Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
gesidderd 1
geslacht 320
geslachte 3
geslachten 184
geslachts 1
geslachtsregister 7
geslachtsregisteren 1
Frequency    [«  »]
186 leger
185 laten
184 brandoffer
184 geslachten
184 vervuld
182 geschied
179 achter

Bijbel

IntraText - Concordances

geslachten

    Book Chapter: Verse
1 Gen 6:9 | rechtvaardig, oprecht man in zijn geslachten. Noach wandelde met God. ~ 2 Gen 8:19 | de aarde roert, naar hun geslachten, gingen uit de ark. ~ 3 Gen 9:12 | die met u is, tot eeuwige geslachten. ~ 4 Gen 12:3 | vloekt; en in u zullen alle geslachten des aardrijks gezegend worden. ~ 5 Gen 16:7 | tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, 6 Gen 16:9 | en uw zaad na u, in hun geslachten. ~ 7 Gen 16:12 | al wat mannelijk is in uw geslachten: de ingeborene van het huis, 8 Gen 26:14 | en in uw zaad zullen alle geslachten des aardbodems gezegend 9 Gen 33:40 | vorsten van Ezau, naar hun geslachten, naar hun plaatsen, met 10 Exo 12:14 | zult hem vieren onder uw geslachten tot een eeuwige inzetting. ~ 11 Exo 12:17 | dezen dag houden, onder uw geslachten, tot een eeuwige inzetting. ~ 12 Exo 12:42 | kinderen Israels, onder hun geslachten. ~ 13 Exo 16:32 | daarvan tot bewaring voor uw geslachten, opdat zij zien het brood, 14 Exo 16:33 | HEEREN, tot bewaring voor uw geslachten. ~ 15 Exo 27:21 | inzetting zijn voor hun geslachten, vanwege de kinderen Israels. ~  ~ 16 Exo 29:42 | geduriglijk brandoffer zijn bij uw geslachten, aan de deur van de tent 17 Exo 30:8 | aangezicht des HEEREN, bij uw geslachten. ~ 18 Exo 30:10 | verzoening daarop doen bij uw geslachten; het is heiligheid der heiligheden 19 Exo 30:21 | hem en zijn zaad, bij hun geslachten. ~ 20 Exo 30:31 | heilige zalving zijn bij uw geslachten. ~ 21 Exo 31:13 | en tussen ulieden, bij uw geslachten; opdat men wete, dat Ik 22 Exo 31:16 | sabbat onderhoudende in hun geslachten, tot een eeuwig verbond. ~ 23 Exo 40:15 | eeuwig priesterdom bij hun geslachten. ~ 24 Lev 3:17 | eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw woningen: geen 25 Lev 6:18 | eeuwige inzetting voor uw geslachten van de vuurofferen des HEEREN; 26 Lev 7:36 | eeuwige inzetting voor hun geslachten. ~ 27 Lev 10:9 | eeuwige inzetting onder uw geslachten; ~ 28 Lev 14:51 | zal die in het bloed des geslachten vogels en in het levende 29 Lev 17:7 | inzetting zijn voor hun geslachten. ~ 30 Lev 21:17 | Niemand uit uw zaad, naar hun geslachten, in wien een gebrek zal 31 Lev 22:3 | tot hen: Alle man onder uw geslachten, die uit uw ganse zaad tot 32 Lev 22:45 | eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw woningen. ~ 33 Lev 22:52 | in al uw woningen voor uw geslachten. ~ 34 Lev 22:62 | eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw woningen. ~ 35 Lev 22:72 | eeuwige inzetting voor uw geslachten; in de zevende maand zult 36 Lev 22:74 | 43 Opdat uw geslachten weten, dat Ik de kinderen 37 Lev 23:3 | eeuwige inzetting voor uw geslachten. ~ 38 Lev 24:30 | gekocht heeft, onder zijn geslachten; het zal in het jubeljaar 39 Lev 24:45 | verkeren, uit hen en uit hun geslachten, die bij u zullen zijn, 40 Num 1:2 | kinderen Israels, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, 41 Num 1:18 | verklaarden hun afkomst, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, 42 Num 1:20 | hun geboorten, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, 43 Num 1:22 | hun geboorten, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, 44 Num 1:24 | hun geboorten, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, 45 Num 1:26 | hun geboorten, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, 46 Num 1:28 | hun geboorten, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, 47 Num 1:30 | hun geboorten, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, 48 Num 1:32 | hun geboorten, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, 49 Num 1:34 | hun geboorten, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, 50 Num 1:36 | hun geboorten, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, 51 Num 1:38 | hun geboorten, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, 52 Num 1:40 | hun geboorten, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, 53 Num 1:42 | hun geboorten, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, 54 Num 2:34 | een iegelijk naar zijn geslachten, naar het huis zijner vaderen. ~ 55 Num 3:15 | hunner vaderen, naar hun geslachten, al wat mannelijk is, van 56 Num 3:18 | zonen van Gerson, naar hun geslachten: Libni en Simei. ~ 57 Num 3:19 | zonen van Kahath, naar hun geslachten; Amram en Izhar, Hebron 58 Num 3:20 | zonen van Merari, naar hun geslachten: Maheli en Musi; dit zijn 59 Num 3:20 | Maheli en Musi; dit zijn de geslachten der Levieten, naar het huis 60 Num 3:21 | der Simeieten; dit zijn de geslachten der Gersonieten. ~ 61 Num 3:23 | 23 De geslachten der Gersonieten zullen zich 62 Num 3:27 | Uzzielieten; dit zijn de geslachten der Kahathieten. ~ 63 Num 3:29 | 29 De geslachten der zonen van Kahath zullen 64 Num 3:30 | het vaderlijke huis der geslachten van de Kahathieten, zal 65 Num 3:33 | der Musieten; dit zijn de geslachten van Merari. ~ 66 Num 3:35 | het vaderlijke huis der geslachten van Merari zal zijn Zuriel, 67 Num 3:39 | bevel des HEEREN, naar hun geslachten, geteld hebben, al wat mannelijk 68 Num 4:2 | zonen van Levi, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen. ~ 69 Num 4:18 | Gij zult den stam van de geslachten der Kahathieten niet laten 70 Num 4:22 | hunner vaderen, naar hun geslachten. ~ 71 Num 4:24 | Dit zal zijn de dienst der geslachten van de Gersonieten, in het 72 Num 4:28 | Dit is de dienst van de geslachten der zonen van de Gersonieten, 73 Num 4:29 | Merari, die zult gij naar hun geslachten, en naar het huis hunner 74 Num 4:33 | Dit is de dienst van de geslachten der zonen van Merari, naar 75 Num 4:34 | der Kahathieten, naar hun geslachten, en naar het huis hunner 76 Num 4:36 | getelden nu waren, naar hun geslachten, twee duizend zevenhonderd 77 Num 4:37 | zijn de getelden van de geslachten der Kahathieten, van al 78 Num 4:38 | zonen van Gerson, naar hun geslachten, en naar het huis hunner 79 Num 4:40 | getelden waren, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, 80 Num 4:41 | zijn de getelden van de geslachten der zonen van Gerson, van 81 Num 4:42 | 42 En de getelden van de geslachten der zonen van Merari, naar 82 Num 4:42 | zonen van Merari, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, ~ 83 Num 4:44 | getelden nu waren, naar hun geslachten, drie duizend en tweehonderd. ~ 84 Num 4:45 | zijn de getelden van de geslachten der zonen van Merari, welke 85 Num 4:46 | van de Levieten, naar hun geslachten, en naar het huis hunner 86 Num 9:10 | iemand onder u, of onder uw geslachten, over een dood lichaam onrein, 87 Num 10:8 | eeuwige inzetting bij uw geslachten. ~ 88 Num 15:14 | het midden van u is, in uw geslachten, en hij een vuuroffer zal 89 Num 15:15 | eeuwige inzetting bij uw geslachten, gelijk gijlieden, alzo 90 Num 15:21 | een hefoffer geven, bij uw geslachten. ~ 91 Num 15:23 | heeft, en voortaan bij uw geslachten; 92 Num 15:38 | hunner klederen, bij hun geslachten; en op de snoertjes des 93 Num 18:36 | eeuwige inzetting zijn voor uw geslachten; en in het midden van de 94 Num 19:23 | eeuwige inzetting zijn voor uw geslachten; en in het midden van de 95 Num 26:7 | 7 Dit zijn de geslachten der Rubenieten; en hun getelden 96 Num 26:12 | zonen van Simeon, naar hun geslachten: van Nemuel, het geslacht 97 Num 26:14 | 14 Dat zijn de geslachten der Simeonieten: twee en 98 Num 26:15 | zonen van Gad, naar hun geslachten: van Zefon het geslacht 99 Num 26:18 | 18 Dat zijn de geslachten der zonen van Gad, naar 100 Num 26:20 | zonen van Juda naar hun geslachten: van Sela het geslacht der 101 Num 26:22 | 22 Dat zijn de geslachten van Juda, naar hun getelden: 102 Num 26:23 | van Issaschar, naar hun geslachten, waren: van Tola het geslacht 103 Num 26:25 | 25 Dat zijn de geslachten van Issaschar, naar hun 104 Num 26:26 | zonen van Zebulon, naar hun geslachten, waren: van Sered het geslacht 105 Num 26:27 | 27 Dat zijn de geslachten der Zebulonieten, naar hun 106 Num 26:28 | zonen van Jozef, naar hun geslachten, waren Manasse en Efraim. ~ 107 Num 26:34 | 34 Dat zijn de geslachten van Manasse: en hun getelden 108 Num 26:35 | zonen van Efraim, naar hun geslachten: van Sutelah het geslacht 109 Num 26:37 | 37 Dat zijn de geslachten der zonen van Efraim, naar 110 Num 26:37 | zonen van Jozef, naar hun geslachten. ~ 111 Num 26:38 | zonen van Benjamin, naar hun geslachten: van Bela het geslacht der 112 Num 26:41 | zonen van Benjamin, naar hun geslachten; en hun getelden waren vijf 113 Num 26:42 | zonen van Dan, naar hun geslachten: van Suham het geslacht 114 Num 26:42 | Suhamieten; dat zijn de geslachten van Dan, naar hun geslachten. ~ 115 Num 26:42 | geslachten van Dan, naar hun geslachten. ~ 116 Num 26:43 | 43 Al de geslachten der Suhamieten, naar hun 117 Num 26:44 | zonen van Aser, naar hun geslachten, waren: van Imna het geslacht 118 Num 26:47 | 47 Dat zijn de geslachten der zonen van Aser, naar 119 Num 26:48 | zonen van Nafthali, naar hun geslachten: van Jahzeel het geslacht 120 Num 26:50 | 50 Dat zijn de geslachten van Nafthali, naar hun geslachten; 121 Num 26:50 | geslachten van Nafthali, naar hun geslachten; en hun getelden waren vijf 122 Num 26:57 | getelden van Levi, naar hun geslachten: van Gerson het geslacht 123 Num 26:58 | 58 Dit zijn de geslachten van Levi: het geslacht der 124 Num 27:1 | zoon van Manasse, onder de geslachten van Manasse, den zoon van 125 Num 32:54 | nemen door het lot, naar uw geslachten; dengenen, die veel zijn, 126 Num 34:29 | inzetting van recht, bij uw geslachten, in al uw woningen. ~ 127 Num 35:1 | zoon van Manasse, uit de geslachten der kinderen van Jozef, 128 Num 35:12 | 12 Onder de geslachten van de kinderen van Manasse, 129 Deu 7:9 | geboden houden tot in duizend geslachten. ~ 130 Joz 7:14 | die zal aankomen naar de geslachten, en welk geslacht de HEERE 131 Joz 23:27 | ulieden, en tussen onze geslachten na ons, opdat wij den dienst 132 Joz 23:28 | alzo tot ons en tot onze geslachten zeggen zullen; zo zullen 133 Ric 3:2 | 2 Alleenlijk, opdat de geslachten der kinderen Israels die 134 1Sa 9:21 | niet het kleinste van al de geslachten van den stam van Benjamin? 135 1Sa 10:21 | deed aankomen naar zijn geslachten, zo werd het geslacht van 136 1Kro 2:53| 53 En de geslachten van Kirjath-Jearim waren 137 1Kro 7:2 | Thola, kloeke helden in hun geslachten; hun getal was in de dagen 138 1Kro 7:4 | 4 En met hen naar hun geslachten, naar hun vaderlijke huizen, 139 1Kro 7:9 | gesteld zijnde, naar hun geslachten, hoofden der huizen hunner 140 1Kro 8:28| vaderen, hoofden naar hun geslachten; dezen woonden te Jeruzalem. ~ 141 1Kro 9:9 | En hun broederen naar hun geslachten, negenhonderd zes en vijftig; 142 1Kro 9:34| Levieten, hoofden in hun geslachten; dezen woonden te Jeruzalem. ~ 143 1Kro 16:28| 28 Geeft den HEERE, gij, geslachten der volken, geeft den HEERE 144 1Kro 27:31| van de Hebronieten zijner geslachten onder de vaderen; in het 145 Neh 4:13 | ik zette het volk naar de geslachten, met hun zwaarden, hun spiesen 146 Neh 7:5 | het volk verzamelde, om de geslachten te rekenen; en ik vond het 147 Job 41:16 | zijner kinderen, tot in vier geslachten. ~ 148 Psa 22:28 | den HEERE bekeren; en alle geslachten der heidenen zullen voor 149 Psa 22:31 | aangeschreven worden tot in geslachten. ~ 150 Psa 96:7 | 7 Geeft den HEERE, gij geslachten der volken! geeft den HEERE 151 Psa 105:8 | ingesteld heeft, tot in duizend geslachten; ~ 152 Jes 41:4 | gewrocht en gedaan, roepende de geslachten van den beginne? Ik, de 153 Jes 51:8 | Mijn heil van geslacht tot geslachten. ~ 154 Jes 51:9 | verledene dagen, als in de geslachten van ouds; zijt Gij het niet, 155 Jer 1:15 | Want zie, Ik roep alle geslachten der koninkrijken van het 156 Jer 2:4 | huis van Jakob, en alle geslachten van het huis Israels! ~ 157 Jer 10:25 | niet kennen, en over de geslachten, die Uw Naam niet aanroepen; 158 Jer 15:3 | bezoeking over hen doen met vier geslachten, spreekt de HEERE: met het 159 Jer 25:9 | zal zenden, en nemen alle geslachten van het noorden, spreekt 160 Jer 31:1 | spreekt de HEERE, zal Ik allen geslachten Israels tot een God zijn; 161 Jer 33:24 | spreekt, zeggende: De twee geslachten, die de HEERE verkoren had, 162 Eze 20:32 | als de heidenen en als de geslachten der landen zijn, dienende 163 Joe 2:2 | zijn tot in jaren van vele geslachten. ~ 164 Amos 3:2 | 2      Uit alle geslachten des aardbodems heb Ik ulieden 165 Nah 3:4 | volken verkocht heeft, en geslachten met haar toverijen. ~ 166 Zac 12:14 | 14      Al de overige geslachten, elk geslacht bijzonder, 167 Zac 14:17 | geschieden, zo wie van de geslachten der aarde niet zal optrekken 168 Matt 1:17| 17 Al de geslachten dan, van Abraham tot David, 169 Matt 1:17| tot David, zijn veertien geslachten; en van David tot de Babylonische 170 Matt 1:17| overvoering, zijn veertien geslachten; en van de Babylonische 171 Matt 1:17| Christus, zijn veertien geslachten. ~ 172 Matt 19:28| tronen, oordelende de twaalf geslachten Israels. ~ 173 Matt 24:30| mensen; en dan zullen al de geslachten der aarde wenen, en zullen 174 Luk 1:48 | mij zalig spreken al de geslachten. ~ 175 Luk 22:30 | tronen, oordelende de twaalf geslachten Israels. ~ 176 Hand 3:25| En in uw zade zullen alle geslachten der aarde gezegend worden. ~ 177 Hand 20:7 | Tot dewelke onze twaalf geslachten, geduriglijk nacht en dag 178 Efez 3:21| Christus Jezus, in alle geslachten, tot alle eeuwigheid. Amen. ~  ~ 179 Kol 1:26 | alle eeuwen en van alle geslachten, maar nu geopenbaard is 180 Open 1:7 | doorstoken hebben; en alle geslachten der aarde zullen over Hem 181 Open 7:4 | waren verzegeld uit alle geslachten der kinderen Israels. ~ 182 Open 7:9 | kon, uit alle natie, en geslachten, en volken, en talen, staande 183 Open 11:9 | mensen uit de volken, en geslachten, en talen, en natien, zullen 184 Open 21:12| zijn de namen der twaalf geslachten der kinderen Israels. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License