Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
lastig 5
lastigen 1
late 15
laten 185
latende 5
latijn 1
lauw 1
Frequency    [«  »]
186 kan
186 kunnen
186 leger
185 laten
184 brandoffer
184 geslachten
184 vervuld

Bijbel

IntraText - Concordances

laten

    Book Chapter: Verse
1 Gen 24:29 | hebben, en hebben u in vrede laten trekken! Gij zijt nu de 2 Gen 29:26 | hij zeide: Ik zal U niet laten gaan, tenzij dat Gij mij 3 Gen 34:35 | maar hij weigerde zich te laten troosten, en zeide: Want 4 Exo 3:19 | Egypte ulieden niet zal laten gaan, ook niet door een 5 Exo 3:20 | daarna zal hij ulieden laten vertrekken. ~ 6 Exo 4:21 | dat hij het volk niet zal laten gaan. ~ 7 Exo 4:23 | gij hebt geweigerd hem te laten trekken; zie, Ik zal uw 8 Exo 5:2 | gehoorzamen zou, om Israel te laten trekken? Ik ken den HEERE 9 Exo 5:2 | en ik zal ook Israel niet laten trekken. ~ 10 Exo 5:24 | machtige hand zal hij hen laten trekken, ja, door een machtige 11 Exo 7:14 | hij weigert het volk te laten trekken. ~ 12 Exo 8:2 | indien gij het weigert te laten trekken, zie, zo zal Ik 13 Exo 8:8 | zal ik het volk trekken laten, dat zij den HEERE offeren. ~ 14 Exo 8:28 | Farao: Ik zal u trekken laten, dat gijlieden den HEERE, 15 Exo 9:2 | Want zo gij hen weigert te laten trekken, en gij hen nog 16 Exo 9:17 | volk, dat gij het niet wilt laten trekken? ~ 17 Exo 9:28 | dan zal ik ulieden trekken laten, en gij zult niet langer 18 Exo 10:4 | gij weigert Mijn volk te laten trekken, zie, zo zal Ik 19 Exo 10:10 | kleine kinderen zal trekken laten: ziet toe, want er is kwaad 20 Exo 10:27 | hart; en hij wilde hen niet laten trekken. ~ 21 Exo 11:1 | zal hij ulieden van hier laten trekken; als hij u geheellijk 22 Exo 11:1 | als hij u geheellijk zal laten trekken, zo zal hij u haastelijk 23 Exo 12:10 | Gij zult daarvan ook niet laten overblijven tot den morgen; 24 Exo 13:15 | Farao zich verhardde ons te laten trekken, zo doodde de HEERE 25 Exo 13:17 | toen Farao het volk had laten trekken, zo leidde hen God 26 Exo 14:5 | gedaan, dat wij Israel hebben laten trekken, dat zij ons niet 27 Exo 21:19 | en hij zal hem volkomen laten helen. ~ 28 Exo 21:26 | verderft het, hij zal hem vrij laten gaan voor zijn oog. ~ 29 Exo 22:18 | De toveres zult gij niet laten leven. ~ 30 Exo 23:11 | het rusten en stil liggen laten, dat de armen uws volks 31 Exo 34:19 | goedigheid voorbij uw aangezicht laten gaan, en zal den Naam des 32 Exo 36:6 | dat men een stem zoude laten gaan door het leger, zeggende: 33 Lev 2:13 | God van uw spijsoffer niet laten afblijven; met al uw offerande 34 Lev 13:33 | Zo zal hij zich scheren laten; maar de schurftheid zal 35 Lev 14:7 | in het open veld vliegen laten. ~ 36 Lev 14:53 | stad, in het open veld, laten vliegen; zo zal hij over 37 Lev 16:23 | ging, en hij zal ze daar laten. ~ 38 Lev 19:19 | tweeerlei aard uwer beesten laten samen te doen hebben; uwen 39 Lev 22:53 | vreemdeling zult gij ze laten; Ik ben de HEERE, uw God! ~ 40 Lev 25:36 | de landen hunner vijanden laten komen; zodat het geruis 41 Num 4:18 | geslachten der Kahathieten niet laten uitgeroeid worden, uit het 42 Num 20:21 | weigerde Edom Israel toe te laten door zijn landpale te trekken; 43 Num 22:13 | HEERE weigert mij toe te laten met ulieden te gaan. ~ 44 Num 23:7 | de koning der Moabieten, laten halen, van het gebergte 45 Num 31:15 | Hebt gij dan alle vrouwen laten leven? ~ 46 Num 31:23 | zult gij door het vuur laten doorgaan, dat het rein worde; 47 Num 31:23 | zult gij door het water laten doorgaan. ~ 48 Num 31:68 | wijders voortvaren het te laten in de woestijn; en gij zult 49 Num 32:55 | dat, die gij van hen zult laten overblijven, tot doornen 50 Deu 2:30 | wilde ons door hetzelve niet laten doortrekken; want de HEERE,, 51 Deu 4:36 | hemel heeft Hij u Zijn stem laten horen, om u te onderwijzen; 52 Deu 5:21 | vrouw; en gij zult u niet laten gelusten uws naasten huis, 53 Deu 5:24 | heerlijkheid en Zijn grootheid laten zien, en wij hebben Zijn 54 Deu 15:12 | zult gij hem vrij van u laten gaan. ~ 55 Deu 15:13 | zult gij hem niet ledig laten gaan: ~ 56 Deu 20:16 | erve geeft, zult gij niets laten leven, dat adem heeft. ~ 57 Deu 21:14 | hebt, dat gij haar zult laten gaan naar haar begeerte; 58 Deu 22:19 | hij zal haar niet mogen laten gaan al zijn dagen. ~ 59 Deu 22:29 | heeft; hij zal ze niet mogen laten gaan al zijn dagen. ~ 60 Deu 24:1 | in haar hand geven, en ze laten gaan uit zijn huis. ~ 61 Deu 24:3 | uit zijn huis zal hebben laten gaan; of als deze laatste 62 Deu 24:4 | eerste man, die haar heeft laten gaan, haar niet mogen wedernemen, 63 Deu 28:51 | uw klein vee zal overig laten, totdat Hij u verdoe. ~ 64 Joz 5:6 | dat Hij hun niet zoude laten zien het land, hetwelk de 65 Joz 6:10 | ja, gij zult uw stem niet laten horen, en geen woord zal 66 Joz 24:15 | zal de HEERE over u komen laten al die kwade dingen, totdat 67 Ric 2:6 | 6 Als Jozua het volk had laten gaan, zo waren de kinderen 68 Ric 7:19 | HEERE leeft, zo gij hen hadt laten leven, ik zou ulieden niet 69 Ric 9:14 | die gij verkoren hebt; laten die u verlossen, ter tijd 70 Ric 12:23 | noch ons om dezen tijd laten horen, zulks als dit is. ~ 71 1Sa 6:6 | met hen gehandeld had, hen laten trekken, dat zij heengingen? ~ 72 1Sa 9:19 | zo zal ik u morgen vroeg laten gaan, en alles, wat in uw 73 1Sa 14:36 | een man onder hen overig laten. Zij nu zeiden: Doe al wat 74 1Sa 19:17 | bedrogen en hebt mijn vijand laten gaan, dat hij ontkomen is? 75 1Sa 20:13 | ontdekken, en ik zal u trekken laten, dat gij in vrede heengaat; 76 1Sa 20:22 | heen, want de HEERE heeft u laten gaan. ~ 77 1Sa 24:20 | hij hem op een goeden weg laten gaan? De HEERE nu vergelde 78 1Sa 30:21 | aan de beek Besor hadden laten blijven, die gingen David 79 2Sa 3:22 | Hebron; want hij had hem laten gaan, en hij was gegaan 80 2Sa 3:23 | koning, en hij heeft hem laten gaan, en hij is gegaan in 81 2Sa 3:24 | waarom nu hebt gij hem laten gaan, dat hij zo vrij is 82 2Sa 6:10 | des HEEREN niet tot zich laten overbrengen in de stad Davids; 83 2Sa 8:2 | snoer om in het leven te laten. Alzo werden de Moabieten 84 2Sa 14:7 | geen naam noch overblijfsel laten op den aardbodem. ~ 85 2Sa 15:25 | wederhalen, en zal ze mij laten zien, mitsgaders Zijn woning. ~ 86 2Sa 17:17 | zij mochten zich niet zien laten, dat zij in de stad kwamen. ~ 87 1Kon 20:34 | zal u met dit verbond dan laten gaan. Zo maakte hij een 88 1Kon 20:42 | verbannen heb, uit de hand hebt laten gaan, zo zal uw ziel in 89 2Kon 7:4 | Syriers vallen; indien zij ons laten leven, wij zullen leven; 90 2Kon 14:7 | hij had Joahaz geen volk laten overblijven dan vijftig 91 2Kon 20:16 | de koning van Juda, had laten overtrekken, en gaf dat 92 2Kon 27:22 | de koning van Babel, had laten overblijven, daarover stelde 93 2Kro 2:16 | brengen; en gij zult het laten ophalen naar Jeruzalem. ~ 94 2Kro 5:13 | om een eenparige stem te laten horen, prijzende en lovende 95 2Kro 6:13 | om een eenparige stem te laten horen, prijzende en lovende 96 2Kro 23:6 | keerde weder om zich te laten genezen te Jizreel; want 97 2Kro 30:5 | van Ber-seba tot Dan, zou laten doorgaan, opdat zij zouden 98 2Kro 33:19 | hoe God Zich van hem heeft laten verbidden, ook al zijn zonde, 99 Ezra 7:24 | 24 Ook laten wij ulieden weten, aangaande 100 Ezra 9:8 | ons een ontkoming over te laten, en ons een nagel te geven 101 Neh 4:2 | amechtige Joden? Zal men hen laten geworden? Zullen zij offeren? 102 Neh 8:16 | luidbaar maken, en een stem laten doorgaan door al hun steden, 103 Neh 10:31 | zevende jaar zouden vrij laten, mitsgaders allerhande bezwaarnis. ~ 104 Est 16:8 | koning niet oorbaar hen te laten blijven. ~ 105 Est 17:8 | koning niet oorbaar hen te laten blijven. ~ 106 Job 9:27 | vergeten, en ik zal mijn gebaar laten varen, en mij verkwikken; ~ 107 Job 10:1 | ik zal mijn klacht op mij laten; ik zal spreken in bitterheid 108 Job 24:7 | 7 Den naakten laten zij vernachten zonder kleding, 109 Job 27:6 | vasthouden, en zal ze niet laten varen; mijn hart zal die 110 Job 31:16 | heb, of de ogen der weduwe laten versmachten; ~ 111 Job 38:14 | zult gij uw arbeid op hem laten? ~ 112 Psa 17:14 | worden verzadigd, en zij laten hun overschot hun kinderkens 113 Psa 121:3 | 3Hij zal uw voet niet laten wankelen; uw Bewaarder zal 114 Spre 23:5 | 5      Zult gij uw ogen laten vliegen op hetgeen niets 115 Pred 3:6 | een tijd om verloren te laten gaan; een tijd om te bewaren, 116 Jes 10:3 | zult gij uw heerlijkheid laten? ~ 117 Jes 13:10 | gesternten zullen haar licht niet laten lichten; de zon zal verduisterd 118 Jes 13:10 | maan zal haar licht niet laten      schijnen. ~ 119 Jes 19:22 | zal Zich van hen verbidden laten, en Hij zal hen genezen. ~ 120 Jes 32:6 | hongerigen ledig      te laten, en den dorstige drank te 121 Jes 42:2 | stem op de straat horen laten. ~ 122 Jes 45:21 | beraadslaagt samen: wie heeft dat laten horen van ouds her? Wie 123 Jes 49:5 | zal zich niet verzamelen laten;      nochtans zal Ik verheerlijkt 124 Jes 58:6 | over deze dingen troosten laten? ~ 125 Jes 66:15 | uitverkorenen tot een vervloeking laten; en de Heere HEERE zal ulieden 126 Jer 4:14 | ijdelheid in het binnenste van u laten vernachten? ~ 127 Jer 12:7 | verlaten, Ik heb Mijn erfenis laten varen; Ik heb de beminde 128 Jer 18:17 | nek en niet het aangezicht laten zien, ten dage huns verderfs. ~ 129 Jer 23:39 | heb, van Mijn aangezicht laten varen. ~ 130 Jer 27:11 | datzelve zal Ik in zijn land laten, spreekt de HEERE, en het 131 Jer 31:15 | kinderen; zij weigert zich te laten troosten over haar kinderen,      132 Jer 32:35 | Molech door het vuur te laten gaan; hetwelk Ik hun      133 Jer 34:9 | Hebreer of een Hebreinne, zou laten vrijgaan; zodat niemand 134 Jer 34:10 | iegelijk zijn maagd zouden laten vrijgaan, zodat zij zich 135 Jer 34:11 | wederkomen, die zij hadden laten vrijgaan, en zij brachten 136 Jer 34:14 | van zeven jaren zult gij laten gaan, een iegelijk zijn 137 Jer 34:14 | gij zult hem dan van u laten vrijgaan;      maar uw vaders 138 Jer 34:16 | zijn maagd, die gij hadt laten vrijgaan naar hun lust;      139 Jer 38:26 | dat hij mij niet zou weder laten brengen in Jonathans huis, 140 Jer 40:1 | overste der trawanten, hem had laten gaan van Rama; als hij hem 141 Jer 40:1 | van Rama; als hij hem had laten halen, daar hij met      142 Jer 46:17 | heeft den gezetten tijd laten voorbijgaan. ~ 143 Jer 48:4 | kinderen hebben een gekrijt laten horen. ~ 144 Jer 50:33 | hebben hen geweigerd los te laten. ~ 145 Klaa 1:32 | jonge dochters van Jeruzalem laten haar      hoofd ter aarde 146 Klaa 1:113| 3      Gimel. Zelfs laten de zeekalveren de borsten 147 Eze 2:5 | zullen, of hetzij dat zij het laten zullen (want zij zijn een 148 Eze 2:7 | zullen, of hetzij dat zij het laten zullen; want zij zijn wederspannig. ~ 149 Eze 3:11 | zullen, of hetzij dat zij het laten      zullen. ~ 150 Eze 5:1 | nemen, hetwelk gij zult laten gaan over uw hoofd en over 151 Eze 6:8 | dan nog een overblijfsel laten, als gij enigen zult hebben, 152 Eze 16:39 | en u naakt      en bloot laten. ~ 153 Eze 22:20 | in Mijn grimmigheid daar laten, en smelten. ~ 154 Eze 23:29 | wegnemen, en u naakt en bloot laten, dat uw hoerenschaamte ontdekt 155 Eze 23:37 | voor hen door het vuur laten doorgaan, tot spijze. ~ 156 Eze 27:30 | zij zullen hun stem over u laten horen, en bitterlijk schreeuwen; 157 Eze 32:4 | 4      Dan zal Ik u laten op het land, Ik zal u henenwerpen 158 Eze 32:7 | maan zal haar licht niet laten lichten. ~ 159 Eze 39:7 | heiligen Naam niet meer laten ontheiligen; en de heidenen 160 Eze 44:20 | ook de lokken niet lang laten wassen; behoorlijk zullen 161 Eze 45:8 | den huize Israels het land laten, naar hun stammen. ~ 162 Dan 4:26 | de wortelen van dien boom laten zou; uw koninkrijk zal u 163 Hos 12:15 | zal Hij zijn bloed op hem laten, en zijn Heere zal hem zijn 164 Amos 4:10 | en uw paarden gevankelijk laten wegvoeren; en Ik heb      165 Mal 4:1 | hun noch wortel, noch tak laten zal. ~ 166 Matt 14:22 | de scharen van Zich zou laten. ~ 167 Matt 15:32 | hen niet nuchteren van Mij laten, opdat zij op den weg niet 168 Matt 18:12 | niet de negen en negentig laten, en op de bergen heengaande, 169 Matt 24:43 | zou zijn huis niet hebben laten doorgraven. ~ 170 Matt 27:15 | volke een gevangene los te laten, welke zij wilden. ~ 171 Mark 6:45 | Hij de schare van Zich zou laten. ~ 172 Luk 12:39 | zou zijn huis niet hebben laten doorgraven. ~ 173 Luk 16:31 | doden opstond, zich niet laten gezeggen. ~  ~  ~  174 Luk 19:44 | op den anderen steen niet laten; daarom dat gij den tijd 175 Joha 11:48 | 48 Indien wij Hem alzo laten geworden, zij zullen allen 176 Joha 14:18 | 18 Ik zal u geen wezen laten; Ik kom weder tot u. ~ 177 Joha 16:32 | en gij Mij alleen zult laten; en nochtans ben Ik niet 178 Joha 19:10 | kruisigen, en macht heb U los te laten? ~ 179 Joha 19:12 | zocht Pilatus Hem los te laten; maar de Joden riepen, zeggende: 180 Hand 4:20 | 20 Want wij kunnen niet laten te spreken, hetgeen wij 181 Hand 8:16 | tijden al de heidenen heeft laten wandelen in hun wegen; ~ 182 1Kor 6:12 | onder de macht van geen mij laten brengen. ~ 183 1Kor 10:13 | getrouw, Die u niet zal laten verzocht worden boven hetgeen 184 Gal 2:3 | niet genoodzaakt zich te laten besnijden. ~ 185 2Pet 1:8 | ledig noch onvruchtbaar laten in de kennis van onzen Heere


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License