Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
overspelig 4
overspelige 2
overspreid 1
overste 191
overstelpende 2
overstelpenden 1
overstelpt 9
Frequency    [«  »]
192 ander
191 38
191 drinken
191 overste
190 buiten
188 wiens
187 namelijk

Bijbel

IntraText - Concordances

overste

    Book Chapter: Verse
1 Gen 34:36 | een hoveling van Farao, overste der trawanten. ~ 2 Gen 36:1 | hoveling van Farao, een overste der trawanten, een Egyptisch 3 Gen 36:21 | genade in de ogen van den overste van het gevangenhuis. ~ 4 Gen 36:22 | 22 En de overste van het gevangenhuis gaf 5 Gen 36:23 | 23 De overste van het gevangenhuis zag 6 Gen 36:25 | twee hovelingen, op den overste der schenkers, en op den 7 Gen 36:25 | der schenkers, en op den overste der bakkers. ~ 8 Gen 36:26 | bewaring, ten huize van den overste der trawanten, in het gevangenhuis, 9 Gen 36:27 | 4 En de overste der trawanten bestelde Jozef 10 Gen 36:32 | 9 Toen vertelde de overste der schenkers Jozef zijn 11 Gen 36:39 | 16 Toen de overste der bakkers zag, dat hij 12 Gen 36:43 | verhief het hoofd van den overste der schenkers, en het hoofd 13 Gen 36:43 | schenkers, en het hoofd van den overste der bakkers, in het midden 14 Gen 36:44 | 21 En hij deed den overste der schenkers wederkeren 15 Gen 36:45 | 22 Maar den overste der bakkers hing hij op; 16 Gen 36:46 | 23 Doch de overste der schenkers gedacht aan 17 Gen 37:9 | 9 Toen sprak de overste der schenkers tot Farao, 18 Gen 37:10 | bewaring ten huize van den overste der trawanten, mij en den 19 Gen 37:10 | der trawanten, mij en den overste der bakkers. ~ 20 Gen 37:12 | jongeling, een knecht van den overste der trawanten; en wij vertelden 21 Gen 37:45 | de dochter van Potifera, overste van On, tot een vrouw; en 22 Gen 37:50 | de dochter van Potifera, overste van On, hem baarde. ~ 23 Gen 42:20 | dochter van Potifera, den overste te On, baarde. ~ 24 Exo 2:14 | zeide: Wie heeft u tot een overste en rechter over ons gezet? 25 Lev 4:22 | 22 Als een overste zal gezondigd hebben, en 26 Lev 21:4 | verontreinigen over een overste onder zijn volken, om zich 27 Num 2:3 | zoon van Amminadab, zal de overste der zonen van Juda zijn. ~ 28 Num 2:5 | de zoon van Zuar, zal de overste der zonen van Issaschar 29 Num 2:7 | de zoon van Helon, zal de overste der zonen van Zebulon zijn. ~ 30 Num 2:10 | zoon van Sedeur, zal de overste der zonen van Ruben zijn. ~ 31 Num 2:12 | zoon van Zurisaddai, zal de overste der zonen van Simeon zijn. ~ 32 Num 2:14 | zoon van Rehuel, zal de overste der zonen van Gad zijn. ~ 33 Num 2:18 | zoon van Ammihud, zal de overste der zonen van Efraim zijn. ~ 34 Num 2:20 | zoon van Pedazur, zal de overste der zonen van Manasse zijn. ~ 35 Num 2:22 | zoon van Gideoni, zal de overste der zonen van Benjamin zijn. ~ 36 Num 2:25 | zoon van Ammisaddai, zal de overste der zonen van Dan zijn. ~ 37 Num 2:27 | zoon van Ochran, zal de overste der zonen van Aser zijn. ~ 38 Num 2:29 | de zoon van Enan, zal de overste der zonen van Nafthali zijn. ~ 39 Num 3:24 | 24 De overste nu van het vaderlijke huis 40 Num 3:30 | 30 De overste nu van het vaderlijke huis 41 Num 3:32 | 32 De overste nu der oversten van Levi 42 Num 3:35 | 35 De overste nu van het vaderlijke huis 43 Num 7:11 | HEERE zeide tot Mozes: Elke overste zal, een iegelijk op zijn 44 Num 7:18 | Nethaneel, de zoon van Zuar, de overste van Issaschar. ~ 45 Num 7:24 | den derden dag offerde de overste der zonen van Zebulon, Eliab, 46 Num 7:30 | den vierden dag offerde de overste der kinderen van Ruben, 47 Num 7:36 | vijfden dag offerde den overste der kinderen van Simeon, 48 Num 7:42 | den zesden dag offerde de overste der kinderen van Gad, Eljasaf, 49 Num 7:48 | zevenden dag offerde de overste der kinderen van Efraim, 50 Num 7:54 | achtsten dag offerde de overste der kinderen van Manasse, 51 Num 7:60 | negenden dag offerde de overste der kinderen van Benjamin, 52 Num 7:66 | den tienden dag offerde de overste der kinderen van Dan, Ahiezer, 53 Num 7:72 | den elfden dag offerde de overste der kinderen van Aser, Pagiel, 54 Num 7:78 | twaalfden dag offerde de overste der kinderen van Nafthali, 55 Num 13:2 | zenden, zijnde ieder een overste onder hen. ~ 56 Num 17:6 | hem een staf, voor elken overste een staf, naar het huis 57 Num 18:6 | hem een staf, voor elken overste een staf, naar het huis 58 Num 25:14 | Zimri, de zoon van Salu, een overste van een vaderlijk huis der 59 Num 25:18 | Kozbi, de dochter van den overste der Midianieten, hun zuster, 60 Num 33:18 | zult gij uit elken stam een overste nemen, om het land ten erve 61 Num 33:22 | der kinderen van Dan, de overste Bukki, zoon van Jogli; ~ 62 Num 33:23 | kinderen van Manasse, de overste Hanniel, zoon van Efod; ~ 63 Num 33:24 | kinderen van Efraim, de overste Kemuel, zoon van Siftan; ~ 64 Num 33:25 | kinderen van Zebulon, de overste Elizafan, zoon van Parnach; ~ 65 Num 33:26 | kinderen van Issaschar, de overste Paltiel, zoon van Azzan; ~ 66 Num 33:27 | der kinderen van Aser, de overste Achihud, zoon van Selomi; ~ 67 Num 33:28 | kinderen van Nafthali, de overste Pedael, zoon van Ammihud. ~ 68 Ric 8:30 | 30 Als Zebul, de overste der stad, de woorden van 69 Ric 10:6 | Kom, en wees ons tot een overste, opdat wij strijden tegen 70 Ric 10:11 | stelde hem tot een hoofd en overste over zich. En Jeftha sprak 71 1Sa 18:13 | hij zette hem zich tot een overste van duizend; en hij ging 72 1Sa 22:2 | bedroefd was, en hij werd tot overste over hen; zodat bij hem 73 2Sa 5:8 | tot een hoofd en tot een overste zijn; daarom zegt men: Een 74 2Sa 23:19 | Daarom was hij hun tot een overste. Maar hij kwam niet tot 75 1Kon 11:24| mannen vergaderd had, en werd overste ener bende, als David die 76 1Kon 16:9 | 9 En Zimri, zijn knecht, overste van de helft der wagenen, 77 1Kon 22:26| hem weder tot Amon, den overste der stad, en tot Joas, den 78 2Kon 25:8 | der poort van Jozua, den overste der stad, was, welke aan 79 2Kon 27:8 | Babel) kwam Nebuzaradan, de overste der trawanten, de knecht 80 2Kon 27:10| de Chaldeen, dat met den overste der trawanten was, brak 81 2Kon 27:11| voerde Nebuzaradan, de overste der trawanten, gevankelijk 82 2Kon 27:12| armsten des lands liet de overste der trawanten enigen overig 83 2Kon 27:15| 15 En de overste der trawanten nam weg de 84 2Kon 27:18| 18 Ook nam de overste der trawanten Seraja, den 85 2Kon 27:20| 20 Als Nebuzaradan, de overste der trawanten, dezen genomen 86 2Kon 27:23| koning van Babel Gedalia tot overste gesteld had, kwamen zij 87 1Kro 9:11| Merajoth, den zoon van Ahitub, overste van het huis Gods; ~ 88 1Kro 9:26| Want in dat ambt waren vier overste poortiers, die Levieten 89 1Kro 11:6 | tot een hoofd, en tot een overste worden. Toen beklom Joab, 90 1Kro 11:21| daarom werd hij hun tot een overste; maar hij kwam tot aan de 91 1Kro 12:18| Geest toog Amasai aan, den overste der hoofdlieden, en hij 92 1Kro 12:27| 27 En Jehojada was overste der Aaronieten; en met hem 93 1Kro 15:5 | kinderen van Kehath was Uriel overste, en van zijn broederen waren 94 1Kro 15:6 | kinderen van Merari was Asaja overste, en van zijn broederen waren 95 1Kro 15:7 | kinderen van Gersom was Joel overste, en van zijn broederen waren 96 1Kro 15:8 | kinderen van Elizafan was overste Semaja, en van zijn broederen 97 1Kro 15:9 | kinderen van Hebron was Eliel overste, en zijn broederen waren 98 1Kro 15:10| van Uzziel was Amminadab overste, en zijn broederen waren 99 1Kro 15:22| 22 En Chenanja, de overste der Levieten, was over het 100 1Kro 15:27| zangers, en Chenanja, de overste van het opheffen der zangers; 101 1Kro 27:24| den zoon van Mozes, was overste over de schatten. ~ 102 1Kro 28:5 | 5 De derde overste des heirs in de derde maand 103 1Kro 28:8 | Samhuth, de Jizrahiet, de overste; in zijn verdeling waren 104 2Kro 12:22| Maacha, tot een hoofd, om een overste te zijn onder zijn broederen; 105 2Kro 18:14| oversten der duizenden: Adna de overste, en met hem waren driehonderd 106 2Kro 18:15| 15 Naast hem nu was de overste Johanan; en met hem waren 107 2Kro 19:25| hem weder tot Amon, den overste der stad, en tot Joas, den 108 2Kro 31:12| was Chonanja, de Leviet, overste, en Simei, zijn broeder, 109 2Kro 31:13| Jehizkia en van Azaria, den overste van het huis Gods. ~ 110 2Kro 34:8 | Azalia, en Maaseja, den overste der stad, en Joha, den zoon 111 Neh 3:9 | Refaja, de zoon van Hur, overste des halven deels van Jeruzalem. ~ 112 Neh 3:12 | Sallum, de zoon van Lohes, overste van het andere halve deel 113 Neh 3:14 | Malchia, de zoon van Rechab, overste van het deel Beth-Cherem; 114 Neh 3:15 | Sallum, de zoon van Kol-Hoze, overste van het deel van Mizpa; 115 Neh 3:16 | Nehemia, de zoon van Azbuk, overste van het halve deel van Beth-Zur, 116 Neh 3:17 | hand verbeterde Hasabja, de overste van het halve deel van Kehila, 117 Neh 3:18 | de zoon van Henadad, de overste van het andere halve deel 118 Neh 3:19 | Ezer, de zoon van Jesua, de overste van Mizpa, een ander maat; 119 Neh 7:2 | Hanani, en aan Hananja, den overste van den burg te Jeruzalem, 120 Spre 6:7 | 7      Dewelke, geen overste, ambtman noch heerser hebbende, ~ 121 Spre 25:15| 15      Een overste wordt door lankmoedigheid 122 Jes 3:3 | 3      Den overste van vijftig, en den aanzienlijke, 123 Jes 3:6 | een kleed, wees ons ten overste, laat toch dezen aanstoot 124 Jes 3:7 | huis; zet mij niet tot een overste des volks. ~ 125 Jer 39:9 | voerde      Nebuzaradan, de overste der trawanten, gevankelijk 126 Jer 39:10 | hadden, liet Nebuzaradan, de overste der trawanten, enigen overig 127 Jer 39:11 | hand van Nebuzaradan, den overste der trawanten, zeggende: ~ 128 Jer 39:13 | Zo zond Nebuzaradan, de overste der trawanten, mitsgaders 129 Jer 40:1 | Jeremia, nadat Nebuzaradan, de overste der trawanten, hem had laten 130 Jer 40:2 | 2      Want de overste der trawanten liet Jeremia 131 Jer 40:5 | gaan, ga er henen. En de overste der trawanten gaf hem reiskost 132 Jer 41:10 | die      Nebuzaradan, de overste der trawanten, aan Gedalia, 133 Jer 43:6 | ziel, die Nebuzaradan, de overste der trawanten, bij Gedalia, 134 Jer 52:12 | Babel), als Nebuzaradan, de overste der      trawanten, die 135 Jer 52:14 | der Chaldeen, dat met den overste der trawanten was, brak 136 Jer 52:15 | voerde Nebuzaradan, de overste der trawanten, gevankelijk 137 Jer 52:16 | lands liet Nebuzaradan, de overste der trawanten, enigen over 138 Jer 52:19 | 19      En de overste der trawanten nam weg de 139 Jer 52:24 | 24      Ook nam de overste der trawanten Seraja, den 140 Jer 52:26 | Als Nebuzaradan, de overste der trawanten, dezen genomen 141 Jer 52:30 | Nebukadrezar voerde Nebuzaradan, de overste der trawanten, gevankelijk 142 Dan 1:3 | koning zeide tot Aspenaz, den overste zijner kamerlingen, dat 143 Dan 1:7 | 7      En de overste der kamerlingen gaf hun 144 Dan 1:8 | daarom verzocht hij van den overste der      kamerlingen, dat 145 Dan 1:9 | voor het aangezicht van den overste der kamerlingen. ~ 146 Dan 1:10 | 10      Want de overste der kamerlingen zeide tot 147 Dan 1:11 | Daniel tot Melzar, dien de overste der kamerlingen gesteld 148 Dan 1:18 | inbrengen, zo bracht ze de overste der kamerlingen in voor 149 Dan 2:14 | oordeel in, aan Arioch, den overste der trawanten des konings, 150 Dan 2:48 | landschap van Babel, en een overste der      overheden over 151 Dan 4:9 | 9      Beltsazar, gij overste der tovenaars! dewijl ik 152 Dan 5:11 | Nebukadnezar, uw vader, tot een overste der tovenaars, der sterrekijkers, 153 Dan 11:18 | er vele innemen; doch een overste zal zijn smaad tegen hem 154 Matt 9:18| tot hen sprak, ziet, een overste kwam en aanbad Hem, zeggende: 155 Matt 9:34| de duivelen uit door den overste der duivelen. ~ 156 Matt 12:24| dan door Beelzebul, den overste der duivelen. ~ 157 Mark 3:22| heeft Beelzebul, en door den overste der duivelen werpt Hij de 158 Mark 5:36| gesproken werd, zeide tot den overste der synagoge: Vrees niet; 159 Luk 8:41 | was Jairus, en hij was een overste der synagoge; en hij viel 160 Luk 11:15 | uit door Beelzebul, den overste der duivelen. ~ 161 Luk 13:14 | 14 En de overste der synagoge, kwalijk nemende, 162 Luk 18:18 | 18 En een zeker overste vraagde Hem, zeggende: Goede 163 Luk 19:2 | Zacheus; en deze was een overste der tollenaren, en hij was 164 Joha 3:1 | naam was Nicodemus, een overste der Joden; ~ 165 Joha 12:31| dezer wereld; nu zal de overste dezer wereld buiten geworpen 166 Joha 14:30| veel met u spreken; want de overste dezer wereld komt, en heeft 167 Joha 16:11| En van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld 168 Joha 18:12| 12 De bende dan, en de overste over duizend, en de dienaars 169 Hand 12:8 | 8 En Crispus, de overste der synagoge, geloofde aan 170 Hand 12:17| Grieken namen Sosthenes, den overste der synagoge, en sloegen 171 Hand 15:31| kwam het gerucht tot den overste der bende, dat geheel Jeruzalem 172 Hand 15:33| 33 Toen naderde de overste en greep hem, en beval, 173 Hand 15:37| worden, zeide hij tot den overste: Is het mij geoorloofd tot 174 Hand 16:24| 24 Zo beval de overste, dat men hem in de legerplaats 175 Hand 16:26| en boodschapte het den overste, zeggende: Zie, wat gij 176 Hand 16:27| 27 En de overste kwam toe, en zeide tot hem: 177 Hand 16:28| 28 En de overste antwoordde: Ik heb dit burgerrecht 178 Hand 16:29| onderzocht hebben. En de overste werd ook bevreesd, toen 179 Hand 17:5 | want er is geschreven: Den overste uws volks zult gij niet 180 Hand 17:10| tweedracht ontstaan was, de overste, vrezende, dat Paulus van 181 Hand 17:15| 15 Gij dan nu, laat den overste weten met den raad, dat 182 Hand 17:17| dezen jongeling heen tot den overste; want hij heeft hem wat 183 Hand 17:18| hem en bracht hem tot den overste, en zeide: Paulus, de gevangene, 184 Hand 17:19| 19 De overste nu nam hem bij de hand, 185 Hand 17:22| 22 De overste dan liet den jongeling gaan, 186 Hand 18:7 | 7 Maar Lysias, de overste, daarover komende, heeft 187 Hand 18:22| hebben, wanneer Lysias, de overste, zal afgekomen zijn, zo 188 Hand 22:16| gevangenen over aan den overste des legers; maar aan Paulus 189 Efez 2:2 | eeuw dezer wereld, naar den overste van de macht der lucht, 190 1Pet 5:4 | 4 En als de overste Herder verschenen zal zijn, 191 Open 1:5 | Eerstgeborene uit de doden, en de Overste der koningen der aarde.


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License