Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
beren 2
berg 276
berge 4
bergen 179
berggoden 1
bergs 25
beri 1
Frequency    [«  »]
184 vervuld
182 geschied
179 achter
179 bergen
179 houden
179 olie
179 vergadering

Bijbel

IntraText - Concordances

bergen

    Book Chapter: Verse
1 Gen 7:19 | de aarde, zodat alle hoge bergen, die onder den ganse hemel 2 Gen 7:20 | wateren de overhand, en de bergen werden bedekt. ~ 3 Gen 8:4 | zeventiende dag der maand, op de bergen van Ararat. ~ 4 Gen 8:5 | maand, werden de toppen der bergen gezien. ~ 5 Gen 21:2 | brandoffer, op een van de bergen, dien Ik u zeggen zal. ~ 6 Exo 32:12 | opdat Hij hen doodde op de bergen, en opdat Hij hen vernielde 7 Exo 33:12 | opdat Hij hen doodde op de bergen, en opdat Hij hen vernielde 8 Num 32:47 | en legerden zich in de bergen Abarim, tegen Nebo. ~ 9 Num 32:48 | En zij verreisden van de bergen Abarim, en legerden zich 10 Deu 8:7 | diepten, die in dalen en in bergen uitvlieten; ~ 11 Deu 8:9 | ijzer zijn, en uit welks bergen gij koper uithouwen zult. ~ 12 Deu 11:11 | te erven, is een land van bergen en van dalen; het drinkt 13 Deu 12:2 | gediend hebben; op de hoge bergen, en op de heuvelen, en onder 14 Deu 32:22 | verteren, en de gronden der bergen in vlam zetten. ~ 15 Deu 33:15 | het voornaamste der oude bergen, en van het uitnemendste 16 Ric 4:29 | 5 De bergen vervloten van het aangezicht 17 Ric 5:2 | Midianieten, de holen, die in de bergen zijn, en de spelonken, en 18 Ric 8:25 | hem, die op de hoogten der bergen lagen legden, en al wie 19 Ric 8:36 | volk af van de hoogten der bergen. Zebul daarentegen zeide 20 Ric 8:36 | Gij ziet de schaduw der bergen voor mensen aan. ~ 21 Ric 10:37 | ik heenga, en ga tot de bergen, en bewene mijn maagdom, 22 Ric 10:38 | beweende haar maagdom op de bergen. 23 1Sa 26:20 | als men een veldhoen op de bergen najaagt. ~ 24 2Sa 1:21 | 21 Gij, bergen van Gilboa, noch dauw noch 25 1Kon 19:11 | sterke wind, scheurende de bergen, en brekende de steenrotsen, 26 1Kon 20:28 | De HEERE is een God der bergen, en Hij is niet een God 27 1Kon 22:17 | Israel verstrooid op de bergen, gelijk schapen, die geen 28 2Kon 2:16 | opgenomen, en op een der bergen, of in een der dalen hem 29 2Kon 21:23 | beklommen de hoogten der bergen, de zijden van den Libanon; 30 1Kro 12:8 | waren als de reeen op de bergen in snelheid. ~ 31 2Kro 19:16 | Israel verstrooid op de bergen, gelijk schapen, die geen 32 2Kro 22:11 | maakte hij hoogten op de bergen van Juda; en hij deed de 33 2Kro 22:31 | maakte hij hoogten op de bergen van Juda; en hij deed de 34 2Kro 26:10 | en wijngaardeniers op de bergen en op de vruchtbare velden; 35 Job 9:5 | 5 Die de bergen verzet, dat zij het niet 36 Job 24:8 | 8 Van den stroom der bergen worden zij nat, en zonder 37 Job 28:9 | keiachtige rots, hij keert de bergen van den wortel om. ~ 38 Job 38:11 | Dat hij uitspeurt op de bergen, is zijn weide; en hij zoekt 39 Job 39:15 | 15 Omdat de bergen hem voeder voortbrengen, 40 Psa 18:8 | aarde, en de gronden der bergen beroerden zich en daverden, 41 Psa 37:7 | gerechtigheid is als de bergen Gods; Uw oordelen zijn een 42 Psa 46:3 | plaats, en al werden de bergen verzet in het hart der zeeen; ~ 43 Psa 46:4 | beroerd worden; laat de bergen daveren, door derzelver 44 Psa 50:10 | Mijn, de beesten op duizend bergen. ~ 45 Psa 50:11 | ken al het gevogelte der bergen, en het wild des velds is 46 Psa 65:7 | 7 Die de bergen vastzet door Zijn kracht, 47 Psa 68:17 | springt gij op, gij bultige bergen? Deze berg heeft God begeerd 48 Psa 72:3 | 3 De bergen zullen den volke vrede dragen, 49 Psa 72:16 | het land op de hoogte der bergen, de vrucht daarvan zal ruisen 50 Psa 80:11 | 11 De bergen zijn met zijn schaduw bedekt 51 Psa 83:15 | verbrandt, en gelijk de vlam de bergen aansteekt; ~ 52 Psa 87:1 | Zijn grondslag is op de bergen der heiligheid. ~ 53 Psa 90:2 | 2 Eer de bergen geboren waren, en Gij de 54 Psa 95:4 | zijn, en de hoogten der bergen zijn Zijne; ~ 55 Psa 97:5 | 5 De bergen smelten als was voor het 56 Psa 104:6 | wateren stonden boven de bergen. ~ 57 Psa 104:8 | 8 De bergen rezen op, de dalen daalden, 58 Psa 104:13 | 13 Hij drenkt de bergen uit Zijn opperzalen; de 59 Psa 104:18 | 18 De hoge bergen zijn voor de steenbokken; 60 Psa 104:32 | zo beeft zij; als Hij de bergen aanroert, zo roken zij. ~ 61 Psa 114:4 | 4De bergen sprongen als rammen, de 62 Psa 114:6 | 6Gij bergen, dat gij opsprongt als rammen? 63 Psa 121:1 | hef mijn ogen op naar de bergen, van waar mijn hulp komen 64 Psa 125:2 | 2Rondom Jeruzalem zijn bergen; alzo is de HEERE rondom 65 Psa 133:3 | en die nederdaalt op de bergen van Sion, want de HEERE 66 Psa 144:5 | en daal neder; raak de bergen aan, dat zij roken. ~ 67 Psa 147:8 | bereidt; Die het gras op de bergen doet uitspruiten; ~ 68 Psa 148:9 | 9 Gij bergen en alle heuvelen; vruchtbomen 69 Spre 8:25 | 25      Aleer de bergen ingevest waren, voor de 70 Spre 27:25 | worden, laat de kruiden der bergen verzameld worden. ~ 71 Hoo 2:8 | Hij komt, springende op de bergen, huppelende op de heuvelen! ~ 72 Hoo 2:17 | een welp der herten, op de bergen van Bether. ~  ~  ~  ~ ~ 73 Hoo 4:8 | leeuwinnen, van de      bergen der luipaarden. ~ 74 Hoo 8:14 | een welp der herten op de bergen der specerijen. ~ 75 Jes 2:2 | vastgesteld zijn op den top der bergen, en dat hij zal verheven 76 Jes 2:14 | En tegen alle hoge bergen, en tegen alle verhevene 77 Jes 5:25 | heeft het geslagen, zodat de bergen hebben gebeefd, en hun      78 Jes 7:25 | 25      Ook al de bergen, die men met houwelen pleegt 79 Jes 13:4 | een ruisende stem op de bergen, gelijk eens groten volks; 80 Jes 14:25 | verbreken, en hem op Mijn bergen vertreden; opdat zijn juk 81 Jes 17:13 | worden, als het kaf der bergen van den wind, en      gelijk 82 Jes 18:3 | banier zal oprichten op de bergen, zult gijlieden het zien, 83 Jes 18:6 | worden den roofvogelen der bergen, en den dieren der aarde; 84 Jes 34:3 | hun stank opgaan; en de bergen zullen smelten van hun bloed. ~ 85 Jes 37:24 | beklommen de hoogte der bergen, de zijden van Libanon;      86 Jes 40:4 | verhoogd worden, en alle bergen en heuvelen zullen vernederd 87 Jes 40:12 | der aarde begrepen, en de bergen gewogen      in een waag, 88 Jes 41:15 | scherpe pinnen heeft; gij zult bergen dorsen en vermalen, en heuvelen 89 Jes 42:11 | wonen, en van den top der bergen af schreeuwen. ~ 90 Jes 42:15 | 15      Ik zal bergen en heuvelen woest maken, 91 Jes 44:23 | benedenste delen der aarde! gij bergen! maakt een groot gedreun 92 Jes 49:11 | 11      En Ik zal al Mijn bergen tot een weg maken, en Mijn 93 Jes 49:13 | verheug u, gij aarde! en gij bergen! maakt gedreun met gejuich; 94 Jes 52:7 | Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten desgenen, die 95 Jes 54:10 | 10      Want bergen zullen wijken, en heuvelen 96 Jes 55:12 | vrede voortgeleid worden; de bergen en heuvelen zullen geschal 97 Jes 56:12 | vrede voortgeleid worden; de bergen en heuvelen zullen geschal 98 Jes 65:1 | Gij nederkwaamt, dat de bergen van Uw aangezicht vervloten; ~ 99 Jes 65:3 | aangezicht vervloten de bergen. ~ 100 Jes 66:7 | die gerookt hebben op de bergen, en Mij smaadheid aangedaan 101 Jes 66:9 | een erfbezitter van Mijn bergen; en Mijn uitverkorenen zullen 102 Jer 3:23 | heuvelen en de menigte der bergen; waarlijk, in den HEERE, 103 Jer 4:24 | 24      Ik zag de bergen aan, en ziet, zij beefden; 104 Jer 9:10 | weeklage opheffen over de bergen, en een klaaglied over de 105 Jer 13:16 | stoten aan de schemerende bergen; dat gij naar licht wacht, 106 Jer 31:5 | wijngaarden planten op de bergen van Samaria; de planters 107 Jer 46:18 | voorzeker, als Thabor onder de bergen, en als Karmel bij de zee, 108 Jer 50:6 | hadden hen gevoerd naar de bergen, zij gingen van berg tot 109 Klaa 1:129| hemels; zij hebben ons op de bergen hittiglijk vervolgd, in 110 Eze 6:2 | zet uw aangezicht tegen de bergen Israels, en profeteer tegen 111 Eze 6:3 | 3      En zeg: Gij bergen Israels, hoort het woord 112 Eze 6:3 | zegt de Heere HEERE tot de bergen en tot de heuvelen, tot 113 Eze 6:13 | op alle toppen der      bergen, en onder allen groenen 114 Eze 7:7 | er is geen wederklank der bergen. ~ 115 Eze 7:16 | ontkomen, maar zij zullen op de bergen zijn, zij allen zullen zijn 116 Eze 18:6 | 6      Niet eet op de bergen, en zijn ogen niet opheft 117 Eze 18:11 | doet; maar eet ook op de bergen, en verontreinigt de huisvrouw 118 Eze 18:15 | 15      Niet eet op de bergen, noch zijn ogen opheft tot 119 Eze 19:9 | gehoord wierde op      de bergen Israels. ~ 120 Eze 22:9 | en in u hebben zij op de bergen gegeten, zij hebben schandelijkheid 121 Eze 31:12 | zijn takken vielen op de bergen en in alle valleien, en 122 Eze 32:5 | uw vlees henengeven op de bergen, en de dalen met uw hoogheid 123 Eze 32:6 | bloed drenken tot aan de bergen; en de stromen zullen van 124 Eze 33:28 | sterkte zal ophouden; en de bergen Israels zullen woest zijn, 125 Eze 34:6 | Mijn schapen dolen op alle bergen en op allen hogen heuvel, 126 Eze 34:13 | en Ik zal ze weiden op de bergen Israels, bij de stromen 127 Eze 34:14 | ze weiden, en op de hoge bergen Israels zal hun kooi zijn; 128 Eze 34:14 | vette weide, op de      bergen Israels. ~ 129 Eze 35:8 | 8      En Ik zal zijn bergen met zijn verslagenen vervullen; 130 Eze 35:12 | gehoord heb, die gij tegen de bergen Israels gesproken hebt, 131 Eze 36:1 | mensenkind! profeteer tot de bergen Israels, en zeg: Gij bergen 132 Eze 36:1 | bergen Israels, en zeg: Gij bergen Israels! hoort des HEEREN 133 Eze 36:4 | 4      Daarom, gij bergen Israels! hoort het woord 134 Eze 36:4 | zegt de Heere HEERE tot de bergen en tot de heuvelen, tot 135 Eze 36:6 | land Israels, en zeg tot de bergen en tot de heuvelen, tot 136 Eze 36:8 | 8      Maar gij, o bergen Israels! gij zult weder 137 Eze 37:22 | volk in het land, op de bergen Israels; en zij zullen allen 138 Eze 38:8 | is uit vele volken, op de bergen      Israels, die steeds 139 Eze 38:20 | den aardbodem zijn; en de bergen zullen nedergeworpen worden, 140 Eze 38:21 | over hem roepen op al Mijn bergen, spreekt de Heere HEERE; 141 Eze 39:2 | en Ik zal u brengen op de bergen Israels. ~ 142 Eze 39:4 | 4      Op de bergen Israels zult gij vallen, 143 Eze 39:17 | groot slachtoffer, op de bergen Israels, en eet vlees, en 144 Hos 4:13 | 13      Op de hoogten der bergen offeren zij, en op de heuvelen 145 Hos 10:8 | zij zullen zeggen tot de bergen: Bedekt ons! en tot      146 Joe 2:2 | dageraad uitgespreid over de bergen; een groot en machtig volk, 147 Joe 2:5 | wagenen, op de hoogten der bergen; als het gedruis ener vuurvlam, 148 Joe 3:18 | dien dage geschieden dat de bergen van zoeten wijn zullen druipen, 149 Amos 3:9 | zegt: Verzamelt u op de bergen van Samaria, en ziet de 150 Amos 4:13 | 13      Want zie, Die de bergen formeert, en den wind schept, 151 Amos 9:13 | zaadzaaier genaken zal; en de bergen zullen van zoeten wijn druipen, 152 Jona 2:6 | nedergedaald tot de gronden der bergen; de grendelen der aarde 153 Mic 1:4 | 4      En de bergen zullen onder Hem versmelten, 154 Mic 4:1 | vastgesteld zijn op den top der bergen; en hij zal verheven zijn 155 Mic 6:1 | Maak u op, twist met de bergen, en laat de heuvelen uw 156 Mic 6:2 | 2      Hoort, gij bergen! den twist des HEEREN, mitsgaders 157 Nah 1:5 | 5      De bergen beven voor Hem, en de heuvelen 158 Nah 1:15 | 15      Ziet op de bergen de voeten desgenen, die 159 Nah 3:18 | uw volk zal zich op de bergen wijd uitbreiden, en niemand 160 Zac 6:1 | gingen er uit van tussen twee bergen, en die bergen waren bergen 161 Zac 6:1 | tussen twee bergen, en die bergen waren bergen van koper. ~ 162 Zac 6:1 | bergen, en die bergen waren bergen van koper. ~ 163 Zac 14:5 | vlieden door de vallei Mijner bergen (want deze vallei der bergen 164 Zac 14:5 | bergen (want deze vallei der bergen zal reiken tot Azal), en 165 Mal 1:3 | Ik gehaat; en Ik heb zijn bergen gesteld tot een verwoesting, 166 Matt 18:12 | negentig laten, en op de bergen heengaande, het afgedwaalde 167 Matt 24:16 | Judea zijn, vlieden op de bergen; ~ 168 Mark 5:5 | altijd, nacht en dag, op de bergen en in de graven, roepende 169 Mark 5:11 | 11 En aldaar aan de bergen was een grote kudde zwijnen, 170 Mark 13:14 | zijn, dat zij vlieden op de bergen. ~ 171 Luk 21:21 | dat zij vlieden naar de bergen; en die in het midden van 172 Luk 23:30 | beginnen te zeggen tot de bergen: Valt op ons; en tot de 173 1Kor 13:2 | het geloof had, zodat ik bergen verzette, en de liefde niet 174 Heb 11:38 | woestijnen gedoold, en op bergen, en in spelonken, en in 175 Open 6:14 | toegerold wordt; en alle bergen en eilanden zijn bewogen 176 Open 6:15 | en in de steenrotsen der bergen; ~ 177 Open 6:16 | 16 En zeiden tot de bergen en tot de steenrotsen: Valt 178 Open 16:20 | eiland is gevloden, en de bergen zijn niet gevonden. ~ 179 Open 17:9 | zeven hoofden zijn zeven bergen, op welke de vrouw zit. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License