Book Chapter: Verse
1 Gen 7:19 | de aarde, zodat alle hoge bergen, die onder den ganse hemel
2 Gen 7:20 | wateren de overhand, en de bergen werden bedekt. ~
3 Gen 8:4 | zeventiende dag der maand, op de bergen van Ararat. ~
4 Gen 8:5 | maand, werden de toppen der bergen gezien. ~
5 Gen 21:2 | brandoffer, op een van de bergen, dien Ik u zeggen zal. ~
6 Exo 32:12 | opdat Hij hen doodde op de bergen, en opdat Hij hen vernielde
7 Exo 33:12 | opdat Hij hen doodde op de bergen, en opdat Hij hen vernielde
8 Num 32:47 | en legerden zich in de bergen Abarim, tegen Nebo. ~
9 Num 32:48 | En zij verreisden van de bergen Abarim, en legerden zich
10 Deu 8:7 | diepten, die in dalen en in bergen uitvlieten; ~
11 Deu 8:9 | ijzer zijn, en uit welks bergen gij koper uithouwen zult. ~
12 Deu 11:11 | te erven, is een land van bergen en van dalen; het drinkt
13 Deu 12:2 | gediend hebben; op de hoge bergen, en op de heuvelen, en onder
14 Deu 32:22 | verteren, en de gronden der bergen in vlam zetten. ~
15 Deu 33:15 | het voornaamste der oude bergen, en van het uitnemendste
16 Ric 4:29 | 5 De bergen vervloten van het aangezicht
17 Ric 5:2 | Midianieten, de holen, die in de bergen zijn, en de spelonken, en
18 Ric 8:25 | hem, die op de hoogten der bergen lagen legden, en al wie
19 Ric 8:36 | volk af van de hoogten der bergen. Zebul daarentegen zeide
20 Ric 8:36 | Gij ziet de schaduw der bergen voor mensen aan. ~
21 Ric 10:37 | ik heenga, en ga tot de bergen, en bewene mijn maagdom,
22 Ric 10:38 | beweende haar maagdom op de bergen.
23 1Sa 26:20 | als men een veldhoen op de bergen najaagt. ~
24 2Sa 1:21 | 21 Gij, bergen van Gilboa, noch dauw noch
25 1Kon 19:11 | sterke wind, scheurende de bergen, en brekende de steenrotsen,
26 1Kon 20:28 | De HEERE is een God der bergen, en Hij is niet een God
27 1Kon 22:17 | Israel verstrooid op de bergen, gelijk schapen, die geen
28 2Kon 2:16 | opgenomen, en op een der bergen, of in een der dalen hem
29 2Kon 21:23 | beklommen de hoogten der bergen, de zijden van den Libanon;
30 1Kro 12:8 | waren als de reeen op de bergen in snelheid. ~
31 2Kro 19:16 | Israel verstrooid op de bergen, gelijk schapen, die geen
32 2Kro 22:11 | maakte hij hoogten op de bergen van Juda; en hij deed de
33 2Kro 22:31 | maakte hij hoogten op de bergen van Juda; en hij deed de
34 2Kro 26:10 | en wijngaardeniers op de bergen en op de vruchtbare velden;
35 Job 9:5 | 5 Die de bergen verzet, dat zij het niet
36 Job 24:8 | 8 Van den stroom der bergen worden zij nat, en zonder
37 Job 28:9 | keiachtige rots, hij keert de bergen van den wortel om. ~
38 Job 38:11 | Dat hij uitspeurt op de bergen, is zijn weide; en hij zoekt
39 Job 39:15 | 15 Omdat de bergen hem voeder voortbrengen,
40 Psa 18:8 | aarde, en de gronden der bergen beroerden zich en daverden,
41 Psa 37:7 | gerechtigheid is als de bergen Gods; Uw oordelen zijn een
42 Psa 46:3 | plaats, en al werden de bergen verzet in het hart der zeeen; ~
43 Psa 46:4 | beroerd worden; laat de bergen daveren, door derzelver
44 Psa 50:10 | Mijn, de beesten op duizend bergen. ~
45 Psa 50:11 | ken al het gevogelte der bergen, en het wild des velds is
46 Psa 65:7 | 7 Die de bergen vastzet door Zijn kracht,
47 Psa 68:17 | springt gij op, gij bultige bergen? Deze berg heeft God begeerd
48 Psa 72:3 | 3 De bergen zullen den volke vrede dragen,
49 Psa 72:16 | het land op de hoogte der bergen, de vrucht daarvan zal ruisen
50 Psa 80:11 | 11 De bergen zijn met zijn schaduw bedekt
51 Psa 83:15 | verbrandt, en gelijk de vlam de bergen aansteekt; ~
52 Psa 87:1 | Zijn grondslag is op de bergen der heiligheid. ~
53 Psa 90:2 | 2 Eer de bergen geboren waren, en Gij de
54 Psa 95:4 | zijn, en de hoogten der bergen zijn Zijne; ~
55 Psa 97:5 | 5 De bergen smelten als was voor het
56 Psa 104:6 | wateren stonden boven de bergen. ~
57 Psa 104:8 | 8 De bergen rezen op, de dalen daalden,
58 Psa 104:13 | 13 Hij drenkt de bergen uit Zijn opperzalen; de
59 Psa 104:18 | 18 De hoge bergen zijn voor de steenbokken;
60 Psa 104:32 | zo beeft zij; als Hij de bergen aanroert, zo roken zij. ~
61 Psa 114:4 | 4De bergen sprongen als rammen, de
62 Psa 114:6 | 6Gij bergen, dat gij opsprongt als rammen?
63 Psa 121:1 | hef mijn ogen op naar de bergen, van waar mijn hulp komen
64 Psa 125:2 | 2Rondom Jeruzalem zijn bergen; alzo is de HEERE rondom
65 Psa 133:3 | en die nederdaalt op de bergen van Sion, want de HEERE
66 Psa 144:5 | en daal neder; raak de bergen aan, dat zij roken. ~
67 Psa 147:8 | bereidt; Die het gras op de bergen doet uitspruiten; ~
68 Psa 148:9 | 9 Gij bergen en alle heuvelen; vruchtbomen
69 Spre 8:25 | 25 Aleer de bergen ingevest waren, voor de
70 Spre 27:25 | worden, laat de kruiden der bergen verzameld worden. ~
71 Hoo 2:8 | Hij komt, springende op de bergen, huppelende op de heuvelen! ~
72 Hoo 2:17 | een welp der herten, op de bergen van Bether. ~ ~ ~ ~ ~
73 Hoo 4:8 | leeuwinnen, van de bergen der luipaarden. ~
74 Hoo 8:14 | een welp der herten op de bergen der specerijen. ~
75 Jes 2:2 | vastgesteld zijn op den top der bergen, en dat hij zal verheven
76 Jes 2:14 | En tegen alle hoge bergen, en tegen alle verhevene
77 Jes 5:25 | heeft het geslagen, zodat de bergen hebben gebeefd, en hun
78 Jes 7:25 | 25 Ook al de bergen, die men met houwelen pleegt
79 Jes 13:4 | een ruisende stem op de bergen, gelijk eens groten volks;
80 Jes 14:25 | verbreken, en hem op Mijn bergen vertreden; opdat zijn juk
81 Jes 17:13 | worden, als het kaf der bergen van den wind, en gelijk
82 Jes 18:3 | banier zal oprichten op de bergen, zult gijlieden het zien,
83 Jes 18:6 | worden den roofvogelen der bergen, en den dieren der aarde;
84 Jes 34:3 | hun stank opgaan; en de bergen zullen smelten van hun bloed. ~
85 Jes 37:24 | beklommen de hoogte der bergen, de zijden van Libanon;
86 Jes 40:4 | verhoogd worden, en alle bergen en heuvelen zullen vernederd
87 Jes 40:12 | der aarde begrepen, en de bergen gewogen in een waag,
88 Jes 41:15 | scherpe pinnen heeft; gij zult bergen dorsen en vermalen, en heuvelen
89 Jes 42:11 | wonen, en van den top der bergen af schreeuwen. ~
90 Jes 42:15 | 15 Ik zal bergen en heuvelen woest maken,
91 Jes 44:23 | benedenste delen der aarde! gij bergen! maakt een groot gedreun
92 Jes 49:11 | 11 En Ik zal al Mijn bergen tot een weg maken, en Mijn
93 Jes 49:13 | verheug u, gij aarde! en gij bergen! maakt gedreun met gejuich;
94 Jes 52:7 | Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten desgenen, die
95 Jes 54:10 | 10 Want bergen zullen wijken, en heuvelen
96 Jes 55:12 | vrede voortgeleid worden; de bergen en heuvelen zullen geschal
97 Jes 56:12 | vrede voortgeleid worden; de bergen en heuvelen zullen geschal
98 Jes 65:1 | Gij nederkwaamt, dat de bergen van Uw aangezicht vervloten; ~
99 Jes 65:3 | aangezicht vervloten de bergen. ~
100 Jes 66:7 | die gerookt hebben op de bergen, en Mij smaadheid aangedaan
101 Jes 66:9 | een erfbezitter van Mijn bergen; en Mijn uitverkorenen zullen
102 Jer 3:23 | heuvelen en de menigte der bergen; waarlijk, in den HEERE,
103 Jer 4:24 | 24 Ik zag de bergen aan, en ziet, zij beefden;
104 Jer 9:10 | weeklage opheffen over de bergen, en een klaaglied over de
105 Jer 13:16 | stoten aan de schemerende bergen; dat gij naar licht wacht,
106 Jer 31:5 | wijngaarden planten op de bergen van Samaria; de planters
107 Jer 46:18 | voorzeker, als Thabor onder de bergen, en als Karmel bij de zee,
108 Jer 50:6 | hadden hen gevoerd naar de bergen, zij gingen van berg tot
109 Klaa 1:129| hemels; zij hebben ons op de bergen hittiglijk vervolgd, in
110 Eze 6:2 | zet uw aangezicht tegen de bergen Israels, en profeteer tegen
111 Eze 6:3 | 3 En zeg: Gij bergen Israels, hoort het woord
112 Eze 6:3 | zegt de Heere HEERE tot de bergen en tot de heuvelen, tot
113 Eze 6:13 | op alle toppen der bergen, en onder allen groenen
114 Eze 7:7 | er is geen wederklank der bergen. ~
115 Eze 7:16 | ontkomen, maar zij zullen op de bergen zijn, zij allen zullen zijn
116 Eze 18:6 | 6 Niet eet op de bergen, en zijn ogen niet opheft
117 Eze 18:11 | doet; maar eet ook op de bergen, en verontreinigt de huisvrouw
118 Eze 18:15 | 15 Niet eet op de bergen, noch zijn ogen opheft tot
119 Eze 19:9 | gehoord wierde op de bergen Israels. ~
120 Eze 22:9 | en in u hebben zij op de bergen gegeten, zij hebben schandelijkheid
121 Eze 31:12 | zijn takken vielen op de bergen en in alle valleien, en
122 Eze 32:5 | uw vlees henengeven op de bergen, en de dalen met uw hoogheid
123 Eze 32:6 | bloed drenken tot aan de bergen; en de stromen zullen van
124 Eze 33:28 | sterkte zal ophouden; en de bergen Israels zullen woest zijn,
125 Eze 34:6 | Mijn schapen dolen op alle bergen en op allen hogen heuvel,
126 Eze 34:13 | en Ik zal ze weiden op de bergen Israels, bij de stromen
127 Eze 34:14 | ze weiden, en op de hoge bergen Israels zal hun kooi zijn;
128 Eze 34:14 | vette weide, op de bergen Israels. ~
129 Eze 35:8 | 8 En Ik zal zijn bergen met zijn verslagenen vervullen;
130 Eze 35:12 | gehoord heb, die gij tegen de bergen Israels gesproken hebt,
131 Eze 36:1 | mensenkind! profeteer tot de bergen Israels, en zeg: Gij bergen
132 Eze 36:1 | bergen Israels, en zeg: Gij bergen Israels! hoort des HEEREN
133 Eze 36:4 | 4 Daarom, gij bergen Israels! hoort het woord
134 Eze 36:4 | zegt de Heere HEERE tot de bergen en tot de heuvelen, tot
135 Eze 36:6 | land Israels, en zeg tot de bergen en tot de heuvelen, tot
136 Eze 36:8 | 8 Maar gij, o bergen Israels! gij zult weder
137 Eze 37:22 | volk in het land, op de bergen Israels; en zij zullen allen
138 Eze 38:8 | is uit vele volken, op de bergen Israels, die steeds
139 Eze 38:20 | den aardbodem zijn; en de bergen zullen nedergeworpen worden,
140 Eze 38:21 | over hem roepen op al Mijn bergen, spreekt de Heere HEERE;
141 Eze 39:2 | en Ik zal u brengen op de bergen Israels. ~
142 Eze 39:4 | 4 Op de bergen Israels zult gij vallen,
143 Eze 39:17 | groot slachtoffer, op de bergen Israels, en eet vlees, en
144 Hos 4:13 | 13 Op de hoogten der bergen offeren zij, en op de heuvelen
145 Hos 10:8 | zij zullen zeggen tot de bergen: Bedekt ons! en tot
146 Joe 2:2 | dageraad uitgespreid over de bergen; een groot en machtig volk,
147 Joe 2:5 | wagenen, op de hoogten der bergen; als het gedruis ener vuurvlam,
148 Joe 3:18 | dien dage geschieden dat de bergen van zoeten wijn zullen druipen,
149 Amos 3:9 | zegt: Verzamelt u op de bergen van Samaria, en ziet de
150 Amos 4:13 | 13 Want zie, Die de bergen formeert, en den wind schept,
151 Amos 9:13 | zaadzaaier genaken zal; en de bergen zullen van zoeten wijn druipen,
152 Jona 2:6 | nedergedaald tot de gronden der bergen; de grendelen der aarde
153 Mic 1:4 | 4 En de bergen zullen onder Hem versmelten,
154 Mic 4:1 | vastgesteld zijn op den top der bergen; en hij zal verheven zijn
155 Mic 6:1 | Maak u op, twist met de bergen, en laat de heuvelen uw
156 Mic 6:2 | 2 Hoort, gij bergen! den twist des HEEREN, mitsgaders
157 Nah 1:5 | 5 De bergen beven voor Hem, en de heuvelen
158 Nah 1:15 | 15 Ziet op de bergen de voeten desgenen, die
159 Nah 3:18 | uw volk zal zich op de bergen wijd uitbreiden, en niemand
160 Zac 6:1 | gingen er uit van tussen twee bergen, en die bergen waren bergen
161 Zac 6:1 | tussen twee bergen, en die bergen waren bergen van koper. ~
162 Zac 6:1 | bergen, en die bergen waren bergen van koper. ~
163 Zac 14:5 | vlieden door de vallei Mijner bergen (want deze vallei der bergen
164 Zac 14:5 | bergen (want deze vallei der bergen zal reiken tot Azal), en
165 Mal 1:3 | Ik gehaat; en Ik heb zijn bergen gesteld tot een verwoesting,
166 Matt 18:12 | negentig laten, en op de bergen heengaande, het afgedwaalde
167 Matt 24:16 | Judea zijn, vlieden op de bergen; ~
168 Mark 5:5 | altijd, nacht en dag, op de bergen en in de graven, roepende
169 Mark 5:11 | 11 En aldaar aan de bergen was een grote kudde zwijnen,
170 Mark 13:14 | zijn, dat zij vlieden op de bergen. ~
171 Luk 21:21 | dat zij vlieden naar de bergen; en die in het midden van
172 Luk 23:30 | beginnen te zeggen tot de bergen: Valt op ons; en tot de
173 1Kor 13:2 | het geloof had, zodat ik bergen verzette, en de liefde niet
174 Heb 11:38 | woestijnen gedoold, en op bergen, en in spelonken, en in
175 Open 6:14 | toegerold wordt; en alle bergen en eilanden zijn bewogen
176 Open 6:15 | en in de steenrotsen der bergen; ~
177 Open 6:16 | 16 En zeiden tot de bergen en tot de steenrotsen: Valt
178 Open 16:20 | eiland is gevloden, en de bergen zijn niet gevonden. ~
179 Open 17:9 | zeven hoofden zijn zeven bergen, op welke de vrouw zit. ~
|