Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
dichtste 2
didrachmen 2
didymus 3
die 9551
dief 25
diefelijk 1
diefstal 1
Frequency    [«  »]
10527 een
10033 zal
9630 tot
9551 die
8801 zij
8724 ik
8706 gij

Bijbel

IntraText - Concordances

die

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-9551

     Book Chapter: Verse
5501 Jer 33:3 | maken grote en vaste dingen, die gij niet weet. ~ 5502 Jer 33:4 | huizen der koningen van Juda, die door de wallen en door het 5503 Jer 33:5 | Chaldeen, maar het is om die te vullen met dode lichamen 5504 Jer 33:5 | dode lichamen van mensen, die Ik verslagen heb in Mijn 5505 Jer 33:9 | alle heidenen der aarde; die al het goede zullen horen, 5506 Jer 33:10 | de straten van Jeruzalem, die zo verwoest      zijn, dat 5507 Jer 33:11 | bruid, de stem dergenen, die zeggen: Looft den HEERE 5508 Jer 33:11 | eeuwigheid! de stem dergenen, die lof aanbrengen ten huize 5509 Jer 33:12 | heirscharen: In deze plaats, die zo woest is, dat er geen 5510 Jer 33:12 | zijn      van herderen, die de kudden doen legeren. ~ 5511 Jer 33:15 | 15      In die dagen, en te dier tijd zal 5512 Jer 33:16 | 16      In die dagen zal Juda verlost worden, 5513 Jer 33:16 | zeker wonen; en deze is, die haar roepen zal: De HEERE, 5514 Jer 33:17 | worden afgesneden een Man, Die op den troon van het huis 5515 Jer 33:18 | worden afgesneden een Man, Die brandoffer offere, en spijsoffer 5516 Jer 33:21 | dat hij geen zoon hebbe, die op zijn troon regere, en 5517 Jer 33:22 | knecht David, en de Levieten, die Mij dienen. ~ 5518 Jer 33:24 | zeggende: De twee geslachten, die de HEERE verkoren had, die 5519 Jer 33:24 | die de HEERE verkoren had, die heeft Hij nu verworpen? 5520 Jer 33:26 | van zijn zaad niet neme, die daar heerse over het zaad 5521 Jer 34:1 | koninkrijken der aarde, die onder de heerschappij zijner      5522 Jer 34:5 | vaderen, de vorige koningen, die voor u geweest zijn, alzo 5523 Jer 34:10 | vorsten en al het volk, die het verbond hadden ingegaan, 5524 Jer 34:11 | knechten en maagden wederkomen, die zij hadden laten vrijgaan, 5525 Jer 34:14 | zijn broeder, een Hebreer, die u zal verkocht zijn, en 5526 Jer 34:16 | een iegelijk zijn maagd, die gij hadt laten vrijgaan 5527 Jer 34:18 | zal de mannen overgeven, die Mijn verbond hebben overtreden, 5528 Jer 34:18 | verbond hebben overtreden, die niet bevestigd hebben de 5529 Jer 34:19 | en al het volk des lands, die door de stukken des kalfs 5530 Jer 34:20 | en in de hand dergenen, die hun ziel zoeken; en hun 5531 Jer 34:21 | en in de hand dergenen, die hun ziel zoeken, te weten, 5532 Jer 34:21 | des konings van Babel, die van ulieden nu zijn opgetogen. ~ 5533 Jer 35:4 | bij de kamer der oversten, die daar is boven de kamer      5534 Jer 35:14 | Jonadab, den zoon van Rechab, die hij zijn kinderen geboden 5535 Jer 35:19 | worden afgesneden een man, die voor Mijn aangezicht sta, 5536 Jer 36:2 | schrijf daarop al de woorden, die Ik tot u gesproken heb, 5537 Jer 36:3 | 3      Misschien zullen die van het huis van Juda horen 5538 Jer 36:4 | alle woorden des HEEREN, die Hij tot hem gesproken had, 5539 Jer 36:6 | voor de oren van gans Juda, die uit hun steden komen. ~ 5540 Jer 36:7 | en de      grimmigheid, die de HEERE tegen dit volk 5541 Jer 36:9 | mitsgaders allen volke, die uit de steden van Juda te 5542 Jer 36:13 | hun bekend al de woorden, die hij gehoord had, als Baruch 5543 Jer 36:14 | gelezen hebt, neem die in uw hand, en kom. Alzo 5544 Jer 36:20 | schrijver; en zij verklaarden al die woorden voor de oren des 5545 Jer 36:21 | van al de      vorsten, die omtrent den koning stonden. ~ 5546 Jer 36:24 | koning noch al zijn knechten, die al deze woorden gehoord 5547 Jer 36:27 | koning de rol en de woorden, die Baruch geschreven had uit 5548 Jer 36:28 | daarop al de eerste woorden, die geweest zijn op de eerste 5549 Jer 36:28 | geweest zijn op de eerste rol, die Jojakim, de koning van Juda, 5550 Jer 36:30 | Juda: Hij zal geen hebben, die op Davids troon zitte; en 5551 Jer 36:32 | Baruch, den zoon van Nerija; die schreef daarop, uit den 5552 Jer 37:2 | naar de woorden des HEEREN, die Hij sprak door den dienst 5553 Jer 37:5 | uitgetogen; en de Chaldeen, die Jeruzalem belegerden, als 5554 Jer 37:7 | tot den koning van Juda, die u tot Mij gezonden heeft, 5555 Jer 37:10 | ganse heir der Chaldeen, die tegen u strijden, en er 5556 Jer 37:10 | mannen over, zo zouden zich die, een iegelijk in zijn tent,      5557 Jer 37:13 | Selemja, den zoon van Hananja; die greep den profeet Jeremia,      5558 Jer 37:19 | zijn nu ulieder profeten, die u geprofeteerd hebben, zeggende: 5559 Jer 38:1 | Malchia, de woorden hoorden, die Jeremia tot al het      5560 Jer 38:2 | tot de Chaldeen uitgaat, die zal leven, want hij zal 5561 Jer 38:4 | handen der krijgslieden, die in deze stad zijn overgebleven, 5562 Jer 38:6 | den zoon van Hammelech, die in het voorhof der bewaring 5563 Jer 38:7 | Moorman, een der kamerlingen, die toen in des konings huis 5564 Jer 38:14 | halen, in den derden ingang, die aan des HEEREN huis was; 5565 Jer 38:16 | waarachtig als de HEERE leeft, Die ons deze ziel gemaakt heeft: 5566 Jer 38:16 | in de hand dezer mannen, die uw ziel zoeken! ~ 5567 Jer 38:19 | bevreesd voor de Joden, die tot de Chaldeen gevallen 5568 Jer 38:22 | Ziedaar, al de vrouwen, die in het huis des konings 5569 Jer 38:27 | hun, naar al deze woorden, die de koning geboden had; en 5570 Jer 39:5 | in het land van Hamath; die sprak oordelen tegen hem 5571 Jer 39:9 | Het overige nu des volks, die in de stad waren overgebleven, 5572 Jer 39:9 | overgebleven, en de afvalligen, die tot hem gevallen waren, 5573 Jer 39:9 | met het overige des volks, die overgebleven waren, voerde      5574 Jer 39:10 | Maar van het volk, die arm waren, die niet met 5575 Jer 39:10 | het volk, die arm waren, die niet met al hadden, liet 5576 Jer 40:1 | gevangenen van Jeruzalem en Juda, die naar Babel gevankelijk werden 5577 Jer 40:4 | losgemaakt van de ketenen, die aan uw hand waren; indien 5578 Jer 40:6 | in het midden des volks, die in het land waren overgelaten. ~ 5579 Jer 40:7 | alle oversten der heiren, die in het veld waren, zij en 5580 Jer 40:7 | des lands, van degenen, die niet naar Babel gevankelijk 5581 Jer 40:10 | aangezicht der Chaldeen, die tot ons zullen komen; gijlieden 5582 Jer 40:10 | en woont in uw steden, die gij hebt ingenomen. ~ 5583 Jer 40:11 | Als ook al de Joden, die in Moab, en onder de kinderen 5584 Jer 40:11 | kinderen Ammons, en in Edom, en die in al die landen waren, 5585 Jer 40:11 | en in Edom, en die in al die landen waren, hoorden, dat 5586 Jer 40:13 | alle oversten der heiren, die in het veld waren, kwamen 5587 Jer 40:15 | leven slaan, en gans Juda, die tot u vergaderd zijn, verstrooid 5588 Jer 41:2 | mitsgaders de tien mannen, die met hem waren, en zij sloegen 5589 Jer 41:3 | sloeg Ismael al de Joden, die met hem, namelijk met Gedalia, 5590 Jer 41:3 | Chaldeen, de krijgslieden, die aldaar gevonden werden. ~ 5591 Jer 41:7 | kuils, hij en de mannen, die      met hem waren. ~ 5592 Jer 41:8 | werden tien mannen gevonden, die tot Ismael zeiden: Dood 5593 Jer 41:9 | dode lichamen der mannen, die hij aan de zijde van Gedalia 5594 Jer 41:10 | dochteren, en al het volk, die te Mizpa waren overgelaten, 5595 Jer 41:10 | Mizpa waren overgelaten, die      Nebuzaradan, de overste 5596 Jer 41:11 | de oversten der heiren, die met hem waren, al het kwaad 5597 Jer 41:13 | de oversten der heiren, die met hem waren, zo werden 5598 Jer 41:16 | de oversten der heiren, die met hem waren, het ganse 5599 Jer 41:16 | had) te weten de mannen, die krijgslieden waren, en de 5600 Jer 41:16 | kinderkens, en      kamerlingen, die hij van Gibeon had wedergebracht; ~ 5601 Jer 42:3 | zullen ingaan, en de zaak, die wij zullen doen. ~ 5602 Jer 42:8 | alle oversten der heiren, die met hem waren, en al het 5603 Jer 42:17 | zullen al de mannen zijn, die hun aangezichten stellen, 5604 Jer 42:17 | zij zullen niemand hebben, die overblijve of ontkome van 5605 Jer 43:1 | gezonden      had, te weten al die woorden, ~ 5606 Jer 43:5 | ganse overblijfsel van Juda, die van al de heidenen, waar 5607 Jer 43:6 | dochteren, en alle ziel, die Nebuzaradan, de overste 5608 Jer 43:9 | klei in den ticheloven, die bij de deur van Farao's 5609 Jer 43:10 | zetten boven op deze stenen, die Ik verborgen heb; en hij 5610 Jer 44:1 | geschiedde aan al de Joden, die in Egypteland woonden, die 5611 Jer 44:1 | die in Egypteland woonden, die te Migdol woonden, en te 5612 Jer 44:3 | Vanwege hun boosheid, die zij gedaan hebben, om Mij 5613 Jer 44:3 | andere goden te dienen, die zij niet kenden, zij, gij, 5614 Jer 44:4 | deze gruwelijke zaak niet, die Ik haat. ~ 5615 Jer 44:9 | boosheden uwer vrouwen,      die zij gedaan hebben in het 5616 Jer 44:10 | en in Mijn inzettingen, die Ik voor ulieder aangezicht 5617 Jer 44:12 | overblijfsel van Juda wegnemen, die hun aangezichten gesteld 5618 Jer 44:13 | bezoeking doen over degenen, die in Egypteland wonen, gelijk 5619 Jer 44:14 | het overblijfsel van Juda, die in Egypteland gekomen zijn, 5620 Jer 44:14 | verkeren, geen zal hebben, die ontkome, of overblijve; 5621 Jer 44:14 | niet wederkeren, behalve die ontkomen zullen. ~ 5622 Jer 44:15 | aan Jeremia al de mannen, die wisten, dat hun vrouwen 5623 Jer 44:15 | rookten, en al de vrouwen, die daar stonden, zijnde een 5624 Jer 44:15 | mitsgaders al      het volk, die in Egypteland, in Pathros, 5625 Jer 44:20 | vrouwen, en tot al het volk, die hem zulks geantwoord hadden, 5626 Jer 44:22 | handelingen, vanwege de gruwelen, die gij deedt; daarom is uw 5627 Jer 44:24 | HEEREN woord, gij gans Juda, die in Egypteland zijt! ~ 5628 Jer 44:25 | Wij zullen onze geloften, die wij beloofd hebben, ganselijk 5629 Jer 44:26 | HEEREN woord, gij gans Juda, die in Egypteland woont! Ziet, 5630 Jer 44:26 | meer zal genoemd worden, die zegge: Zo waarachtig als 5631 Jer 44:27 | en alle mannen van Juda, die in Egypteland zijn, zullen 5632 Jer 44:28 | 28      Maar die van het zwaard ontkomen, 5633 Jer 44:28 | ganse overblijfsel van Juda, die in Egypteland gekomen zijn,      5634 Jer 44:30 | en in de hand dergenen, die zijn ziel zoeken, gelijk 5635 Jer 44:30 | van Babel, zijn vijand, en die zijn ziel zocht. ~  ~ 5636 Jer 45:1 | zoon van Nerija, als hij die woorden uit den mond van 5637 Jer 46:7 | 7      Wie is deze, die optrekt als een stroom, 5638 Jer 46:8 | bedekken, ik zal de stad, en die daarin wonen, verderven. ~ 5639 Jer 46:9 | de Moren, en de Puteers, die het schild handelen, en 5640 Jer 46:9 | handelen, en de Lydiers, die den boog handelen en spannen. ~ 5641 Jer 46:21 | als gemeste kalveren; maar die hebben zich ook gewend, 5642 Jer 46:25 | Farao, en over degenen, die op hem vertrouwen. ~ 5643 Jer 46:26 | geven in de hand dergenen, die hunlieder ziel zoeken, en 5644 Jer 47:2 | van hetzelve, de stad en die daarin   wonen; en de mensen 5645 Jer 47:4 | 4   Vanwege den dag, die er komt om alle Filistijnen 5646 Jer 48:10 | 10      Vervloekt zij, die des HEEREN werk bedriegelijk 5647 Jer 48:10 | doet; ja, vervloekt zij, die zijn zwaard van het bloed 5648 Jer 48:12 | gasten zal toeschikken, die hem in vreemde plaatsen 5649 Jer 48:17 | Beklaagt hem, gij allen, die rondom hem zijt, en allen, 5650 Jer 48:17 | rondom hem zijt, en allen, die zijn naam kent; zegt: Hoe 5651 Jer 48:24 | alle steden van Moabs land, die verre en die nabij zijn. ~ 5652 Jer 48:24 | Moabs land, die verre en die nabij zijn. ~ 5653 Jer 48:28 | en wordt gelijk een duif, die in de doorgangen van den 5654 Jer 48:34 | van Zoar tot aan Horonaim, die driejarige vaarze; want 5655 Jer 48:35 | spreekt de HEERE, dien, die op de hoogte offert, en 5656 Jer 48:35 | op de hoogte offert, en die zijn goden rookt. ~ 5657 Jer 48:39 | gewend! Alzo zal Moab allen, die rondom hem zijn, tot belaching 5658 Jer 48:41 | als het hart ener vrouw, die in nood is. ~ 5659 Jer 48:44 | 44      Die van de vreze ontvliedt, 5660 Jer 48:44 | zal in den kuil vallen, en die uit den kuil opkomt, zal 5661 Jer 48:45 | 45      Die voor des vijands macht vluchtten, 5662 Jer 49:2 | Israel zal erven degenen, die hem geerfd hadden, zegt 5663 Jer 49:4 | weggevloten, gij afkerige dochter! die op haar schatten vertrouwt, 5664 Jer 49:5 | heirscharen, van allen, die rondom u zijn, en gijlieden 5665 Jer 49:16 | trotsheid uws harten, gij, die woont in de kloven der steenrotsen, 5666 Jer 49:16 | kloven der steenrotsen, die u houdt op de hoogte der 5667 Jer 49:19 | Mij dagvaarden, en wie is die herder, die voor Mijn aangezicht 5668 Jer 49:19 | dagvaarden, en wie is die herder, die voor Mijn aangezicht bestaan 5669 Jer 49:20 | beraadslaagd, en Zijn gedachten, die Hij gedacht heeft over de 5670 Jer 49:22 | als het hart ener vrouw, die in      nood is. ~ 5671 Jer 49:28 | koninkrijken van Hazor, die Nebukadrezar, de koning 5672 Jer 49:31 | deuren noch grendel heeft, die alleen wonen. ~ 5673 Jer 49:32 | winden, te weten degenen, die aan de hoeken afgekort zijn; 5674 Jer 49:37 | het aangezicht dergenen, die hun ziel zoeken, en zal 5675 Jer 50:7 | 7      Allen, die hen vonden, aten hen op, 5676 Jer 50:9 | en tegen Babel opbrengen; die zullen zich tegen haar rusten; 5677 Jer 50:10 | zal ten roof zijn; allen, die het beroven, zullen verzadigd 5678 Jer 50:12 | uw moeder zeer beschaamd; die u gebaard heeft, is schaamrood 5679 Jer 50:14 | Babel rondom, gij allen, die den boog spant! schiet in 5680 Jer 50:16 | Babel den zaaier, en dien, die de sikkel handelt in den 5681 Jer 50:17 | verjaagd hebben; de eerste, die hem heeft opgegeten, was 5682 Jer 50:20 | 20      In die dagen en te dier tijd, spreekt 5683 Jer 50:20 | zal ze dengenen vergeven, die Ik zal doen overblijven. ~ 5684 Jer 50:29 | gij schutters! gij allen, die den boog spant! legert u 5685 Jer 50:32 | en er zal niemand zijn, die hem opricht; ja, Ik zal 5686 Jer 50:33 | verdrukt geweest; en allen, die hen gevangen hadden, hebben 5687 Jer 50:37 | den gansen gemengden hoop, die in het midden van hen is, 5688 Jer 50:44 | dagvaarden? En wie is de herder, die voor Mijn aangezicht bestaan 5689 Jer 50:45 | beraadslaagd, en Zijn gedachten, die Hij gedacht heeft over het 5690 Jer 51:1 | Babel, en tegen degenen, die daar wonen in het hart van 5691 Jer 51:1 | in het hart van degenen, die tegen Mij opstaan. ~ 5692 Jer 51:2 | Babel wanners toeschikken, die haar wannen, en haar land 5693 Jer 51:3 | spanne zijn boog tegen dien, die spant, en tegen dien, die 5694 Jer 51:3 | die spant, en tegen dien, die zich verheft in zijn pantsier; 5695 Jer 51:6 | tijd der wraak des HEEREN, Die haar de verdienste      5696 Jer 51:7 | beker in de hand des HEEREN, die de ganse aarde dronken maakte; 5697 Jer 51:13 | 13      Gij, die aan vele wateren woont, 5698 Jer 51:13 | aan vele wateren woont, die machtig zijt van schatten! 5699 Jer 51:15 | 15      Die de aarde gemaakt heeft door 5700 Jer 51:15 | heeft door Zijn kracht, Die de wereld bereid heeft door 5701 Jer 51:19 | Jakobs deel is niet gelijk die; want Hij is de Formeerder 5702 Jer 51:24 | vergelden al hun boosheid, die zij gedaan hebben aan Sion, 5703 Jer 51:25 | spreekt de HEERE, gij, die de ganse aarde verderft, 5704 Jer 51:58 | de HEERE der heirscharen: Die brede muur van Babel zal 5705 Jer 51:60 | te weten al deze woorden, die tegen Babel geschreven zijn. ~ 5706 Jer 52:7 | poort tussen de twee muren, die aan des konings hof      5707 Jer 52:9 | in het land van Hamath; die sprak oordelen tegen hem. ~ 5708 Jer 52:12 | overste der      trawanten, die voor het aangezicht des 5709 Jer 52:15 | en het overige des volks, die in de stad overgelaten waren, 5710 Jer 52:15 | waren, en de afvalligen, die tot den koning van Babel 5711 Jer 52:17 | Chaldeen de koperen pilaren, die in het huis des HEEREN waren, 5712 Jer 52:17 | stellingen, en de koperen zee, die in het huis des HEEREN was; 5713 Jer 52:20 | twaalf koperen runderen, die in de plaats der stellingen 5714 Jer 52:20 | plaats der stellingen waren, die de koning Salomo voor het 5715 Jer 52:25 | stad nam hij een hoveling, die over de krijgslieden gesteld 5716 Jer 52:25 | zeven mannen uit degenen, die des konings aangezicht zagen, 5717 Jer 52:25 | konings aangezicht zagen, die in de stad gevonden werden,      5718 Jer 52:25 | oversten schrijver des heirs, die het volk des lands ten oorlog 5719 Jer 52:25 | van het volk des lands, die in het midden der stad gevonden 5720 Jer 52:32 | den stoel der koningen, die bij hem te Babel waren. ~ 5721 Klaa 1:1 | 1      Aleph. Hoe zit die stad zo eenzaam, die vol 5722 Klaa 1:1 | zit die stad zo eenzaam, die vol volks was, zij is als 5723 Klaa 1:1 | een weduwe geworden, zij, die groot was onder de heidenen, 5724 Klaa 1:6 | vorsten zijn als de herten, die geen weide vinden, en zij 5725 Klaa 1:7 | al haar gewenste dingen, die zij van oude dagen af gehad 5726 Klaa 1:8 | afgezonderde vrouw geworden; allen, die haar eerden, achten haar 5727 Klaa 1:12 | ulieden niet aan, gij allen, die over weg gaat? Schouwt het 5728 Klaa 1:12 | smart zij gelijk mijn smart, die mij aangedaan is, waarmede 5729 Klaa 1:16 | water, omdat de trooster, die mijn ziel zou verkwikken, 5730 Klaa 1:17 | heeft van Jakob geboden, dat die rondom hem zijn, zijn tegenpartijders 5731 Klaa 1:37 | 15      Samech. Allen, die over weg gaan, klappen met 5732 Klaa 1:37 | Jeruzalems, zeggende: Is dit die stad, waar men van zeide,      5733 Klaa 1:41 | ziel      uwer kinderkens, die in onmacht gevallen zijn 5734 Klaa 1:42 | vrucht eten, de kinderkens, die men op de handen draagt? 5735 Klaa 1:44 | ontkomen of      overgebleven; die ik op de handen gedragen 5736 Klaa 1:44 | gedragen en opgetogen heb, die heeft mijn vijand omgebracht. ~  ~ 5737 Klaa 1:45 | Aleph. Ik ben de man, die ellende gezien heeft door 5738 Klaa 1:50 | duistere plaatsen, als degenen, die over lang dood zijn. ~ 5739 Klaa 1:69 | HEERE is goed dengenen, die Hem verwachten, der ziele, 5740 Klaa 1:69 | Hem verwachten, der ziele, die Hem zoekt. ~ 5741 Klaa 1:74 | Hij geve zijn wang dien, die hem slaat, hij worde zat 5742 Klaa 1:96 | 52      Tsade. Die mijn vijanden zijn zonder 5743 Klaa 1:103| gezien de verkeerdheid, die men mij aangedaan heeft, 5744 Klaa 1:106| Schin. De lippen dergenen, die tegen mij opstaan, en hun 5745 Klaa 1:108| Thau. HEERE! geef hun weder die vergelding, naar het werk 5746 Klaa 1:114| eisen brood, er is niemand, die het hun mededeelt. ~ 5747 Klaa 1:115| 5      He. Die lekkernijen aten, versmachten 5748 Klaa 1:115| versmachten nu op de straten; die in karmozijn opgetrokken 5749 Klaa 1:119| verslagenen van den honger; want die vlieten daarhenen, als doorstoken 5750 Klaa 1:123| misdaden harer priesteren, die in het midden van haar het 5751 Klaa 1:131| verblijd u, gij dochter Edoms, die in het land Uz woont! doch 5752 Klaa 2:8 | over ons; er is niemand, die ons uit hun hand rukke. ~ 5753 Klaa 2:18 | Om des bergs Sions wil, die verwoest is, waar de vossen 5754 Eze 1:4 | en een glans was rondom die wolk; en uit het midden 5755 Eze 1:8 | aan hun vier zijden; en die vier hadden hun aangezichten 5756 Eze 1:10 | en ter linkerzijde hadden die vier eens      ossen aangezicht; 5757 Eze 1:10 | ossen aangezicht; ook hadden die vier eens arends aangezicht. ~ 5758 Eze 1:13 | vuur ging steeds tussen die dieren; en het vuur      5759 Eze 1:15 | 15      Als ik die dieren zag, ziet, zo was 5760 Eze 1:15 | een rad op de aarde bij die dieren, naar vier aangezichten 5761 Eze 1:16 | verf van een turkoois; en die vier hadden enerlei gelijkenis; 5762 Eze 1:18 | 18      En hun velgen, die waren zo hoog, dat zij vreselijk 5763 Eze 1:18 | waren vol ogen rondom aan die vier raderen. ~ 5764 Eze 1:21 | 21      Als die gingen, gingen deze; en 5765 Eze 1:21 | gingen, gingen deze; en als die stonden, stonden zij; en 5766 Eze 1:21 | stonden, stonden zij; en als die van de aarde opgeheven werden, 5767 Eze 1:23 | ander; ieder had er twee, die herwaarts hun lichamen bedekten, 5768 Eze 1:23 | bedekten, en ieder had er twee, die ze derwaarts      bedekten. ~ 5769 Eze 1:28 | de gedaante van den boog, die in de wolk is ten dage des 5770 Eze 1:28 | hoorde een stem van Een, Die sprak. ~  ~ 5771 Eze 2:2 | tot mij sprak, de Geest, Die mij stelde op mijn voeten; 5772 Eze 2:2 | voeten; en ik hoorde Dien, Die tot mij sprak. ~ 5773 Eze 2:3 | de rebellerende volken, die tegen Mij gerebelleerd hebben; 5774 Eze 2:10 | 10      En Hij spreidde die voor mijn aangezicht uit; 5775 Eze 3:2 | mijn mond, en Hij gaf mij die rol te eten. ~ 5776 Eze 3:3 | uw ingewand met deze rol, die Ik u geef. Toen at ik, en 5777 Eze 3:10 | Mensenkind, vat al Mijn woorden, die Ik tot u spreken zal, in 5778 Eze 3:13 | van der dieren vleugelen, die de een den ander raakten, 5779 Eze 3:15 | weggevoerden te Tel-Abib, die aan de rivier Chebar woonden, 5780 Eze 3:18 | in het leven behoudt; die goddeloze zal in zijn ongerechtigheid 5781 Eze 3:20 | en zijn gerechtigheden, die hij gedaan heeft, zullen 5782 Eze 3:23 | gelijk de heerlijkheid, die ik gezien had bij de rivier 5783 Eze 3:27 | Heere HEERE, wie hoort, die hore, en wie het laat, die 5784 Eze 3:27 | die hore, en wie het laat, die late het; want zij zijn 5785 Eze 4:3 | muur tussen u en tussen die stad; en richt uw aangezicht 5786 Eze 4:9 | gierst, en spelt; en doe die in een vat, en maak die 5787 Eze 4:9 | die in een vat, en maak die u tot brood; naar het getal 5788 Eze 4:9 | naar het getal der dagen, die gij op uw zijde      nederliggen 5789 Eze 4:10 | 10      Uw spijze nu, die gij eten zult, zal in gewicht 5790 Eze 4:10 | van tijd tot tijd zult gij die eten. ~ 5791 Eze 5:1 | weegschaal nemen, en die haren delen. ~ 5792 Eze 5:4 | En nog zult gij van die nemen, en die werpen in 5793 Eze 5:4 | zult gij van die nemen, en die werpen in het midden des 5794 Eze 5:6 | inzettingen meer dan de landen, die rondom haar zijn; want zij 5795 Eze 5:7 | gemaakt hebt dan de heidenen, die rondom u zijn, in Mijn inzettingen 5796 Eze 5:7 | de rechten der heidenen, die rondom u zijn, niet gedaan 5797 Eze 5:8 | oefenen, voor de ogen van die heidenen. ~ 5798 Eze 5:14 | zetten onder de heidenen, die rondom u zijn, voor de ogen 5799 Eze 5:14 | voor de ogen van al degene, die voorbijgaat. ~ 5800 Eze 5:15 | ontzetting den heidenen zijn, die rondom u zijn, wanneer Ik 5801 Eze 5:16 | tegen hen uitzenden zal, die ten verderve zijn zullen, 5802 Eze 5:16 | ten verderve zijn zullen, die Ik uitzenden zal om u te 5803 Eze 5:17 | honger en boos gedierte, die u van kinderen beroven zullen, 5804 Eze 6:8 | gij enigen zult hebben, die het zwaard ontkomen onder 5805 Eze 6:9 | afgeweken is, en door hun ogen, die hun drekgoden nahoereren; 5806 Eze 6:9 | hebben over de boosheden, die zij in al hun gruwelen gedaan 5807 Eze 6:12 | 12      Die verre af is, zal door de 5808 Eze 6:12 | door de pest sterven, en die nabij is, zal door het zwaard 5809 Eze 6:12 | het zwaard vallen; maar die overgebleven en belegerd 5810 Eze 7:9 | dat Ik de HEERE      ben, Die slaat. ~ 5811 Eze 7:15 | en de honger van binnen; die op het veld is, zal door 5812 Eze 7:15 | door het zwaard sterven, en die in de stad is, dien zal 5813 Eze 7:22 | inbrekers zullen daar inkomen en die ontheiligen. ~ 5814 Eze 7:24 | der heidenen doen komen, die hun huizen erfelijk bezitten 5815 Eze 7:24 | sterken doen ophouden, en die hen heiligen, zullen      5816 Eze 8:4 | aldaar, naar de gedaante, die ik in de vallei gezien had. ~ 5817 Eze 8:6 | doen, de grote gruwelen, die het huis Israels hier doet, 5818 Eze 8:9 | en zie de boze gruwelen, die zij hier doen. ~ 5819 Eze 8:13 | wederom grote gruwelen zien, die zij doen. ~ 5820 Eze 8:14 | van het huis des HEEREN, die naar het noorden is, en 5821 Eze 8:17 | dan deze gruwelen te doen, die zij hier doen? Als zij het 5822 Eze 9:2 | den weg der Hoge poort, die gekeerd is naar het noorden, 5823 Eze 9:3 | en Hij riep tot den man, die met linnen bekleed was, 5824 Eze 9:3 | met linnen bekleed was, die de      schrijvers-inktkoker 5825 Eze 9:4 | voorhoofden der lieden, die zuchten en uitroepen      5826 Eze 9:4 | over al deze gruwelen, die in het midden derzelve gedaan 5827 Eze 9:5 | 5      Maar tot die anderen zeide Hij voor mijn 5828 Eze 9:6 | begonnen van de oude mannen, die voor het huis waren. ~ 5829 Eze 9:11 | 11      En ziet, de man, die met linnen bekleed was, 5830 Eze 10:3 | rechterzijde van het huis, als die man inging; en een wolk 5831 Eze 10:7 | in de vuisten desgenen, die met linnen      bekleed 5832 Eze 10:7 | linnen      bekleed was; die nam het, en ging uit. ~ 5833 Eze 10:10 | aangaande hun gedaanten, die vier hadden enerlei gelijkenis, 5834 Eze 10:11 | 11      Als die gingen, zo gingen deze op 5835 Eze 10:11 | waarheen het hoofd zag, die volgden zij na; zij keerden 5836 Eze 10:12 | waren vol ogen rondom; die vier hadden hun raderen. ~ 5837 Eze 10:15 | 15      En die cherubs hieven zich omhoog; 5838 Eze 10:16 | cherubs gingen, zo gingen die raderen nevens dezelven; 5839 Eze 10:17 | 17      Als die stonden, stonden deze, en 5840 Eze 10:17 | stonden, stonden deze, en als die opgeheven werden, hieven 5841 Eze 10:22 | waren dezelfde aangezichten, die ik gezien had bij de rivier 5842 Eze 11:2 | Mensenkind, deze zijn de mannen, die ongerechtigheid bedenken, 5843 Eze 11:2 | ongerechtigheid bedenken, en die kwaden raad raden in deze 5844 Eze 11:3 | 3      Die zeggen: Men moet geen huizen 5845 Eze 11:5 | weet elkeen der dingen, die in uw geest      opklimmen. ~ 5846 Eze 11:7 | Heere HEERE: Uw verslagenen, die gij in het midden derzelve 5847 Eze 11:7 | derzelve nedergelegd hebt, die zijn dat vlees, en deze 5848 Eze 11:12 | de rechten der heidenen, die rondom u zijn,      gedaan 5849 Eze 11:23 | stad, en stond op den berg, die tegen het oosten der stad 5850 Eze 11:25 | al de woorden des HEEREN, die Hij mij had doen zien. ~  ~ 5851 Eze 12:4 | het gereedschap dergenen, die vertrekken; daarna zult 5852 Eze 12:4 | gelijk zij      uitgaan, die vertrekken. ~ 5853 Eze 12:7 | het gereedschap dergenen, die vertrekken; daarna in den 5854 Eze 12:12 | 12      En de vorst, die in het midden van hen is, 5855 Eze 12:14 | 14      En allen, die rondom hem zijn tot zijn 5856 Eze 12:19 | het geweld van al degenen, die daarin wonen; ~ 5857 Eze 12:27 | 27      Mensenkind, zie, die van het huis Israels zeggen: 5858 Eze 12:27 | hij profeteert van tijden, die verre zijn. ~ 5859 Eze 13:2 | tegen de profeten Israels, die profeteren, en zeg tot degenen, 5860 Eze 13:2 | profeteren, en zeg tot degenen, die uit hun hart profeteren: 5861 Eze 13:3 | de Heere HEERE: Wee over die dwaze profeten, die hun 5862 Eze 13:3 | over die dwaze profeten, die hun geest nawandelen, en 5863 Eze 13:6 | leugenachtige voorzegging, die daar zeggen: De HEERE heeft 5864 Eze 13:9 | zijn tegen de profeten, die ijdelheid zien, en leugen 5865 Eze 13:11 | 11      Zeg tot degenen, die met loze kalk pleisteren, 5866 Eze 13:12 | 12      Ziet, als die wand zal gevallen zijn, 5867 Eze 13:15 | voortbrengen, en tegen degenen, die hem pleisteren met loze 5868 Eze 13:15 | zal tot ulieden zeggen: Die wand is er niet meer, en 5869 Eze 13:15 | wand is er niet meer, en die hem      pleisterden, zijn 5870 Eze 13:16 | weten de profeten Israels, die van Jeruzalem profeteren, 5871 Eze 13:18 | zegt de Heere HEERE: Wee die vrouwen, die kussens naaien 5872 Eze 13:18 | HEERE: Wee die vrouwen, die kussens naaien voor alle 5873 Eze 13:19 | broods, om zielen te doden, die niet zouden sterven, en 5874 Eze 13:19 | in het leven te behouden, die      niet zouden leven, 5875 Eze 13:20 | armen wegscheuren; en Ik zal die      zielen losmaken, de 5876 Eze 13:20 | zielen losmaken, de zielen, die gij jaagt naar de bloemhoven. ~ 5877 Eze 14:4 | man uit het huis Israels, die de drekgoden in zijn hart 5878 Eze 14:7 | en uit den vreemdeling, die in Israel verkeert, die 5879 Eze 14:7 | die in Israel verkeert, die zich van achter Mij afscheidt, 5880 Eze 14:16 | 16      Die drie mannen in het midden 5881 Eze 14:18 | 18      Ofschoon die drie mannen in het midden 5882 Eze 14:22 | ontkomenen overblijven, die uitgevoerd zullen worden, 5883 Eze 16:14 | heidenen om uw schoonheid; want die was volmaakt door Mijn heerlijkheid, 5884 Eze 16:14 | door Mijn heerlijkheid, die Ik op u gelegd had, spreekt 5885 Eze 16:15 | uitgestort aan een ieder, die voorbijging; voor hem was 5886 Eze 16:20 | uw zonen en uw dochteren, die gij Mij gebaard hadt, genomen, 5887 Eze 16:25 | geschreden voor een ieder, die voorbijging, en      hebt 5888 Eze 16:26 | van Egypte, uw naburen, die groot van vlees zijn; en 5889 Eze 16:27 | over in den lust dergenen, die u haten, der dochteren der 5890 Eze 16:27 | dochteren der Filistijnen, die vanwege uw      schandelijken 5891 Eze 16:32 | 32      O, die overspelige vrouw, zij neemt 5892 Eze 16:37 | zijt geweest, en allen, die gij liefgehad hebt, met 5893 Eze 16:37 | liefgehad hebt, met allen, die gij gehaat hebt; en Ik zal 5894 Eze 16:43 | HEERE; en gij zult die schandelijke daad niet doen 5895 Eze 16:44 | 44      Zie, een ieder, die spreekwoorden gebruikt, 5896 Eze 16:45 | de dochter uwer moeder, die de walg had van haar man 5897 Eze 16:45 | de zuster uwer zusteren, die de walg gehad hebben van 5898 Eze 16:46 | linkerhand; maar uw zuster, die kleiner is dan gij, die 5899 Eze 16:46 | die kleiner is dan gij, die tegen uw rechterhand woont, 5900 Eze 16:51 | door al uw gruwelen,      die gij gedaan hebt. ~ 5901 Eze 16:52 | dan ook uw schande, gij, die voor uw zusteren geoordeeld 5902 Eze 16:52 | geoordeeld hebt door uw zonden, die gij gruwelijker gemaakt 5903 Eze 16:57 | Syrie, en van al degenen, die rondom datzelve waren, de 5904 Eze 16:57 | dochteren der Filistijnen, die u      verachten van rondom, ~ 5905 Eze 16:59 | gelijk als gij gedaan hebt, die den eed veracht hebt, brekende 5906 Eze 16:61 | zijn, als gij uw zusteren, die groter zijn dan gij, aannemen 5907 Eze 17:3 | Heere HEERE: Een arend, die groot was, groot van vleugelen, 5908 Eze 17:3 | vlerken, vol van vederen, die verscheidene veren had, 5909 Eze 17:6 | hij tot een      wijnstok, die ranken voortbracht en scheuten 5910 Eze 17:15 | gedijen? Zal hij ontkomen, die zulke dingen doet?      5911 Eze 17:16 | in de plaats des konings, die hem koning gemaakt heeft, 5912 Eze 18:4 | zoons, zijn Mijne; de ziel, die zondigt, die zal sterven. ~ 5913 Eze 18:4 | Mijne; de ziel, die zondigt, die zal sterven. ~ 5914 Eze 18:9 | trouwelijk te handelen; die rechtvaardige zal gewisselijk 5915 Eze 18:10 | hij nu een zoon gewonnen, die een inbreker is, die bloed 5916 Eze 18:10 | gewonnen, die een inbreker is, die bloed vergiet, die zijn 5917 Eze 18:10 | inbreker is, die bloed vergiet, die zijn broeder doet een van 5918 Eze 18:11 | 11      En die al die dingen niet doet; 5919 Eze 18:11 | 11      En die al die dingen niet doet; maar eet 5920 Eze 18:13 | en neemt overwinst; zou die leven? Hij zal niet leven, 5921 Eze 18:13 | Hij zal niet leven, al die gruwelen heeft hij gedaan; 5922 Eze 18:14 | heeft hij een zoon gewonnen, die al de zonden zijn vaders, 5923 Eze 18:14 | al de zonden zijn vaders, die hij doet, aanziet, en toeziet, 5924 Eze 18:17 | Mijn inzettingen wandelt; die zal niet sterven om de ongerechtigheid 5925 Eze 18:19 | vaders? Immers zal de zoon, die recht en gerechtigheid gedaan 5926 Eze 18:19 | inzettingen      onderhouden, en die gedaan heeft, gewisselijk 5927 Eze 18:20 | 20      De ziel, die zondigt, die zal sterven; 5928 Eze 18:20 | De ziel, die zondigt, die zal sterven; de zoon zal 5929 Eze 18:21 | bekeert van al zijn zonden, die hij gedaan heeft, en al 5930 Eze 18:22 | Al zijn overtredingen, die hij gedaan heeft, zullen 5931 Eze 18:22 | in zijn gerechtigheid, die hij gedaan heeft, zal hij 5932 Eze 18:24 | doende naar al de gruwelen, die de goddeloze doet, zou die 5933 Eze 18:24 | die de goddeloze doet, zou die leven? Al zijn gerechtigheden, 5934 Eze 18:24 | Al zijn gerechtigheden, die hij      gedaan heeft, zullen 5935 Eze 18:24 | heeft, en in zijn zonde, die hij gezondigd heeft, in 5936 Eze 18:24 | hij gezondigd heeft, in die zal hij sterven. ~ 5937 Eze 18:27 | van zijn goddeloosheid, die hij gedaan heeft, en doet 5938 Eze 18:27 | recht en gerechtigheid, die zal zijn ziel in het leven 5939 Eze 18:28 | van al zijn overtredingen, die hij gedaan heeft, hij zal 5940 Eze 19:3 | het werd een jonge leeuw, die leerde roof te roven, hij 5941 Eze 20:12 | weten, dat Ik de HEERE ben, Die hen heilige. ~ 5942 Eze 20:14 | om Mijns Naams wil, opdat die niet ontheiligd werd voor 5943 Eze 20:14 | ontheiligd werd voor de ogen van die heidenen, voor welker ogen 5944 Eze 20:21 | 21      Maar die kinderen waren ook wederspannig 5945 Eze 20:21 | namen zij niet waar, om die te doen; dewelke, zo ze 5946 Eze 20:25 | Ik hun ook besluitingen, die niet goed waren, en rechten, 5947 Eze 20:29 | Ik zeide tot hen: Wat is die hoogte, waarhenen gij gaat? 5948 Eze 20:38 | 38      Daartoe zal Ik, die rebel zijn, en die tegen 5949 Eze 20:38 | zal Ik, die rebel zijn, en die tegen Mij overtreden, uit 5950 Eze 20:43 | hebben over al uw boosheden, die      gij gedaan hebt. ~ 5951 Eze 21:10 | is de roede Mijns Zoons, die alle hout versmaadt. ~ 5952 Eze 21:14 | is het zwaard dergenen, die verslagen zullen worden;      5953 Eze 21:14 | is het zwaard der groten, die verslagen zullen worden, 5954 Eze 21:26 | wezen; Ik zal verhogen dien, die nederig is, en vernederen 5955 Eze 21:26 | is, en vernederen dien, die hoog is. ~ 5956 Eze 21:27 | 27      Ik zal die kroon omgekeerd, omgekeerd, 5957 Eze 21:27 | niet zijn, totdat hij kome, die daartoe recht heeft, en 5958 Eze 21:29 | halzen te stellen dergenen, die van de goddelozen verslagen 5959 Eze 22:3 | de Heere HEERE: O stad, die in haar midden bloed vergiet, 5960 Eze 22:4 | geworden, en met uw drekgoden, die gij gemaakt hebt, hebt gij 5961 Eze 22:5 | 5      Die nabij en verre van u zijn, 5962 Eze 22:10 | des vaders in u ontdekt; die onrein was door afzondering, 5963 Eze 22:13 | geslagen, om uw gierigheid, die gij bedreven hebt, en om 5964 Eze 22:13 | bedreven hebt, en om uw bloed, die in het midden van u geweest 5965 Eze 22:18 | 18      Mensenkind, die van het huis Israels zijn 5966 Eze 22:25 | als een brullende leeuw, die een roof rooft; zij eten 5967 Eze 22:27 | midden van haar als wolven, die een roof roven, om bloed 5968 Eze 22:30 | zocht nu een man uit hen, die den muur mocht toemuren, 5969 Eze 23:5 | boelen, op de Assyriers, die nabij waren; ~ 5970 Eze 23:7 | hoererijen met dezelve, die allen de keure der kinderen 5971 Eze 23:12 | de vorsten en overheden, die nabij waren, bekleed met 5972 Eze 23:15 | geverfde hoeden op hun hoofden, die allen in het aanzien hoofdmannen 5973 Eze 23:21 | schandelijke daad uwer jeugd, als die van Egypte uw tepelen betastten, 5974 Eze 23:23 | hen; gewenste jongelingen, die allen vorsten en overheden 5975 Eze 23:23 | en vermaarde lieden, die allen te paard rijden. ~ 5976 Eze 23:24 | 24      Die zullen tegen u komen met 5977 Eze 23:28 | overgeven in de hand dergenen, die gij haat, in de hand dergenen, 5978 Eze 23:29 | 29      Die zullen met u handelen uit 5979 Eze 23:32 | beker uwer zuster drinken, die diep en wijd is; gij zult 5980 Eze 23:37 | hebben zij ook haar kinderen, die zij Mij gebaard      hadden, 5981 Eze 23:40 | gezonden hebben tot mannen, die van verre zouden komen; 5982 Eze 23:42 | aangebracht uit de woestijn; die deden      armringen aan 5983 Eze 23:43 | Toen zeide Ik van deze, die van overspelerijen verouderd 5984 Eze 23:43 | hoererijen dezer hoer, en die ook. ~ 5985 Eze 23:44 | men ingaat tot een vrouw, die een hoer is; alzo gingen 5986 Eze 23:44 | tot Ohola en tot Oholiba, die schandelijke vrouwen. ~ 5987 Eze 23:45 | Rechtvaardige mannen dan, die zullen haar richten naar 5988 Eze 24:21 | uw zonen en uw dochteren, die gij verlaten hebt, zullen 5989 Eze 24:27 | dage zal uw mond bij dien, die ontkomen is, opengedaan 5990 Eze 25:4 | Daarom, ziet, Ik zal u aan die van het oosten overgeven 5991 Eze 25:4 | hun woningen in u stellen, die zullen uw vruchten eten, 5992 Eze 25:4 | zullen uw vruchten eten, en die zullen uw      melk drinken. ~ 5993 Eze 25:9 | steden af, van zijn steden, die van zijn grenzen af zijn, 5994 Eze 25:10 | 10      Voor die van het oosten, met het 5995 Eze 26:4 | 4      Die zullen de muren van Tyrus 5996 Eze 26:6 | En haar dochteren, die in het veld zijn, zullen 5997 Eze 26:17 | welbewoonde, gij beroemde stad, die sterk geweest is ter zee, 5998 Eze 26:17 | zij en haar      inwoners; die hunlieder schrik gaven aan 5999 Eze 26:17 | schrik gaven aan allen, die in haar woonden! ~ 6000 Eze 26:18 | uws vals; ja, de eilanden, die in de zee zijn, zullen beroerd


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-9551

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License