Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
oksel 1
okselen 1
oksels 1
olie 179
olieachtig 2
olieachtige 3
olieachtigen 1
Frequency    [«  »]
179 achter
179 bergen
179 houden
179 olie
179 vergadering
178 neem
177 verlaten

Bijbel

IntraText - Concordances

olie

    Book Chapter: Verse
1 Gen 26:18 | opgericht teken, en goot daar olie boven op. ~ 2 Gen 32:14 | daarop drankoffer, en goot olie daarover. ~ 3 Exo 25:6 | 6 Olie tot den luchter, specerijen 4 Exo 27:20 | zij tot u brengen reine olie van olijven, gestoten tot 5 Exo 29:2 | en ongezuurde koeken, met olie gemengd, en ongezuurde vladen, 6 Exo 29:2 | en ongezuurde vladen, met olie bestreken; van tarwemeelbloem 7 Exo 29:40 | vierendeel van een hin gestoten olie; en tot drankoffer een vierde 8 Exo 30:24 | sikkels des heiligdoms, en olie van olijfbomen een hin; ~ 9 Exo 30:25 | 25 En maak daarvan een olie der heilige zalving, een 10 Exo 30:25 | apothekerswerk; het zal een olie der heilige zalving zijn. ~ 11 Exo 30:31 | zeggende: Dit zal Mij een olie der heilige zalving zijn 12 Exo 35:8 | 8 En olie tot den luchter, en specerijen 13 Exo 35:14 | gereedschap, en zijn lampen, en de olie tot het licht; ~ 14 Exo 35:28 | 28 En specerijen en olie, tot den luchter en tot 15 Exo 39:37 | deszelfs gereedschap, en de olie tot het licht; ~ 16 Lev 2:1 | meelbloem zijn; en hij zal olie daarop gieten, en wierook 17 Lev 2:2 | meelbloem, en uit deszelfs olie, met al deszelfs wierook; 18 Lev 2:4 | koeken van meelbloem, met olie gemengd, en ongezuurde vladen, 19 Lev 2:4 | en ongezuurde vladen, met olie bestreken. ~ 20 Lev 2:5 | ongezuurde meelbloem, met olie gemengd. ~ 21 Lev 2:6 | Breekt ze in stukken, en giet olie daarop; het is een spijsoffer. ~ 22 Lev 2:7 | het zal van meelbloem met olie gemaakt worden. ~ 23 Lev 2:15 | 15 En gij zult olie daarop doen, en wierook 24 Lev 2:16 | gebroken graan en van zijn olie, met al den wierook; het 25 Lev 5:11 | zondoffer; hij zal geen olie daarover doen, noch wierook 26 Lev 6:15 | spijsoffers, en van deszelfs olie, en al den wierook, die 27 Lev 6:21 | 21 Het zal in een pan met olie gemaakt worden; geroost 28 Lev 7:10 | Ook alle spijsoffer met olie gemengd, of droog, zal voor 29 Lev 7:12 | lofoffer, ongezuurde koeken met olie gemengd, en ongezuurde vladen 30 Lev 7:12 | en ongezuurde vladen met olie bestreken, offeren; en zullen 31 Lev 7:12 | en zullen die koeken met olie gemengd van geroost meelbloem 32 Lev 9:4 | offeren; en spijsoffer met olie gemengd; want heden zal 33 Lev 14:10 | meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, en een log olie. ~ 34 Lev 14:10 | olie gemengd, en een log olie. ~ 35 Lev 14:12 | schuldoffer met den log olie; en zal die ten beweegoffer 36 Lev 14:15 | zal ook uit den log der olie nemen, en zal ze op des 37 Lev 14:16 | indopen, nemende van die olie, die in zijn linkerhand 38 Lev 14:16 | met zijn vinger van die olie zevenmaal sprengen, voor 39 Lev 14:17 | van het overige van die olie, die in zijn hand zal zijn, 40 Lev 14:18 | overgebleven zal zijn van die olie, die in de hand des priesters 41 Lev 14:21 | een tiende meelbloem, met olie gemengd, ten spijsoffer, 42 Lev 14:21 | ten spijsoffer, en een log olie; ~ 43 Lev 14:24 | schuldoffers, en den log der olie nemen; en de priester zal 44 Lev 14:26 | zal de priester van die olie op des priesters linkerhand 45 Lev 14:27 | zijn rechtervinger van die olie, die op zijn linkerhand 46 Lev 14:28 | En de priester zal van de olie, die op zijn hand is, doen 47 Lev 14:29 | het overgeblevene van de olie, die in de hand des priesters 48 Lev 22:44 | twee tienden meelbloem, met olie gemengd, ten vuuroffer, 49 Num 4:16 | priester, zal zijn over de olie des luchters, en het reukwerk 50 Num 5:15 | gerstemeel; hij zal geen olie daarop gieten, noch wierook 51 Num 6:15 | koeken van meelbloem, met olie gemengd, en ongezuurde vladen, 52 Num 6:15 | en ongezuurde vladen, met olie bestreken, mitsgaders hun 53 Num 7:13 | beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer; ~ 54 Num 7:19 | beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer; ~ 55 Num 7:25 | beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer; ~ 56 Num 7:31 | beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer; ~ 57 Num 7:37 | beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer; ~ 58 Num 7:43 | beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer; ~ 59 Num 7:49 | beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer; ~ 60 Num 7:55 | beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer; ~ 61 Num 7:61 | beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer; ~ 62 Num 7:67 | beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer; ~ 63 Num 7:73 | beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer; ~ 64 Num 7:79 | beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer; ~ 65 Num 8:8 | spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd; en een anderen 66 Num 11:8 | de beste vochtigheid der olie. ~ 67 Num 15:4 | een vierendeel van een hin olie. ~ 68 Num 15:6 | tienden meelbloem, gemengd met olie, een derde deel van een 69 Num 15:9 | tienden meelbloem, gemengd met olie, de helft van een hin. ~ 70 Num 18:25 | 12 Al het beste van de olie, en al het beste van de 71 Num 19:12 | 12 Al het beste van de olie, en al het beste van de 72 Num 28:5 | van een hin van gestoten olie. ~ 73 Num 28:9 | meelbloem, ten spijsoffer, met olie gemengd, mitsgaders zijn 74 Num 28:12 | meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, tot den enen var; 75 Num 28:12 | meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, tot den enen ram; ~ 76 Num 28:13 | meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, tot het ene lam; 77 Num 28:20 | zal zijn meelbloem, met olie gemengd; drie tienden tot 78 Num 28:28 | spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd: drie tienden tot 79 Num 29:3 | spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd; drie tienden tot 80 Num 29:9 | spijsoffer van meelbloem, met olie gemend: drie tienden tot 81 Num 29:14 | spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd: drie tienden tot 82 Num 34:25 | dien men met de heilige olie gezalfd heeft. ~ 83 Deu 7:13 | koren, en uw most, en uw olie, de voortzetting uwer koeien, 84 Deu 11:14 | koren, en uw most, en uw olie inzamelt. ~ 85 Deu 12:17 | en van uw most, en van uw olie, noch de eerstgeboorten 86 Deu 14:23 | van uw most, en van uw olie, en de eerstgeboorten uwer 87 Deu 18:4 | koren, van uw most en van uw olie, en de eerstelingen van 88 Deu 28:40 | landpalen, maar gij zult u met olie niet zalven; want uw olijfboom 89 Deu 28:51 | u geen koren, most noch olie, voortzetting uwer koeien 90 Deu 32:13 | zuigen uit de steenrots, en olie uit den kei der rots; ~ 91 Deu 33:24 | aangenaam, en dope zijn voet in olie. ~ 92 1Sa 16:1 | Israel? Vul uw hoorn met olie, en ga heen; Ik zal u zenden 93 2Sa 1:21 | gezalfd ware geweest met olie. 94 2Sa 14:2 | aan, en zalf u niet met olie, en wees als een vrouw, 95 1Kon 5:11| en twintig kor gestoten olie; zulks gaf Salomo aan Hiram 96 1Kon 17:12| de kruik, en een weinig olie in de fles! En zie ik heb 97 1Kon 17:14| niet verteerd worden, en de olie der fles zal niet ontbreken, 98 1Kon 17:16| werd niet verteerd, en de olie van de fles ontbrak niet, 99 2Kon 4:2 | huis, dan een kruik met olie. ~ 100 2Kon 4:6 | is geen vat meer. En de olie stond stil. ~ 101 2Kon 4:7 | zeide: Ga heen, verkoop de olie, en betaal uw schuldheer; 102 2Kon 9:6 | in huis; hij dan goot de olie op zijn hoofd, en hij zeide 103 2Kon 20:32| een land van olijven, van olie en van honig; zo zult gij 104 2Kon 22:13| specerijen, en de beste olie, en zijn wapenhuis, en al 105 1Kro 9:29| de meelbloem, en wijn, en olie, en wierook, en specerij. ~ 106 1Kro 12:40| stukken rozijnen, en wijn, en olie, en runderen, en klein vee 107 1Kro 28:28| was over de schatten der olie. ~ 108 2Kro 2:10| en twintig duizend bath olie. ~ 109 2Kro 2:15| de tarwe en de gerst, de olie en den wijn, die hij gezegd 110 2Kro 12:11| en schatten van spijs, en olie, en wijn; ~ 111 2Kro 31:5 | eerstelingen van koren, most, en olie, en honig, en van al de 112 2Kro 32:28| inkomsten van koren, en most, en olie; en stallen voor allerlei 113 Ezra 3:7 | ook spijs en drank, en olie, aan de Sidoniers en aan 114 Ezra 6:9 | hemels, tarwe, zout, wijn en olie, naar het zeggen der priesteren, 115 Ezra 7:22| wijn, en tot honderd bath olie, en zout zonder voorschrift. 116 Neh 5:11 | het koren, den most en de olie, die gij hun hebt afgevorderd. ~ 117 Neh 10:37 | vrucht aller bomen, most en olie, zouden brengen tot de priesteren, 118 Neh 10:39 | hefoffer van koren, most en olie in die kameren brengen, 119 Neh 13:5 | van koren, van most en van olie, die bevolen waren voor 120 Neh 13:12 | van den most, en van de olie, in de schatten. ~ 121 Job 24:11 | Tussen hun muren persen zij olie uit, treden de wijnpersen, 122 Psa 23:5 | maakt mijn hoofd vet met olie, mijn beker is overvloeiende. ~ 123 Psa 55:22 | woorden zijn zachter dan olie, maar dezelve zijn blote 124 Psa 89:21 | gevonden; met Mijn heilige olie heb Ik hem gezalfd; ~ 125 Psa 92:11 | eenhoorns; ik ben met verse olie overgoten. ~ 126 Psa 104:15 | het aangezicht blinken van olie; en het brood, dat het hart 127 Psa 109:18 | als het water, en als de olie in zijn beenderen. ~ 128 Psa 133:2 | is, gelijk de kostelijke olie op het hoofd, nederdalende 129 Psa 141:5 | hij bestraffe mij, het zal olie des hoofds zijn, het zal 130 Spre 5:3 | gehemelte is gladder dan olie. ~ 131 Spre 21:17| gebrek lijden; die wijn en olie liefheeft, zal niet rijk 132 Spre 21:20| is een gewenste schat, en olie; maar een zot mens verslindt 133 Spre 27:9 | 9      Olie en reukwerk verblijdt het 134 Spre 27:16| den wind verbergen, en de olie zijner rechterhand, die 135 Pred 7:1 | een goede naam, dan goede olie, en de dag des doods, dan 136 Pred 9:8 | en laat op uw hoofd geen olie ontbreken. ~ 137 Hoo 1:3 | tot reuk, Uw naam is een olie, die uitgestort wordt; daarom 138 Jes 1:6 | geen derzelve is met      olie verzacht. ~ 139 Jes 39:2 | specerijen, en de beste olie, en zijn ganse wapenhuis, 140 Jes 58:9 | 9      En gij trekt met olie tot den koning, en gij vermenigvuldigt 141 Jer 31:12 | tot den most, en tot de olie, en tot de jonge schapen 142 Jer 40:10 | wijn, en zomervruchten, en olie, en doet ze in uw vaten,      143 Jer 41:8 | van tarwe, en gerst, en olie, en honig. Zo      liet 144 Eze 16:9 | van u af, en zalfde u met olie. ~ 145 Eze 16:13 | meelbloem, en honig, en olie, en gij waart gans zeer 146 Eze 16:18 | bedekt; en gij hebt Mijn olie en Mijn reukwerk voor hun 147 Eze 16:19 | hetwelk Ik u gaf, meelbloem en olie, en honig, waarmede Ik u 148 Eze 23:41 | gij Mijn reukwerk en Mijn olie gezet hadt. ~ 149 Eze 27:17 | en Pannag, en honig, en olie, en balsem, dreven zij onderlingen 150 Eze 32:14 | hunlieder rivieren doen gaan als olie, spreekt de Heere HEERE: ~ 151 Eze 45:14 | Aangaande de inzetting van olie, van een bath olie; gij 152 Eze 45:14 | inzetting van olie, van een bath olie; gij zult offeren het tiende 153 Eze 45:24 | tot een ram; en een hin olie tot een efa. ~ 154 Eze 45:25 | spijsoffer,      en gelijk de olie. ~  ~ 155 Eze 46:5 | gave zijner hand zijn; en olie, een hin tot een efa. ~ 156 Eze 46:7 | bekomen zal; en een hin olie tot een efa. ~ 157 Eze 46:11 | een gave zijner hand; en olie, een hin      tot een efa. ~ 158 Eze 46:14 | zesde deel van een efa, en olie een derde deel van een hin, 159 Eze 46:15 | en het spijsoffer, en de olie alle morgens bereiden tot 160 Hos 2:4 | en mijn      vlas, mijn olie en mijn drank geven. ~ 161 Hos 2:7 | koren, en den most, en de olie gegeven heb, en haar het 162 Hos 2:21 | mitsgaders den most en de olie; en die zullen Jizreel verhoren. ~ 163 Hos 12:2 | verbond met Assur, en de olie wordt naar      Egypte gevoerd. ~ 164 Joe 1:10 | de most is verdroogd, de olie is flauw. ~ 165 Joe 2:19 | koren, en den most, en de olie, dat gij daarvan verzadigd 166 Joe 2:24 | de perskuipen van most en olie overlopen. ~ 167 Amos 6:6 | met de voortreffelijkste olie, maar bekommeren zich niet 168 Mic 6:15 | olijven treden, maar u met olie niet zalven, en most, maar 169 Matt 25:3 | lampen nemende, namen geen olie met zich. ~ 170 Matt 25:4 | 4 Maar de wijzen namen olie in haar vaten, met haar 171 Matt 25:8 | wijzen: Geeft ons van uw olie; want onze lampen gaan uit. ~ 172 Mark 6:13| zalfden vele kranken met olie, en maakten hen gezond. ~ 173 Luk 7:46 | 46 Met olie hebt gij Mijn hoofd niet 174 Luk 10:34 | wonden, gietende daarin olie en wijn; en hem heffende 175 Luk 16:6 | hij zeide: Honderd vaten olie. En hij zeide tot hem: Neem 176 Heb 1:9 | God! Uw God gezalfd met olie der vreugde boven Uw medegenoten. ~ 177 Jako 5:14| bidden, hem zalvende met olie in den Naam des Heeren. ~ 178 Open 6:6 | penning; en beschadig de olie en den wijn niet. ~ 179 Open 18:13| en wierook, en wijn, en olie, en meelbloem, en tarwe,


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License