Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
dichtste 2
didrachmen 2
didymus 3
die 9551
dief 25
diefelijk 1
diefstal 1
Frequency    [«  »]
10527 een
10033 zal
9630 tot
9551 die
8801 zij
8724 ik
8706 gij

Bijbel

IntraText - Concordances

die

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-9551

     Book Chapter: Verse
8001 Hand 13:19 | 19 Velen ook dergenen, die ijdele kunsten gepleegd 8002 Hand 13:22 | gezonden had twee van degenen, die hem dienden, namelijk Timotheus 8003 Hand 13:24 | Demetrius, een zilversmid, die kleine zilveren tempelen 8004 Hand 13:24 | maakte, bracht dien van die kunst geen klein gewin toe; ~ 8005 Hand 13:26 | dat het geen goden zijn, die met handen gemaakt worden. ~ 8006 Hand 13:31 | ook der oversten van Azie, die hem vrienden waren, zonden 8007 Hand 13:35 | Efeze! wat mens is er toch, die niet weet, dat de stad der 8008 Hand 13:37 | deze mannen hier gebracht, die noch kerkrovers zijn, noch 8009 Hand 13:38 | Indien dan nu Demetrius, en die met hem van de kunst zijn, 8010 Hand 14:2 | 2 En als hij die delen doorgereisd, en hen 8011 Hand 14:4 | Derbe, en Timotheus en van die van Azie Tychikus en Trofimus. ~ 8012 Hand 14:19 | tranen, en verzoekingen, die mij overkomen zijn door 8013 Hand 14:29 | wolven tot u inkomen zullen, die de kudde niet sparen. ~ 8014 Hand 14:32 | den woorde Zijner genade, Die machtig is u op te bouwen, 8015 Hand 14:34 | nooddruft, en dergenen, die met mij waren, gediend hebben. ~ 8016 Hand 15:8 | anderen daags, Paulus en wij, die met hem waren, gingen van 8017 Hand 15:8 | Filippus, den evangelist (die een was van de zeven), bleven 8018 Hand 15:9 | vier dochters, nog maagden, die profeteerden. ~ 8019 Hand 15:12 | hoorden, baden beiden wij en die van die plaats waren, dat 8020 Hand 15:12 | baden beiden wij en die van die plaats waren, dat hij niet 8021 Hand 15:15 | 15 En na die dagen maakten wij ons gereed, 8022 Hand 15:20 | duizenden van Joden er zijn, die geloven; en zij zijn allen 8023 Hand 15:21 | bericht, dat gij al de Joden, die onder de heidenen zijn, 8024 Hand 15:23 | Wij hebben vier mannen, die een gelofte gedaan hebben. ~ 8025 Hand 15:25 | 25 Doch van de heidenen, die geloven, hebben wij geschreven 8026 Hand 15:28 | te hulp! Deze is de mens, die tegen het volk, en de wet, 8027 Hand 15:38 | dan niet de Egyptenaar, die voor deze dagen oproer verwekte, 8028 Hand 16:1 | hoort mijn verantwoording, die ik tegenwoordig tot u doen 8029 Hand 16:4 | 4 Die dezen weg vervolgd heb tot 8030 Hand 16:5 | gereisd, om ook degenen, die daar waren, gebonden te 8031 Hand 16:9 | 9 En die met mij waren, zagen wel 8032 Hand 16:9 | maar de stem Desgenen, Die tot mij sprak, hoorden zij 8033 Hand 16:11 | hand geleid van degenen, die met mij waren, en kwam te 8034 Hand 16:12 | hebbende van al de Joden, die daar woonden, ~ 8035 Hand 16:19 | in de synagogen geselde, die in U geloofden; ~ 8036 Hand 16:20 | klederen bewaarde dergenen, die hem doodden. ~ 8037 Hand 16:25 | den hoofdman over honderd, die daar stond: Is het ulieden 8038 Hand 16:29 | dan lieten zij van hem af, die hem zouden onderzocht hebben. 8039 Hand 17:2 | Ananias beval dengenen, die bij hem stonden, dat zij 8040 Hand 17:4 | 4 En die daarbij stonden, zeiden: 8041 Hand 17:13 | waren meer dan veertig, die dezen eed te zamen gedaan 8042 Hand 17:18 | jongeling tot u zou brengen, die u wat heeft te zeggen. ~ 8043 Hand 17:29 | beschuldiging tegen hem te zijn, die den dood of banden waardig 8044 Hand 18:5 | te zijn een pest, en een, die oproer verwekt onder al 8045 Hand 18:6 | 6 Die ook gepoogd heeft den tempel 8046 Hand 18:24 | met Drusilla, zijn vrouw, die een Jodin was, ontbood Paulus, 8047 Hand 19:5 | 5 Die dan, zeide hij, onder u 8048 Hand 19:7 | gekomen was, stonden de Joden, die van Jeruzalem afgekomen 8049 Hand 19:7 | tegen Paulus voortbrengende, die zij niet konden bewijzen; ~ 8050 Hand 19:19 | godsdienst, en van zekeren Jezus, Die gestorven was, Welken Paulus 8051 Hand 19:23 | over duizend, en de mannen, die de voornaamsten de stad 8052 Hand 19:24 | Agrippa, en gij mannen allen, die met ons hier tegenwoordig 8053 Hand 19:27 | ook de beschuldigingen, die tegen hem zijn, te kennen 8054 Hand 20:3 | alle gewoonten en vragen, die onder de Joden zijn. Daarom 8055 Hand 20:5 | 5 Als die van over lang mij te voren 8056 Hand 20:6 | over de hoop der belofte, die van God tot de vaderen geschied 8057 Hand 20:13 | den hemel mij en degenen, die met mij reisden, omschijnende. ~ 8058 Hand 20:16 | getuige der dingen, beide die gij gezien hebt en in welke 8059 Hand 20:20 | Maar heb eerst dengenen, die te Damaskus waren, en te 8060 Hand 20:29 | alleen gij, maar ook allen, die mij heden horen, zodanigen 8061 Hand 20:30 | stadhouder, en Bernice, en die met hen gezeten waren; ~ 8062 Hand 21:5 | 5 En de zee, die langs Cilicie en Pamfylie 8063 Hand 21:24 | heeft u geschonken allen, die met u varen. ~ 8064 Hand 21:39 | merkten een zekeren inham, die een oever had, tegen denwelken 8065 Hand 21:41 | vervallende op een plaats, die de zee aan beide zijden 8066 Hand 21:43 | en beval, dat degenen, die zwemmen konden, zich eerst 8067 Hand 22:2 | allen in, om den regen, die overkwam, en om de koude. ~ 8068 Hand 22:7 | Publius, zijn landhoeven, die ons ontving, en drie dagen 8069 Hand 22:9 | ook tot hem de anderen, die krankheden hadden in het 8070 Hand 22:10 | 10 Die ons ook eerden met veel 8071 Hand 22:16 | wonen met den krijgsknecht, die hem bewaarde. ~ 8072 Hand 22:17 | Paulus samenriep degenen, die de voornaamsten der Joden 8073 Hand 22:17 | hen: Mannen broeders, ik, die niets gedaan heb tegen het 8074 Hand 22:30 | woning; en ontving allen, die tot hem kwamen; ~ 8075 Rom 1:3 | 3 Van Zijn Zoon,, Die geworden is uit het zaad 8076 Rom 1:4 | 4 Die krachtelijk bewezen is te 8077 Rom 1:7 | 7 Allen, die te Rome zijt, geliefden 8078 Rom 1:15 | is volvaardig, om u ook, die te Rome zijt, het Evangelie 8079 Rom 1:16 | zaligheid een iegelijk, die gelooft, eerst den Jood, 8080 Rom 1:18 | ongerechtigheid der mensen, als die de waarheid in ongerechtigheid 8081 Rom 1:25 | 25 Als die de waarheid Gods veranderd 8082 Rom 1:25 | hebben boven den Schepper, Die te prijzen is in der eeuwigheid, 8083 Rom 1:27 | vergelding van hun dwaling, die daartoe behoorde, in zichzelven 8084 Rom 1:28 | zin, om te doen dingen, die niet betamen; ~ 8085 Rom 1:32 | namelijk, dat degenen, die zulke dingen doen, des doods 8086 Rom 1:32 | welgevallen hebben in degenen, die ze doen. ~  ~  ~  8087 Rom 2:1 | verontschuldigen, o mens, wie gij zijt, die anderen oordeelt; want waarin 8088 Rom 2:1 | veroordeelt gij uzelven; want gij, die anderen oordeelt, doet dezelfde 8089 Rom 2:2 | waarheid is, over degenen, die zulke dingen doen. ~ 8090 Rom 2:3 | En denkt gij dit, o mens, die oordeelt dengenen, die zulke 8091 Rom 2:3 | die oordeelt dengenen, die zulke dingen doen, en dezelve 8092 Rom 2:7 | 7 Dengenen wel, die met volharding in goeddoen, 8093 Rom 2:8 | 8 Maar dengenen, die twistgierig zijn, en die 8094 Rom 2:8 | die twistgierig zijn, en die der waarheid ongehoorzaam, 8095 Rom 2:9 | over alle ziel des mensen, die het kwade werkt, eerst van 8096 Rom 2:10 | en vrede een iegelijk, die het goede werkt, eerst den 8097 Rom 2:14 | Want wanneer de heidenen, die de wet niet hebben, van 8098 Rom 2:14 | van nature de dingen doen, die der wet zijn, dezen, de 8099 Rom 2:15 | 15 Als die betonen het werk der wet 8100 Rom 2:18 | en beproeft de dingen, die daarvan verschillen, zijnde 8101 Rom 2:19 | blinden, een licht dergenen, die in duisternis zijn; ~ 8102 Rom 2:21 | 21 Die dan een anderen leert, leert 8103 Rom 2:21 | leert gij uzelven niet? Die predikt, dat men niet stelen 8104 Rom 2:22 | 22 Die zegt, dat men geen overspel 8105 Rom 2:22 | zal, doet gij overspel? Die van de afgoden een gruwel 8106 Rom 2:23 | 23 Die op de wet roemt, onteert 8107 Rom 2:27 | 27 En zal de voorhuid, die uit de natuur is, als zij 8108 Rom 2:27 | volbrengt, u niet oordelen, die door de letter en besnijdenis 8109 Rom 2:28 | 28 Want die is niet een Jood, die het 8110 Rom 2:28 | Want die is niet een Jood, die het in het openbaar is; 8111 Rom 2:28 | in het openbaar is; noch die is de besnijdenis, die het 8112 Rom 2:28 | noch die is de besnijdenis, die het in het openbaar in het 8113 Rom 2:29 | 29 Maar die is een Jood, die het in 8114 Rom 2:29 | 29 Maar die is een Jood, die het in het verborgen is, 8115 Rom 3:11 | 11 Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, 8116 Rom 3:11 | verstandig is, er is niemand, die God zoekt. ~ 8117 Rom 3:12 | geworden; er is niemand, die goed doet, er is ook niet 8118 Rom 3:19 | dat spreekt tot degenen, die onder de wet zijn; opdat 8119 Rom 3:22 | tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen 8120 Rom 3:24 | genade, door de verlossing, die in Christus Jezus is; ~ 8121 Rom 3:25 | de vergeving der zonden, die te voren geschied zijn onder 8122 Rom 3:26 | rechtvaardigende dengene, die uit het geloof van Jezus 8123 Rom 3:30 | Nademaal Hij een enig God is, Die de besnijdenis rechtvaardigen 8124 Rom 4:4 | 4 Nu dengene, die werkt, wordt het loon niet 8125 Rom 4:5 | 5 Doch dengene, die niet werkt, maar gelooft 8126 Rom 4:5 | werkt, maar gelooft in Hem, Die den goddeloze rechtvaardigt, 8127 Rom 4:9 | Deze zaligspreking dan, is die alleen over de besnijdenis, 8128 Rom 4:11 | rechtvaardigheid des geloofs, die hem in de voorhuid was toegerekend; 8129 Rom 4:11 | zijn een vader van allen, die geloven in de voorhuid zijnde, 8130 Rom 4:12 | besnijdenis, dengenen namelijk, die niet alleen uit de besnijdenis 8131 Rom 4:12 | de besnijdenis zijn, maar die ook wandelen in de voetstappen 8132 Rom 4:14 | 14 Want indien degenen, die uit de wet zijn, erfgenamen 8133 Rom 4:17 | geloofd heeft, namelijk God, Die de doden levend maakt, en 8134 Rom 4:17 | maakt, en roept de dingen, die niet zijn, alsof zij waren; ~ 8135 Rom 4:24 | worden, namelijk dengenen, die geloven in Hem, Die Jezus, 8136 Rom 4:24 | dengenen, die geloven in Hem, Die Jezus, onzen Heere, uit 8137 Rom 5:5 | door den Heiligen Geest, Die ons is gegeven. ~ 8138 Rom 5:14 | Mozes toe, ook over degenen, die niet gezondigd hadden in 8139 Rom 5:14 | een voorbeeld is Desgenen, Die komen zou. ~ 8140 Rom 5:15 | de gave door de genade, die daar is van een mens Jezus 8141 Rom 5:16 | schuld was door den een, die gezondigd heeft, alzo is 8142 Rom 5:17 | veel meer zullen degenen, die den overvloed der genade 8143 Rom 6:2 | 2 Dat zij verre. Wij, die der zonde gestorven zijn, 8144 Rom 6:7 | 7 Want die gestorven is, die is gerechtvaardigd 8145 Rom 6:7 | 7 Want die gestorven is, die is gerechtvaardigd van de 8146 Rom 6:21 | vrucht dan hadt gij toen van die dingen, waarover gij u nu 8147 Rom 7:1 | want ik spreek tot degenen, die de wet verstaan) dat de 8148 Rom 7:2 | 2 Want een vrouw, die onder den man staat, is 8149 Rom 7:4 | Anderen, namelijk Desgenen, Die van de doden opgewekt is, 8150 Rom 7:5 | de bewegingen der zonden, die door de wet zijn, in onze 8151 Rom 7:17 | niet meer, maar de zonde, die in mij woont. ~ 8152 Rom 7:20 | niet meer, maar de zonde, die in mij woont. ~ 8153 Rom 7:23 | onder de wet der zonde, die in mijn leden is. ~ 8154 Rom 8:1 | verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, 8155 Rom 8:1 | in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, 8156 Rom 8:4 | vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, 8157 Rom 8:5 | 5 Want die naar het vlees zijn, bedenken, 8158 Rom 8:5 | dat des vleses is; maar die naar den Geest zijn, bedenken, 8159 Rom 8:8 | 8 En die in het vlees zijn, kunnen 8160 Rom 8:9 | van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe. ~ 8161 Rom 8:11 | indien de Geest Desgenen, Die Jezus uit de doden opgewekt 8162 Rom 8:11 | in u woont, zo zal Hij, Die Christus uit de doden opgewekt 8163 Rom 8:11 | maken, door Zijn Geest, Die in u woont. ~ 8164 Rom 8:14 | Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods. ~ 8165 Rom 8:18 | waarderen tegen de heerlijkheid, die aan ons zal geopenbaard 8166 Rom 8:20 | gewillig, maar om diens wil, die het der ijdelheid onderworpen 8167 Rom 8:23 | dit, maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes 8168 Rom 8:24 | zalig geworden. De hoop nu, die gezien wordt, is geen hoop; 8169 Rom 8:27 | 27 En Die de harten doorzoekt, weet, 8170 Rom 8:28 | wij weten, dat dengenen, die God liefhebben, alle dingen 8171 Rom 8:28 | goede, namelijk dengenen, die naar Zijn voornemen geroepen 8172 Rom 8:29 | 29 Want die Hij te voren gekend heeft, 8173 Rom 8:29 | Hij te voren gekend heeft, die heeft Hij ook te voren verordineerd, 8174 Rom 8:30 | 30 En die Hij te voren verordineerd 8175 Rom 8:30 | heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen 8176 Rom 8:30 | ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, 8177 Rom 8:32 | 32 Die ook Zijn eigen Zoon niet 8178 Rom 8:33 | uitverkorenen Gods? God is het, Die rechtvaardig maakt. ~ 8179 Rom 8:34 | 34 Wie is het, die verdoemt? Christus is het, 8180 Rom 8:34 | verdoemt? Christus is het, Die gestorven is; ja, wat meer 8181 Rom 8:34 | gestorven is; ja, wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook 8182 Rom 8:34 | is, Die ook opgewekt is, Die ook ter rechter hand Gods 8183 Rom 8:34 | ter rechter hand Gods is, Die ook voor ons bidt. ~ 8184 Rom 8:37 | overwinnaars, door Hem, Die ons liefgehad heeft. ~ 8185 Rom 9:3 | Christus, voor mijn broederen, die mijn maagschap zijn naar 8186 Rom 9:6 | Gods ware uitgevallen; want die zijn niet allen Israel, 8187 Rom 9:6 | zijn niet allen Israel, die uit Israel zijn. ~ 8188 Rom 9:8 | de kinderen des vleses, die zijn kinderen Gods; maar 8189 Rom 9:16 | is het dan niet desgenen, die wil, noch desgenen, die 8190 Rom 9:16 | die wil, noch desgenen, die loopt, maar des ontfermenden 8191 Rom 9:20 | toch, o mens, wie zijt gij, die tegen God antwoordt? Zal 8192 Rom 9:20 | het maaksel tot dengene, die het gemaakt heeft, zeggen: 8193 Rom 9:23 | vaten der barmhartigheid, die Hij te voren bereid heeft 8194 Rom 9:25 | was, Mijn volk noemen, en die niet bemind was, Mijn beminde. ~ 8195 Rom 9:30 | zeggen? Dat de heidenen, die de rechtvaardigheid niet 8196 Rom 9:30 | doch de rechtvaardigheid, die uit het geloof is. ~ 8197 Rom 9:31 | 31 Maar Israel, die de wet der rechtvaardigheid 8198 Rom 9:32 | 32 Waarom? Omdat zij die zochten niet uit het geloof, 8199 Rom 9:33 | ergernis; en een iegelijk, die in Hem gelooft, zal niet 8200 Rom 10:4 | rechtvaardigheid een iegelijk, die gelooft. ~ 8201 Rom 10:5 | beschrijft de rechtvaardigheid, die uit de wet is, zeggende: 8202 Rom 10:5 | wet is, zeggende: De mens, die deze dingen doet, zal door 8203 Rom 10:6 | Maar de rechtvaardigheid, die uit het geloof is, spreekt 8204 Rom 10:11 | Schrift zegt: Een iegelijk, die in Hem gelooft, die zal 8205 Rom 10:11 | iegelijk, die in Hem gelooft, die zal niet beschaamd worden. ~ 8206 Rom 10:12 | rijk zijnde over allen, die Hem aanroepen. ~ 8207 Rom 10:13 | 13 Want een iegelijk, die den Naam des Heeren zal 8208 Rom 10:14 | zullen zij horen, zonder die hun predikt? ~ 8209 Rom 10:15 | zijn de voeten dergenen, die vrede verkondigen, dergenen, 8210 Rom 10:15 | vrede verkondigen, dergenen, die het goede verkondigen! ~ 8211 Rom 10:19 | verwekken door degenen, die geen volk zijn; door een 8212 Rom 10:20 | ben gevonden van degenen, die Mij niet zochten; Ik ben 8213 Rom 10:20 | openbaar geworden dengenen, die naar Mij niet vraagden. ~ 8214 Rom 11:4 | duizend mannen overgelaten, die de knie voor het beeld van 8215 Rom 11:22 | strengheid wel over degenen, die gevallen zijn, maar de goedertierenheid 8216 Rom 11:24 | zijt uit den olijfboom, die van nature wild was, en 8217 Rom 11:24 | hoeveel te meer zullen deze, die natuurlijke takken zijn, 8218 Rom 12:3 | 3 Want door de genade, die mij gegeven is, zeg ik een 8219 Rom 12:3 | is, zeg ik een iegelijk, die onder u is, dat hij niet 8220 Rom 12:6 | verscheidene gaven, naar de genade, die ons gegeven is, ~ 8221 Rom 12:7 | 7 Zo laat ons die gaven besteden, hetzij profetie, 8222 Rom 12:7 | in het bedienen; hetzij die leert, in het leren; ~ 8223 Rom 12:8 | 8 Hetzij die vermaant, in het vermanen; 8224 Rom 12:8 | vermaant, in het vermanen; die uitdeelt, in eenvoudigheid; 8225 Rom 12:8 | uitdeelt, in eenvoudigheid; die een voorstander is, in naarstigheid; 8226 Rom 12:8 | voorstander is, in naarstigheid; die barmhartigheid doet, in 8227 Rom 12:14 | 14 Zegent hen, die u vervolgen; zegent en vervloekt 8228 Rom 13:1 | van God, en de machten, die er zijn, die zijn van God 8229 Rom 13:1 | de machten, die er zijn, die zijn van God geordineerd. ~ 8230 Rom 13:2 | 2 Alzo dat die zich tegen de macht stelt, 8231 Rom 13:2 | ordinantie van God wederstaat; en die ze wederstaan, zullen over 8232 Rom 13:4 | wreekster tot straf dengene, die kwaad doet. ~ 8233 Rom 13:7 | dien gij de vreze, eer, die gij de eer schuldig zijt. ~ 8234 Rom 13:8 | elkander lief te hebben; want die den ander liefheeft, die 8235 Rom 13:8 | die den ander liefheeft, die heeft de wet vervuld. ~ 8236 Rom 14:1 | 1 Dengene nu, die zwak is in het geloof, neemt 8237 Rom 14:2 | men alles eten mag, maar die zwak is, eet moeskruiden. ~ 8238 Rom 14:3 | 3 Die daar eet, verachte hem niet, 8239 Rom 14:3 | eet, verachte hem niet, die niet eet; en die niet eet, 8240 Rom 14:3 | hem niet, die niet eet; en die niet eet, oordele hem niet, 8241 Rom 14:3 | niet eet, oordele hem niet, die daar eet; want God heeft 8242 Rom 14:4 | 4 Wie zijt gij, die eens anderen huisknecht 8243 Rom 14:6 | 6 Die den dag waarneemt, die neemt 8244 Rom 14:6 | 6 Die den dag waarneemt, die neemt hem waar den Heere; 8245 Rom 14:6 | neemt hem waar den Heere; en die den dag niet waarneemt, 8246 Rom 14:6 | den dag niet waarneemt, die neemt hem niet waar den 8247 Rom 14:6 | hem niet waar den Heere. Die daar eet, die eet zulks 8248 Rom 14:6 | den Heere. Die daar eet, die eet zulks den Heere, want 8249 Rom 14:6 | want hij dankt God; en die niet eet, die eet zulks 8250 Rom 14:6 | dankt God; en die niet eet, die eet zulks den Heere niet, 8251 Rom 14:14 | onrein is in zichzelven; dan die acht iets onrein te zijn, 8252 Rom 14:14 | acht iets onrein te zijn, die is het onrein. ~ 8253 Rom 14:18 | 18 Want die Christus in deze dingen 8254 Rom 14:20 | maar het is kwaad den mens, die met aanstoot eet. ~ 8255 Rom 14:22 | voor God. Zalig is hij, die zichzelven niet oordeelt 8256 Rom 14:23 | 23 Maar die twijfelt, indien hij eet, 8257 Rom 15:1 | 1 Maar wij, die sterk zijn, zijn schuldig 8258 Rom 15:3 | De smadingen dergenen, die U smaden, zijn op Mij gevallen. ~ 8259 Rom 15:12 | de wortel van Jessai, en Die opstaat, om over de heidenen 8260 Rom 15:15 | indachtig makende, om de genade, die mij van God gegeven is; ~ 8261 Rom 15:17 | roem in Christus Jezus in die dingen, die God aangaan. ~ 8262 Rom 15:17 | Christus Jezus in die dingen, die God aangaan. ~ 8263 Rom 15:21 | Hem niet was geboodschapt, die zullen het zien; en dewelke 8264 Rom 15:21 | het niet gehoord hebben, die zullen het verstaan. ~ 8265 Rom 15:26 | armen onder de heiligen, die te Jeruzalem zijn. ~ 8266 Rom 16:1 | beveel u Febe, onze zuster, die een dienares is der Gemeente, 8267 Rom 16:1 | dienares is der Gemeente, die te Kenchreen is; ~ 8268 Rom 16:4 | 4 Die voor mijn leven hun hals 8269 Rom 16:5 | Epenetus, mijn beminde, die de eersteling is van Achaje 8270 Rom 16:6 | 6 Groet Maria, die veel voor ons gearbeid heeft. ~ 8271 Rom 16:7 | zijn onder de apostelen, die ook voor mij in Christus 8272 Rom 16:10 | 10 Groet Apelles, die beproefd is in Christus. 8273 Rom 16:10 | in Christus. Groet hen, die van het huisgezin van Aristobulus 8274 Rom 16:11 | 11 Groet Herodion, die van mijn maagschap is. Groet 8275 Rom 16:11 | maagschap is. Groet hen, die van het huisgezin van Narcissus 8276 Rom 16:11 | zijn, degenen namelijk, die in den Heere zijn. ~ 8277 Rom 16:12 | Tryfena en Tryfosa, vrouwen die in den Heere arbeiden. Groet 8278 Rom 16:12 | Persis, de beminde zuster, die veel gearbeid heeft in den 8279 Rom 16:14 | Hermes, en de broeders, die met hen zijn. ~ 8280 Rom 16:15 | Olympas, en al de heiligen, die met henlieden zijn. ~ 8281 Rom 16:17 | neemt acht op degenen, die tweedracht en ergernissen 8282 Rom 16:17 | aanrichten tegen de leer, die gij van ons geleerd hebt; 8283 Rom 16:22 | 22 Ik, Tertius, die den brief geschreven heb, 8284 Rom 16:25 | 25 Hem nu, Die machtig is u te bevestigen, 8285 Rom 16:25 | openbaring der verborgenheid, die van de tijden der eeuwen 8286 1Kor 1:2 | 2 Aan de Gemeente Gods, die te Korinthe is, den geheiligden 8287 1Kor 1:2 | geroepenen heiligen, met allen, die den Naam van onzen Heere 8288 1Kor 1:4 | vanwege de genade Gods, die u gegeven is in Christus 8289 1Kor 1:11 | gemaakt, mijn broeders, door die van het huisgezin van Chloe 8290 1Kor 1:18 | kruises is wel dengenen, die verloren gaan, dwaasheid; 8291 1Kor 1:18 | gaan, dwaasheid; maar ons, die behouden worden, is het 8292 1Kor 1:21 | prediking, zalig te maken, die geloven; ~ 8293 1Kor 1:24 | 24 Maar hun, die geroepen zijn, beiden Joden 8294 1Kor 1:30 | zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid 8295 1Kor 1:31 | zij, gelijk geschreven is: Die roemt, roeme in den Heere. ~  ~ 8296 1Kor 2:6 | der oversten dezer wereld, die te niet worden; ~ 8297 1Kor 2:7 | bestaande in verborgenheid, die bedekt was, welke God te 8298 1Kor 2:9 | hetgeen God bereid heeft dien, die Hem liefhebben. ~ 8299 1Kor 2:11 | dan de geest des mensen, die in hem is? Alzo weet ook 8300 1Kor 2:12 | wereld, maar den Geest, Die uit God is, opdat wij zouden 8301 1Kor 2:12 | zouden weten de dingen, die ons van God geschonken zijn; ~ 8302 1Kor 2:13 | spreken, niet met woorden, die de menselijke wijsheid leert, 8303 1Kor 2:13 | leert, maar met woorden, die de Heilige Geest leert, 8304 1Kor 2:14 | begrijpt niet de dingen, die des Geestes Gods zijn; want 8305 1Kor 2:16 | den zin des Heeren gekend, die Hem zou onderrichten? Maar 8306 1Kor 3:7 | 7 Zo is dan noch hij, die plant, iets, noch hij, die 8307 1Kor 3:7 | die plant, iets, noch hij, die nat maakt, maar God, Die 8308 1Kor 3:7 | die nat maakt, maar God, Die den wasdom geeft. ~ 8309 1Kor 3:8 | 8 En die plant, en die nat maakt, 8310 1Kor 3:8 | 8 En die plant, en die nat maakt, zijn een; maar 8311 1Kor 3:10 | 10 Naar de genade Gods, die mij gegeven is, heb ik als 8312 1Kor 3:14 | hij daarop gebouwd heeft, die zal loon ontvangen. ~ 8313 1Kor 3:15 | werk zal verbrand worden, die zal schade lijden; maar 8314 1Kor 3:18 | wijs is in deze wereld, die worde dwaas, opdat hij wijs 8315 1Kor 4:4 | niet gerechtvaardigd; maar Die mij oordeelt, is de Heere. ~ 8316 1Kor 4:9 | Want ik acht, dat God ons, die de laatste apostelen zijn, 8317 1Kor 4:17 | Timotheus tot u gezonden, die mijn lieve en getrouwe zoon 8318 1Kor 4:17 | indachtig maken mijn wegen, die in Christus zijn, gelijkerwijs 8319 1Kor 4:19 | niet de woorden dergenen, die opgeblazen zijn, maar de 8320 1Kor 5:1 | is, en zodanige hoererij, die ook onder de heidenen niet 8321 1Kor 5:2 | midden van u weggedaan worde, die deze daad begaan heeft? ~ 8322 1Kor 5:3 | tegenwoordig ware, dengene, die dat alzo bedreven heeft, 8323 1Kor 5:12 | 12 Want wat heb ik ook die buiten zijn te oordelen? 8324 1Kor 5:12 | Oordeelt gijlieden niet die binnen zijn? ~ 8325 1Kor 5:13 | 13 Maar die buiten zijn oordeelt God. 8326 1Kor 6:1 | Durft iemand van ulieden, die een zaak heeft tegen een 8327 1Kor 6:3 | Hoeveel te meer de zaken, die dit leven aangaan? ~ 8328 1Kor 6:4 | gij dan gerechtzaken hebt, die dit leven aangaan, zet die 8329 1Kor 6:4 | die dit leven aangaan, zet die daarover, die in de Gemeente 8330 1Kor 6:4 | aangaan, zet die daarover, die in de Gemeente minst geacht 8331 1Kor 6:5 | er dan alzo onder u geen, die wijs is, ook niet een, die 8332 1Kor 6:5 | die wijs is, ook niet een, die zou kunnen oordelen tussen 8333 1Kor 6:10 | noch ontuchtigen, noch die bij mannen liggen, noch 8334 1Kor 6:13 | maar God zal beide dezen en die te niet doen. Doch het lichaam 8335 1Kor 6:16 | 16 Of weet gij niet, dat die de hoer aanhangt, een lichaam 8336 1Kor 6:16 | lichaam met haar is? Want die twee, zegt Hij, zullen tot 8337 1Kor 6:17 | 17 Maar die den Heere aanhangt, is een 8338 1Kor 6:18 | de hoererij. Alle zonde, die de mens doet, is buiten 8339 1Kor 6:18 | buiten het lichaam, maar die hoererij bedrijft, zondigt 8340 1Kor 6:19 | van den Heiligen Geest, Die in u is, Dien gij van God 8341 1Kor 7:13 | 13 En een vrouw, die een ongelovige man heeft, 8342 1Kor 7:18 | besneden zijnde, geroepen, die late zich geen voorhuid 8343 1Kor 7:18 | voorhuid zijnde, geroepen, die late zich niet besnijden. ~ 8344 1Kor 7:20 | 20 Een iegelijk blijve in die beroeping, daar hij in geroepen 8345 1Kor 7:22 | 22 Want die in den Heere geroepen is, 8346 1Kor 7:22 | een dienstknecht zijnde, die is een vrijgelatene des 8347 1Kor 7:22 | Heeren; desgelijks ook, die vrij zijnde geroepen is, 8348 1Kor 7:22 | vrij zijnde geroepen is, die is een dienstknecht van 8349 1Kor 7:24 | hij geroepen is, broeders, die blijve in hetzelve bij God. ~ 8350 1Kor 7:25 | ik zeg mijn gevoelen, als die barmhartigheid van den Heere 8351 1Kor 7:29 | voorts kort is; opdat ook die vrouwen hebben, zouden zijn 8352 1Kor 7:30 | 30 En die wenen, als niet wenende; 8353 1Kor 7:30 | wenen, als niet wenende; en die blijde zijn, als niet blijde 8354 1Kor 7:30 | als niet blijde zijnde; en die kopen, als niet bezittende; ~ 8355 1Kor 7:31 | 31 En die deze wereld gebruiken, als 8356 1Kor 7:33 | 33 Maar die getrouwd is, bekommert zich 8357 1Kor 7:34 | lichaam en aan geest; maar die getrouwd is, bekommert zich 8358 1Kor 7:36 | het alzo moet geschieden; die doe wat hij wil, hij zondigt 8359 1Kor 7:37 | 37 Doch die vast staat in zijn hart, 8360 1Kor 7:37 | zijn maagd zal bewaren, die doet wel. ~ 8361 1Kor 7:38 | 38 Alzo dan, die haar ten huwelijk uitgeeft, 8362 1Kor 7:38 | haar ten huwelijk uitgeeft, die doet wel; en die ze ten 8363 1Kor 7:38 | uitgeeft, die doet wel; en die ze ten huwelijk niet uitgeeft, 8364 1Kor 7:38 | huwelijk niet uitgeeft, die doet beter. ~ 8365 1Kor 8:1 | Aangaande nu de dingen, die den afgoden geofferd zijn, 8366 1Kor 8:2 | iemand meent iets te weten, die heeft nog niets gekend, 8367 1Kor 8:3 | zo iemand God liefheeft, die is van Hem gekend. ~ 8368 1Kor 8:4 | dan het eten der dingen, die den afgoden geofferd zijn, 8369 1Kor 8:5 | Want hoewel er ook zijn, die goden genaamd worden, hetzij 8370 1Kor 8:9 | aanstoot worde dengenen, die zwak zijn. ~ 8371 1Kor 8:10 | 10 Want zo iemand u, die de kennis hebt, ziet in 8372 1Kor 8:10 | zal het geweten deszelven, die zwak is, niet gestijfd worden, 8373 1Kor 8:10 | worden, om te eten de dingen, die den afgoden geofferd zijn? ~ 8374 1Kor 8:11 | 11 En zal de broeder, die zwak is, door uw kennis 8375 1Kor 9:3 | verantwoording aan degenen, die onderzoek over mij doen, 8376 1Kor 9:10 | dat geschreven; overmits die ploegt, op hoop moet ploegen, 8377 1Kor 9:10 | op hoop moet ploegen, en die op hoop dorst, moet zijn 8378 1Kor 9:13 | Weet gij niet, dat degenen, die de heilige dingen bedienen, 8379 1Kor 9:13 | van het heilige eten? en die steeds bij het altaar zijn, 8380 1Kor 9:14 | Heere geordineerd dengenen, die het Evangelie verkondigen, 8381 1Kor 9:20 | Joden winnen zou; dengenen, die onder de wet zijn, ben ik 8382 1Kor 9:20 | zijnde, opdat ik degenen, die onder de wet zijn, winnen 8383 1Kor 9:21 | 21 Degenen, die zonder de wet zijn, ben 8384 1Kor 9:21 | wet), opdat ik degenen, die zonder de wet zijn, winnen 8385 1Kor 9:24 | Weet gijlieden niet, dat die in de loopbaan lopen, allen 8386 1Kor 9:25 | 25 En een iegelijk, die om prijs strijdt, onthoudt 8387 1Kor 10:4 | de geestelijke steenrots, die volgde; en de steenrots 8388 1Kor 10:12 | 12 Zo dan, die meent te staan, zie toe, 8389 1Kor 10:13 | menselijke; doch God is getrouw, Die u niet zal laten verzocht 8390 1Kor 10:16 | dankzeggende zegenen, is die niet een gemeenschap des 8391 1Kor 10:18 | is: hebben niet degenen, die de offeranden eten, gemeenschap 8392 1Kor 10:28 | het niet, om desgenen wil, die u dat te kennen gegeven 8393 1Kor 11:2 | inzettingen behoudt, gelijk ik die u overgegeven heb. ~ 8394 1Kor 11:4 | 4 Een iegelijk man, die bidt of profeteert, hebbende 8395 1Kor 11:4 | hebbende iets op het hoofd, die onteert zijn eigen hoofd; ~ 8396 1Kor 11:5 | Maar een iegelijke vrouw, die bidt of profeteert met ongedekten 8397 1Kor 11:19 | onder u zijn, opdat degenen, die oprecht zijn, openbaar mogen 8398 1Kor 11:22 | en beschaamt gij degenen, die niet hebben? Wat zal ik 8399 1Kor 11:27 | drinkbeker des Heeren drinkt, die zal schuldig zijn aan het 8400 1Kor 11:29 | 29 Want die onwaardiglijk eet en drinkt, 8401 1Kor 11:29 | onwaardiglijk eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelven 8402 1Kor 12:3 | ik u bekend, dat niemand, die door den Geest Gods spreekt, 8403 1Kor 12:6 | doch het is dezelfde God, Die alles in allen werkt. ~ 8404 1Kor 12:22 | 22 Ja veeleer, de leden, die ons dunken de zwakste des 8405 1Kor 12:22 | zwakste des lichaams te zijn, die zijn nodig. ~ 8406 1Kor 12:23 | 23 En die ons dunken de minst eerlijke 8407 1Kor 12:31 | gaven; en ik wijs u een weg, die nog uitnemender is. ~  ~ 8408 1Kor 14:2 | 2 Want die een vreemde taal spreekt, 8409 1Kor 14:3 | 3 Maar die profeteert, spreekt den 8410 1Kor 14:4 | 4 Die een vreemde taal spreekt, 8411 1Kor 14:4 | een vreemde taal spreekt, die sticht zichzelven; maar 8412 1Kor 14:4 | sticht zichzelven; maar die profeteert die sticht de 8413 1Kor 14:4 | zichzelven; maar die profeteert die sticht de Gemeente. ~ 8414 1Kor 14:5 | dat gij profeteert; want die profeteert, is meerder dan 8415 1Kor 14:5 | profeteert, is meerder dan die vreemde talen spreekt, tenzij 8416 1Kor 14:7 | ook de levenloze dingen, die geluid geven, hetzij fluit, 8417 1Kor 14:9 | Want gij zult zijn als die in de lucht spreekt. ~ 8418 1Kor 14:11 | niet weet, zo zal ik hem, die spreekt, barbaars zijn; 8419 1Kor 14:11 | barbaars zijn; en hij, die spreekt, zal bij mij barbaars 8420 1Kor 14:13 | 13 Daarom, die in een vreemde taal spreekt, 8421 1Kor 14:13 | een vreemde taal spreekt, die bidde, dat hij het moge 8422 1Kor 14:16 | den geest, hoe zal degene, die de plaats eens ongeleerden 8423 1Kor 14:22 | een teken niet dengenen, die geloven, maar den ongelovigen; 8424 1Kor 14:22 | ongelovigen, maar dengenen, die geloven. ~ 8425 1Kor 14:24 | ongelovige of ongeleerde inkwame, die wordt van allen overtuigd, 8426 1Kor 14:30 | 30 Doch indien een ander, die er zit, iets geopenbaard 8427 1Kor 14:37 | te zijn, of geestelijke, die erkenne, dat, hetgeen ik 8428 1Kor 14:38 | Maar zo iemand onwetend is, die zij onwetend. ~ 8429 1Kor 15:9 | minste van de apostelen, die niet waardig ben een apostel 8430 1Kor 15:10 | ik ben; en Zijn genade, die aan mij bewezen is, is niet 8431 1Kor 15:10 | ik, maar de genade Gods, Die met mij is. ~ 8432 1Kor 15:18 | Zo zijn dan ook verloren, die in Christus ontslapen zijn. ~ 8433 1Kor 15:20 | Eersteling geworden dergenen, die ontslapen zijn. ~ 8434 1Kor 15:23 | eersteling Christus, daarna die van Christus zijn, in Zijn 8435 1Kor 15:26 | 26 De laatste vijand, die te niet gedaan wordt, is 8436 1Kor 15:27 | dat Hij uitgenomen wordt, Die Hem alle dingen onderworpen 8437 1Kor 15:28 | onderworpen worden Dien, Die Hem alle dingen onderworpen 8438 1Kor 15:29 | Anders, wat zullen zij doen, die voor de doden gedoopt worden, 8439 1Kor 15:57 | 57 Maar Gode zij dank, Die ons de overwinning geeft 8440 1Kor 15:58 | het werk des Heeren, als die weet, dat uw arbeid niet 8441 1Kor 16:1 | Aangaande nu de verzameling, die voor de heiligen geschiedt, 8442 1Kor 16:3 | gekomen zijn, zal ik hen, die gij zult bekwaam achten 8443 1Kor 16:16 | onderwerpt, en aan een iegelijk, die medewerkt en arbeidt. ~ 8444 1Kor 16:19 | Priscilla, met de Gemeente, die te hunnen huize is. ~ 8445 1Kor 16:22 | Christus niet liefheeft, die zij een vervloeking; Maran-atha! ~ 8446 2Kor 1:1 | broeder, aan de Gemeente Gods, die te Korinthe is, met al de 8447 2Kor 1:1 | is, met al de heiligen, die in geheel Achaje zijn: ~ 8448 2Kor 1:4 | 4 Die ons vertroost in al onze 8449 2Kor 1:4 | kunnen vertroosten degenen, die in allerlei verdrukking 8450 2Kor 1:6 | vertroosting en zaligheid, die gewrocht wordt in de lijdzaamheid 8451 2Kor 1:7 | hoop van u is vast, als die weten, dat, gelijk gij gemeenschap 8452 2Kor 1:8 | zijt van onze verdrukking, die ons in Azie overkomen is, 8453 2Kor 1:9 | vertrouwen zouden, maar op God, Die de doden verwekt; ~ 8454 2Kor 1:10 | 10 Die ons uit zo groten dood verlost 8455 2Kor 1:13 | geen andere dingen, dan die gij kent, of ook erkent; 8456 2Kor 1:19 | van God, Jezus Christus, Die onder u door ons is gepredikt, 8457 2Kor 1:20 | beloften Gods als er zijn, die zijn in Hem ja, en zijn 8458 2Kor 1:21 | 21 Maar Die ons met u bevestigt in Christus, 8459 2Kor 1:21 | bevestigt in Christus, en Die ons gezalfd heeft, is God; ~ 8460 2Kor 1:22 | 22 Die ons ook heeft verzegeld, 8461 2Kor 2:2 | bedroef, wie is het toch, die mij zal vrolijk maken, dan 8462 2Kor 2:2 | vrolijk maken, dan degene, die van mij bedroefd is geworden? ~ 8463 2Kor 2:4 | de liefde zoudt verstaan, die ik overvloediglijk tot u 8464 2Kor 2:5 | indien iemand bedroefd heeft, die heeft niet mij bedroefd, 8465 2Kor 2:6 | deze bestraffing genoeg, die van velen geschied is. ~ 8466 2Kor 2:14 | 14 En Gode zij dank, Die ons allen tijd doet triomferen 8467 2Kor 2:15 | van Christus, in degenen, die zalig worden, en in degenen, 8468 2Kor 2:15 | zalig worden, en in degenen, die verloren gaan; ~ 8469 2Kor 3:3 | 3 Als die openbaar zijt geworden, 8470 2Kor 3:3 | door onzen dienst bereid, die geschreven is niet met inkt, 8471 2Kor 3:6 | 6 Die ons ook bekwaam gemaakt 8472 2Kor 3:7 | heerlijkheid zijns aangezichts, die te niet gedaan zou worden, ~ 8473 2Kor 3:13 | niet gelijkerwijs Mozes, die een deksel op zijn aangezicht 8474 2Kor 4:1 | naar de barmhartigheid, die ons geschied is, zo vertragen 8475 2Kor 4:3 | is het bedekt in degenen, die verloren gaan; ~ 8476 2Kor 4:4 | heerlijkheid van Christus, Die het Beeld Gods is. ~ 8477 2Kor 4:6 | 6 Want God, Die gezegd heeft, dat het licht 8478 2Kor 4:6 | zou schijnen, is Degene, Die in onze harten geschenen 8479 2Kor 4:8 | 8 Als die in alles verdrukt worden, 8480 2Kor 4:11 | 11 Want wij, die leven, worden altijd in 8481 2Kor 4:14 | 14 Wetende, dat Hij, Die den Heere Jezus opgewekt 8482 2Kor 4:17 | onze lichte verdrukking, die zeer haast voorbij gaat, 8483 2Kor 4:18 | niet aanmerken de dingen, die men ziet, maar de dingen, 8484 2Kor 4:18 | men ziet, maar de dingen, die men niet ziet; want de dingen, 8485 2Kor 4:18 | niet ziet; want de dingen, die men ziet, zijn tijdelijk, 8486 2Kor 4:18 | tijdelijk, maar de dingen, die men niet ziet, zijn eeuwig. ~  ~ 8487 2Kor 5:2 | verlangende met onze woonstede, die uit den hemel is, overkleed 8488 2Kor 5:4 | 4 Want ook wij, die in dezen tabernakel zijn, 8489 2Kor 5:5 | 5 Die ons nu tot ditzelfde bereid 8490 2Kor 5:5 | ditzelfde bereid heeft, is God, Die ons ook het onderpand des 8491 2Kor 5:12 | zoudt hebben tegen degenen, die in het aangezicht roemen 8492 2Kor 5:15 | 15 Als die dit oordelen, dat, indien 8493 2Kor 5:15 | gestorven, opdat degenen, die leven, niet meer zichzelven 8494 2Kor 5:15 | zouden leven, maar Dien, Die voor hen gestorven en opgewekt 8495 2Kor 5:17 | indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het 8496 2Kor 5:18 | deze dingen zijn uit God, Die ons met Zichzelven verzoend 8497 2Kor 5:21 | 21 Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, 8498 2Kor 7:6 | 6 Doch God, Die de nederigen vertroost, 8499 2Kor 7:12 | dat is niet om diens wil, die onrecht gedaan had, noch 8500 2Kor 7:12 | had, noch om diens wil, die onrecht gedaan was; maar


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-9551

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License