Book Chapter: Verse
1 Gen 3:16 | vermenigvuldigen uw smart, namelijk uwer dracht; met smart zult
2 Exo 28:1 | priesterambt te bedienen: namelijk Aaron, Nadab en Abihu, Eleazar
3 Exo 29:9 | met den gordel omgorden, namelijk Aaron en zijn zonen; en
4 Exo 30:23 | specerijkaneel, half zoveel namelijk tweehonderd en vijftig sikkels,
5 Exo 31:3 | verstand, en met wetenschap, namelijk in alle handwerk; ~
6 Exo 31:7 | 7 Namelijk de tent der samenkomst,
7 Exo 35:31 | verstand, en met wetenschap, namelijk in alle handwerk; ~
8 Exo 38:26 | jaren oud en daarboven, namelijk zeshonderd drie duizend,
9 Joz 13:31 | Machir, den zoon van Manasse, namelijk de helft der kinderen van
10 Joz 25:2 | vaders van ouds gewoond, namelijk Terah, de vader van Abraham,
11 1Sa 30:27 | 27 Namelijk tot die te Beth-El, en tot
12 1Kon 6:17| nu was van veertig ellen, namelijk de tempel, die vooraan was. ~
13 1Kon 7:42| granaatappelen tot de twee netten, namelijk twee rijen van granaatappelen
14 2Kon 24:16| en voer haar inwoners, namelijk al de woorden des boeks,
15 2Kon 27:23| tot Gedalia naar Mizpa; namelijk, Ismael, de zoon van Nethanja,
16 1Kro 6:44| stonden aan de linker zijde, namelijk Ethan, de zoon van Kisi,
17 1Kro 6:54| kastelen, in hun landpalen, namelijk van de zonen van Aaron,
18 1Kro 26:9 | lot nu ging uit voor Asaf, namelijk voor Jozef. Het tweede voor
19 1Kro 29:12| hem door den Geest was, namelijk van de voorhoven van het
20 2Kro 5:13| met een wolk vervuld werd, namelijk het huis des HEEREN. ~
21 2Kro 6:13| met een wolk vervuld werd, namelijk het huis des HEEREN. ~
22 Ezra 8:18| Levi, den zoon van Israel; namelijk Serebja, met zijn zonen
23 Ezra 9:1 | landen, naar hun gruwelen, namelijk van de Kanaanieten, de Hethieten,
24 Neh 10:9 | 9 En de Levieten, namelijk: Jesua, zoon van Azanja,
25 Est 16:6 | koninkrijk van Ahasveros waren, namelijk het volk van Mordechai,
26 Est 17:6 | koninkrijk van Ahasveros waren, namelijk het volk van Mordechai,
27 Jes 58:18 | vertroostingen wedergeven, namelijk aan hun treurigen. ~
28 Jes 60:20 | Verlosser tot Sion komen, namelijk voor hen, die zich bekeren
29 Jer 22:25 | aangezicht gij schrikt, namelijk in de hand van Nebukadrezar,
30 Jer 25:18 | 18 Namelijk Jeruzalem en de steden van
31 Jer 31:2 | gevonden in de woestijn, namelijk Israel, als Ik henenging
32 Jer 39:3 | bij de middelste poort; namelijk Nergal-Sarezer Samgar-Nebu,
33 Jer 40:8 | zij tot Gedalia te Mizpa, namelijk, Ismael, de zoon van Nethanja,
34 Jer 41:3 | al de Joden, die met hem, namelijk met Gedalia, te Mizpa waren,
35 Jer 48:33 | uit het vruchtbare veld, namelijk uit Moabs land, weggenomen
36 Eze 16:53 | gevangenen wederbrengen zal, namelijk de gevangenen van Sodom
37 Eze 34:23 | en Hij zal hen weiden, namelijk Mijn knecht David; die zal
38 Eze 36:12 | mensen op u doen wandelen, namelijk Mijn volk Israel, die zullen
39 Eze 40:14 | posten van zestig ellen, namelijk tot den post des voorhofs,
40 Eze 41:19 | 19 Namelijk, eens mensen aangezicht
41 Eze 41:25 | 25 En aan dezelve, namelijk aan de deuren des tempels,
42 Eze 44:19 | tot het buitenste voorhof, namelijk tot het buitenste voorhof
43 Eze 48:32 | maten, en drie poorten: namelijk, een poort van Jozef, een
44 Dan 4:13 | leger; en ziet, een wachter, namelijk een heilige, kwam af van
45 Dan 4:23 | de koning, een wachter, namelijk een heilige gezien heeft,
46 Dan 7:20 | denwelken drie afgevallen waren, namelijk dien hoorn, die ogen had,
47 Dan 8:10 | er sommigen van dat heir, namelijk van de sterren, ter aarde
48 Dan 11:38 | in zijn standplaats eren; namelijk den god, welken zijn vaders
49 Hos 12:6 | 6 Namelijk, de HEERE, de God der heirscharen;
50 Amos 3:1 | gij kinderen van Israel! namelijk tegen het ganse geslacht,
51 Zep 3:20 | herwaarts brengen, ten tijde namelijk, als Ik u verzamelen zal;
52 Zac 7:1 | vierden der negende maand, namelijk in Chisleu. ~
53 Zac 7:5 | en in de zevende maand, namelijk nu zeventig jaren, hebt
54 Matt 4:18| Galilea, zag twee broeders, namelijk Simon, gezegd Petrus, en
55 Matt 4:21| zag twee andere broeders, namelijk Jakobus, den zoon van Zebedeus,
56 Matt 19:17| Niemand is goed dan Een, namelijk God. Doch wilt gij in het
57 Matt 23:8 | want Een is uw Meester, namelijk Christus; en gij zijt allen
58 Matt 23:9 | aarde; want Een is uw Vader, namelijk Die in de hemelen is. ~
59 Matt 23:10| want Een is uw Meester, namelijk Christus. ~
60 Matt 23:23| na het zwaarste der wet, namelijk het oordeel, en de barmhartigheid,
61 Mark 1:24| Ik ken U, wie Gij zijt, namelijk de Heilige Gods. ~
62 Mark 4:18| doornen bezaaid worden, namelijk degenen, die het Woord horen; ~
63 Mark 4:31| 31 Namelijk bij een mosterdzaad, hetwelk,
64 Mark 5:15| en wel bij zijn verstand, namelijk die het legioen gehad had,
65 Mark 7:4 | aangenomen hebben te houden, als namelijk de wassingen der drinkbekers,
66 Mark 7:8 | inzettingen der mensen, als namelijk wassingen der kannen en
67 Mark 10:18| Niemand is goed, dan Een, namelijk God. ~
68 Luk 1:55 | heeft tot onze vaderen, namelijk tot Abraham, en zijn zaad)
69 Luk 1:71 | 71 Namelijk een verlossing van onze
70 Luk 2:11 | 11 Namelijk dat u heden geboren is de
71 Luk 4:34 | Ik ken U, wie Gij zijt, namelijk de Heilige Gods. ~
72 Luk 6:14 | 14 Namelijk Simon, welken Hij ook Petrus
73 Luk 7:22 | gezien en gehoord hebt, namelijk dat de blinden ziende worden,
74 Luk 8:2 | krankheden genezen waren, namelijk Maria, genaamd Magdalena,
75 Luk 9:46 | een overlegging onder hen, namelijk, wie van hen de meeste ware. ~
76 Luk 13:25 | 25 Namelijk nadat de Heer des huizes
77 Luk 18:19 | Niemand is goed, dan Een, namelijk God. ~
78 Luk 22:37 | Mij moet volbracht worden, namelijk: En Hij is met de misdadigen
79 Luk 24:44 | sprak, als Ik nog met u was, namelijk dat het alles moest vervuld
80 Joha 1:12| kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; ~
81 Joha 1:46| geschreven heeft, en de profeten, namelijk Jezus, den zoon van Jozef,
82 Joha 3:13| den hemel nedergekomen is, namelijk de Zoon des mensen, Die
83 Joha 6:8 | Een van Zijn discipelen, namelijk Andreas, de broeder van
84 Joha 7:2 | En het feest der Joden, namelijk de loof huttenzetting, was
85 Joha 8:41| hoererij; wij hebben een Vader, namelijk God. ~
86 Joha 9:13| hem tot de Farizeen, hem namelijk, die te voren blind geweest
87 Joha 11:49| 49 En een uit hen, namelijk Kajafas, die deszelven jaars
88 Joha 12:4 | een van Zijn discipelen, namelijk Judas, Simons zoon, Iskariot,
89 Joha 14:17| 17 Namelijk den Geest der waarheid,
90 Joha 15:26| zenden zal van den Vader, namelijk de Geest der waarheid, Die
91 Joha 16:13| wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij
92 Hand 1:13| opperzaal, waar zij bleven, namelijk Petrus en Jakobus, en Johannes
93 Hand 2:36| Christus gemaakt heeft, namelijk dezen Jezus, Dien gij gekruist
94 Hand 5:41| voren verkoren waren, ons namelijk, die met Hem gegeten en
95 Hand 6:5 | van zinnen een gezicht, namelijk een zeker vat, gelijk een
96 Hand 7:1 | enige profeten en leraars, namelijk Barnabas, en Simeon, genaamd
97 Hand 7:32| vaderen geschied is, dat namelijk God dezelve vervuld heeft
98 Hand 8:6 | de steden van Lykaonie, namelijk Lystre en Derbe, en het
99 Hand 9:22| te zenden naar Antiochie: namelijk Judas, die toegenaamd wordt
100 Hand 9:29| 29 Namelijk, dat gij u onthoudt van
101 Hand 11:7 | er een andere Koning is, namelijk Jezus. ~
102 Hand 13:22| degenen, die hem dienden, namelijk Timotheus en Erastus, bleef
103 Hand 20:23| 23 Namelijk dat de Christus lijden moest,
104 Hand 22:25| dit ene woord gezegd had, namelijk: Wel heeft de Heilige Geest
105 Rom 1:4 | de opstanding der doden) namelijk Jezus Christus, onzen Heere: ~
106 Rom 1:32 | zij het recht Gods weten,, namelijk, dat degenen, die zulke
107 Rom 3:22 | 22 Namelijk de rechtvaardigheid Gods
108 Rom 4:12 | der besnijdenis, dengenen namelijk, die niet alleen uit de
109 Rom 4:13 | Abraham of zijn zaad geschied, namelijk, dat hij een erfgenaam der
110 Rom 4:17 | Welken hij geloofd heeft, namelijk God, Die de doden levend
111 Rom 4:24 | zal toegerekend worden, namelijk dengenen, die geloven in
112 Rom 5:17 | heersen door dien Enen, namelijk Jezus Christus. ~
113 Rom 7:4 | zoudt worden eens Anderen, namelijk Desgenen, Die van de doden
114 Rom 8:23 | aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing onzes lichaams. ~
115 Rom 8:28 | dingen medewerken ten goede, namelijk dengenen, die naar Zijn
116 Rom 9:10 | zij uit een bevrucht was, namelijk Izaak, onzen Vader. ~
117 Rom 9:24 | Hij ook geroepen heeft, namelijk ons, niet alleen uit de
118 Rom 10:9 | 9 Namelijk, indien gij met uw mond
119 Rom 13:9 | in een hoofdsom begrepen, namelijk in dit: Gij zult uw naaste
120 Rom 14:13 | maar oordeelt dit liever, namelijk, dat gij den broeder geen
121 Rom 16:11 | Narcissus zijn, degenen namelijk, die in den Heere zijn. ~
122 1Kor 5:7 | Pascha is voor ons geslacht, namelijk Christus. ~
123 1Kor 5:11| gij u niet zult vermengen, namelijk indien iemand, een broeder
124 1Kor 9:18| 18 Wat loon heb ik dan? Namelijk dat ik, het Evangelie verkondigende,
125 1Kor 11:17| aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter,
126 1Kor 15:15| niet heeft opgewekt, zo namelijk de doden niet opgewekt worden. ~
127 2Kor 1:12| Want onze roem is deze, namelijk de getuigenis van ons geweten,
128 2Kor 1:19| u door ons is gepredikt, namelijk door mij, en Silvanus, en
129 2Kor 4:4 | de zinnen verblind heeft, namelijk der ongelovigen, opdat hen
130 2Kor 11:2 | een man voor te stellen, namelijk aan Christus. ~
131 2Kor 12:7 | scherpe doorn in het vlees, namelijk een engel des satans, dat
132 2Kor 13:9 | En wij wensen ook dit, namelijk uw volmaking. ~
133 Gal 4:25 | 25 Want dit, namelijk Agar, is Sinai, een berg
134 Gal 5:14 | wordt in een woord vervuld, namelijk in dit: Gij zult uw naaste
135 Efez 1:7 | verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden,
136 Efez 1:13| het woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid
137 Efez 1:18| 18 Namelijk verlichte ogen uws verstands,
138 Efez 2:15| Zijn vlees te niet gemaakt, namelijk de wet der geboden in inzettingen
139 Efez 3:6 | 6 Namelijk dat de heidenen zijn medeerfgenamen,
140 Efez 4:15| in Hem, Die het Hoofd is, namelijk Christus; ~
141 Fili 3:9 | geloof van Christus is, namelijk de rechtvaardigheid, die
142 Fili 3:20| den Zaligmaker verwachten, namelijk den Heere Jezus Christus; ~
143 Kol 1:5 | het Woord der waarheid, namelijk des Evangelies; ~
144 Kol 1:14 | hebben door Zijn bloed, namelijk de vergeving der zonden; ~
145 Kol 1:18 | het Hoofd des lichaams, namelijk der Gemeente, Hij, Die het
146 Kol 1:26 | 26 Namelijk de verborgenheid, die verborgen
147 Kol 2:21 | 21 Namelijk raak niet, en smaak niet,
148 Kol 3:5 | leden, die op de aarde zijn, namelijk hoererij, onreinigheid,
149 Kol 3:8 | legt ook gij dit alles af, namelijk gramschap, toornigheid,
150 1The 1:10| de doden verwekt heeft, namelijk Jezus, Die ons verlost van
151 1Tim 1:12| Die mij bekrachtigd heeft, namelijk Christus Jezus, onzen Heere,
152 2Tim 5:3 | 3 Namelijk Zijn Woord, door de prediking,
153 Tit 1:3 | 3 Namelijk Zijn Woord, door de prediking,
154 File 1:10| mijn banden heb geteeld, namelijk Onesimus; ~
155 File 1:16| meer dan een dienstknecht, namelijk een geliefden broeder, inzonderheid
156 Heb 4:7 | wederom een zekeren dag, namelijk heden, door David zeggende,
157 Heb 4:14 | de hemelen doorgegaan is, namelijk Jezus, den Zoon van God,
158 Heb 6:18 | vertroosting zouden hebben, wij namelijk, die de toevlucht genomen
159 Heb 6:20 | Voorloper voor ons is ingegaan, namelijk Jezus, naar de ordening
160 Heb 9:2 | tabernakel was toebereid, namelijk de eerste, in welken was
161 Heb 13:20 | doden heeft wedergebracht, namelijk onze Heere Jezus Christus, ~
162 Jako 4:1 | Komen zij niet hiervan, namelijk uit uw wellusten, die in
163 1Pet 1:9 | Verkrijgende het einde uws geloofs, namelijk de zaligheid der zielen. ~
164 1Pet 2:8 | 8 Dengenen namelijk, die zich aan het Woord
165 1Pet 4:1 | ook met dezelfde gedachte, namelijk dat wie in het vlees geleden
166 1Joh 2:16| al wat in de wereld is, namelijk de begeerlijkheid des vleses,
167 1Joh 2:25| die Hij ons beloofd heeft, namelijk het eeuwige leven. ~
168 1Joh 3:1 | de Vader gegeven heeft, namelijk dat wij kinderen Gods genaamd
169 1Joh 3:24| dat Hij in ons blijft, namelijk uit den Geest, Dien Hij
170 1Joh 4:17| in den dag des oordeels, namelijk dat gelijk Hij is, wij ook
171 1Joh 4:21| gebod hebben wij van Hem, namelijk dat die God liefheeft, ook
172 1Joh 5:4 | die de wereld overwint, namelijk ons geloof. ~
173 1Joh 5:6 | is door water en bloed, namelijk Jezus, de Christus; niet
174 1Joh 5:11| En dit is de getuigenis, namelijk dat ons God het eeuwige
175 1Joh 5:20| zijn in den Waarachtige, namelijk in Zijn Zoon Jezus Christus.
176 2Joh 1:5 | hebben van den beginne, namelijk dat wij elkander liefhebben. ~
177 Open 1:11| Gemeenten, die in Azie zijn, namelijk naar Efeze, en naar Smyrna,
178 Open 2:13| werken, en waar gij woont; namelijk daar de troon des satans
179 Open 3:12| naam der stad Mijns Gods, namelijk des nieuwen Jeruzalems,
180 Open 9:18| deel der mensen gedood, namelijk door het vuur, en door den
181 Open 12:1 | teken gezien in den hemel; namelijk een vrouw, bekleed met de
182 Open 12:9 | grote draak is geworpen, namelijk de oude slang, welke genaamd
183 Open 15:1 | wonderlijk teken in den hemel; namelijk zeven engelen, hebbende
184 Open 16:18| op de aarde geweest zijn, namelijk een zodanige aardbeving
185 Open 17:5 | was een naam geschreven, namelijk Verborgenheid; het grote
186 Open 18:8 | plagen op een dag komen, namelijk dood, en rouw, en honger,
187 Open 21:11| allerkostelijksten steen gelijk, namelijk als den steen Jaspis, blinkende
|