Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
dichtste 2
didrachmen 2
didymus 3
die 9551
dief 25
diefelijk 1
diefstal 1
Frequency    [«  »]
10527 een
10033 zal
9630 tot
9551 die
8801 zij
8724 ik
8706 gij

Bijbel

IntraText - Concordances

die

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-9551

     Book Chapter: Verse
6501 Mic 5:14 | wrake doen aan de heidenen, die niet horen. ~  ~ 6502 Mic 7:5 | deuren uws monds voor haar, die in uw schoot ligt. ~ 6503 Mic 7:10 | schaamte zal haar bedekken; die tot mij zegt: Waar is de 6504 Mic 7:14 | de kudde Uwer erfenis, die alleen woont, in het woud, 6505 Mic 7:18 | Wie is een God gelijk Gij, Die de ongerechtigheid vergeeft, 6506 Mic 7:20 | goedertierenheid geven, die Gij onzen vaderen van oude 6507 Nah 1:5 | en de wereld, en allen, die daarin wonen. ~ 6508 Nah 1:7 | benauwdheid, en Hij kent hen, die op Hem betrouwen. ~ 6509 Nah 1:11 | Van u is een uitgegaan, die kwaad denkt tegen den HEERE, 6510 Nah 1:15 | bergen de voeten desgenen, die het goede boodschapt, die 6511 Nah 1:15 | die het goede boodschapt, die vrede doet horen; vier uw 6512 Nah 2:11 | de woning der leeuwen, en die weide der jonge leeuwen? 6513 Nah 2:11 | wandelde, en er was niemand, die hen verschrikte. ~ 6514 Nah 2:12 | 12      De leeuw, die genoeg roofde voor zijn 6515 Nah 2:12 | voor zijn oude leeuwinnen, die zijn holen vervulde met 6516 Nah 3:1 | Wee der bloedstad, die gans vol leugen, en verscheuring 6517 Nah 3:4 | meesteres der toverijen, die met haar hoererijen volken 6518 Nah 3:7 | zal geschieden, dat allen, die u zien, van u wegvlieden 6519 Nah 3:8 | gelegen in de rivieren? die rondom henen water heeft, 6520 Nah 3:12 | vallen zij dien op den mond, die ze eten wil. ~ 6521 Nah 3:17 | krijgsoversten als de grote kevers, die zich in de heiningmuren 6522 Nah 3:19 | plage is smartelijk; allen, die het gerucht van u horen, 6523 Zep 1:5 | 5      En die zich nederbuigen op de daken 6524 Zep 1:5 | het heir des hemels, en die zich nederbuigende zweren 6525 Zep 1:6 | 6      En die terugkeren van achter den 6526 Zep 1:6 | van achter den HEERE; en die den HEERE niet zoeken, en 6527 Zep 1:8 | konings, en over allen, die zich kleden met      vreemde 6528 Zep 1:9 | over den dorpel springt; die het huis hunner heren vullen 6529 Zep 1:12 | bezoeking doen over de mannen, die stijf geworden zijn op hun 6530 Zep 1:12 | geworden zijn op hun droesem, die in hun      hart zeggen: 6531 Zep 1:15 | 15      Die dag zal een dag der verbolgenheid 6532 Zep 2:3 | zachtmoedigen des lands, die Zijn recht werken! Zoekt 6533 Zep 2:15 | 15      Dit is die stad, die opspringt van 6534 Zep 2:15 | 15      Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die 6535 Zep 2:15 | die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar 6536 Zep 2:15 | vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben 6537 Zep 2:15 | gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, 6538 Zep 3:3 | rechters zijn avondwolven, die de beenderen niet breken 6539 Zep 3:11 | het midden van u wegnemen, die van      vreugde opspringen 6540 Zep 3:12 | een ellendig en arm volk; die zullen op den Naam des HEEREN 6541 Zep 3:17 | midden van u, een Held, Die verlossen zal; Hij zal over 6542 Zac 1:5 | Uw vaderen, waar zijn die? En de profeten, zullen 6543 Zac 1:6 | woorden en Mijn inzettingen, die Ik Mijn knechten, den profeten, 6544 Zac 1:7 | dag, in de elfde maand (die de maand Schebat is), in 6545 Zac 1:8 | stond tussen de mirten, die in de diepte waren; en achter 6546 Zac 1:9 | zeide tot mij de Engel, Die met mij sprak: Ik zal u 6547 Zac 1:10 | Toen antwoordde de Man, Die tussen de mirten stond, 6548 Zac 1:10 | en zeide: Deze zijn het, die de HEERE uitgezonden heeft, 6549 Zac 1:11 | antwoordden den Engel des HEEREN, Die tussen de mirten stond, 6550 Zac 1:13 | HEERE antwoordde den Engel, Die met mij sprak, goede woorden, 6551 Zac 1:14 | 14      En de Engel, Die met mij sprak, zeide tot 6552 Zac 1:15 | groten toorn vertoornd tegen die geruste heidenen; want Ik 6553 Zac 1:19 | ik zeide tot den Engel, Die met mij sprak: Wat zijn 6554 Zac 1:21 | Toen zeide ik: Wat komen die maken? En Hij sprak, zeggende: 6555 Zac 1:21 | zeggende: Dat zijn de hoornen, die Juda verstrooid hebben, 6556 Zac 1:21 | deze zijn gekomen om      die te verschrikken, om de hoornen 6557 Zac 2:3 | En ziet, de Engel, Die met mij sprak, ging uit; 6558 Zac 2:4 | der mensen en der beesten, die in het      midden derzelve 6559 Zac 2:7 | Hui, Sion! ontkomt gij, die woont bij de dochter van 6560 Zac 2:8 | heeft Hij mij gezonden tot die heidenen, die ulieden beroofd 6561 Zac 2:8 | gezonden tot die heidenen, die ulieden beroofd hebben; 6562 Zac 2:8 | ulieden beroofd hebben; want die ulieden aanraakt, die raakt      6563 Zac 2:8 | want die ulieden aanraakt, die raakt      Zijn oogappel 6564 Zac 3:2 | ja, de HEERE schelde u, Die Jeruzalem verkiest; is deze 6565 Zac 3:4 | Hij, en sprak tot degenen, die voor Zijn aangezicht stonden, 6566 Zac 3:7 | wandelingen geven onder dezen, die hier staan. ~ 6567 Zac 3:8 | hogepriester! gij en uw vrienden, die voor uw aangezicht zitten, 6568 Zac 4:1 | 1      En de Engel, Die met mij sprak, kwam weder; 6569 Zac 4:1 | mij op, gelijk een man, die van zijn slaap opgewekt 6570 Zac 4:2 | zijn zeven lampen daarop; die lampen      hadden zeven 6571 Zac 4:4 | en zeide tot den Engel, Die met mij sprak, zeggende: 6572 Zac 4:5 | Toen antwoordde de Engel, Die met mij sprak, en zeide 6573 Zac 4:10 | kleine dingen? daar zich toch die zeven verblijden zullen, 6574 Zac 4:10 | de ogen des      HEEREN, die het ganse land doortrekken. ~ 6575 Zac 4:11 | zeide tot Hem: Wat zijn die twee olijfbomen, ter rechterzijde 6576 Zac 4:12 | zeide ik tot Hem: Wat zijn die twee takjes der olijfbomen, 6577 Zac 4:12 | twee gouden kruiken zijn, die goud van zich gieten? ~ 6578 Zac 5:3 | tot mij: Dit is de vloek, die uitgaan zal over het ganse 6579 Zac 5:3 | land; want een iegelijk, die steelt, zal van hier, volgens 6580 Zac 5:3 | desgelijks een      iegelijk, die valselijk zweert, zal van 6581 Zac 5:4 | en in het huis desgenen, die bij Mijn Naam valselijk 6582 Zac 5:5 | 5      En de Engel, Die met mij sprak, ging uit, 6583 Zac 5:6 | Hij zeide: Dit is een efa, die voortkomt. Verder zeide 6584 Zac 5:10 | zeide ik tot den Engel, Die met mij sprak: Waarhenen 6585 Zac 6:1 | van tussen twee bergen, en die bergen waren bergen van 6586 Zac 6:3 | wagen hagelvlekkige paarden, die sterk waren. ~ 6587 Zac 6:4 | en zeide tot den Engel, Die met mij sprak: Wat zijn 6588 Zac 6:6 | de zwarte paarden zijn, die paarden gaan uit naar het 6589 Zac 6:7 | 7      En die sterke paarden gingen uit, 6590 Zac 6:8 | mij, zeggende: Zie, deze, die uitgegaan zijn naar het 6591 Zac 6:12 | Wiens naam is SPRUITE, Die zal uit Zijn plaats spruiten, 6592 Zac 6:13 | des vredes      zal tussen die Beiden wezen. ~ 6593 Zac 6:14 | 14      En die kronen zullen wezen voor 6594 Zac 6:15 | 15      En die verre zijn, zullen komen, 6595 Zac 7:3 | Zeggende tot de priesters, die in het huis des HEEREN der 6596 Zac 7:6 | dronkt, waart gij het niet, die daar at, en gij, die daar 6597 Zac 7:6 | niet, die daar at, en gij, die daar dronkt? ~ 6598 Zac 7:12 | hoorden de wet en de woorden, die de HEERE der heirscharen 6599 Zac 8:9 | handen sterk zijn, gijlieden, die in deze dagen deze woorden 6600 Zac 8:9 | uit den mond der profeten, die geweest zijn ten dage,      6601 Zac 8:10 | 10      Want voor die dagen kwam des mensen loon 6602 Zac 8:16 | Dit zijn de dingen, die gij doen zult: spreekt de 6603 Zac 8:17 | want al deze zijn dingen, die Ik haat, spreekt de HEERE. ~ 6604 Zac 8:23 | heirscharen: Het zal in die dagen geschieden, dat tien 6605 Zac 9:12 | sterkte, gij gebondenen, die daar hoopt! ook heden verkondig 6606 Zac 10:5 | zullen zijn als de helden, die in het slijk der straten 6607 Zac 10:5 | hen wezen; en zij zullen die beschamen, die op      paarden 6608 Zac 10:5 | zij zullen die beschamen, die op      paarden rijden. ~ 6609 Zac 10:11 | Hij zal door de zee gaan, die benauwende, en Hij zal de 6610 Zac 11:2 | cederen gevallen zijn, dewijl die heerlijke bomen verwoest 6611 Zac 11:5 | en een ieder dergenen, die ze verkopen, zegt: Geloofd 6612 Zac 11:5 | niemand van      degenen, die ze weiden, verschoont ze. ~ 6613 Zac 11:7 | SAMENBINDERS; en ik heb die schapen geweid. ~ 6614 Zac 11:11 | ellendigen onder de schapen, die op mij wachtten, bekend, 6615 Zac 11:13 | geweest van hen! En ik nam die dertig zilverlingen, en 6616 Zac 12:1 | Israel. De HEERE spreekt, Die den hemel uitbreidt, en 6617 Zac 12:3 | steen allen volken; allen, die zich daarmede beladen, zullen 6618 Zac 12:8 | Jeruzalem beschutten; en die, die onder hen struikelen 6619 Zac 12:8 | Jeruzalem beschutten; en die, die onder hen struikelen zou, 6620 Zac 12:9 | verdelgen alle heidenen, die tegen Jeruzalem aankomen. ~ 6621 Zac 12:11 | rouwklage groot zijn, gelijk die rouwklage van Hadadrimmon, 6622 Zac 13:3 | zijn vader en zijn moeder, die hem gegenereerd hebben, 6623 Zac 13:3 | zijn vader en zijn moeder, die hem gegenereerd hebben, 6624 Zac 13:4 | geschieden te dien dage, dat die profeten beschaamd zullen 6625 Zac 13:5 | profeet, ik ben een man, die het land bouwt; want een 6626 Zac 13:7 | Herder, en tegen den Man, Die Mijn Metgezel is, spreekt 6627 Zac 14:3 | en Hij zal strijden tegen die heidenen, gelijk ten dage 6628 Zac 14:4 | staan op den Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, tegen 6629 Zac 14:7 | zal een enige dag zijn, die den HEERE bekend zal zijn; 6630 Zac 14:8 | vlieten zullen, de helft van die naar de oostzee, en de helft 6631 Zac 14:8 | oostzee, en de helft van die naar de achterste zee aan; 6632 Zac 14:12 | al de volken plagen zal, die tegen Jeruzalem krijg gevoerd 6633 Zac 14:15 | en aller beesten zijn, die in diezelve heirlegers geweest 6634 Zac 14:16 | overgeblevenen van alle heidenen, die tegen Jeruzalem zullen gekomen 6635 Zac 14:16 | Jeruzalem zullen gekomen zijn, die zullen van jaar tot jaar 6636 Zac 14:18 | optrekken noch komen, zo zal die plage over hen zijn, met 6637 Zac 14:18 | zijn, met dewelke de HEERE die heidenen      plagen zal, 6638 Zac 14:18 | heidenen      plagen zal, die niet optrekken zullen, om 6639 Zac 14:19 | de zonde aller heidenen, die niet optrekken zullen, om 6640 Zac 14:21 | heilig zijn, zodat allen, die offeren willen, zullen komen, 6641 Mal 1:10 | Wie is er ook onder u, die de deuren om niet toesluit? 6642 Mal 1:14 | vervloekt zij de bedrieger, die een mannetje in zijn kudde 6643 Mal 2:5 | de vrede; en Ik gaf hem die tot een vreze; en hij vreesde 6644 Mal 2:12 | De HEERE zal den man, die zulks doet, uitroeien uit 6645 Mal 2:12 | hutten van Jakob, dien, die waakt, en dien, die antwoordt, 6646 Mal 2:12 | dien, die waakt, en dien, die antwoordt, en die den HEERE 6647 Mal 2:12 | dien, die antwoordt, en die den HEERE der heirscharen 6648 Mal 3:1 | Ziet, Ik zende Mijn engel, die voor Mijn aangezicht den 6649 Mal 3:1 | zal tot Zijn tempel komen die Heere, Dien gijlieden zoekt, 6650 Mal 3:5 | overspelers, en tegen degenen, die valselijk zweren, en tegen 6651 Mal 3:5 | en tegen degenen,      die het loon des dagloners met 6652 Mal 3:5 | dagloners met geweld inhouden, die de weduwe, en den wees, 6653 Mal 3:15 | hoogmoedigen gelukzalig; ook die goddeloosheid doen, worden 6654 Mal 3:16 | 16      Alsdan spreken, die den HEERE vrezen, een ieder 6655 Mal 3:16 | geschreven, voor degenen,      die den HEERE vrezen, en voor 6656 Mal 3:16 | vrezen, en voor degenen, die aan Zijn Naam gedenken. ~ 6657 Mal 3:17 | man zijn zoon verschoont, die hem      dient. ~ 6658 Mal 3:18 | goddeloze, tussen dien, die God dient, en dien, die 6659 Mal 3:18 | die God dient, en dien, die Hem niet dient. ~  ~  ~  ~ ~ 6660 Mal 4:1 | 1   Want ziet, die dag komt, brandende als 6661 Mal 4:1 | de HEERE der heirscharen, Die hun noch wortel, noch tak 6662 Mal 4:2 | 2   Ulieden daarentegen, die Mijn Naam vreest, zal de 6663 Mal 4:4 | van Mozes, Mijn knecht, die Ik hen bevolen heb op Horeb 6664 Mal 4:5 | den profeet Elia, eer dat die grote en die vreselijke 6665 Mal 4:5 | Elia, eer dat die grote en die vreselijke dag des HEEREN 6666 Matt 1:6 | gewon Salomon bij degene, die Uria's vrouw was geweest; ~ 6667 Matt 2:6 | de Leidsman voortkomen, Die Mijn volk Israel weiden 6668 Matt 2:9 | heengereisd; en ziet, de ster, die zij in het oosten gezien 6669 Matt 2:16 | omgebracht al de kinderen, die binnen Bethlehem, en in 6670 Matt 2:20 | want zij zijn gestorven, die de ziel van het Kindeken 6671 Matt 2:24 | 1 En in die dagen kwam Johannes de Doper, 6672 Matt 2:33 | bomen gelegd; alle boom dan, die geen goede vrucht voortbrengt, 6673 Matt 2:34 | water tot bekering; maar Die na mij komt, is sterker 6674 Matt 2:34 | waardig ben Hem na te dragen; Die zal u met den Heiligen Geest 6675 Matt 4:16 | licht gezien; en dengenen, die zaten in het land en de 6676 Matt 4:24 | brachten tot Hem allen, die kwalijk gesteld waren, met 6677 Matt 5:4 | 4 Zalig zijn die treuren; want zij zullen 6678 Matt 5:6 | 6 Zalig zijn die hongeren en dorsten naar 6679 Matt 5:10 | 10 Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid 6680 Matt 5:12 | zij vervolgd de profeten, die voor u geweest zijn. ~ 6681 Matt 5:15 | men een kaars aan, en zet die onder een koornmaat, maar 6682 Matt 5:15 | kandelaar, en zij schijnt allen, die in het huis zijn; ~ 6683 Matt 5:16 | mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken. ~ 6684 Matt 5:17 | Ik ben niet gekomen, om die te ontbinden, maar te vervullen. ~ 6685 Matt 5:19 | alzo zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd worden 6686 Matt 5:19 | gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden 6687 Matt 5:21 | doden; maar zo wie doodt, die zal strafbaar zijn door 6688 Matt 5:22 | zijn broeder toornig is, die zal strafbaar zijn door 6689 Matt 5:22 | zijn broeder zegt: Raka! die zal strafbaar zijn door 6690 Matt 5:22 | maar wie zegt: Gij dwaas! die zal strafbaar zijn door 6691 Matt 5:28 | om dezelve te begeren, die heeft alrede overspel in 6692 Matt 5:31 | zijn vrouw verlaten zal, die geve haar een scheidbrief. ~ 6693 Matt 5:32 | uit oorzaak van hoererij, die maakt, dat zij overspel 6694 Matt 5:32 | de verlatene zal trouwen, die doet overspel. ~ 6695 Matt 5:42 | 42 Geeft dengene, die iets van u bidt, en keert 6696 Matt 5:42 | keert u niet af van dengene, die van u lenen wil. ~ 6697 Matt 5:44 | vijanden lief; zegent ze, die u vervloeken; doet wel dengenen, 6698 Matt 5:44 | vervloeken; doet wel dengenen, die u haten; en bidt voor degenen, 6699 Matt 5:44 | haten; en bidt voor degenen, die u geweld doen, en die u 6700 Matt 5:44 | degenen, die u geweld doen, en die u vervolgen; ~ 6701 Matt 5:45 | kinderen zijn uws Vaders, Die in de hemelen is; want Hij 6702 Matt 5:46 | Want indien gij liefhebt, die u liefhebben, wat loon hebt 6703 Matt 5:48 | volmaakt, gelijk uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt 6704 Matt 6:1 | geen loon bij uw Vader, Die in de hemelen is. ~ 6705 Matt 6:4 | verborgen zij; en uw Vader, Die in het verborgen ziet, Die 6706 Matt 6:4 | Die in het verborgen ziet, Die zal het u in het openbaar 6707 Matt 6:5 | gelijk de geveinsden; want die plegen gaarne, in de synagogen 6708 Matt 6:6 | hebbende, bidt uw Vader, Die in het verborgen is; en 6709 Matt 6:6 | verborgen is; en uw Vader, Die in het verborgen ziet, zal 6710 Matt 6:9 | bidt aldus: Onze Vader, Die in de hemelen zijt! Uw Naam 6711 Matt 6:18 | vast, maar van uw Vader, Die in het verborgen is; en 6712 Matt 6:18 | verborgen is; en uw Vader, Die in het verborgen ziet, zal 6713 Matt 7:3 | wat ziet gij den splinter, die in het oog uws broeders 6714 Matt 7:3 | broeders is, maar den balk, die in uw oog is, merkt gij 6715 Matt 7:8 | 8 Want een iegelijk, die bidt, die ontvangt; en die 6716 Matt 7:8 | een iegelijk, die bidt, die ontvangt; en die zoekt, 6717 Matt 7:8 | die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die 6718 Matt 7:8 | ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt, dien 6719 Matt 7:8 | die zoekt, die vindt; en die klopt, dien zal opengedaan 6720 Matt 7:9 | hem zou bidden om brood, die hem een steen zal geven? ~ 6721 Matt 7:10 | hem om een vis zou bidden, die hem een slang zal geven? ~ 6722 Matt 7:11 | 11 Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen 6723 Matt 7:11 | hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede 6724 Matt 7:11 | goede gaven geven dengenen, die ze van Hem bidden! ~ 6725 Matt 7:12 | 12 Alle dingen dan, die gij wilt, dat u de mensen 6726 Matt 7:13 | poort, en breed is de weg, die tot het verderf leidt, en 6727 Matt 7:13 | leidt, en velen zijn er, die door dezelve ingaan; ~ 6728 Matt 7:14 | eng, en de weg is nauw, die tot het leven leidt, en 6729 Matt 7:14 | leidt, en weinigen zijn er, die denzelven vinden. ~ 6730 Matt 7:19 | 19 Een ieder boom, die geen goede vrucht voortbrengt, 6731 Matt 7:21 | 21 Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! 6732 Matt 7:21 | Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns 6733 Matt 7:21 | doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is. ~ 6734 Matt 7:23 | gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt! ~ 6735 Matt 7:24 | 24 Een iegelijk dan, die deze Mijn woorden hoort 6736 Matt 7:24 | bij een voorzichtig man, die zijn huis op een steenrots 6737 Matt 7:26 | 26 En een iegelijk, die deze Mijn woorden hoort 6738 Matt 7:26 | hoort en dezelve niet doet, die zal bij een dwazen man vergeleken 6739 Matt 7:26 | dwazen man vergeleken worden, die zijn huis op het zand gebouwd 6740 Matt 8:4 | priester, en offer de gave, die Mozes geboden heeft, hun 6741 Matt 8:10 | en zeide tot dengenen, die Hem volgden: Voorwaar zeg 6742 Matt 8:16 | woorde, en Hij genas allen, die kwalijk gesteld waren; ~ 6743 Matt 8:28 | komende uit de graven, die zeer wreed waren, alzo dat 6744 Matt 8:31 | laat ons toe, dat wij in die kudde zwijnen varen. ~ 6745 Matt 8:33 | 33 En die ze weidden, zijn gevlucht; 6746 Matt 9:8 | verwonderd, en God verheerlijkt, die zodanige macht den mensen 6747 Matt 9:12 | horende, zeide tot hen: Die gezond zijn hebben den medicijnmeester 6748 Matt 9:12 | medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. ~ 6749 Matt 9:20 | 20 (En ziet, een vrouw die twaalf jaren het bloedvloeien 6750 Matt 9:32 | brachten zij tot Hem een mens, die stom en van den duivel bezeten 6751 Matt 9:36 | verstrooid waren, gelijk schapen, die geen herder hebben. ~ 6752 Matt 10:4 | Kananites, en Judas Iskariot, die Hem ook verraden heeft. ~ 6753 Matt 10:20 | Want gij zijt het niet, die spreekt, maar het is de 6754 Matt 10:20 | is de Geest uws Vaders, Die in u spreekt. ~ 6755 Matt 10:22 | worden om Mijn Naam; maar die volstandig zal blijven tot 6756 Matt 10:22 | zal blijven tot het einde, die zal zalig worden. ~ 6757 Matt 10:28 | vreest niet voor degenen, die het lichaam doden, en de 6758 Matt 10:28 | maar vreest veel meer Hem, Die beide ziel en lichaam kan 6759 Matt 10:32 | 32 Een iegelijk dan, die Mij belijden zal voor de 6760 Matt 10:32 | belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. ~ 6761 Matt 10:33 | verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. ~ 6762 Matt 10:36 | mensen vijanden worden, die zijn huisgenoten zijn. ~ 6763 Matt 10:37 | 37 Die vader of moeder liefheeft 6764 Matt 10:37 | is Mijns niet waardig; en die zoon of dochter liefheeft 6765 Matt 10:38 | 38 En die zijn kruis niet op zich 6766 Matt 10:39 | 39 Die zijn ziel vindt, zal dezelve 6767 Matt 10:39 | zal dezelve verliezen; en die zijn ziel zal verloren hebben 6768 Matt 10:40 | 40 Die u ontvangt, ontvangt Mij; 6769 Matt 10:40 | ontvangt, ontvangt Mij; en die Mij ontvangt, ontvangt Hem, 6770 Matt 10:40 | ontvangt, ontvangt Hem, Die Mij gezonden heeft. ~ 6771 Matt 10:41 | 41 Die een profeet ontvangt in 6772 Matt 10:41 | eens profeten ontvangen; en die een rechtvaardige ontvangt 6773 Matt 11:3 | tot hem: Zijt Gij Degene, Die komen zou, of verwachten 6774 Matt 11:6 | 6 En zalig is hij, die aan Mij niet zal geergerd 6775 Matt 11:8 | klederen bekleed? Ziet, die zachte klederen dragen, 6776 Matt 11:10 | engel voor Uw aangezicht, die Uw weg bereiden zal voor 6777 Matt 11:11 | zeg Ik u: onder degenen, die van vrouwen geboren zijn, 6778 Matt 11:11 | Johannes de Doper; doch die de minste is in het Koninkrijk 6779 Matt 11:14 | aannemen, hij is Elias, die komen zou. ~ 6780 Matt 11:15 | oren heeft om te horen, die hore. ~ 6781 Matt 11:16 | gelijk aan de kinderkens, die op de markten zitten, en 6782 Matt 11:19 | zeggen: Ziet daar, een Mens, Die een vraat en wijnzuiper 6783 Matt 11:21 | krachten waren geschied, die in u geschied zijn, zij 6784 Matt 11:23 | 23 En gij, Kapernaum! die tot den hemel toe zijt verhoogd, 6785 Matt 11:23 | worden. Want zo in Sodom die krachten waren geschied, 6786 Matt 11:23 | krachten waren geschied, die in u geschied zijn, zij 6787 Matt 11:28 | herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, 6788 Matt 12:3 | toen hem hongerde, en hun, die met hem waren? ~ 6789 Matt 12:4 | toonbroden gegeten heeft, die hem niet geoorloofd waren 6790 Matt 12:4 | waren te eten, noch ook hun, die met hem waren, maar den 6791 Matt 12:10 | En ziet, er was een mens, die een dorre hand had, en zij 6792 Matt 12:11 | mens zal er zijn onder u, die een schaap heeft, en zo 6793 Matt 12:11 | sabbatdag in een gracht valt, die hetzelve niet zal aangrijpen 6794 Matt 12:22 | van den duivel bezeten, die blind en stom was; en Hij 6795 Matt 12:27 | zonen uit? Daarom zullen die uw rechters zijn. ~ 6796 Matt 12:30 | 30 Wie met Mij niet is, die is tegen Mij; en wie met 6797 Matt 12:30 | met Mij niet vergadert, die verstrooit. ~ 6798 Matt 12:48 | antwoordende, zeide tot dengene die Hem dat zeide: Wie is Mijn 6799 Matt 12:50 | den wil Mijns Vaders doet Die in de hemelen is, dezelve 6800 Matt 13:9 | oren heeft om te horen, die hore. ~ 6801 Matt 13:14 | profetie van Jesaja vervuld, die zegt: Met het gehoor zult 6802 Matt 13:17 | begeerd te zien de dingen, die gij ziet, en hebben ze niet 6803 Matt 13:17 | en te horen de dingen, die gij hoort, en hebben ze 6804 Matt 13:19 | gezaaid was; deze is degene, die bij den weg bezaaid is. ~ 6805 Matt 13:20 | 20 Maar die in steenachtige plaatsen 6806 Matt 13:20 | bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort, en dat 6807 Matt 13:22 | 22 En die in de doornen bezaaid is, 6808 Matt 13:22 | bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort; en de zorgvuldigheid 6809 Matt 13:23 | 23 Die nu in de goede aarde bezaaid 6810 Matt 13:23 | bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort en verstaat, 6811 Matt 13:23 | Woord hoort en verstaat, die ook vrucht draagt en voortbrengt, 6812 Matt 13:24 | is gelijk aan een mens, die goed zaad zaaide in zijn 6813 Matt 13:35 | zal voortbrengen dingen, die verborgen waren van de grondlegging 6814 Matt 13:37 | antwoordende, zeide tot hen: Die het goede zaad zaait, is 6815 Matt 13:39 | 39 En de vijand, die hetzelve gezaaid heeft, 6816 Matt 13:41 | ergernissen, en degenen, die de ongerechtigheid doen; ~ 6817 Matt 13:43 | Koninkrijk huns Vaders. Die oren heeft om te horen, 6818 Matt 13:43 | oren heeft om te horen, die hore. ~ 6819 Matt 13:45 | gelijk aan een koopman, die schone parelen zoekt; ~ 6820 Matt 13:52 | aan een heer des huizes, die uit zijn schat nieuwe en 6821 Matt 13:54 | zeiden: Van waar komt Dezen die wijsheid en die krachten? ~ 6822 Matt 13:54 | komt Dezen die wijsheid en die krachten? ~ 6823 Matt 14:2 | doden, en daarom werken die krachten in Hem. ~ 6824 Matt 14:9 | om de eden, en degenen, die met hem aanzaten, gebood 6825 Matt 14:21 | 21 Die nu gegeten hadden, waren 6826 Matt 14:33 | 33 Die nu in het schip waren, kwamen 6827 Matt 14:35 | 35 En als de mannen van die plaats Hem werden kennende, 6828 Matt 14:35 | brachten tot Hem allen, die kwalijk gesteld waren; ~ 6829 Matt 15:1 | Schriftgeleerden en Farizeen, die van Jeruzalem waren, zeggende: ~ 6830 Matt 15:4 | vader of moeder vloekt, die zal de dood sterven. ~ 6831 Matt 15:5 | moeder geenszins zal eren, die voldoet. ~ 6832 Matt 15:9 | zij Mij, lerende leringen, die geboden van mensen zijn. ~ 6833 Matt 15:13 | antwoordende zeide: Alle plant, die Mijn hemelse Vader niet 6834 Matt 15:18 | 18 Maar die dingen, die ten monde uitgaan, 6835 Matt 15:18 | 18 Maar die dingen, die ten monde uitgaan, komen 6836 Matt 15:20 | 20 Deze dingen zijn het, die den mens ontreinigen; maar 6837 Matt 15:22 | een Kananese vrouw, uit die landpalen komende, riep 6838 Matt 15:27 | eten ook van de brokjes die er vallen van de tafel hunner 6839 Matt 15:38 | 38 En die daar gegeten hadden, waren 6840 Matt 16:17 | geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is. ~ 6841 Matt 16:23 | verzint niet de dingen, die Gods zijn, maar die der 6842 Matt 16:23 | dingen, die Gods zijn, maar die der mensen zijn. ~ 6843 Matt 16:24 | iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, 6844 Matt 16:25 | leven zal willen behouden, die zal hetzelve verliezen; 6845 Matt 16:25 | verliezen zal, om Mijnentwil, die zal hetzelve vinden. ~ 6846 Matt 16:28 | u: Er zijn sommigen van die hier staan, dewelke den 6847 Matt 17:18 | het kind werd genezen van die ure af. ~ 6848 Matt 17:24 | waren, gingen tot Petrus die de didrachmen ontvingen, 6849 Matt 17:27 | angel uit, en de eerste vis, die opkomt, neem, en zijn mond 6850 Matt 17:27 | een stater vinden; neem die, en geef hem aan hen voor 6851 Matt 18:5 | kindeken ontvangt in Mijn Naam, die ontvangt Mij. ~ 6852 Matt 18:6 | wie een van deze kleinen, die in Mij geloven, ergert, 6853 Matt 18:10 | aangezicht Mijns Vaders, Die in de hemelen is. ~ 6854 Matt 18:13 | over de negen en negentig, die niet afgedwaald zijn geweest. ~ 6855 Matt 18:14 | de wil niet uws Vaders, Die in de hemelen is, dat een 6856 Matt 18:19 | aarde, over enige zaak, die zij zouden mogen begeren, 6857 Matt 18:19 | zouden mogen begeren, dat die hun zal geschieden van Mijn 6858 Matt 18:19 | geschieden van Mijn Vader, Die in de hemelen is. ~ 6859 Matt 18:23 | vergeleken bij een zeker koning, die rekening met zijn dienstknechten 6860 Matt 18:24 | werd tot hem gebracht een, die hem schuldig was tien duizend 6861 Matt 18:28 | zijner mededienstknechten, die hem honderd penningen schuldig 6862 Matt 18:32 | Gij boze dienstknecht, al die schuld heb ik u kwijtgescholden, 6863 Matt 19:4 | Hebt gij niet gelezen, Die van den beginne den mens 6864 Matt 19:5 | zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot een vlees 6865 Matt 19:9 | hoererij, en een andere trouwt, die doet overspel, en die de 6866 Matt 19:9 | trouwt, die doet overspel, en die de verlatene trouwt, doet 6867 Matt 19:12 | Want er zijn gesnedenen, die uit moeders lijf alzo geboren 6868 Matt 19:12 | en er zijn gesnedenen, die van de mensen gesneden zijn; 6869 Matt 19:12 | en er zijn gesnedenen, die zichzelven gesneden hebben, 6870 Matt 19:12 | Koninkrijk der hemelen. Die dit vatten kan, vatte het. ~ 6871 Matt 19:28 | Voorwaar, Ik zeg u, dat gij, die Mij gevolgd zijt, in de 6872 Matt 19:29 | akkers, om Mijns Naams wil, die zal honderdvoud ontvangen, 6873 Matt 20:1 | gelijk een heer des huizes, die met den morgenstond uitging, 6874 Matt 20:9 | 9 En als zij kwamen, die ter elfder ure gehuurd waren, 6875 Matt 20:12 | hebt ze ons gelijk gemaakt, die den last des daags en de 6876 Matt 20:26 | zal willen groot worden, die zij uw dienaar; ~ 6877 Matt 20:27 | zal willen de eerste zijn, die zij uw dienstknecht. ~ 6878 Matt 21:9 | 9 En de scharen, die voorgingen en die volgden, 6879 Matt 21:9 | scharen, die voorgingen en die volgden, riepen, zeggende: 6880 Matt 21:9 | Davids! Gezegend is Hij, Die komt in den Naam des Heeren! 6881 Matt 21:12 | Gods, en dreef uit allen, die verkochten en kochten in 6882 Matt 21:12 | de zitstoelen dergenen, die de duiven verkochten. ~ 6883 Matt 21:15 | Schriftgeleerden zagen de wonderheden, die Hij deed, en de kinderen, 6884 Matt 21:25 | van Johannes, van waar was die, uit de hemel, of uit de 6885 Matt 21:33 | was een heer des huizes, die een wijngaard plantte, en 6886 Matt 21:41 | andere landlieden verhuren, die hem de vruchten op haar 6887 Matt 21:42 | de Schriften: De steen, die de bouwlieden verworpen 6888 Matt 21:44 | wie op deze steen valt, die zal verpletterd worden; 6889 Matt 22:2 | gelijk een zeker koning, die zijn zoon een bruiloft bereid 6890 Matt 22:7 | krijgsheiren zendende, heeft die doodslagers vernield, en 6891 Matt 22:10 | wegen, vergaderden allen, die zij vonden, beiden kwaden 6892 Matt 22:23 | kwamen tot Hem de Sadduceen, die zeggen, dat er geen opstanding 6893 Matt 22:28 | vrouw zal zij wezen van die zeven, want zij hebben ze 6894 Matt 22:31 | tot ulieden gesproken is, Die daar zegt: ~ 6895 Matt 23:4 | Want zij binden lasten, die zwaar zijn en kwalijk om 6896 Matt 23:4 | mensen; maar zij willen die met hun vinger niet verroeren. ~ 6897 Matt 23:9 | Een is uw Vader, namelijk Die in de hemelen is. ~ 6898 Matt 23:12 | zichzelven verhogen zal, die zal vernederd worden; en 6899 Matt 23:12 | zichzelven zal vernederen, die zal verhoogd worden. ~ 6900 Matt 23:13 | niet ingaat, noch degenen, die ingaan zouden, laat ingaan. ~ 6901 Matt 23:16 | gij blinde leidslieden, die zegt: Zo wie gezworen zal 6902 Matt 23:16 | bij het goud des tempels, die is schuldig. ~ 6903 Matt 23:17 | het goud, of de tempel, die het goud heiligt? ~ 6904 Matt 23:18 | zal hebben bij de gave, die daarop is, die is schuldig. ~ 6905 Matt 23:18 | de gave, die daarop is, die is schuldig. ~ 6906 Matt 23:20 | wie zweert bij het altaar, die zweert bij hetzelve, en 6907 Matt 23:21 | wie zweert bij den tempel, die zweert bij denzelven, en 6908 Matt 23:21 | denzelven, en bij Dien, Die daarin woont. ~ 6909 Matt 23:22 | wie zweert bij den hemel, die zweert bij den troon Gods, 6910 Matt 23:22 | troon Gods, en bij Dien, Die daarop zit. ~ 6911 Matt 23:24 | Gij blinde leidslieden, die de mug uitzijgt, en den 6912 Matt 23:27 | witgepleisterden graven gelijk, die van buiten wel schoon schijnen, 6913 Matt 23:31 | kinderen zijt dergenen, die de profeten gedood hebben. ~ 6914 Matt 23:37 | Jeruzalem, Jeruzalem! gij, die de profeten doodt, en stenigt, 6915 Matt 23:37 | profeten doodt, en stenigt, die tot u gezonden zijn! hoe 6916 Matt 23:39 | zeggen zult: Gezegend is Hij, Die komt in den Naam des Heeren! ~  ~  ~  6917 Matt 24:2 | anderen steen gelaten worden, die niet afgebroken zal worden. ~ 6918 Matt 24:6 | niet verschrikt; want al die dingen moeten geschieden, 6919 Matt 24:8 | 8 Doch al die dingen zijn maar een beginsel 6920 Matt 24:13 | volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. 6921 Matt 24:15 | staande in de heilige plaats; (die het leest, die merke daarop!) ~ 6922 Matt 24:15 | plaats; (die het leest, die merke daarop!) ~ 6923 Matt 24:16 | 16 Dat alsdan, die in Judea zijn, vlieden op 6924 Matt 24:17 | 17 Die op het dak is, kome niet 6925 Matt 24:18 | 18 En die op den akker is, kere niet 6926 Matt 24:19 | den zogenden vrouwen in die dagen! ~ 6927 Matt 24:22 | 22 En zo die dagen niet verkort werden, 6928 Matt 24:22 | uitverkorenen wil zullen die dagen verkort worden. 6929 Matt 24:36 | 36 Doch van dien dag en die ure weet niemand, ook niet 6930 Matt 24:46 | 46 Zalig is die dienstknecht, welken zijn 6931 Matt 24:48 | 48 Maar zo die kwade dienstknecht in zijn 6932 Matt 24:50 | niet verwacht, en ter ure, die hij niet weet; ~ 6933 Matt 25:3 | 3 Die dwaas waren, haar lampen 6934 Matt 25:7 | 7 Toen stonden al die maagden op, en bereidden 6935 Matt 25:10 | kopen, kwam de bruidegom; en die gereed waren, gingen met 6936 Matt 25:14 | het is gelijk een mens, die buiten 's lands reizende, 6937 Matt 25:16 | 16 Die nu de vijf talenten ontvangen 6938 Matt 25:17 | 17 Desgelijks ook die de twee ontvangen had, die 6939 Matt 25:17 | die de twee ontvangen had, die won ook andere twee. ~ 6940 Matt 25:18 | 18 Maar die het ene ontvangen had, ging 6941 Matt 25:20 | 20 En die de vijf talenten ontvangen 6942 Matt 25:22 | 22 En die de twee talenten ontvangen 6943 Matt 25:24 | 24 Maar die het ene talent ontvangen 6944 Matt 25:28 | weg, en geeft het dengene, die de tien talenten heeft. ~ 6945 Matt 25:29 | 29 Want een iegelijk, die heeft, dien zal gegeven 6946 Matt 25:29 | hebben; maar van dengene, die niet heeft, van dien zal 6947 Matt 25:34 | Koning zeggen tot degenen, die tot Zijn rechter hand zijn: 6948 Matt 25:41 | zeggen ook tot degenen, die ter linker hand zijn: Gaat 6949 Matt 26:3 | zaal des hogepriesters, die genaamd was Kajafas; ~ 6950 Matt 26:23 | Hij, antwoordende, zeide: Die de hand met Mij in den schotel 6951 Matt 26:23 | in den schotel indoopt, die zal Mij verraden. ~ 6952 Matt 26:24 | wordt; het ware hem goed, zo die mens niet geboren was geweest. ~ 6953 Matt 26:25 | 25 En Judas, die Hem verried, antwoordde 6954 Matt 26:46 | gaan; ziet, hij is nabij, die Mij verraadt. ~ 6955 Matt 26:48 | 48 En die Hem verried, had hun een 6956 Matt 26:51 | En ziet, een van degenen, die met Jezus waren, de hand 6957 Matt 26:52 | zijn plaats; want allen, die het zwaard nemen, zullen 6958 Matt 26:54 | Schriften vervuld worden, die zeggen, dat het alzo geschieden 6959 Matt 26:57 | 57 Die nu Jezus gevangen hadden, 6960 Matt 26:68 | ons, Christus, wie is het, die U geslagen heeft? ~ 6961 Matt 26:71 | dienstmaagd, en zeide tot degenen, die aldaar waren: Deze was ook 6962 Matt 26:73 | 73 En een weinig daarna, die er stonden, bijkomende, 6963 Matt 26:73 | Waarlijk, gij zijt ook van die, want ook uw spraak maakt 6964 Matt 26:75 | indachtig het woord van Jezus, Die tot hem gezegd had: Eer 6965 Matt 27:8 | 8 Daarom is die akker genaamd de akker des 6966 Matt 27:17 | loslaten, Bar-abbas, of Jezus, Die genaamd wordt Christus? ~ 6967 Matt 27:22 | zal ik dan doen met Jezus, Die genaamd wordt Christus? 6968 Matt 27:29 | gevlochten hebbende, zetten die op Zijn hoofd, en een rietstok 6969 Matt 27:39 | 39 En die voorbijgingen, lasterden 6970 Matt 27:40 | 40 En zeggende: Gij, Die den tempel afbreekt, en 6971 Matt 27:44 | Hem ook de moordenaars, die met Hem gekruisigd waren. ~ 6972 Matt 27:47 | 47 En sommigen van die daar stonden, zulks horende, 6973 Matt 27:48 | lopende, nam een spons, en die met edik gevuld hebbende, 6974 Matt 27:52 | vele lichamen der heiligen, die ontslapen waren, werden 6975 Matt 27:54 | hoofdman over honderd, en die met hem Jezus bewaarden, 6976 Matt 27:54 | aardbeving, en de dingen, die geschied waren, werden zeer 6977 Matt 27:55 | van verre aanschouwende, die Jezus gevolgd waren van 6978 Matt 27:57 | Arimathea, met name Jozef, die ook zelf een discipel van 6979 Matt 28:5 | weet, dat gij zoekt Jezus, Die gekruisigd was. ~ 6980 Matt 28:11 | overpriesters al de dingen, die geschied waren. ~ 6981 Mark 1:2 | engel voor Uw aangezicht, die Uw weg voor U heen bereiden 6982 Mark 1:5 | land ging tot hem uit, en die van Jeruzalem; en werden 6983 Mark 1:7 | zeggende: Na mij komt, Die sterker is dan ik, Wien 6984 Mark 1:32 | brachten zij tot Hem allen, die kwalijk gesteld, en van 6985 Mark 1:34 | 34 En Hij genas er velen, die door verscheidene ziekten 6986 Mark 1:36 | 36 En Simon, en die met hem waren, zijn Hem 6987 Mark 2:3 | brengende een geraakte, die van vier gedragen werd. ~ 6988 Mark 2:17 | horende, zeide tot hen: Die gezond zijn, hebben de medicijnmeester 6989 Mark 2:17 | medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. Ik ben niet gekomen, 6990 Mark 2:25 | hem hongerde, en dengenen, die met hem waren? ~ 6991 Mark 2:26 | toonbroden gegeten heeft, die niemand zijn geoorloofd 6992 Mark 2:26 | gegeven heeft dengenen, die met hem waren? ~ 6993 Mark 3:3 | Hij zeide tot den mens, die de verdorde hand had: Sta 6994 Mark 3:8 | van over de Jordaan; en die van omtrent Tyrus en Sidon, 6995 Mark 3:10 | alzo dat Hem al degenen, die enige kwalen hadden, overvielen, 6996 Mark 3:13 | berg, en riep tot Zich, die Hij wilde; en zij kwamen 6997 Mark 3:19 | 19 En Judas Iskariot, die Hem ook verraden heeft. ~ 6998 Mark 3:21 | 21 En als degenen, die Hem bestonden, dit hoorden, 6999 Mark 3:22 | En de Schriftgeleerden, die van Jeruzalem afgekomen 7000 Mark 3:29 | tegen den Heiligen Geest, die heeft geen vergeving in


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-9551

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License