1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-9551
Book Chapter: Verse
4001 Psa 76:13 | 13 Die den geest der vorsten als
4002 Psa 76:13 | vorsten als druiven afsnijdt; Die den koningen der aarde vreselijk
4003 Psa 77:15 | 15 Gij zijt die God, Die wonder doet; Gij
4004 Psa 77:15 | 15 Gij zijt die God, Die wonder doet; Gij hebt Uw
4005 Psa 78:3 | 3 Die wij gehoord hebben en weten
4006 Psa 78:4 | sterkheid, en Zijn wonderen, die Hij gedaan heeft. ~
4007 Psa 78:5 | een wet gesteld in Israel; die Hij onzen vaderen geboden
4008 Psa 78:6 | het navolgende geslacht die weten zou, de kinderen,
4009 Psa 78:6 | weten zou, de kinderen, die geboren zouden worden; en
4010 Psa 78:11 | daden, en Zijn wonderen, die Hij hun had doen zien. ~
4011 Psa 78:39 | zij vlees waren, een wind, die henengaat en niet wederkeert. ~
4012 Psa 78:45 | hen verteerde, en vorsen, die hen verdierven. ~
4013 Psa 78:60 | tabernakel te Silo, de tent, die Hij tot een woning gesteld
4014 Psa 78:65 | slapende, als een held, die juicht van den wijn. ~
4015 Psa 78:69 | als hoogten, als de aarde, die Hij gegrond heeft in eeuwigheid. ~
4016 Psa 79:3 | vergoten; en er was niemand, die hen begroef. ~
4017 Psa 79:4 | een spot en schimp dien, die rondom ons zijn. ~
4018 Psa 79:6 | grimmigheid uit over de heidenen, die U niet kennen, en over de
4019 Psa 79:6 | en over de koninkrijken, die Uw Naam niet aanroepen. ~
4020 Psa 80:2 | Herder Israels! neem ter ore, Die Jozef als schapen leiddet;
4021 Psa 80:2 | Jozef als schapen leiddet; Die tussen de cherubim zit,
4022 Psa 80:13 | doorgebroken, zodat allen, die den weg voorbijgaan, hem
4023 Psa 81:6 | gehoord heb een spraak, die ik niet verstond; ~
4024 Psa 81:11 | Ik ben de Heere, uw God, Die u heb opgevoerd uit het
4025 Psa 81:16 | 16 Die den HEERE haten, zouden
4026 Psa 83:11 | 11 Die verdelgd zijn te Endor;
4027 Psa 83:13 | 13 Die zeiden: Laat ons de schone
4028 Psa 84:5 | Welgelukzalig zijn zij, die in Uw huis wonen; zij prijzen
4029 Psa 84:12 | niet onthouden dengenen, die in oprechtheid wandelen. ~
4030 Psa 84:13 | welgelukzalig is de mens, die op U vertrouwt. ~ ~ ~
4031 Psa 85:10 | Zijn heil is nabij degenen, die Hem vrezen, opdat in ons
4032 Psa 86:2 | mijn God! verlos Uw knecht die op U betrouwt. ~
4033 Psa 86:5 | goedertierenheid allen, die U aanroepen. ~
4034 Psa 86:9 | 9 Al de heidenen, Heere! die Gij gemaakt hebt, zullen
4035 Psa 87:4 | vermelden, onder degenen, die Mij kennen; ziet, de Filistijn,
4036 Psa 87:5 | Sion zal gezegd worden: Die en die is daarin geboren;
4037 Psa 87:5 | zal gezegd worden: Die en die is daarin geboren; en de
4038 Psa 88:5 | ben gerekend met degenen, die in de kuil nederdalen; ik
4039 Psa 88:5 | ben geworden als een man, die krachteloos is; ~
4040 Psa 88:6 | gelijk de verslagenen, die in het graf liggen, die
4041 Psa 88:6 | die in het graf liggen, die Gij niet meer gedenkt, en
4042 Psa 89:8 | en vreselijk boven allen, die rondom Hem zijn. ~
4043 Psa 89:12 | wereld en haar volheid, die hebt Gij gegrond. ~
4044 Psa 89:13 | Het noorden en het zuiden, die hebt Gij geschapen; Thabor
4045 Psa 89:24 | voor zijn aangezicht, en die hem haten, zal Ik plagen. ~
4046 Psa 89:42 | 42 Allen, die den weg voorbijgingen, hebben
4047 Psa 89:49 | 49 Wat man leeft er, die den dood niet zien zal,
4048 Psa 89:49 | den dood niet zien zal, die zijn ziel zal bevrijden
4049 Psa 89:50 | vorige goedertierenheden, die Gij David gezworen hebt
4050 Psa 90:10 | en het uitnemendste van die is moeite en verdriet; want
4051 Psa 91:1 | 1 Die in de schuilplaats des Allerhoogsten
4052 Psa 91:1 | Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw
4053 Psa 91:5 | des nachts, voor den pijl, die des daags vliegt; ~
4054 Psa 91:6 | 6 Voor de pestilentie, die in de donkerheid wandelt;
4055 Psa 92:12 | aangaande de boosdoeners, die tegen mij opstaan. ~
4056 Psa 92:14 | 14 Die in het huis des HEEREN geplant
4057 Psa 94:9 | 9 Zou Hij, Die het oor plant, niet horen?
4058 Psa 94:9 | plant, niet horen? zou Hij, Die het oog formeert, niet aanschouwen? ~
4059 Psa 94:10 | 10 Zou Hij, Die de heidenen tuchtigt, niet
4060 Psa 94:10 | tuchtigt, niet straffen, Hij, Die den mens wetenschap leert? ~
4061 Psa 94:20 | met U vergezelschappen, die moeite verdicht bij inzetting? ~
4062 Psa 95:6 | knielen voor den HEERE, Die ons gemaakt heeft. ~
4063 Psa 97:7 | Beschaamd moeten wezen allen, die de beelden dienen, die zich
4064 Psa 97:7 | die de beelden dienen, die zich op afgoden beroemen;
4065 Psa 98:7 | de wereld met degenen, die daarin wonen. ~
4066 Psa 99:3 | vreselijken Naam loven, die heilig is; ~
4067 Psa 99:4 | de sterkte des Konings, die het recht lief heeft. Gij
4068 Psa 99:7 | onderhouden, en de inzettingen, die Hij hun gegeven had. ~
4069 Psa 101:5 | dien zal ik verdelgen; die hoog van ogen is, en trots
4070 Psa 101:5 | ogen is, en trots van hart, die zal ik niet vermogen. ~
4071 Psa 101:6 | dat zij bij mij zitten; die in den oprechten weg wandelt,
4072 Psa 101:6 | den oprechten weg wandelt, die zal mij dienen. ~
4073 Psa 101:7 | mijn huis niet blijven; die leugenen spreekt, zal voor
4074 Psa 102:9 | vijanden smaden mij al den dag; die tegen mij razen, zweren
4075 Psa 102:18 | tot het gebed desgenen, die gans ontbloot is, en niet
4076 Psa 102:27 | 27 Die zullen vergaan, maar Gij
4077 Psa 103:3 | 3 Die al uw ongerechtigheid vergeeft,
4078 Psa 103:3 | ongerechtigheid vergeeft, die al uw krankheden geneest; ~
4079 Psa 103:4 | 4 Die uw leven verlost van het
4080 Psa 103:4 | verlost van het verderf, die u kroont met goedertierenheid
4081 Psa 103:5 | 5 Die uw mond verzadigt met het
4082 Psa 103:6 | en gerichten al dengenen, die onderdrukt worden. ~
4083 Psa 103:11 | goedertierenheid geweldig over degenen, die Hem vrezen. ~
4084 Psa 103:13 | Zich de HEERE over degenen, die Hem vrezen. ~
4085 Psa 103:17 | eeuwigheid over degenen, die Hem vrezen, en Zijn gerechtigheid
4086 Psa 103:18 | 18 Aan degenen, die Zijn verbond houden, en
4087 Psa 103:18 | Zijn verbond houden, en die aan Zijn bevelen denken,
4088 Psa 103:18 | Zijn bevelen denken, om die te doen. ~
4089 Psa 103:20 | engelen! gij krachtige helden, die Zijn woord doet, gehoorzamende
4090 Psa 103:21 | heirscharen! gij Zijn dienaars, die Zijn welbehagen doet! ~
4091 Psa 104:3 | 3 Die Zijn opperzalen zoldert
4092 Psa 104:3 | opperzalen zoldert in de wateren, Die van de wolken Zijn wagen
4093 Psa 104:3 | wolken Zijn wagen maakt, Die op de vleugelen des winds
4094 Psa 104:8 | dalen daalden, ter plaatse, die Gij voor hen gegrond hadt. ~
4095 Psa 104:10 | 10 Die de fonteinen uitzendt door
4096 Psa 104:15 | 15 En den wijn, die het hart des mensen verheugt,
4097 Psa 104:16 | cederbomen van Libanon, die Hij geplant heeft; ~
4098 Psa 104:25 | 25 Deze zee, die groot en wijd van ruimte
4099 Psa 105:3 | heiligheid; het hart dergenen, die den HEERE zoeken, verblijde
4100 Psa 105:5 | Gedenkt Zijner wonderen, die Hij gedaan heeft, Zijner
4101 Psa 105:35 | 35 Die al het kruid in hun land
4102 Psa 105:37 | hun stammen was niemand, die struikelde. ~
4103 Psa 105:41 | er vloeiden wateren uit, die gingen door de dorre plaatsen
4104 Psa 106:3 | Welgelukzalig zijn zij, die het recht onderhouden, die
4105 Psa 106:3 | die het recht onderhouden, die te aller tijd gerechtigheid
4106 Psa 106:20 | de gedaante van een os, die gras eet. ~
4107 Psa 106:21 | vergaten God, hun Heiland, Die grote dingen gedaan had
4108 Psa 106:34 | 34 Zij hebben die volken niet verdelgd, die
4109 Psa 106:34 | die volken niet verdelgd, die de HEERE hun gezegd had; ~
4110 Psa 106:38 | zonen en hunner dochteren, die zij den afgoden van Kanaan
4111 Psa 106:46 | het aangezicht van allen, die hen gevangen hadden. ~
4112 Psa 107:2 | bevrijden des HEEREN zeggen, die Hij van de hand der wederpartijders
4113 Psa 107:3 | 3 En die Hij uit de landen verzameld
4114 Psa 107:4 | 4 Die in de woestijn dwaalden,
4115 Psa 107:4 | in een weg der wildernis, die geen stad ter woning vonden; ~
4116 Psa 107:6 | HEERE in de benauwdheid, die zij hadden, heeft Hij hen
4117 Psa 107:10 | 10 Die in duisternis en de schaduw
4118 Psa 107:13 | HEERE in de benauwdheid, die zij hadden, verloste Hij
4119 Psa 107:19 | HEERE in de benauwdheid, die zij hadden, verloste Hij
4120 Psa 107:23 | 23 Die met schepen ter zee afvaren,
4121 Psa 107:24 | 24 Die zien de werken des HEEREN,
4122 Psa 107:25 | Hij een stormwind opstaan, die haar golven omhoog verheft. ~
4123 Psa 107:28 | HEERE in de benauwdheid, die zij hadden, zo voerde Hij
4124 Psa 107:34 | om de boosheid dergenen, die daarin wonen. ~
4125 Psa 107:37 | en planten wijngaarden, die inkomende vrucht voortbrengen. ~
4126 Psa 107:43 | 43 Wie is wijs? Die neme deze dingen waar; en
4127 Psa 108:12 | Gij het niet zijn, o God! Die ons verstoten hadt, en Die
4128 Psa 108:12 | Die ons verstoten hadt, en Die niet uittoogt, o God! met
4129 Psa 109:12 | 12 Dat hij niemand hebbe, die weldadigheid over hem uitstrekke,
4130 Psa 109:12 | en dat er niemand zij, die zijn wezen genadig zij. ~
4131 Psa 109:17 | vloek heeft liefgehad, dat die hem overkome, en geen lust
4132 Psa 109:17 | heeft tot den zegen, zo zij die verre van hem. ~
4133 Psa 109:18 | als met zijn kleed, en dat die ga tot in het binnenste
4134 Psa 109:19 | 19 Die zij hem als een kleed, waarmede
4135 Psa 109:20 | den HEERE, en dergenen, die kwaad spreken tegen mijn
4136 Psa 109:31 | te verlossen van degenen, die zijn ziel veroordelen. ~ ~
4137 Psa 110:6 | Hij zal verslaan dengene, die het hoofd is over een groot
4138 Psa 111:2 | worden gezocht van allen, die er lust in hebben. ~
4139 Psa 111:5 | Teth. Hij heeft degenen, die Hem vrezen, spijs gegeven;
4140 Psa 111:10 | wijsheid; Schin. allen, die ze doen, hebben goed verstand;
4141 Psa 112:1 | Welgelukzalig is de man, die den HEERE vreest; Beth.
4142 Psa 112:1 | den HEERE vreest; Beth. die groten lust heeft in Zijn
4143 Psa 112:5 | 5 Teth. Wel dien man, die zich ontfermt en uitleent;
4144 Psa 113:5 | gelijk de HEERE, onze God? Die zeer hoog woont. ~
4145 Psa 115:8 | 8 Dat die hen maken hun gelijk worden,
4146 Psa 115:11 | 11 Gijlieden, die den HEERE vreest! vertrouwt
4147 Psa 115:13 | 13 Hij zal zegenen, die den HEERE vrezen, de kleinen
4148 Psa 115:15 | zijt den HEERE gezegend, Die den hemel en de aarde gemaakt
4149 Psa 115:17 | HEERE niet prijzen, noch die in de stilte nedergedaald
4150 Psa 118:4 | 4 Dat degenen, die den HEERE vrezen, nu zeggen,
4151 Psa 118:7 | is bij mij onder degenen, die mij helpen; daarom zal ik
4152 Psa 118:7 | mijn lust zien aan degenen, die mij haten. ~
4153 Psa 118:26 | 26 Gezegend zij hij, die daar komt in den Naam des
4154 Psa 118:27 | 27 De HEERE is God, Die ons licht gegeven heeft.
4155 Psa 119:1 | de oprechten van wandel, die in de wet des HEEREN gaan. ~
4156 Psa 119:2 | Welgelukzalig zijn zij, die Zijn getuigenissen onderhouden,
4157 Psa 119:2 | getuigenissen onderhouden, die Hem van ganser harte zoeken; ~
4158 Psa 119:21 | vervloekte hovaardigen, die van Uw geboden afdwalen. ~
4159 Psa 119:38 | toezeggingen aan Uw knecht, die Uw vreze toegedaan is. ~
4160 Psa 119:39 | Wend mijn smaadheid af, die ik vreze, want Uw rechten
4161 Psa 119:47 | vermaken in Uw geboden, die ik liefheb.
4162 Psa 119:48 | opheffen naar Uw geboden, die ik liefheb, en ik zal Uw
4163 Psa 119:53 | bevangen vanwege de goddelozen, die Uw wet verlaten. ~
4164 Psa 119:63 | ben een gezel van allen, die U vrezen, en van hen, die
4165 Psa 119:63 | die U vrezen, en van hen, die Uw bevelen onderhouden. ~
4166 Psa 119:74 | 74 Die U vrezen, zullen mij aanzien,
4167 Psa 119:79 | Laat hen tot mij keren, die U vrezen, en die Uw getuigenissen
4168 Psa 119:79 | keren, die U vrezen, en die Uw getuigenissen kennen. ~
4169 Psa 119:118 | Gij vertreedt al degenen, die van Uw inzettingen afdwalen,
4170 Psa 119:132 | naar het recht aan degenen, die Uw Naam beminnen. ~
4171 Psa 119:150 | 150 Die kwade praktijken najagen,
4172 Psa 119:158 | Ik heb gezien degenen, die trouwelooslijk handelen,
4173 Psa 119:162 | Uw toezegging, als een, die een groten buit vindt. ~
4174 Psa 119:165 | 165 Die Uw wet beminnen, hebben
4175 Psa 120:6 | lang gewoond bij degenen, die den vrede haten. ~
4176 Psa 121:2 | 2Mijn hulp is van den HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft.
4177 Psa 122:1 | verblijd mij in degenen, die tot mij zeggen: Wij zullen
4178 Psa 122:3 | is gebouwd, als een stad, die wel samengevoegd is; ~
4179 Psa 122:6 | Jeruzalem; wel moeten zij varen, die u beminnen.
4180 Psa 123:1 | hef mijn ogen op tot U, Die in de hemelen zit. ~
4181 Psa 124:1 | David. Ten ware de HEERE, Die bij ons geweest is, zegge
4182 Psa 124:2 | 2Ten ware de HEERE, Die bij ons geweest is, als
4183 Psa 124:6 | 6De HEERE zij geloofd, Die ons in hun tanden niet heeft
4184 Psa 124:8 | in den Naam des HEEREN, Die hemel en aarde gemaakt heeft. ~ ~
4185 Psa 125:1 | 1Een lied Hammaaloth. Die op den HEERE vertrouwen,
4186 Psa 125:1 | zijn als de berg Sion, die niet wankelt, maar blijft
4187 Psa 125:4 | goeden wel, en dengenen, die oprecht zijn in hun harten. ~
4188 Psa 125:5 | 5Maar die zich neigen tot hun kromme
4189 Psa 125:5 | neigen tot hun kromme wegen, die zal de HEERE weg doen gaan
4190 Psa 126:1 | waren wij gelijk degenen, die dromen. ~
4191 Psa 127:5 | 5Welgelukzalig is de man, die zijn pijlkoker met dezelve
4192 Psa 128:1 | Welgelukzalig is een iegelijk, die den HEERE vreest, die in
4193 Psa 128:1 | iegelijk, die den HEERE vreest, die in Zijn wegen wandelt. ~
4194 Psa 128:4 | 4Ziet, alzo zal zekerlijk die man gezegend worden, die
4195 Psa 128:4 | die man gezegend worden, die den HEERE vreest. ~
4196 Psa 129:4 | 4De HEERE, Die rechtvaardig is, heeft de
4197 Psa 129:5 | gedreven worden, allen, die Sion haten. ~
4198 Psa 129:8 | 8En die voorbijgaan, niet zeggen:
4199 Psa 132:12 | en Mijn getuigenissen, die Ik hun leren zal; zo zullen
4200 Psa 133:2 | baard, den baard van Aaron, die nederdaalt tot op den zoom
4201 Psa 133:3 | gelijk de dauw van Hermon, en die nederdaalt op de bergen
4202 Psa 134:1 | knechten des HEEREN! gij, die allen nacht in het huis
4203 Psa 134:3 | zegene u uit Sion, Hij, Die den hemel en de aarde gemaakt
4204 Psa 135:2 | 2 Gij, die staat in het huis des HEEREN,
4205 Psa 135:8 | 8 Die de eerstgeborenen van Egypte
4206 Psa 135:10 | 10 Die veel volken sloeg, en machtige
4207 Psa 135:18 | 18 Dat die ze maken, hun gelijk worden,
4208 Psa 135:20 | Levi! looft den HEERE; gij die den HEERE vreest! looft
4209 Psa 135:21 | Geloofd zij de HEERE uit Sion, Die te Jeruzalem woont. Hallelujah! ~ ~
4210 Psa 136:4 | 4 Dien, Die alleen grote wonderen doet;
4211 Psa 136:5 | 5 Dien, die de hemelen met verstand
4212 Psa 136:6 | 6 Dien, Die de aarde op het water uitgespannen
4213 Psa 136:7 | 7 Dien, Die de grote lichten heeft gemaakt;
4214 Psa 136:10 | 10 Dien, Die de Egyptenaren geslagen
4215 Psa 136:13 | 13 Dien, Die de Schelfzee in delen deelde;
4216 Psa 136:16 | 16 Die Zijn volk door de woestijn
4217 Psa 136:17 | 17 Die grote koningen geslagen
4218 Psa 136:23 | 23 Die aan ons gedacht heeft in
4219 Psa 136:25 | 25 Die allen vlees spijs geeft;
4220 Psa 137:2 | gehangen aan de wilgen, die daarin zijn. ~
4221 Psa 137:3 | 3Als zij, die ons aldaar gevangen hielden,
4222 Psa 137:3 | van ons begeerden, en zij, die ons overhoop geworpen hadden,
4223 Psa 137:7 | aan den dag van Jeruzalem; die daar zeiden: Ontbloot ze,
4224 Psa 137:8 | 8O dochter van Babel! die verwoest zult worden, welgelukzalig
4225 Psa 137:8 | welgelukzalig zal hij zijn, die u uw misdaad vergelden zal,
4226 Psa 137:8 | uw misdaad vergelden zal, die gij aan ons misdaan hebt. ~
4227 Psa 137:9 | 9Welgelukzalig zal hij zijn, die uw kinderkens grijpen, en
4228 Psa 139:16 | worden, toen nog geen van die was. ~
4229 Psa 139:20 | 20 Die van U schandelijk spreken,
4230 Psa 139:21 | Zou ik niet haten HEERE! die U haten? en verdriet hebben
4231 Psa 139:21 | verdriet hebben in degenen, die tegen U opstaan? ~
4232 Psa 140:3 | 3 Die veel kwaads in het hart
4233 Psa 140:5 | alles gewelds; van hen, die mijn voeten denken weg te
4234 Psa 140:10 | Aangaande het hoofd dergenen, die mij omringen, de overlast
4235 Psa 141:4 | te handelen, met mannen, die ongerechtigheid werken;
4236 Psa 142:5 | ziet, zo was er niemand, die mij kende, er was geen ontvlieden
4237 Psa 143:2 | Uw knecht; want niemand, die leeft, zal voor Uw aangezicht
4238 Psa 143:3 | duisternissen, als degenen, die over lang dood zijn.
4239 Psa 143:7 | gelijk worden dengenen, die in den kuil dalen. ~
4240 Psa 143:12 | en breng hen om, allen, die mijn ziel beangstigen; want
4241 Psa 144:1 | de HEERE, mijn Rotssteen, Die mijn handen onderwijst ten
4242 Psa 144:2 | op Wien ik mij betrouwe; Die mijn volk aan mij onderwerpt! ~
4243 Psa 144:10 | 10 Gij, die den koningen overwinning
4244 Psa 144:10 | koningen overwinning geeft, Die Zijn knecht David ontzet
4245 Psa 145:6 | daden; en Uw grootheid, die zal ik vertellen. ~
4246 Psa 145:14 | HEERE ondersteunt allen, die vallen, en Hij richt op
4247 Psa 145:18 | De HEERE is nabij allen, die Hem aanroepen, allen, die
4248 Psa 145:18 | die Hem aanroepen, allen, die Hem aanroepen in der waarheid. ~
4249 Psa 145:19 | het welbehagen dergenen, die Hem vrezen, en Hij hoort
4250 Psa 145:20 | HEERE bewaart al degenen, die Hem liefhebben; maar Hij
4251 Psa 146:5 | 5 Welgelukzalig is hij, die den God Jakobs tot zijn
4252 Psa 146:6 | 6 Die den hemel en de aarde gemaakt
4253 Psa 146:6 | en al wat in dezelve is; Die trouwe houdt in der eeuwigheid. ~
4254 Psa 146:7 | 7 Die den verdrukte recht doet,
4255 Psa 146:7 | den verdrukte recht doet, Die den hongerige brood geeft;
4256 Psa 147:8 | 8 Die de hemelen met wolken bedekt,
4257 Psa 147:8 | hemelen met wolken bedekt, Die voor de aarde regen bereidt;
4258 Psa 147:8 | de aarde regen bereidt; Die het gras op de bergen doet
4259 Psa 147:9 | 9 Die het vee zijn voeder geeft;
4260 Psa 147:11 | een welgevallen aan hen, die Hem vrezen, die op Zijn
4261 Psa 147:11 | aan hen, die Hem vrezen, die op Zijn goedertierenheid
4262 Psa 147:14 | 14 Die uw landpalen in vrede stelt;
4263 Psa 147:20 | gedaan; en Zijn rechten, die kennen zij niet. Hallelujah! ~ ~
4264 Psa 148:4 | hemelen! en gij wateren, die boven de hemelen zijt! ~
4265 Psa 148:6 | heeft hun een orde gegeven, die geen van hen zal overtreden. ~
4266 Psa 148:8 | en damp; gij stormwind, die Zijn woord doet! ~
4267 Psa 149:2 | zich verblijde in Dengene, Die hem gemaakt heeft; dat de
4268 Psa 149:5 | van vreugde opspringen, om die eer; dat zij juichen op
4269 Spre 1:5 | 5 Die wijs is, zal horen, en zal
4270 Spre 1:5 | zal in lere toenemen; en die verstandig is, zal wijzen
4271 Spre 1:12 | ja, geheel en al, gelijk die in den kuil nederdalen; ~
4272 Spre 1:19 | paden van een iegelijk, die gierigheid pleegt; zij zal
4273 Spre 1:24 | heb, en er niemand was, die opmerkte; ~
4274 Spre 1:33 | 33 Maar die naar Mij hoort, zal zeker
4275 Spre 2:7 | is een Schild dengenen, die oprechtelijk wandelen; ~
4276 Spre 2:12 | kwaden weg, van den man, die verkeerdheden spreekt; ~
4277 Spre 2:13 | 13 Van degenen, die de paden der oprechtheid
4278 Spre 2:14 | 14 Die blijde zijn in het kwaad
4279 Spre 2:16 | vrouw, van de onbekende, die met haar redenen vleit; ~
4280 Spre 2:17 | 17 Die den leidsman harer jonkheid
4281 Spre 2:19 | 19 Allen die tot haar ingaan, zullen
4282 Spre 3:13 | Welgelukzalig is de mens, die wijsheid vindt, en de mens,
4283 Spre 3:13 | wijsheid vindt, en de mens, die verstandigheid voortbrengt! ~
4284 Spre 3:18 | boom des levens dengenen, die ze aangrijpen, en elkeen,
4285 Spre 3:18 | ze aangrijpen, en elkeen, die ze vasthoudt, wordt gelukzalig. ~
4286 Spre 4:22 | zijn het leven dengenen, die ze vinden, en een medicijn
4287 Spre 6:17 | een valse tong, en handen, die onschuldig bloed vergieten; ~
4288 Spre 6:18 | gedachten smeedt; voeten, die zich haasten, om tot kwaad
4289 Spre 6:19 | 19 Een vals getuige, die leugenen blaast; en die
4290 Spre 6:19 | die leugenen blaast; en die tussen broederen krakelen
4291 Spre 6:26 | Want door een vrouw, die een hoer is, komt men tot
4292 Spre 6:29 | 29 Alzo die tot zijns naasten huisvrouw
4293 Spre 6:32 | 32 Maar die met een vrouw overspel doet,
4294 Spre 6:32 | hij verderft zijn ziel, die dat doet; ~
4295 Spre 7:5 | vrouw, voor de onbekende, die met haar redenen vleit. ~
4296 Spre 8:9 | alle recht voor dengene, die verstandig is, en rechtmatig
4297 Spre 8:9 | rechtmatig voor degenen, die wetenschap vinden. ~
4298 Spre 8:17 | 17 Ik heb lief, die Mij liefhebben; en die Mij
4299 Spre 8:17 | die Mij liefhebben; en die Mij vroeg zoeken, zullen
4300 Spre 8:32 | welgelukzalig zijn zij, die Mijn wegen bewaren. ~
4301 Spre 8:33 | wordt wijs, en verwerpt die niet. ~
4302 Spre 8:34 | Welgelukzalig is de mens, die naar Mij hoort, dagelijks
4303 Spre 8:35 | 35 Want die Mij vindt, vindt het leven,
4304 Spre 8:36 | 36 Maar die tegen Mij zondigt, doet
4305 Spre 8:36 | ziel geweld aan; allen, die Mij haten, hebben den dood
4306 Spre 9:7 | behaalt zich schande; en die den goddeloze bestraft,
4307 Spre 9:15 | Om te roepen degenen, die op den weg voorbijgaan,
4308 Spre 9:15 | op den weg voorbijgaan, die hun paden recht maken, zeggende: ~
4309 Spre 10:4 | 4 Die met een bedriegelijke hand
4310 Spre 10:5 | 5 Die in den zomer vergadert,
4311 Spre 10:5 | een verstandig zoon; maar die in den oogst vast slaapt,
4312 Spre 10:5 | vast slaapt, is een zoon die beschaamd maakt. ~
4313 Spre 10:8 | 8 Die wijs van hart is, neemt
4314 Spre 10:8 | neemt de geboden aan; maar die dwaas is van lippen, zal
4315 Spre 10:9 | 9 Die in oprechtheid wandelt,
4316 Spre 10:9 | wandelt, wandelt zeker; maar die zijn wegen verkeert, zal
4317 Spre 10:10 | 10 Die met het oog wenkt, richt
4318 Spre 10:17 | tot het leven is desgenen die de tucht bewaart; maar die
4319 Spre 10:17 | die de tucht bewaart; maar die de bestraffing verlaat,
4320 Spre 10:18 | 18 Die den haat bedekt, is van
4321 Spre 10:18 | is van valse lippen, en die een kwaad gerucht voortbrengt,
4322 Spre 10:19 | de overtreding niet; maar die zijn lippen wederhoudt,
4323 Spre 10:22 | De zegen des HEEREN, die maakt rijk; en Hij voegt
4324 Spre 10:24 | De vreze des goddelozen, die zal hem overkomen; maar
4325 Spre 10:26 | zo is de luie dengenen, die hem uitzenden. ~
4326 Spre 11:12 | 12 Die verstandeloos is, veracht
4327 Spre 11:13 | 13 Die als een achterklapper wandelt,
4328 Spre 11:13 | openbaart het heimelijke; maar die getrouw is van geest, bedekt
4329 Spre 11:15 | maar wie degenen haat, die in de hand klappen, is zeker. ~
4330 Spre 11:17 | doet zijn ziel wel; maar die wreed is, beroert zijn vlees. ~
4331 Spre 11:18 | werk; maar voor degene, die gerechtigheid zaait, is
4332 Spre 11:19 | gerechtigheid ten leven, gelijk die het kwade najaagt, naar
4333 Spre 11:22 | 22 Een schone vrouw, die van rede afwijkt, is een
4334 Spre 11:24 | 24 Er is een, die uitstrooit, denwelken nog
4335 Spre 11:24 | toegedaan wordt; en een, die meer inhoudt dan recht is,
4336 Spre 11:25 | zal vet gemaakt worden; en die bevochtigt, zal ook zelf
4337 Spre 11:28 | zijn rijkdom vertrouwt, die zal vallen; maar de rechtvaardigen
4338 Spre 11:29 | een knecht zijn desgenen, die wijs van hart is. ~
4339 Spre 12:1 | Wie de tucht liefheeft, die heeft de wetenschap lief;
4340 Spre 12:4 | kroon haars heren; maar die beschaamt maakt, is als
4341 Spre 12:8 | verstandigheid is; maar die verkeerd van hart is, zal
4342 Spre 12:9 | 9 Beter is, die zich gering acht, en een
4343 Spre 12:9 | en een knecht heeft, dan die zichzelven eert, en des
4344 Spre 12:11 | 11 Die zijn land bouwt, zal van
4345 Spre 12:11 | brood verzadigd worden; maar die ijdele mensen volgt, is
4346 Spre 12:15 | recht in zijn ogen; maar die naar raad hoort, is wijs. ~
4347 Spre 12:16 | zelven dage bekend; maar die kloekzinnig is, bedekt de
4348 Spre 12:17 | 17 Die waarheid voortbrengt, maakt
4349 Spre 12:18 | 18 Daar is een, die woorden als steken van een
4350 Spre 12:20 | is in het hart dergenen, die kwaad smeden; maar degenen
4351 Spre 12:20 | kwaad smeden; maar degenen die vrede raden, hebben blijdschap. ~
4352 Spre 12:22 | den HEERE een gruwel; maar die trouwelijk handelen, zijn
4353 Spre 13:3 | 3 Die zijn mond bewaart, behoudt
4354 Spre 13:3 | voor hem is verstoring, die zijn lippen wijd opendoet. ~
4355 Spre 13:7 | 7 Er is een, die zichzelven rijk maakt, en
4356 Spre 13:7 | niet met al heeft, en een, die zichzelven arm maakt, en
4357 Spre 13:11 | verminderd worden; maar die met de hand vergadert, zal
4358 Spre 13:12 | hart; maar de begeerte, die komt, is een boom des levens. ~
4359 Spre 13:13 | 13 Die het woord veracht, die zal
4360 Spre 13:13 | Die het woord veracht, die zal verdorven worden; maar
4361 Spre 13:18 | en schande is desgenen, die de tucht verwerpt; maar
4362 Spre 13:18 | de tucht verwerpt; maar die de bestraffing waarneemt;
4363 Spre 13:19 | 19 De begeerte, die geschiedt, is zoet voor
4364 Spre 13:20 | 20 Die met de wijzen omgaat, zal
4365 Spre 13:20 | omgaat, zal wijs worden; maar die der zotten metgezel is,
4366 Spre 13:23 | spijze; maar daar is een, die verteerd wordt door gebrek
4367 Spre 13:24 | 24 Die zijn roede inhoudt, haat
4368 Spre 13:24 | inhoudt, haat zijn zoon; maar die hem liefheeft, zoekt hem
4369 Spre 14:1 | vrouw bouwt haar huis; maar die zeer dwaas is, breekt het
4370 Spre 14:2 | 2 Die in zijn oprechtheid wandelt,
4371 Spre 14:2 | vreest den HEERE; maar die afwijkt in zijn wegen, veracht
4372 Spre 14:12 | 12 Er is een weg, die iemand recht schijnt; maar
4373 Spre 14:13 | hebben; en het laatste van die blijdschap is droefheid. ~
4374 Spre 14:14 | 14 Die afkerig van hart is, zal
4375 Spre 14:17 | 17 Die haastig is tot toorn, zal
4376 Spre 14:21 | 21 Die zijn naaste veracht, zondigt;
4377 Spre 14:21 | naaste veracht, zondigt; maar die zich der nederigen ontfermt,
4378 Spre 14:21 | der nederigen ontfermt, die is welgelukzalig. ~
4379 Spre 14:22 | 22 Dwalen zij niet, die kwaad stichten? Maar weldadigheid
4380 Spre 14:22 | en trouw is voor degenen, die goed stichten. ~
4381 Spre 14:25 | getuige redt de zielen; maar die leugens blaast, is een bedrieger. ~
4382 Spre 14:29 | groot van verstand; maar die haastig is van gemoed, verheft
4383 Spre 14:31 | 31 Die den arme verdrukt, smaadt
4384 Spre 14:31 | smaadt deszelfs Maker; maar die zich des nooddruftigen ontfermt,
4385 Spre 14:35 | verbolgenheid zal zijn over dengene, die beschaamd maakt. ~ ~
4386 Spre 15:5 | zijns vaders versmaden; maar die de bestraffing waarneemt,
4387 Spre 15:9 | HEERE een gruwel; maar dien, die de gerechtigheid najaagt,
4388 Spre 15:10 | onaangenaam voor dengene die het pad verlaat; en die
4389 Spre 15:10 | die het pad verlaat; en die de bestraffing haat, zal
4390 Spre 15:12 | spotter zal niet liefhebben, die hem bestraft; hij zal niet
4391 Spre 15:27 | 27 Die gierigheid pleegt, beroert
4392 Spre 15:27 | beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven. ~
4393 Spre 15:32 | 32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt
4394 Spre 15:32 | Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar
4395 Spre 15:32 | versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt
4396 Spre 16:13 | hen zal liefhebben dien, die rechte dingen spreekt. ~
4397 Spre 16:14 | doods; maar een wijs man zal die verzoenen. ~
4398 Spre 16:17 | hij behoedt zijn ziel, die zijn weg bewaart. ~
4399 Spre 16:20 | 20 Die op het woord verstandelijk
4400 Spre 16:20 | zal het goede vinden; en die op den HEERE vertrouwt,
4401 Spre 16:22 | Het verstand dergenen, die het bezitten, is een springader
4402 Spre 16:25 | 25 Er is een weg, die iemand recht schijnt; maar
4403 Spre 16:29 | hij leidt hem in een weg, die niet goed is. ~
4404 Spre 16:32 | beter dan de sterke; en die heerst over zijn geest,
4405 Spre 16:32 | heerst over zijn geest, dan die een stad inneemt. ~
4406 Spre 17:2 | zal heersen over een zoon, die beschaamd maakt, en in het
4407 Spre 17:5 | 5 Die den arme bespot, smaadt
4408 Spre 17:5 | smaadt deszelfs Maker; die zich verblijdt in het verderf,
4409 Spre 17:9 | 9 Die de overtreding toedekt,
4410 Spre 17:9 | toedekt, zoekt liefde; maar die de zaak weder ophaalt, scheidt
4411 Spre 17:12 | 12 Dat een beer, die van jongen beroofd is, een
4412 Spre 17:13 | 13 Die kwaad voor goed vergeldt,
4413 Spre 17:14 | krakeels is gelijk een, die het water opening geeft;
4414 Spre 17:15 | den HEERE een gruwel, ja, die beiden. ~
4415 Spre 17:19 | 19 Die het gekijf liefheeft, heeft
4416 Spre 17:19 | heeft de overtreding lief; die zijn deur verhoogt, zoekt
4417 Spre 17:20 | het goede niet vinden; en die verkeerd is met zijn tong,
4418 Spre 17:21 | Wie een zot genereert, die zal hem tot droefheid zijn;
4419 Spre 17:25 | bittere droefheid voor degene, die hem gebaard heeft. ~
4420 Spre 17:28 | 28 Een dwaas zelfs, die zwijgt, zal wijs geacht
4421 Spre 17:28 | zal wijs geacht worden, en die zijn lippen toesluit, verstandig. ~ ~ ~ ~ ~
4422 Spre 18:1 | 1 Die zich afzondert, tracht naar
4423 Spre 18:8 | oorblazers zijn als dergenen, die geslagen zijn, en die dalen
4424 Spre 18:8 | dergenen, die geslagen zijn, en die dalen in het binnenste des
4425 Spre 18:9 | 9 Ook die zich slap aanstelt in zijn
4426 Spre 18:9 | slap aanstelt in zijn werk, die is een broeder van een doorbrenger. ~
4427 Spre 18:13 | 13 Die antwoord geeft, eer hij
4428 Spre 18:17 | 17 Die de eerste is in zijn twistzaak,
4429 Spre 18:21 | der tong; en een ieder, die ze liefheeft, zal haar vrucht
4430 Spre 18:22 | 22 Die een vrouw gevonden heeft,
4431 Spre 18:24 | 24 Een man, die vrienden heeft, heeft zich
4432 Spre 18:24 | want er is een liefhebber, die meer aankleeft dan een broeder. ~ ~
4433 Spre 19:1 | verkeerde van lippen, en die een zot is. ~
4434 Spre 19:2 | wetenschap niet goed; en die met de voeten haastig is,
4435 Spre 19:5 | niet onschuldig zijn; en die leugen blaast, zal niet
4436 Spre 19:6 | is een vriend desgenen, die giften geeft. ~
4437 Spre 19:7 | loopt hen na met woorden die niets zijn. ~
4438 Spre 19:8 | 8 Die verstand bekomt, heeft zijn
4439 Spre 19:9 | niet onschuldig zijn; en die leugen blaast, zal vergaan. ~
4440 Spre 19:16 | 16 Die het gebod bewaart, bewaart
4441 Spre 19:16 | bewaart, bewaart zijn ziel; die zijn wegen veracht, zal
4442 Spre 19:17 | 17 Die zich des armen ontfermt,
4443 Spre 19:19 | 19 Die groot is van grimmigheid,
4444 Spre 19:21 | maar de raad des HEEREN, die zal bestaan. ~
4445 Spre 19:26 | moeder verjaagt, is een zoon, die beschaamd maakt, en schande
4446 Spre 20:2 | brullen eens jongen leeuws; die zich tegen hem vergramt,
4447 Spre 20:10 | den HEERE een gruwel, ja die beide. ~
4448 Spre 20:12 | heeft de HEERE gemaakt, ja, die beide. ~
4449 Spre 20:19 | 19 Die als een achterklapper wandelt,
4450 Spre 20:19 | vermeng u dan niet met hem, die met zijn lippen verlokt. ~
4451 Spre 21:5 | overschot; maar van een ieder, die haastig is, alleen tot gebrek. ~
4452 Spre 21:6 | voortgedrevene ijdelheid dergenen, die den dood zoeken. ~
4453 Spre 21:13 | 13 Die zijn oor stopt voor het
4454 Spre 21:13 | het geschrei des armen, die zal ook roepen, en niet
4455 Spre 21:16 | 16 Een mens, die van den weg des verstands
4456 Spre 21:17 | 17 Die blijdschap liefheeft, die
4457 Spre 21:17 | Die blijdschap liefheeft, die zal gebrek lijden; die wijn
4458 Spre 21:17 | die zal gebrek lijden; die wijn en olie liefheeft,
4459 Spre 21:21 | 21 Die rechtvaardigheid en weldadigheid
4460 Spre 21:23 | 23 Die zijn mond en zijn tong bewaart,
4461 Spre 21:24 | 24 Die een hovaardig pocher is,
4462 Spre 21:28 | zal vergaan; en een man, die hoort, zal spreken tot overwinning. ~
4463 Spre 21:29 | aangezicht; maar de oprechte, die maakt zijn weg vast. ~
4464 Spre 22:5 | den weg des verkeerden; die zijn ziel bewaart, zal zich
4465 Spre 22:5 | bewaart, zal zich verre van die maken. ~
4466 Spre 22:7 | heerst over de armen; en die ontleent, is des leners
4467 Spre 22:8 | 8 Die onrecht zaait, zal moeite
4468 Spre 22:9 | 9 Die goed van oog is, die zal
4469 Spre 22:9 | Die goed van oog is, die zal gezegend worden; want
4470 Spre 22:11 | 11 Die de reinheid des harten liefheeft,
4471 Spre 22:16 | 16 Die den arme verdrukt, om het
4472 Spre 22:18 | het is liefelijk, als gij die in uw binnenste bewaart;
4473 Spre 22:19 | den HEERE zij, maak ik u die heden bekend; gij ook maak
4474 Spre 22:21 | antwoorden moogt dengenen, die u zenden. ~
4475 Spre 22:23 | twisten, en Hij zal dengenen, die hen beroven, de ziel roven. ~
4476 Spre 22:26 | Wees niet onder degenen, die in de hand klappen, onder
4477 Spre 22:26 | klappen, onder degenen, die voor schulden borg zijn. ~
4478 Spre 22:28 | de oude palen niet terug, die uw vaderen gemaakt hebben. ~
4479 Spre 22:29 | Hebt gij een man gezien, die vaardig in zijn werk is?
4480 Spre 23:1 | scherpelijk letten op dengene, die voor uw aangezicht is. ~
4481 Spre 23:5 | maken gelijk een arend, die naar den hemel vliegt. ~
4482 Spre 23:6 | het brood niet desgenen, die boos is van oog, en wees
4483 Spre 23:8 | 8 Uw bete, die gij gegeten hebt, zoudt
4484 Spre 23:11 | hun Verlosser is sterk; Die zal hun twistzaak tegen
4485 Spre 23:22 | Hoor naar uw vader, die u gewonnen heeft; en veracht
4486 Spre 23:24 | zich zeer verheugen; en die een wijzen zoon gewint,
4487 Spre 23:25 | laat haar zich verheugen, die u gebaard heeft. ~
4488 Spre 23:30 | 30 Bij degenen, die bij den wijn vertoeven;
4489 Spre 23:30 | vertoeven; bij degenen, die komen om gemengde drank
4490 Spre 23:34 | gij zult zijn, gelijk een, die in het hart van de zee slaapt;
4491 Spre 23:34 | zee slaapt; en gelijk een, die in het opperste van den
4492 Spre 24:8 | 8 Die denkt om kwaad te doen,
4493 Spre 24:11 | 11 Red degenen, die ter dood gegrepen zijn;
4494 Spre 24:12 | weten dat niet; zal Hij, Die de harten weegt, dat niet
4495 Spre 24:12 | weegt, dat niet merken? En Die uwe ziel gadeslaat, zal
4496 Spre 24:21 | vermeng u niet met hen, die naar verandering staan; ~
4497 Spre 24:24 | 24 Die tot den goddeloze zegt:
4498 Spre 24:25 | Maar voor degenen, die hem bestraffen, zal liefelijkheid
4499 Spre 24:26 | lippen kussen desgenen, die rechte woorden antwoordt. ~
4500 Spre 25:1 | ook spreuken van Salomo, die de mannen van Hizkia, den
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-9551 |