Book Chapter: Verse
1 Gen 6:14 | bepekken van binnen en van buiten met pek. ~
2 Gen 9:22 | zijn beiden broederen daar buiten te kennen. ~
3 Gen 14:24 | 24 Het zij buiten mij; alleen wat de jongelingen
4 Gen 14:29 | leidde Hij hem uit naar buiten, en zeide: Zie nu op naar
5 Gen 18:16 | hem uit, en stelden hem buiten de stad. ~
6 Gen 18:17 | uitgebracht hadden naar buiten, zo zeide Hij: behoud u
7 Gen 23:11 | de kemelen nederknielen buiten de stad, bij een waterput,
8 Gen 23:29 | Laban liep tot die man naar buiten tot de fontein. ~
9 Gen 23:31 | HEEREN! waarom zoudt gij buiten staan? want ik heb het huis
10 Gen 36:12 | vluchtte, en ging uit naar buiten. ~
11 Gen 36:13 | hand gelaten had, en naar buiten gevlucht was; ~
12 Gen 36:15 | vluchtte, en ging uit naar buiten. ~
13 Gen 36:18 | mij liet, en vluchtte naar buiten. ~
14 Gen 37:16 | Farao, zeggende: Het is buiten mij! God zal Farao's welstand
15 Exo 12:46 | zult van het vlees niet buiten uit het huis dragen, en
16 Exo 25:11 | overtrekken, van binnen en van buiten zult gij ze overtrekken;
17 Exo 26:35 | tafel nu zult gij zetten buiten den voorhang, en den kandelaar
18 Exo 27:21 | tent der samenkomst, van buiten den voorhang, die voor de
19 Exo 29:14 | gij met vuur verbranden, buiten het leger; het is een zondoffer. ~
20 Exo 34:7 | tent, en spande ze zich buiten het leger, ver van het leger
21 Exo 34:7 | tent der samenkomst, die buiten het leger was. ~
22 Exo 37:2 | goud, van binnen en van buiten; en hij maakte ze een gouden
23 Exo 40:22 | tabernakels tegen het noorden, buiten den voorhang. ~
24 Lev 4:12 | dien gehele var zal hij tot buiten het leger uitvoeren, aan
25 Lev 4:21 | Daarna zal hij dien var tot buiten het leger uitvoeren, en
26 Lev 6:11 | aandoen, en zal de as tot buiten het leger uitdragen aan
27 Lev 8:17 | en zijn mest, heeft hij buiten het leger met vuur verbrand,
28 Lev 9:11 | verbrandde hij met vuur buiten het leger. ~
29 Lev 10:4 | van voor het heiligdom tot buiten het leger. ~
30 Lev 10:5 | hen, in hun rokken, tot buiten het leger, gelijk als Mozes
31 Lev 13:46 | hij, hij zal alleen wonen; buiten het leger zal zijn woning
32 Lev 14:3 | 3 En de priester zal buiten het leger gaan; als de priester
33 Lev 14:8 | het leger komen, maar zal buiten zijn tent zeven dagen blijven. ~
34 Lev 14:40 | uitbreken, en dezelve tot buiten de stad werpen, aan een
35 Lev 14:41 | afgeschrabd hebben, tot buiten de stad aan een onreine
36 Lev 14:45 | huis, en men zal het tot buiten de stad uitvoeren, aan een
37 Lev 14:53 | levenden vogel nu zal hij tot buiten de stad, in het open veld,
38 Lev 15:25 | ook een vrouw, vele dagen buiten den tijd harer afzondering,
39 Lev 16:27 | het heilige, zal men tot buiten het leger uitvoeren; doch
40 Lev 17:3 | of die ze slachten zal buiten het leger; ~
41 Lev 18:9 | moeder, te huis geboren of buiten geboren, haar schaamte zult
42 Lev 23:3 | den avond tot den morgen, buiten den voorhang van de getuigenis,
43 Lev 23:14 | Breng den vloeker uit tot buiten het leger, en allen, die
44 Lev 23:23 | dat zij den vloeker tot buiten het leger uitbrengen, en
45 Num 5:3 | zult gij hen wegzenden; tot buiten het leger zult gij hen wegzenden;
46 Num 5:4 | alzo, en zonden hen tot buiten het leger; gelijk de HEERE
47 Num 12:14 | zijn? Laat haar zeven dagen buiten het leger gesloten, en daarna
48 Num 12:15 | 15 Zo werd Mirjam buiten het leger zeven dagen gesloten;
49 Num 15:35 | hem met stenen stenigen buiten het leger. ~
50 Num 15:36 | ganse vergadering uit tot buiten het leger, en zij stenigden
51 Num 31:13 | gingen uit hen tegemoet, tot buiten voor het leger. ~
52 Num 31:19 | 19 En gijlieden, legert u buiten het leger zeven dagen; een
53 Num 34:4 | den stadsmuur af, en naar buiten, van duizend ellen zijn
54 Num 34:5 | 5 En gij zult meten van buiten de stad, aan den hoek tegen
55 Num 34:27 | bloedwreker hem zal vinden buiten de palen zijner vrijstad;
56 Deu 23:10 | des nachts, die zal tot buiten het leger uitgaan; hij zal
57 Deu 23:12 | zult ook een plaats hebben buiten het leger, en daarhenen
58 Deu 23:12 | daarhenen zult gij uitgaan naar buiten. ~
59 Deu 23:13 | zal geschieden, als gij buiten gezeten hebt, dan zult gij
60 Deu 24:11 | 11 Buiten zult gij staan, en de man,
61 Deu 24:11 | hebt, zal het pand naar buiten tot u uitbrengen. ~
62 Deu 32:25 | 25 Van buiten zal het zwaard beroven,
63 Joz 2:19 | deuren van uw huis naar buiten gaan zal, zijn bloed zij
64 Joz 6:23 | huisgezinnen, en zij stelden hen buiten het leger van Israel. ~
65 Ric 11:9 | zond dertig dochteren naar buiten, en bracht dertig dochteren
66 Ric 11:9 | bracht dertig dochteren van buiten in voor zijn zonen; en hij
67 1Sa 9:26 | uit, hij en Samuel, naar buiten. ~
68 2Sa 13:17 | nu deze van mij uit naar buiten, en grendel de deur achter
69 2Sa 13:18 | dienaar bracht haar uit tot buiten, en grendelde de deur achter
70 1Kon 6:29| bloemen, van binnen en van buiten. ~
71 1Kon 6:30| met goud van binnen en van buiten. ~
72 1Kon 7:9 | gehouwen, van binnen en van buiten met de zaag gezaagd; en
73 1Kon 7:9 | neutstenen een palm breed, en van buiten tot het grote voorhof. ~
74 1Kon 8:8 | de aanspraakplaats, maar buiten niet gezien werden; en zij
75 1Kon 21:13| gezegend. En zij voerden hem buiten de stad, en stenigden hem
76 2Kon 4:3 | Ga, eis voor u vaten van buiten, van al uw naburen ledige
77 2Kon 11:15| hen: Brengt haar uit tot buiten de ordeningen, en doodt,
78 2Kon 25:4 | zouden; en hij verbrandde dat buiten Jeruzalem in de velden van
79 2Kon 25:6 | het huis des HEEREN weg, buiten Jeruzalem, tot de beek Kidron,
80 2Kro 5:9 | de aanspraakplaats, maar buiten niet gezien werden; en zij
81 2Kro 6:9 | de aanspraakplaats, maar buiten niet gezien werden; en zij
82 2Kro 23:27| tot hen: Brengt ze uit tot buiten de ordeningen, en die haar
83 2Kro 24:8 | een kist, en stelden die buiten aan de poort van het huis
84 2Kro 29:16| Levieten namen ze op, om naar buiten uit te brengen, in de beek
85 2Kro 32:3 | fonteinwateren te stoppen, die buiten de stad waren; en zij hielpen
86 2Kro 33:15| Jeruzalem; en hij wierp ze buiten de stad. ~
87 Ezra 10:13| plasregen, dat men hier buiten niet staan kan; en het is
88 Neh 13:8 | al het huisraad van Tobia buiten, uit de kamer. ~
89 Neh 13:20 | verkopers van alle koopwaren, buiten voor Jeruzalem, eens of
90 Psa 42:7 | onrecht; gaat hij uit naar buiten, hij spreekt er van. ~
91 Spre 1:20| Wijsheid roept overluid daar buiten; Zij verheft haar stem op
92 Spre 5:16| Laat uw fonteinen zich buiten verspreiden, en de waterbeken
93 Spre 7:12| 12 Nu buiten, dan op de straten zijnde,
94 Spre 22:13| luiaard zegt: Er is een leeuw buiten; ik mocht op het midden
95 Pred 7:17| waarom zoudt gij sterven buiten uw tijd? ~
96 Jes 33:7 | allersterksten roepen daar buiten; de boden des vredes wenen
97 Jes 45:5 | HEERE, en niemand meer, buiten Mij is er geen God; Ik zal
98 Jes 45:6 | van den ondergang, dat er buiten Mij niets is, Ik ben de
99 Jes 58:10 | maar gij zegt niet: Het is buiten hoop; gij hebt het leven
100 Jer 2:25 | dorst; maar gij zegt: Het is buiten hoop; neen, want ik heb
101 Jer 18:12 | Doch zij zeggen: Het is buiten hoop; maar wij zullen naar
102 Jer 21:4 | die u belegeren, van buiten aan den muur; en Ik zal
103 Klaa 1:20| wederspannig geweest; van buiten heeft mij het zwaard van
104 Eze 7:15 | 15 Het zwaard is buiten, en de pest, en de honger
105 Eze 29:19 | en hij zal deszelfs buit buiten, en deszelfs roof roven,
106 Eze 34:21 | totdat gij dezelve naar buiten toe verstrooid hebt; ~
107 Eze 38:12 | 12 Om buit te buiten, en om roof te roven; om
108 Eze 38:13 | zeggen: Komt gij, om buit te buiten? hebt gij uw vergadering
109 Eze 38:13 | nemen, om een groten buit te buiten? ~
110 Eze 40:5 | En ziet, er was een muur buiten aan het huis, rondom henen,
111 Eze 40:19 | het binnenste voorhof, van buiten, honderd ellen, oostwaarts
112 Eze 40:40 | waren er aan de zijde van buiten des opgangs, aan de deur
113 Eze 40:44 | 44 En van buiten de binnenste poort waren
114 Eze 41:9 | tot de zijkameren was naar buiten, was vijf ellen; en dat
115 Eze 41:25 | van het voorhuis van buiten was dik. ~
116 Eze 42:7 | De muur nu, die naar buiten tegenover de kameren was,
117 Eze 43:21 | bestelde plaats van het huis buiten het heiligdom. ~
118 Eze 46:2 | voorhuis derzelve poort van buiten, en zal staan aan den post
119 Eze 47:2 | mij om door den weg van buiten, tot de buitenpoort, den
120 Hos 7:1 | straatschenders stroopt daar buiten. ~
121 Zep 2:15 | hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is
122 Matt 5:13| nergens meer toe, dan om buiten geworpen, en van de mensen
123 Matt 12:46| moeder en broeders stonden buiten, zoekende Hem te spreken. ~
124 Matt 12:47| en Uw broeders staan daar buiten, zoekende U te spreken. ~
125 Matt 21:33| den landlieden, en reisde buiten 's lands. ~
126 Matt 21:39| nemende, wierpen zij hem uit, buiten de wijngaard, en doodden
127 Matt 23:27| witgepleisterden graven gelijk, die van buiten wel schoon schijnen, maar
128 Matt 23:28| schijnt gij wel den mensen van buiten rechtvaardig, maar van binnen
129 Matt 25:14| is gelijk een mens, die buiten 's lands reizende, zijn
130 Matt 26:69| 69 En Petrus zat buiten in de zaal; en een dienstmaagd
131 Matt 26:75| driemaal verloochenen. En naar buiten gaande, weende hij bitterlijk. ~ ~
132 Mark 1:45| stad kon komen, maar was buiten in de woeste plaatsen; en
133 Mark 3:21| want zij zeiden: Hij is buiten Zijn zinnen. ~
134 Mark 3:31| broeders en Zijn moeder; en buiten staande, zonden zij tot
135 Mark 3:32| moeder en Uw broeders daar buiten zoeken U. ~
136 Mark 4:11| Gods; maar dengenen, die buiten zijn, geschieden al deze
137 Mark 5:10| bad Hem zeer, dat Hij hen buiten het land niet wegzond. ~
138 Mark 7:15| 15 Er is niets van buiten den mens in hem ingaande,
139 Mark 7:18| gij niet, dat al wat van buiten in den mens ingaat, hem
140 Mark 8:23| hebbende, leidde Hij hem uit buiten het vlek, en spoog in zijn
141 Mark 11:4 | veulen gebonden bij de deur, buiten aan de wegscheiding, en
142 Mark 11:19| geworden was, ging Hij uit buiten de stad. ~
143 Mark 12:8 | hem, en wierpen hem uit, buiten den wijngaard. ~
144 Mark 14:68| wat gij zegt. En hij ging buiten in de voorzaal, en de haan
145 Luk 1:10 | de menigte des volks was buiten, biddende, ten ure des reukoffers. ~
146 Luk 4:29 | opstaande, wierpen zij Hem uit, buiten de stad, en leidden Hem
147 Luk 8:20 | en Uw broeders staan daar buiten, begerende U te zien. ~
148 Luk 13:25 | hebben, en gij zult beginnen buiten te staan, en aan de deur
149 Luk 13:28 | Koninkrijk Gods, maar ulieden buiten uitgeworpen. ~
150 Luk 13:33 | een profeet gedood wordt buiten Jeruzalem. ~
151 Luk 20:15 | 15 En als zij hem buiten den wijngaard uitgeworpen
152 Luk 22:62 | 62 En Petrus, naar buiten gaande, weende bitterlijk. ~
153 Luk 24:50 | 50 En Hij leidde hen buiten tot aan Bethanie, en Zijn
154 Joha 12:31| de overste dezer wereld buiten geworpen worden. ~
155 Joha 15:6 | Mij niet blijft, die is buiten geworpen, gelijkerwijs de
156 Joha 18:16| 16 En Petrus stond buiten aan de deur. De andere discipel
157 Joha 20:11| 11 En Maria stond buiten bij het graf, wenende. Als
158 Hand 4:15| geboden hebbende uit te gaan buiten den raad, overlegden zij
159 Hand 8:19| Paulus, en sleepten hem buiten de stad, menende, dat hij
160 Hand 10:13| dag des sabbats gingen wij buiten de stad aan de rivier, waar
161 Hand 10:30| 30 En hen buiten gebracht hebbende, zeide
162 Hand 15:5 | vrouwen en kinderen tot buiten de stad; en aan den oever
163 Hand 15:30| grepen Paulus, en trokken hem buiten den tempel; en terstond
164 Hand 20:11| vervolgd, ook tot in de buiten landse steden. ~
165 Hand 20:22| en groot; niets zeggende buiten hetgeen de profeten en Mozes
166 1Kor 5:12| Want wat heb ik ook die buiten zijn te oordelen? Oordeelt
167 1Kor 5:13| 13 Maar die buiten zijn oordeelt God. En doet
168 1Kor 6:18| zonde, die de mens doet, is buiten het lichaam, maar die hoererij
169 1Kor 16:10| Timotheus komt, ziet, dat hij buiten vreze bij u zij; want hij
170 2Kor 7:5 | waren in alles verdrukt; van buiten was strijd, van binnen vrees. ~
171 2Kor 10:13| Doch wij zullen niet roemen buiten de maat; maar dat wij, naar
172 2Kor 10:15| 15 Niet roemende buiten de maat in anderer lieden
173 2Kor 11:28| Zonder de dingen, die van buiten zijn, overvalt mij dagelijks
174 2Kor 12:2 | lichaam, weet ik niet, of buiten het lichaam, weet ik niet,
175 2Kor 12:3 | of het in het lichaam, of buiten het lichaam geschied zij,
176 Gal 1:8 | een Evangelie verkondigde, buiten hetgeen wij u verkondigd
177 Gal 1:9 | een Evangelie verkondigt, buiten hetgeen gij ontvangen hebt,
178 Kol 4:5 | wijsheid bij degenen, die buiten zijn, den bekwamen tijd
179 1The 4:12| wandelt bij degenen, die buiten zijn, en geen ding van node
180 1Tim 3:7 | hebben van degenen, die buiten zijn, opdat hij niet valle
181 1Tim 3:16| 16 En buiten allen twijfel, de verborgenheid
182 Heb 13:11 | lichamen werden verbrand buiten de legerplaats. ~
183 Heb 13:12 | bloed het volk zou heiligen, buiten de poort geleden. ~
184 Heb 13:13 | ons dan tot Hem uitgaan buiten de legerplaats, Zijn smaadheid
185 1Joh 4:18| volmaakte liefde drijft de vrees buiten; want de vrees heeft pijn,
186 Open 5:1 | geschreven van binnen en van buiten, verzegeld met zeven zegelen. ~
187 Open 11:2 | het voorhof uit, dat van buiten den tempel is, en meet dat
188 Open 12:14| tijden, en een halven tijd, buiten het gezicht der slang. ~
189 Open 14:20| 20 En de wijnpersbak werd buiten de stad getreden, en er
190 Open 22:15| 15 Maar buiten zullen zijn de honden, en
|