Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
dichtste 2
didrachmen 2
didymus 3
die 9551
dief 25
diefelijk 1
diefstal 1
Frequency    [«  »]
10527 een
10033 zal
9630 tot
9551 die
8801 zij
8724 ik
8706 gij

Bijbel

IntraText - Concordances

die

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-9551

     Book Chapter: Verse
4501 Spre 25:10 | 10      Opdat degene, die het hoort, u niet smade; 4502 Spre 25:13 | trouw gezant is dengenen, die hem zenden, als de koude 4503 Spre 25:14 | 14      Een man, die zichzelven beroemt over 4504 Spre 25:20 | 20      Die liederen zingt bij een treurig 4505 Spre 25:20 | treurig hart, is gelijk hij, die een kleed aflegt ten dage 4506 Spre 25:21 | 21      Indien dengene, die u haat, hongert, geef hem 4507 Spre 25:28 | 28      Een man, die zijn geest niet wederhouden 4508 Spre 26:2 | vervliegen, alzo zal een vloek, die zonder oorzaak is, niet 4509 Spre 26:6 | voeten af, en drinkt geweld, die boodschappen zendt door 4510 Spre 26:8 | 8      Gelijk hij, die een edel gesteente in een 4511 Spre 26:8 | slinger bindt, alzo is hij, die den zot eer geeft. ~ 4512 Spre 26:12 | Hebt gij een man gezien, die wijs in zijn ogen is! Van 4513 Spre 26:15 | boezem, hij is te moede, om die weder tot zijn mond te brengen. ~ 4514 Spre 26:16 | in zijn ogen, dan zeven, die met rede antwoorden. ~ 4515 Spre 26:17 | 17      De voorbijgaande, die zich vertoornt in een twist, 4516 Spre 26:17 | vertoornt in een twist, die hem niet aangaat, is gelijk 4517 Spre 26:17 | niet aangaat, is gelijk die een hond bij de oren grijpt. ~ 4518 Spre 26:18 | 18      Gelijk een, die zich veinst te razen, die 4519 Spre 26:18 | die zich veinst te razen, die vuursprankelen, pijlen en 4520 Spre 26:19 | 19      Alzo is een man, die zijn naaste bedriegt, en 4521 Spre 26:22 | oorblazers zijn als dergenen, die geslagen zijn, en die dalen 4522 Spre 26:22 | dergenen, die geslagen zijn, en die dalen in het binnenste des 4523 Spre 26:24 | 24      Die haat draagt, gelaat zich 4524 Spre 26:27 | 27      Die een kuil graaft, zal er 4525 Spre 26:27 | graaft, zal er in vallen, en die een steen wentelt, op hem 4526 Spre 26:28 | valse tong haat degenen, die zij verbrijzelt; en een 4527 Spre 27:3 | des dwazen is zwaarder dan die beide. ~ 4528 Spre 27:8 | Gelijk een vogel is, die uit zijn nest omdoolt, alzo 4529 Spre 27:8 | omdoolt, alzo is een man, die omdoolt uit zijn plaats. ~ 4530 Spre 27:10 | tegenspoed. Beter is een gebuur die nabij is, dan een broeder, 4531 Spre 27:10 | nabij is, dan een broeder, die      verre is. ~ 4532 Spre 27:14 | 14      Die zijn vriend zegent met luider 4533 Spre 27:16 | 16      Elkeen, die haar verbergt, zou den wind 4534 Spre 27:16 | olie zijner rechterhand, die roept. ~ 4535 Spre 27:18 | 18      Die den vijgeboom bewaart, zal 4536 Spre 27:18 | zal zijn vrucht eten; en die zijn heer waarneemt, zal 4537 Spre 28:3 | 3      Een arm man, die de geringen verdrukt, is 4538 Spre 28:4 | 4      Die de wet verlaten, prijzen 4539 Spre 28:4 | prijzen de goddelozen; maar die de wet bewaren, mengen zich 4540 Spre 28:5 | verstaan het recht niet; maar die den HEERE zoeken, verstaan 4541 Spre 28:6 | oprechtheid, is beter, dan die verkeerd is van wegen, al 4542 Spre 28:7 | 7      Die de wet bewaart, is een verstandig 4543 Spre 28:7 | een verstandig zoon; maar die der vraten metgezel is, 4544 Spre 28:8 | 8      Die zijn goed vermeerdert met 4545 Spre 28:8 | vergadert dat voor dengene, die zich des armen ontfermt. ~ 4546 Spre 28:9 | 9      Die zijn oor afwendt van de 4547 Spre 28:10 | 10      Die de oprechten doet dwalen 4548 Spre 28:11 | zijn ogen; maar de arme, die verstandig is, doorzoekt 4549 Spre 28:13 | 13      Die zijn overtredingen bedekt, 4550 Spre 28:13 | niet voorspoedig zijn; maar die ze bekent en laat, zal barmhartigheid 4551 Spre 28:14 | Welgelukzalig is de mens, die geduriglijk vreest; maar 4552 Spre 28:14 | geduriglijk vreest; maar die zijn hart verhardt, zal 4553 Spre 28:15 | brullende leeuw, en een beer, die ginds en weder loopt. ~ 4554 Spre 28:16 | 16      Een vorst, die van alle verstand gebrek 4555 Spre 28:16 | veelvoudig in verdrukkingen; maar die de gierigheid haat, zal 4556 Spre 28:18 | 18      Die oprecht wandelt, zal behouden 4557 Spre 28:18 | zal behouden worden; maar die zich verkeerdelijk gedraagt 4558 Spre 28:19 | 19      Die zijn land bouwt, zal met 4559 Spre 28:19 | brood verzadigd worden; maar die ijdele mensen volgt, zal 4560 Spre 28:20 | zijn in zegeningen; maar die haastig is, om rijk te worden, 4561 Spre 28:22 | 22      Die zich haast naar goed, is 4562 Spre 28:23 | 23      Die een mens bestraft, zal achterna 4563 Spre 28:23 | achterna gunst vinden, meer dan die met de tong vleit. ~ 4564 Spre 28:24 | Het is geen overtreding; die is des verdervenden mans 4565 Spre 28:25 | 25      Die grootmoedig is, verwekt 4566 Spre 28:25 | is, verwekt gekijf; maar die op den HEERE vertrouwt, 4567 Spre 28:26 | 26      Die op zijn hart vertrouwt, 4568 Spre 28:26 | op zijn hart vertrouwt, die is een zot; maar die in 4569 Spre 28:26 | vertrouwt, die is een zot; maar die in wijsheid wandelt, die 4570 Spre 28:26 | die in wijsheid wandelt, die zal ontkomen. ~ 4571 Spre 28:27 | 27      Die den armen geeft, zal geen 4572 Spre 28:27 | geen gebrek hebben; maar die zijn ogen verbergt, zal 4573 Spre 29:1 | 1      Een man, die, dikwijls bestraft zijnde, 4574 Spre 29:3 | 3      Een man, die de wijsheid bemint, verblijdt 4575 Spre 29:3 | verblijdt zijn vader; maar die een metgezel der hoeren 4576 Spre 29:4 | door het recht; maar een, die tot geschenken genegen is, 4577 Spre 29:5 | 5      Een man, die zijn naaste vleit, spreidt 4578 Spre 29:12 | 12      Een heerser, die op leugentaal acht geeft, 4579 Spre 29:14 | 14      Een koning, die de armen in trouw recht 4580 Spre 29:18 | maar welgelukzalig is hij, die de wet bewaart. ~ 4581 Spre 29:20 | Hebt gij een man gezien, die haastig in zijn woorden 4582 Spre 29:24 | 24      Die met een dief deelt, haat 4583 Spre 29:25 | mensen legt een strik; maar die op den HEERE vertrouwt, 4584 Spre 29:27 | rechtvaardige een gruwel; maar die recht is van weg, is den 4585 Spre 30:5 | is een Schild dengenen, die op Hem betrouwen. ~ 4586 Spre 30:16 | gesloten baarmoeder, de aarde, die van water niet verzadigd 4587 Spre 30:18 | te wonderlijk, ja, vier, die ik niet weet: ~ 4588 Spre 30:21 | zich de aarde, ja, om vier, die zij niet dragen kan: ~ 4589 Spre 30:29 | tred; ja, vier zijn er, die een goeden gang maken; ~ 4590 Spre 30:30 | geweldig onder de gedierten, die voor niemand zal wederkeren; ~ 4591 Spre 30:31 | een bok; en een koning, die niet tegen te staan is. ~ 4592 Spre 31:6 | Geeft sterken drank dengene, die verloren gaat, en wijn dengenen, 4593 Spre 31:6 | gaat, en wijn dengenen, die bitterlijk bedroefd van 4594 Spre 31:8 | de rechtzaak van allen, die omkomen zouden. ~ 4595 Spre 31:29 | gehandeld; maar gij gaat die allen te boven. ~ 4596 Spre 31:30 | ijdelheid; maar een vrouw, die den HEERE vreest, die zal 4597 Spre 31:30 | vrouw, die den HEERE vreest, die zal geprezen worden. ~ 4598 Pred 1:10 | alreeds geweest in de eeuwen, die voor ons geweest zijn. ~ 4599 Pred 1:11 | van de navolgende dingen, die zijn zullen, van dezelve 4600 Pred 1:11 | gedachtenis zijn bij degenen, die namaals wezen      zullen. ~ 4601 Pred 1:14 | Ik zag al de werken aan, die onder de zon geschieden; 4602 Pred 1:16 | vermeerderd, boven allen, die voor mij te Jeruzalem geweest 4603 Pred 1:18 | wijsheid is veel verdriet; en die wetenschap vermeerdert, 4604 Pred 2:7 | schapen, meer dan allen, die voor mij te Jeruzalem geweest 4605 Pred 2:9 | nam toe, meer dan iemand, die voor mij te Jeruzalem geweest 4606 Pred 2:11 | mij tot al mijn werken, die mijn handen gemaakt hadden, 4607 Pred 2:12 | want hoe zou een mens, die den koning nakomen zal, 4608 Pred 2:18 | achterlaten aan een mens, die na mij wezen zal. ~ 4609 Pred 2:21 | geschikkelijkheid is; nochtans zal hij die overgeven tot zijn deel, 4610 Pred 2:21 | zijn deel, aan een mens, die daaraan niet gearbeid      4611 Pred 2:22 | 22      Wat heeft toch die mens van al zijn arbeid, 4612 Pred 2:26 | wetenschap, en vreugde den mens, die goed is voor Zijn aangezicht; 4613 Pred 2:26 | Hij het geve dien, die goed is voor Gods aangezicht. 4614 Pred 3:9 | Wat voordeel heeft hij, die werkt, van hetgeen hij arbeidt? ~ 4615 Pred 3:10 | heb gezien de bezigheid, die God den kinderen der mensen 4616 Pred 3:19 | wedervaart hun beiden; gelijk die sterft, alzo sterft deze, 4617 Pred 4:1 | aan al de onderdrukkingen, die onder de zon geschieden; 4618 Pred 4:1 | verdrukten, en dergenen, die geen trooster hadden; en      4619 Pred 4:2 | Dies prees ik de doden, die alrede gestorven waren, 4620 Pred 4:2 | waren, boven de levenden, die tot nog toe levend zijn. ~ 4621 Pred 4:3 | Ja, hij is beter dan die beiden, die nog niet geweest 4622 Pred 4:3 | is beter dan die beiden, die nog niet geweest is, die 4623 Pred 4:3 | die nog niet geweest is, die niet gezien heeft het boze 4624 Pred 4:10 | metgezel op; maar wee den ene, die gevallen is, want er is 4625 Pred 4:13 | dan een oud en zot koning, die niet weet van meer vermaand 4626 Pred 4:14 | koning te zijn; daar ook een, die in zijn koninkrijk geboren 4627 Pred 4:15 | de jongeling, den tweede, die in diens plaats staan zal. ~ 4628 Pred 4:16 | al het volk, van allen, die voor hen geweest zijn; de 4629 Pred 5:7 | zulk een voornemen; want die hoger is      dan de hoge, 4630 Pred 5:9 | 9      Die het geld liefheeft, wordt 4631 Pred 5:10 | daar vermenigvuldigen ook die het eten; wat nuttigheid 4632 Pred 5:17 | gezien heb, een goede zaak, die schoon is: te eten en te 4633 Pred 5:17 | goede van al zijn arbeid, die hij bearbeid heeft onder 4634 Pred 6:8 | Wat heeft de arme meer, die voor de levenden weet te 4635 Pred 6:10 | niet kan rechten met dien, die sterker is dan hij. ~ 4636 Pred 6:11 | Voorwaar, er zijn veel dingen, die de ijdelheid vermeerderen; 4637 Pred 7:11 | een erfdeel; en degenen, die de zon aanschouwen, hebben 4638 Pred 7:15 | er is een rechtvaardige, die in zijn gerechtigheid omkomt; 4639 Pred 7:15 | daarentegen is er een goddeloze, die in zijn boosheid zijn dagen      4640 Pred 7:18 | hand van dit niet af; want die God vreest, dien ontgaat 4641 Pred 7:19 | dan tien heerschappers, die in een stad zijn. ~ 4642 Pred 7:20 | mens rechtvaardig op aarde, die goed doet, en niet zondigt. ~ 4643 Pred 7:21 | hart niet tot alle woorden, die men spreekt, opdat gij niet 4644 Pred 7:28 | gevonden; maar een vrouw onder die allen heb ik niet gevonden. ~ 4645 Pred 8:8 | 8      Er is geen mens, die heerschappij heeft over 4646 Pred 8:10 | ook gezien de goddelozen, die begraven waren, en degenen, 4647 Pred 8:10 | begraven waren, en degenen, die kwamen, en uit de plaats 4648 Pred 8:10 | plaats des Heiligen gingen, die werden vergeten in die stad, 4649 Pred 8:10 | die werden vergeten in die stad, in dewelke zij recht      4650 Pred 8:12 | dat het dien zal welgaan, die God vrezen, die voor Zijn 4651 Pred 8:12 | welgaan, die God vrezen, die voor Zijn aangezicht vrezen. ~ 4652 Pred 8:14 | Er is nog een ijdelheid, die op aarde geschiedt: dat 4653 Pred 8:15 | dagen      zijns levens, die hem God geeft onder de zon. ~ 4654 Pred 8:16 | aan te zien de bezigheid, die op de aarde geschiedt, dat 4655 Pred 9:2 | als den onreine; zo dien, die offert, als dien,      die 4656 Pred 9:2 | die offert, als dien,      die niet offert; gelijk den 4657 Pred 9:2 | alzo ook den zondaar, dien, die zweert, gelijk dien, die 4658 Pred 9:2 | die zweert, gelijk dien, die den eed vreest. ~ 4659 Pred 9:4 | Want voor dengene, die vergezelschapt is bij alle 4660 Pred 9:9 | het leven met de vrouw, die gij liefhebt, al de dagen 4661 Pred 9:12 | weet, gelijk de vissen, die gevangen worden met het 4662 Pred 9:12 | net; en gelijk de vogelen, die gevangen worden met den 4663 Pred 9:12 | worden met den strik; gelijk die, alzo worden de      kinderen 4664 Pred 9:15 | een armen wijzen man in, die de stad verloste door zijn 4665 Pred 9:17 | dan het geroep desgenen, die over de zotten heerst. ~ 4666 Pred 10:1 | weinig dwaasheid een man, die kostelijk is van wijsheid 4667 Pred 10:5 | de zon, als een dwaling, die van het aangezicht des oversten 4668 Pred 11:4 | op den wind acht geeft, die zal niet zaaien, en wie 4669 Pred 11:4 | en wie op de wolken ziet, die zal niet maaien. ~ 4670 Pred 11:5 | gij het werk Gods niet, Die het alles maakt. ~ 4671 Pred 11:6 | zal, of dit of dat, of dat die beide te zamen goed zijn 4672 Pred 11:8 | heeft, en verblijdt zich in die allen, zo laat hem ook gedenken 4673 Pred 11:8 | dagen der duisternis, want die zullen veel zijn; en al 4674 Pred 12:3 | minder geworden zijn, en      die door de vensteren zien, 4675 Pred 12:7 | geest weder tot God keert, Die hem gegeven heeft. ~ 4676 Pred 12:11 | meesters der verzamelingen, die gegeven zijn van den enigen 4677 Hoo 1:3 | reuk, Uw naam is een olie, die uitgestort wordt; daarom 4678 Hoo 1:7 | waarom zou ik zijn als een, die zich bedekt bij de kudden 4679 Hoo 2:7 | dochteren van Jeruzalem! die bij de reeen, of bij de 4680 Hoo 2:7 | des velds zijt, dat gij die liefde niet opwekt, noch 4681 Hoo 2:15 | vossen, de kleine vossen, die de wijngaarden verderven, 4682 Hoo 2:16 | is mijn, en ik ben Zijn, Die weidt onder de lelien, ~ 4683 Hoo 3:3 | 3      De wachters, die in de stad omgingen, vonden 4684 Hoo 3:4 | binnenste kamer van degene, die mij gebaard heeft. ~ 4685 Hoo 3:5 | dochteren van Jeruzalem! die bij de reeen of bij de hinden 4686 Hoo 3:6 | 6      Wie is zij, die daar opkomt uit de woestijn, 4687 Hoo 3:8 | 8      Die altemaal zwaarden houden, 4688 Hoo 4:1 | is als een kudde geiten, die het gras van den berg Gileads 4689 Hoo 4:2 | zijn als een kudde schapen, die geschoren zijn, die uit 4690 Hoo 4:2 | schapen, die geschoren zijn, die uit de wasstede opkomen; 4691 Hoo 4:2 | uit de wasstede opkomen; die al te zamen tweelingen voortbrengen, 4692 Hoo 4:4 | hals is als Davids toren, die gebouwd is tot ophanging 4693 Hoo 4:5 | tweelingen van een ree, die onder de lelien weiden. ~ 4694 Hoo 4:15 | put der levende wateren, die uit Libanon vloeien! ~ 4695 Hoo 5:2 | de stem mijns Liefsten, Die klopte, was: Doe Mij open, 4696 Hoo 5:7 | 7      De wachters, die in de stad omgingen, vonden 4697 Hoo 6:3 | en mijn Liefste is mijn, Die onder de lelien weidt. ~ 4698 Hoo 6:5 | is als een kudde geiten, die het gras van Gilead afscheren. ~ 4699 Hoo 6:6 | zijn als een kudde schapen, die uit de wasstede opkomen, 4700 Hoo 6:6 | uit de wasstede opkomen, die al te zamen tweelingen voortbrengen, 4701 Hoo 6:9 | is de zuivere dergenen, die haar gebaard heeft; als 4702 Hoo 6:10 | 10      Wie is zij, die er uitziet als de dageraad, 4703 Hoo 7:4 | als de toren van Libanon, die tegen Damaskus ziet. ~ 4704 Hoo 7:9 | gehemelte als goede wijn, die recht tot mijn Beminde gaat, 4705 Hoo 7:13 | en oude; o mijn Liefste! die heb ik voor U weggelegd. ~  ~ ~ 4706 Hoo 8:4 | dochteren van Jeruzalem! dat gij die liefde niet opwekt, noch 4707 Hoo 8:5 | 5      Wie is zij, die daar opklimt uit de woestijn, 4708 Hoo 8:5 | met smart voortgebracht, die u gebaard heeft. ~ 4709 Hoo 8:8 | hebben een kleine zuster, die nog geen borsten heeft; 4710 Hoo 8:10 | ik in Zijn ogen als een, die vrede vindt. ~ 4711 Jes 1:6 | striemen, en etterbuilen, die niet uitgedrukt noch verbonden 4712 Jes 1:14 | Ik ben moede geworden, die te dragen. ~ 4713 Jes 1:28 | der zondaars te zamen; en die den HEERE verlaten, zullen 4714 Jes 1:29 | worden om der eiken wil, die gijlieden begeerd hebt, 4715 Jes 1:29 | worden, om der hoven wil, die gij verkoren hebt. ~ 4716 Jes 1:30 | afvallen, en als een hof, die geen water heeft. ~ 4717 Jes 2:17 | en de HEERE alleen zal in die dag verheven zijn. ~ 4718 Jes 3:3 | de werkmeesters, en dien, die kloek ter tale is. ~ 4719 Jes 3:12 | over hetzelve. O Mijn volk! die u leiden, verleiden u, en 4720 Jes 4:2 | tot versiering dengenen, die het ontkomen zullen in   4721 Jes 4:3 | geheten worden, een iegelijk, die geschreven is ten leven 4722 Jes 5:8 | 8      Wee dengenen, die huis aan huis trekken, akker 4723 Jes 5:11 | 11      Wee dengenen, die, zich vroeg opmakende in 4724 Jes 5:14 | menigte, met haar gedruis, en die in haar van      vreugde 4725 Jes 5:16 | door het recht; en God, die Heilige, zal geheiligd worden 4726 Jes 5:18 | 18      Wee dengenen, die de ongerechtigheid trekken 4727 Jes 5:19 | 19      Die daar zeggen: Dat Hij haaste, 4728 Jes 5:20 | 20      Wee dengenen, die het kwade goed heten, en 4729 Jes 5:20 | heten, en het goede kwaad; die duisternis tot licht stellen, 4730 Jes 5:20 | het licht tot duisternis; die het bittere tot zoet stellen, 4731 Jes 5:21 | 21      Wee dengenen, die in hun ogen wijs, en bij 4732 Jes 5:22 | 22      Wee dengenen, die helden zijn om wijn te drinken, 4733 Jes 5:22 | zijn om wijn te drinken, en die kloeke mannen zijn om sterken 4734 Jes 5:23 | 23      Die den goddeloze rechtvaardigen 4735 Jes 6:6 | gloeiende kool in zijn hand, die hij met de tang van het 4736 Jes 6:12 | 12      Want de HEERE zal die mensen verre wegdoen, en 4737 Jes 7:4 | worde niet week, vanwege die twee staarten dezer rokende 4738 Jes 7:18 | zal toesissen de vliegen, die aan het einde der rivieren 4739 Jes 7:18 | Egypte zijn, en de bijen die in het land van Assur zijn. ~ 4740 Jes 7:22 | vanwege de veelheid der melk, die zij geven zullen, boter 4741 Jes 7:22 | zal eten; ja, een ieder, die overgebleven zal zijn in 4742 Jes 7:22 | in het midden des lands, die zal boter en      honig 4743 Jes 7:25 | 25      Ook al de bergen, die men met houwelen pleegt 4744 Jes 7:25 | doornen en der distelen; maar die zullen wezen tot inzending 4745 Jes 8:3 | de profetesse genaderd, die werd zwanger, en baarde 4746 Jes 8:6 | veracht de wateren van Siloa, die zachtjes gaan, en er vreugde 4747 Jes 8:7 | Heere over hen doen opkomen die sterke en geweldige wateren 4748 Jes 8:9 | neemt ter ore, allen gij, die in verre landen zijt, omgordt 4749 Jes 8:17 | ik den Heere verbeiden, Die Zijn aangezicht verbergt 4750 Jes 8:18 | Ziet, ik en de kinderen, die mij de HEERE gegeven heeft, 4751 Jes 8:18 | den HEERE der heirscharen, Die op den berg Sion woont. ~ 4752 Jes 8:19 | waarzeggers en duivelskunstenaars, die daar piepen, en binnensmonds 4753 Jes 9:1 | groot licht zien; degenen, die wonen in het land van de 4754 Jes 9:3 | schouders, en den staf desgenen, die hen dreef, hebt Gij verbroken, 4755 Jes 9:4 | de ganse strijd dergenen, die streden, met gedruis geschiedde, 4756 Jes 9:12 | keert zich niet tot Dien, Die het slaat, en den HEERE 4757 Jes 9:14 | De oude en aanzienlijke, die is de kop; maar de profeet, 4758 Jes 9:14 | de kop; maar de profeet, die valsheid leert, die is de 4759 Jes 9:14 | profeet, die valsheid leert, die is de staart.) ~ 4760 Jes 9:15 | volks zijn verleiders, en die van hen geleid worden, worden 4761 Jes 9:17 | verwarde struiken des wouds, die zich verheven hebben als 4762 Jes 10:1 | 1      Wee dengenen, die ongerechte inzettingen inzetten, 4763 Jes 10:1 | inzetten, en den schrijvers, die moeite voorschrijven; ~ 4764 Jes 10:3 | bezoeking, en der verwoesting, die van verre komen zal? Tot 4765 Jes 10:5 | 5      Wee den Assyrier, die de roede Mijns toorns is, 4766 Jes 10:10 | beelden beter zijn, dan die van Jeruzalem, en dan die 4767 Jes 10:10 | die van Jeruzalem, en dan die van Samaria; ~ 4768 Jes 10:14 | samengeraapt, gelijk men de eieren die verlaten zijn, samenraapt; 4769 Jes 10:14 | is      niemand geweest, die een vleugel verroerde, of 4770 Jes 10:15 | zich beroemen tegen dien, die daarmede houwt? Zal een 4771 Jes 10:15 | zaag pochen tegen dien, die ze trekt? Alsof een staf 4772 Jes 10:15 | een staf bewoog degenen, die hem opheffen? Als men een      4773 Jes 10:20 | steunen zullen op dien, die ze geslagen heeft; maar 4774 Jes 10:23 | Want een verdelging, die vastelijk besloten is, zal 4775 Jes 10:33 | geweld de takken afkappen, en die hoog van gestalte zijn, 4776 Jes 11:10 | naar den Wortel van Isai, Die staan zal tot een banier 4777 Jes 11:14 | en zij zullen te zamen die van het oosten beroven; 4778 Jes 13:17 | Meden tegen hen verwekken, die het zilver niet zullen achten, 4779 Jes 14:2 | gevangen houden degenen, die hen gevangen hielden, en 4780 Jes 14:6 | 6      Die de volken plaagde in verbolgenheid 4781 Jes 14:6 | een plaag zonder ophouden, die in toorn over de heidenen 4782 Jes 14:6 | over de heidenen heerste, die wordt vervolgd, zonder dat 4783 Jes 14:8 | komt niemand tegen ons op, die ons afhouwe. ~ 4784 Jes 14:10 | 10      Die altegader zullen antwoorden, 4785 Jes 14:12 | aarde nedergehouwen, gij, die de heidenen krenktet! ~ 4786 Jes 14:16 | 16      Die u zien zullen, zullen u 4787 Jes 14:16 | letten, en zeggen: Is dat die man, die de aarde beroerde, 4788 Jes 14:16 | zeggen: Is dat die man, die de aarde beroerde, die de 4789 Jes 14:16 | die de aarde beroerde, die de koninkrijken deed beven? ~ 4790 Jes 14:17 | 17      Die de wereld als een woestijn 4791 Jes 14:17 | derzelver steden verstoorde, die zijn gevangenen niet liet 4792 Jes 14:19 | als een kleed der gedoden, die met het zwaard doorstoken 4793 Jes 14:19 | zwaard doorstoken zijn; als die nederdalen in een steenkuil, 4794 Jes 14:26 | Dit is de raadslag, die beraadslaagd is over dat 4795 Jes 14:26 | land; en dit is de hand, die uitgestrekt is over alle 4796 Jes 14:29 | Palestina! dat de roede die u sloeg, gebroken is; want 4797 Jes 16:5 | de tent van David, een, die oordeelt en het recht zoekt, 4798 Jes 16:14 | verachtzaam gemaakt worden, met al die grote menigte; en het      4799 Jes 17:2 | kudden zullen zij wezen, die zullen daar nederliggen, 4800 Jes 17:7 | de mens zien naar Dien, Die hem gemaakt heeft, en zijn 4801 Jes 17:11 | geplant hebben, zult gij die doen wassen, en in den morgenstond 4802 Jes 17:12 | veelheid der grote volken, die daar bruisen, gelijk de 4803 Jes 17:12 | wee het geruis der natien, die daar ruisen, gelijk de geweldige 4804 Jes 17:14 | Dit is het deel dergenen, die ons beroven, en het lot 4805 Jes 17:14 | beroven, en het lot dergenen, die ons plunderen. ~  ~ 4806 Jes 19:8 | zullen treuren, en allen, die den angel in de stromen 4807 Jes 19:8 | werpen, zullen rouw maken; en die het werpnet uitbreiden op 4808 Jes 19:10 | verbrijzeld worden, allen, die voor loon lustige staande 4809 Jes 19:17 | zo wie het vermelden zal, die zal in zichzelven bevreesd 4810 Jes 19:20 | Heiland en Meester zenden, Die zal hen verlossen. ~ 4811 Jes 20:4 | Egyptenaren, en de Moren, die weggevoerd zullen worden, 4812 Jes 21:2 | is mij te kennen gegeven: die trouweloze handelt trouwelooslijk, 4813 Jes 21:2 | handelt trouwelooslijk, en die verstoorder verstoort; trek 4814 Jes 21:3 | de bange weeen van een, die baart; ik krom mij van horen, 4815 Jes 22:2 | 2      Gij, die vol van groot gedruis waart, 4816 Jes 22:3 | schutters gebonden, allen, die in u gevonden zijn, zijn 4817 Jes 22:11 | niet opwaarts zien op Dien, Die zulks gedaan heeft, noch 4818 Jes 22:11 | noch aanmerken      Dien, Die dat van verre tijden geformeerd 4819 Jes 22:16 | graf uitgehouwen hebt als die zijn graf in de hoogte uithouwt, 4820 Jes 22:16 | graf in de hoogte uithouwt, die een woning voor zich op 4821 Jes 22:25 | HEERE der heirscharen, zal die nagel, die aan een vaste 4822 Jes 22:25 | heirscharen, zal die nagel, die aan een vaste plaats gestoken 4823 Jes 22:25 | vallen,      en de last, die daaraan is, zal afgesneden 4824 Jes 23:2 | inwoners des eilands! gij, die de kooplieden van Sidon, 4825 Jes 23:8 | beraadslaagd over Tyrus, die kronende stad, welker kooplieden 4826 Jes 23:13 | gefondeerd voor degenen, die in de wildernissen woonden; 4827 Jes 23:17 | koninkrijken der aarde, die op den aardbodem zijn. ~ 4828 Jes 23:18 | koophandel zal wezen voor hen, die      voor den HEERE wonen, 4829 Jes 24:2 | gelijk de woekeraar, alzo die, van welken hij woeker ontvangt. ~ 4830 Jes 24:6 | verteert de vloek het land, en die daarin wonen, zullen verwoest 4831 Jes 24:7 | de wijnstok kweelt, allen die blijhartig waren, zuchten. ~ 4832 Jes 24:9 | zal bitter zijn dengenen, die hem drinken. ~ 4833 Jes 24:14 | 14      Die zullen hun stem opheffen, 4834 Jes 24:18 | stem der vreze vlieden zal, die zal in den kuil vallen; 4835 Jes 24:18 | zal in den kuil vallen; en die uit den kuil opklimt, die 4836 Jes 24:18 | die uit den kuil opklimt, die zal in den strik gevangen 4837 Jes 25:6 | mergs, van reine wijnen, die gezuiverd zijn. ~ 4838 Jes 25:11 | gelijk als een zwemmer die uitbreidt om te zwemmen, 4839 Jes 26:9 | ook zal ik met mijn geest, die in het binnenste van mij 4840 Jes 26:19 | waakt op en juicht, gij, die in het stof woont! want 4841 Jes 27:1 | Hij zal      den draak, die in de zee is, doden. ~ 4842 Jes 27:7 | Hij dien geslagen heeft, die hem sloeg? Is hij gedood, 4843 Jes 27:11 | verstand; daarom zal Hij, Die het      gemaakt heeft, 4844 Jes 27:11 | deszelven niet ontfermen, en Die het geformeerd heeft, zal 4845 Jes 27:13 | geblazen zal worden; dan zullen die komen, die in het land van 4846 Jes 27:13 | worden; dan zullen die komen, die in het land van Assur verloren 4847 Jes 28:1 | is een afvallende bloem, die daar is op het hoofd der 4848 Jes 28:2 | vloed der sterke wateren; die overvloeien, zal Hij ze 4849 Jes 28:4 | zijns heerlijken sieraads, die op het hoofd der zeer vette 4850 Jes 28:6 | Geest des oordeels dien, die ten oordeel zit, en tot 4851 Jes 28:6 | tot een sterkte dengenen, die den strijd afkeren tot de 4852 Jes 28:16 | een kostelijken hoeksteen, die wel vast gegrondvest is; 4853 Jes 28:16 | gegrondvest is; wie gelooft, die zal niet      haasten. ~ 4854 Jes 28:22 | een verdelging, ja, een, die vast besloten      is over 4855 Jes 29:2 | treuring en droefheid wezen, en die stad zal Mij gelijk Ariel 4856 Jes 29:7 | veelheid aller heidenen zijn, die tegen Ariel strijden zullen; 4857 Jes 29:7 | strijden zullen; zelfs allen, die tegen haar en haar vestingen 4858 Jes 29:8 | menigte aller heidenen zijn, die tegen den berg Sion krijgen. ~ 4859 Jes 29:11 | hetwelk men geeft aan een, die lezen kan, zeggende: Lees 4860 Jes 29:12 | geeft het boek aan een, die niet lezen kan, zeggende: 4861 Jes 29:13 | vrezen, mensengeboden zijn, die hun geleerd zijn; ~ 4862 Jes 29:15 | 15      Wee dengenen, die zich diep versteken willen 4863 Jes 29:20 | zal zijn, en dat allen, die tot ongerechtigheid waken, 4864 Jes 29:21 | 21      Die een mens schuldig maken 4865 Jes 29:21 | en leggen dien strikken, die hen bestraft in de poort; 4866 Jes 29:21 | bestraft in de poort; en die den rechtvaardige verdrijven 4867 Jes 29:22 | Daarom zegt de HEERE, Die Abraham verlost heeft, tot 4868 Jes 29:24 | 24      En die dwalende van geest zijn, 4869 Jes 30:1 | 1      Wee den kinderen, die afvallen, spreekt de HEERE, 4870 Jes 30:2 | 2      Die gaan, om af te trekken in 4871 Jes 30:3 | ulieden tot schaamte zijn, en die toevlucht onder de schaduw 4872 Jes 30:9 | leugenachtige kinderen; kinderen, die des HEEREN wet niet horen 4873 Jes 30:10 | 10      Die daar zeggen tot de zieners: 4874 Jes 30:18 | welgelukzalig zijn die allen, die Hem verwachten. ~ 4875 Jes 30:18 | welgelukzalig zijn die allen, die Hem verwachten. ~ 4876 Jes 30:19 | uws geroeps; zo haast Hij die horen zal, zal Hij u      4877 Jes 30:21 | horen het woord desgenen, die achter u is, zeggende: Dit 4878 Jes 30:22 | kleed, en tot elk van die zeggen: Henen uit! ~ 4879 Jes 30:24 | de ossen, en ezelveulens, die het land bouwen, zullen 4880 Jes 30:28 | als een overlopende beek, die tot aan den hals toe raakt; 4881 Jes 30:29 | harten, gelijk van een, die met pijpen wandelt, om te 4882 Jes 30:31 | morzel geslagen worden, die met de roede sloeg. ~ 4883 Jes 30:32 | 32      En alwaar die gegrondveste staf doorgegaan 4884 Jes 31:1 | 1   Wee dengenen, die in Egypte om hulp aftrekken, 4885 Jes 31:1 | zijn, en op ruiters, omdat die zeer machtig zijn; en zien 4886 Jes 31:2 | tegen de hulp dergenen,   die ongerechtigheid werken. ~ 4887 Jes 31:3 | helper struikelen zal, en die geholpen   wordt, zal nedervallen, 4888 Jes 31:9 | verschrikken, spreekt de HEERE, die te Sion vuur, en te Jeruzalem 4889 Jes 32:2 | 2      En die man zal zijn als een verberging 4890 Jes 32:3 | En de ogen dergenen, die zien, zullen niet terugzien, 4891 Jes 32:3 | terugzien, en de oren dergenen, die horen, zullen opmerken. ~ 4892 Jes 32:9 | mijn stem; gij dochters, die zo zeker zijt, neemt mijn 4893 Jes 32:10 | beroerd zijn, gij dochters, die zo zeker zijt, want de wijnoogst 4894 Jes 32:11 | weest beroerd, dochters, die zo zeker zijt; trekt u uit, 4895 Jes 32:20 | Welgelukzalig zijt gijlieden, die aan alle wateren zaait; 4896 Jes 32:20 | alle wateren zaait; gij, die den voet des osses en des 4897 Jes 33:1 | Wee u, gij verwoester, die niet verwoest zijt, en gij, 4898 Jes 33:1 | niet verwoest zijt, en gij, die trouwelooslijk handelt, 4899 Jes 33:8 | gebaande wegen zijn verwoest, die door de paden gaat, houdt 4900 Jes 33:13 | 13      Hoort gijlieden, die verre zijt, wat Ik gedaan 4901 Jes 33:13 | gedaan heb; en gijlieden, die nabij zijt, bekent Mijn 4902 Jes 33:14 | zeggen: Wie is er onder ons, die bij een verterend vuur wonen 4903 Jes 33:14 | kan? Wie is er onder ons, die bij      een eeuwigen gloed 4904 Jes 33:15 | 15      Die in gerechtigheden wandelt, 4905 Jes 33:15 | gerechtigheden wandelt, en die billijkheden spreekt; die 4906 Jes 33:15 | die billijkheden spreekt; die het gewin der onderdrukkingen 4907 Jes 33:15 | onderdrukkingen verwerpt; die zijn handen uitschudt, dat 4908 Jes 33:15 | geen geschenken behouden; die zijn      oor stopt, dat 4909 Jes 33:16 | 16      Die zal in de hoogten wonen, 4910 Jes 33:18 | betaalsheer? Waar is hij, die de torens telt? ~ 4911 Jes 33:20 | geruste woonplaats, een tent, die niet ter neder geworpen 4912 Jes 35:8 | hij zal voor deze zijn; die dezen weg wandelt,      4913 Jes 36:6 | hij in zijn hand gaan en die doorboren; alzo is Farao, 4914 Jes 36:6 | Egypte, al      dengenen, die op hem vertrouwen. ~ 4915 Jes 36:7 | HEERE, onzen God; is Hij Die niet, Wiens hoogten en Wiens 4916 Jes 36:7 | Hizkia weggenomen heeft, en Die tot Juda en tot Jeruzalem      4917 Jes 36:12 | het niet tot de mannen, die op den muur zitten, dat 4918 Jes 36:20 | al de goden dezer landen, die hun land uit mijn hand gered 4919 Jes 37:4 | schelden      met woorden, die de HEERE, uw God, gehoord 4920 Jes 37:6 | Vrees niet voor de woorden, die gij gehoord hebt, waarmede 4921 Jes 37:11 | alle landen gedaan hebben, die verbannende; en zoudt gij 4922 Jes 37:12 | Hebben de goden der volken die mijn vaders verdorven hebben, 4923 Jes 37:12 | en de kinderen van Eden, die in Telasser waren? ~ 4924 Jes 37:14 | boden hand ontvangen, en die gelezen had, ging hij op 4925 Jes 37:14 | HEEREN; en Hizkia breidde die uit voor het aangezicht 4926 Jes 37:16 | heirscharen, Gij, God van Israel, Die tussen de cherubim woont! 4927 Jes 37:17 | de woorden van Sanherib, die gezonden heeft om den levenden 4928 Jes 37:19 | steen; daarom hebben zij die verdorven. ~ 4929 Jes 37:35 | deze stad beschermen, om die te verlossen, om Mijnentwil, 4930 Jes 37:36 | morgens vroeg opmaakten, ziet, die allen waren dode      lichamen. ~ 4931 Jes 38:1 | 1      In die dagen werd Hizkia krank 4932 Jes 38:8 | zal de schaduw der graden, die met de zon in de graden 4933 Jes 38:8 | teruggekeerd, in de graden, die zij nederwaarts gegaan was. ~ 4934 Jes 38:18 | dood zal U niet prijzen; die in den kuil nederdalen, 4935 Jes 38:19 | De levende, de levende, die zal U loven, gelijk ik heden 4936 Jes 39:3 | zeide tot hem: Wat hebben die mannen gezegd, en van waar 4937 Jes 39:7 | zullen zij van uw zonen, die uit u zullen voortkomen, 4938 Jes 39:7 | uit u zullen voortkomen, die gij gewinnen zult, nemen, 4939 Jes 40:14 | heeft Hij raad gehouden, die Hem verstand zou geven, 4940 Jes 40:20 | 20      Die verarmd is, dat hij niet 4941 Jes 40:20 | hij niet te offeren heeft, die kiest een hout uit, dat 4942 Jes 40:22 | 22      Hij is het, Die daar zit boven den kloot 4943 Jes 40:22 | sprinkhanen; Hij is het, Die de hemelen uitspant als 4944 Jes 40:23 | 23      Die de vorsten te niet maakt; 4945 Jes 40:26 | dingen geschapen heeft; Die in getal hun heir voortbrengt; 4946 Jes 40:26 | getal hun heir voortbrengt; Die ze alle bij name roept, 4947 Jes 40:29 | vermenigvuldigt de sterkte dien, die geen krachten heeft. ~ 4948 Jes 41:4 | den beginne? Ik, de HEERE, Die de Eerste ben, en met den 4949 Jes 41:7 | versterkte den goudsmid; die met den hamer glad maakt, 4950 Jes 41:7 | hamer glad maakt, dien, die op het aambeeld slaat, zeggende 4951 Jes 41:11 | te schande worden, allen, die tegen u ontstoken zijn; 4952 Jes 41:11 | zullen worden als niet, en die lieden, die met u twisten, 4953 Jes 41:11 | als niet, en die lieden, die met u twisten, zullen vergaan. ~ 4954 Jes 41:12 | niet vinden; de lieden, die met u kijven, zullen worden 4955 Jes 41:12 | zullen worden als niet, en die lieden, die met u oorlogen, 4956 Jes 41:12 | als niet, en die lieden, die met u oorlogen, als een 4957 Jes 41:13 | grijp uw rechterhand aan, Die tot u zeg: Vrees niet, Ik 4958 Jes 41:15 | nieuwe dorsslede gesteld, die scherpe pinnen heeft; gij 4959 Jes 41:22 | ons verkondigen de dingen, die gebeuren zullen; verkondigt 4960 Jes 41:22 | de vorige dingen, welke die geweest zijn, opdat wij 4961 Jes 41:23 | Verkondigt dingen, die hierna komen zullen, opdat 4962 Jes 41:24 | adder; hij is een gruwel, die ulieden verkiest. ~ 4963 Jes 41:26 | rechtvaardig; maar er is niemand, die het verkondigt, ook      4964 Jes 41:26 | verkondigt, ook      niemand, die wat horen doet, ook niemand, 4965 Jes 41:26 | horen doet, ook niemand, die ulieder woorden hoort. ~ 4966 Jes 42:5 | Alzo zegt God, de HEERE, Die de hemelen geschapen, en 4967 Jes 42:5 | dezelve uitgebreid heeft, Die de aarde uitgespannen heeft, 4968 Jes 42:5 | en wat daaruit voortkomt; Die den volke, dat daarop is, 4969 Jes 42:5 | en den geest dengenen, die daarop wandelen: ~ 4970 Jes 42:7 | en uit het gevangenhuis, die in duisternis zitten. ~ 4971 Jes 42:9 | uitspruiten, doe Ik ulieden die horen. ~ 4972 Jes 42:10 | het einde der aarde; gij, die ter zee vaart, en al wat 4973 Jes 42:11 | verheffen, met de dorpen, die Kedar bewoont; laat hen 4974 Jes 42:11 | bewoont; laat hen juichen, die in de rotsstenen wonen, 4975 Jes 42:14 | uitschreeuwen, als een, die baart, Ik zal ze verwoesten, 4976 Jes 42:16 | doen treden door de paden, die zij niet geweten hebben; 4977 Jes 42:17 | 17      Maar die zich op gesneden beelden 4978 Jes 42:17 | gesneden beelden verlaten, die tot de gegoten beelden zeggen: 4979 Jes 42:17 | zeggen: Gij zijt onze goden; die zullen achterwaarts keren, 4980 Jes 42:22 | geworden, en er is niemand, die ze redt;      tot een plundering, 4981 Jes 43:7 | 7      Een ieder, die naar Mijn Naam genoemd is, 4982 Jes 43:8 | ogen heeft, en de doven, die oren hebben. ~ 4983 Jes 43:13 | ben Ik, en er is niemand, die uit Mijn hand redden kan; 4984 Jes 43:16 | Alzo zegt de HEERE, Die in de zee een weg, en in 4985 Jes 43:17 | 17      Die wagenen en paarden, heir 4986 Jes 43:25 | 25      Ik, Ik ben het, Die uw overtredingen uitdelg, 4987 Jes 44:2 | Formeerder van den buik af, Die u helpt: Vrees niet, o Jakob, 4988 Jes 44:5 | zeggen: Ik ben des HEEREN; en die zal zich noemen met den 4989 Jes 44:7 | de toekomstige dingen, en die komen      zullen, hun verkondigen. ~ 4990 Jes 44:24 | HEERE, uw Verlosser, en die u geformeerd heeft van den 4991 Jes 44:24 | buik af: Ik ben de HEERE, Die alles doet, Die den hemel 4992 Jes 44:24 | de HEERE, Die alles doet, Die den hemel uitbreidt, Ik 4993 Jes 44:24 | uitbreidt, Ik alleen, en Die de aarde uitspant door      4994 Jes 44:25 | 25      Die de tekenen der leugendichters 4995 Jes 44:25 | de waarzeggers dol maakt; Die de wijzen achterwaarts doet 4996 Jes 44:25 | achterwaarts doet keren, en Die hun wetenschap verdwaast; ~ 4997 Jes 44:26 | 26      Die het woord Zijns knechts 4998 Jes 44:26 | Zijner boden volbrengt; Die tot Jeruzalem zegt: Gij 4999 Jes 44:27 | 27      Die tot de diepte zegt: Verdroog, 5000 Jes 44:28 | 28      Die van Cores zegt: Hij is Mijn


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-9551

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License