9:14| 14      En zij zit aan de deur van haar huis, op een stoel, 126 Spre 17:19| overtreding lief; die zijn deur verhoogt, zoekt verbreking. ~ 127 Spre 26:14| 14      Een deur keert om op haar herre, 128 Hoo 5:4 | Zijn hand van het gat der deur; en mijn ingewand werd ontroerd 129 Hoo 8:9 | haar bouwen; en zo zij een deur is, wij zullen haar rondom 130 Jes 58:8 | 8      En achter de deur en posten zet gij uw gedenkteken; 131 Jer 1:15 | iegelijk zijn troon voor de deur der poorten van      Jeruzalem, 132 Jer 19:2 | van Hinnom, dat voor de deur der Zonnepoort is, en roep 133 Jer 26:10 | en zij zetten zich bij de deur der nieuwe poort des HEEREN. ~ 134 Jer 36:10 | bovenste voorhof, aan de deur der      nieuwe poort van 135 Jer 43:9 | den ticheloven, die bij de deur van Farao's huis te Tachpanhes 136 Eze 8:3 | Gods te Jeruzalem, tot de deur der poort van het binnenste 137 Eze 8:7 | Zo bracht Hij mij tot de deur van het voorhof. Toen zag 138 Eze 8:8 | wand, en ziet, daar was een deur. ~ 139 Eze 8:14 | En Hij bracht mij tot de deur der poort van het huis des 140 Eze 8:16 | HEEREN; en ziet, aan de deur van den tempel des HEEREN, 141 Eze 10:19 | elkeen stond aan de      deur der Oostpoort van het huis 142 Eze 11:1 | oostwaarts; en ziet, aan de deur der poort waren vijf en 143 Eze 40:11 | Voorts mat hij de wijdte der deur van de poort, tien ellen; 144 Eze 40:13 | was vijf en twintig ellen; deur was tegenover deur. ~ 145 Eze 40:13 | ellen; deur was tegenover deur. ~ 146 Eze 40:40 | buiten des opgangs, aan de deur der noorderpoort, twee tafelen; 147 Eze 41:2 | 2      En de breedte der deur, tien ellen, en de zijden 148 Eze 41:2 | ellen, en de zijden der deur, vijf ellen van deze, en 149 Eze 41:3 | binnen, en mat den post der deur, twee ellen; en de deur 150 Eze 41:3 | deur, twee ellen; en de deur zes ellen, en de breedte 151 Eze 41:3 | ellen, en de breedte der deur zeven ellen. ~ 152 Eze 41:11 | ledig gelatene toe, de ene deur den weg naar het noorden, 153 Eze 41:11 | het noorden, en de andere deur naar het zuiden; en de breedte 154 Eze 41:17 | Tot hetgeen boven de deur was, en tot het binnenste 155 Eze 41:20 | de aarde af tot boven de deur waren de cherubs en de palmbomen 156 Eze 41:24 | omdraaien kon; twee aan de ene deur, en twee bladen aan de andere. ~ 157 Eze 42:2 | de honderd ellen naar de deur van het noorden; en de breedte 158 Eze 42:12 | zuiden waren, was er een deur in het hoofd van den weg, 159 Eze 46:3 | lands aanbidden voor de deur derzelve poort, op de sabbatten 160 Eze 47:1 | bracht hij mij weder tot de deur van het huis, en ziet, er 161 Dan 3:26 | naderde Nebukadnezar tot de deur van den oven des brandenden 162 Hos 2:14 | en het dal Achor, tot een deur der hoop; en aldaar zal 163 Matt 6:6 | in uw binnenkamer, en uw deur gesloten hebbende, bidt 164 Matt 24:33| dat het nabij is, voor de deur. ~ 165 Matt 25:10| in tot de bruiloft, en de deur werd gesloten. ~ 166 Matt 27:60| een grote steen tegen de deur des grafs gewenteld hebbende, 167 Matt 28:2 | wentelde de steen af van de deur, en zat op denzelven. ~ 168 Mark 1:33| bijeenvergaderd omtrent de deur. ~ 169 Mark 2:2 | zelfs de plaatsen omtrent de deur hen niet meer konden bevatten; 170 Mark 11:4 | het veulen gebonden bij de deur, buiten aan de wegscheiding, 171 Mark 13:29| dat het nabij, voor de deur is. ~ 172 Mark 15:46| wentelde een steen tegen de deur des grafs. ~ 173 Mark 16:3 | zal ons den steen van de deur des grafs afwentelen? ~ 174 Luk 11:7 | mij geen moeite aan; de deur is nu gesloten, en mijn 175 Luk 13:25 | zal opgestaan zijn, en de deur zal gesloten hebben, en 176 Luk 13:25 | buiten te staan, en aan de deur te kloppen, zeggende: Heere, 177 Joha 10:1 | Die niet ingaat door de deur in den stal der schapen, 178 Joha 10:2 | 2 Maar die door de deur ingaat, is een herder der 179 Joha 10:7 | voorwaar zeg Ik u: Ik ben de Deur der schapen. ~ 180 Joha 10:9 | 9 Ik ben de Deur; indien iemand door Mij 181 Joha 18:16| Petrus stond buiten aan de deur. De andere discipel dan, 182 Hand 3:2 | dagelijks zetten aan de deur des tempels, genaamd de 183 Hand 6:36| en de wachters voor de deur bewaarden den gevangenis. ~ 184 Hand 6:43| 13 En als Petrus aan de deur van de voorpoort klopte, 185 Hand 8:27| dat Hij den heidenen de deur des geloofs geopend had. ~ 186 1Kor 16:9 | is een grote en krachtige deur geopend, en er zijn vele 187 2Kor 2:12| prediken, en als mij een deur geopend was in den Heere, 188 Kol 4:3 | voor ons, dat God ons de deur des Woords opene, om te 189 Jako 5:9 | de Rechter staat voor de deur. ~ 190 Open 3:8 | zie, Ik heb een geopende deur voor u gegeven, en niemand 191 Open 3:20| 20 Zie, Ik sta aan de deur, en Ik klop; indien iemand 192 Open 3:20| Mijn stem zal horen, en de deur opendoen, Ik zal tot hem 193 Open 4:1 | dezen zag ik, en ziet, een deur was geopend in den hemel;


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License