Book Chapter: Verse
1 Gen 4:8 | geschiedde, als zij in het veld waren, dat Kain tegen zijn
2 Gen 14:6 | Seir, tot aan het effen veld van Paran, hetwelk aan de
3 Gen 23:63 | uitgegaan om te bidden in het veld, tegen het naken van den
4 Gen 23:65 | die man, die ons in het veld tegemoet wandelt? En de
5 Gen 23:96 | gekookt; en Ezau kwam uit het veld, en was moede. ~
6 Gen 25:3 | uw boog, en ga uit in het veld, en jaag mij een wildbraad; ~
7 Gen 25:5 | sprak; en Ezau ging in het veld, om een wildbraad te jagen,
8 Gen 27:2 | ziet, er was een put in het veld; en ziet, er waren drie
9 Gen 27:49 | en hij vond Dudaim in het veld, en hij bracht die tot zijn
10 Gen 27:51 | Jakob des avonds uit het veld kwam, ging Lea uit hem tegemoet,
11 Gen 28:4 | riep Rachel en Lea, op het veld tot zijn kudde; ~
12 Gen 31:5 | zonen met het vee in het veld; en Jakob zweeg, totdat
13 Gen 31:7 | van Jakob kwamen van het veld, als zij dit hoorden; en
14 Gen 31:28 | stad, en hetgeen dat in het veld was, namen zij. ~
15 Gen 33:35 | die Midian versloeg in het veld van Moab; en de naam zijner
16 Gen 34:15 | hij was dwalende in het veld); zo vraagde hem deze man,
17 Gen 36:5 | had, in het huis en in het veld. ~
18 Gen 37:48 | steden; de spijze van het veld van elke stad, hetwelk rondom
19 Exo 1:14 | met allen dienst op het veld, met al hun dienst, dien
20 Exo 9:3 | over uw vee, dat in het veld is, over de paarden, over
21 Exo 9:19 | en alles wat gij op het veld hebt; alle mens en gedierte,
22 Exo 9:19 | en gedierte, dat op het veld gevonden zal worden, en
23 Exo 9:21 | knechten en zijn vee op het veld. ~
24 Exo 9:25 | Egypteland, alles wat op het veld was, van de mensen af tot
25 Exo 10:5 | afeten, dat ulieden uit het veld voortkomt. ~
26 Exo 16:25 | gij zult het heden op het veld niet vinden. ~
27 Exo 22:5 | 5 Wanneer iemand een veld, of een wijngaard laat afweiden,
28 Exo 22:5 | dat het in eens anders veld weidt, die zal het van het
29 Exo 22:6 | het staande koorn, of het veld; hij, die de brand heeft
30 Exo 22:31 | geen vlees eten, dat op het veld verscheurd is, en zult het
31 Exo 23:16 | uw arbeid, die gij op het veld gezaaid zult hebben. En
32 Exo 23:16 | wanneer gij uw arbeid uit het veld zult ingezameld hebben. ~
33 Lev 14:7 | levenden vogel in het open veld vliegen laten. ~
34 Lev 14:53 | buiten de stad, in het open veld, laten vliegen; zo zal hij
35 Lev 17:5 | brengen, welke zij op het veld slachten, dat zij die den
36 Lev 24:12 | heilig zijn; gij zult uit het veld de inkomst daarvan eten. ~
37 Lev 24:31 | muur hebben, zullen als het veld des lands gerekend worden;
38 Lev 24:34 | 34 Doch het veld van de voorstad hunner steden
39 Num 21:20 | tot het dal, dat in het veld van Moab is, aan de hoogte
40 Num 22:23 | den weg, en ging in het veld. Toen sloeg Bileam de ezelin,
41 Num 23:14 | nam hij hem mede tot het veld Zofim, op de hoogte van
42 Deu 1:1 | woestijn, op het vlakke veld tegenover Suf, tussen Paran
43 Deu 1:7 | hun geburen, in het vlakke veld, op het gebergte, en in
44 Deu 3:17 | 17 Daartoe het vlakke veld, en de Jordaan, mitsgaders
45 Deu 4:49 | 49 En al het vlakke veld, aan deze zijde van de Jordaan,
46 Deu 11:15 | Ik zal kruid geven op uw veld voor uw beesten; en gij
47 Deu 11:30 | Kanaanieten, die in het vlakke veld wonen, tegenover Gilgal,
48 Deu 14:22 | zaads, dat elk jaar van het veld voortkomt. ~
49 Deu 20:19 | want het geboomte van het veld is des mensen spijze), opdat
50 Deu 21:1 | worden, liggende in het veld, niet bekend zijnde, wie
51 Deu 22:25 | ondertrouwde jonge dochter in het veld gevonden, en de man haar
52 Deu 22:27 | Want hij heeft haar in het veld gevonden; de ondertrouwde
53 Deu 28:3 | gezegend zult gij zijn in het veld. ~
54 Deu 28:16 | vervloekt zult gij zijn in het veld. ~
55 Deu 34:3 | het Zuiden, en het effen veld der vallei van Jericho,
56 Joz 8:14 | bestemder tijd, voor het vlakke veld; want hij wist niet, dat
57 Joz 8:24 | van Ai te doden, op het veld, in de woestijn, in dewelke
58 Joz 11:16 | de laagte, en het vlakke veld, en het gebergte Israels,
59 Joz 12:1 | Hermon, en het ganse vlakke veld tegen het oosten: ~
60 Joz 12:3 | 3 En over het vlakke veld tot aan de zee van Cinneroth
61 Joz 12:8 | laagte, en in het vlakke veld, en in de aflopingen der
62 Joz 15:18 | porde zij hem aan, om een veld van haar vader te begeren;
63 Joz 21:12 | 12 Maar het veld der stad en haar dorpen,
64 Ric 1:14 | aanporde, om van haar vader een veld te begeren; en zij sprong
65 Ric 4:28 | daarheen traadt van het veld van Edom, beefde de aarde,
66 Ric 8:27 | En zij togen uit in het veld, en lazen hun wijnbergen
67 Ric 8:32 | is, en leg lagen in het veld. ~
68 Ric 8:42 | het volk uittrok in het veld, en zij zeiden het Abimelech
69 Ric 8:43 | en hij legde lagen in het veld; en hij zag toe, en ziet,
70 Ric 8:44 | overvielen allen, die in het veld waren, en sloegen hen. ~
71 Ric 12:9 | vrouw. Zij nu zat in het veld, doch haar man Manoach was
72 Ric 18:16 | kwam van zijn werk van het veld in den avond, welke man
73 Ric 19:31 | ander naar Gibea, in het veld, omtrent dertig man van
74 Rut 2:2 | Naomi: Laat mij toch in het veld gaan, en van de aren oplezen,
75 Rut 2:3 | en kwam en las op in het veld, achter de maaiers; en haar
76 Rut 2:3 | geval voor, een deel van het veld van Boaz, die van het geslacht
77 Rut 2:8 | Ga niet, om in een ander veld op te lezen; ook zult gij
78 Rut 2:9 | ogen zullen zijn op dit veld, dat zij maaien zullen,
79 Rut 2:17 | 17 Alzo las zij op in dat veld, tot aan den avond; en zij
80 Rut 2:22 | tegenvallen in een ander veld. ~
81 1Sa 4:2 | sloegen in de slagorden in het veld omtrent vier duizend man. ~
82 1Sa 11:5 | achter de runderen uit het veld, en Saul zeide: Wat is den
83 1Sa 14:15 | beving in het leger, op het veld en onder het ganse volk;
84 1Sa 14:25 | en daar was honig op het veld. ~
85 1Sa 19:3 | mijns vaders staan op het veld, waar gij zult zijn; en
86 1Sa 20:5 | gaan, dat ik mij op het veld verberge tot aan den derden
87 1Sa 20:11 | ons toch uitgaan in het veld; en die beiden gingen uit
88 1Sa 20:11 | beiden gingen uit in het veld. ~
89 1Sa 20:24 | David nu verborg zich in het veld; en als het nieuwe maan
90 1Sa 20:35 | morgens, dat Jonathan in het veld ging, op den tijd, die David
91 1Sa 23:24 | van Maon, in het vlakke veld, aan de rechterhand der
92 1Sa 25:15 | hebben, toen wij op het veld waren. ~
93 1Sa 30:11 | een Egyptischen man op het veld, en zij brachten hem tot
94 2Sa 2:18 | een der reeen, die in het veld zijn. ~
95 2Sa 2:29 | gansen nacht over het vlakke veld; en zij gingen over de Jordaan
96 2Sa 4:7 | henen, den weg op het vlakke veld, den gansen nacht. ~
97 2Sa 10:8 | Maacha waren bijzonder in het veld. ~
98 2Sa 11:11 | zijn gelegerd op het open veld, en zou ik in mijn huis
99 2Sa 11:23 | tot ons uitgetogen in het veld; maar wij zijn tegen hen
100 2Sa 14:6 | deze beiden twistten in het veld, en er was geen scheider
101 2Sa 17:8 | jongen beroofd is in het veld; daartoe is uw vader een
102 2Sa 18:6 | toog het volk uit in het veld, Israel tegemoet, en de
103 2Sa 18:23 | liep den weg van het effen veld, en kwam Cuschi voorbij. ~
104 2Sa 20:12 | weg van de straat in het veld, en wierp een kleed op hem,
105 2Sa 21:10 | noch het gedierte van het veld des nachts. ~
106 1Kon 11:29| zij beiden alleen op het veld waren; ~
107 1Kon 14:11| honden eten; en die in het veld sterft, zullen de vogelen
108 1Kon 16:4 | eten, en die van hem in het veld sterft, zullen de vogelen
109 1Kon 20:23| ons tegen hen op het effen veld strijden, zo wij niet sterker
110 1Kon 20:25| ons tegen hen op het effen veld strijden, zo wij niet sterker
111 1Kon 21:24| honden eten; en die in het veld sterft, zullen de vogelen
112 2Kon 4:39| Toen ging er een uit in het veld, om moeskruiden te lezen,
113 2Kon 7:12| leger gegaan, om zich in het veld te versteken, zeggende:
114 2Kon 9:37| zijn gelijk mest op het veld, in het stuk lands van Jizreel,
115 2Kon 15:25| aan de zee van het vlakke veld; naar het woord des HEEREN,
116 2Kon 20:17| bij den hogen weg van het veld des vollers. ~
117 1Kro 1:46| die de Midianieten in het veld van Moab versloeg; en den
118 1Kro 6:56| 56 Maar het veld der stad, en haar dorpen,
119 1Kro 16:32| met haar volheid, dat het veld huppele van vreugde, met
120 1Kro 20:9 | die waren bijzonder in het veld. ~
121 2Kro 26:23| bij zijn vaderen, in het veld van de begrafenis, die van
122 Neh 12:28 | verzameld, zo uit het vlakke veld rondom Jeruzalem, als uit
123 Job 24:5 | op ten roof; het vlakke veld is hem tot spijs, en den
124 Job 24:6 | 6 Op het veld maaien zij zijn voeder,
125 Psa 78:12 | gedaan, in Egypteland, in het veld van Zoan. ~
126 Psa 78:43 | Zijn wonderheden in het veld van Zoan; ~
127 Psa 96:12 | 12 Dat het veld huppele van vreugde met
128 Pred 5:8 | koning zelfs wordt van het veld gediend. ~
129 Hoo 7:11 | laat ons uitgaan in het veld, laat ons vernachten op
130 Jes 7:3 | den hogen weg van het veld des vollers; ~
131 Jes 16:10 | weggenomen is van het vruchtbare veld, en in de wijngaarden wordt
132 Jes 29:17 | Libanon in een vruchtbaar veld zal veranderd worden, en
133 Jes 29:17 | worden, en het vruchtbare veld voor een woud geacht zal
134 Jes 32:15 | woestijn tot een vruchtbaar veld worden, en het vruchtbare
135 Jes 32:15 | worden, en het vruchtbare veld zal voor een woud geacht
136 Jes 32:16 | gerechtigheid zal op het vruchtbare veld verblijven. ~
137 Jes 36:2 | den hogen weg van het veld des vollers. ~
138 Jer 6:25 | Gaat niet uit in het veld, noch wandelt op den weg;
139 Jer 9:22 | liggen, als mest op het open veld, en als een garve achter
140 Jer 13:27 | hoerdoms, op heuvelen, in het veld; Ik heb uw verfoeiselen
141 Jer 14:5 | Want ook de hinden in het veld werpen jongen, en verlaten
142 Jer 14:18 | Zo ik uitga in het veld, ziet daar de verslagenen
143 Jer 17:3 | Ik zal Mijn berg met het veld, uw vermogen en al uw schatten
144 Jer 32:7 | komen, zeggende: Koop u mijn veld, dat bij Anathoth is, want
145 Jer 32:8 | tot mij: Koop toch mijn veld, hetwelk is bij Anathoth,
146 Jer 32:9 | Hanameel, mijns ooms zoon, het veld, dat bij Anathoth is; en
147 Jer 32:25 | Heere HEERE! koop u dat veld voor geld, en doe het getuigen
148 Jer 35:9 | wij geen wijngaard, noch veld, noch zaad; ~
149 Jer 40:7 | oversten der heiren, die in het veld waren, zij en hun mannen,
150 Jer 40:13 | oversten der heiren, die in het veld waren, kwamen tot Gedalia
151 Jer 41:8 | verborgen schatten in het veld, van tarwe, en gerst, en
152 Jer 48:8 | verderven, en het effen veld verdelgd worden; want de
153 Jer 48:33 | verheuging uit het vruchtbare veld, namelijk uit Moabs land,
154 Eze 7:15 | honger van binnen; die op het veld is, zal door het zwaard
155 Eze 20:46 | profeteer tegen het woud van het veld in het zuiden. ~
156 Eze 26:6 | haar dochteren, die in het veld zijn, zullen met het zwaard
157 Eze 26:8 | zal uw dochteren op het veld met het zwaard doden, en
158 Eze 29:5 | uwer rivieren; op het open veld zult gij vallen; gij zult
159 Eze 32:4 | henenwerpen op het open veld; en Ik zal al het gevogelte
160 Eze 33:27 | dien, die in het open veld is, het wild gedierte overgeve,
161 Eze 39:5 | 5 Op het open veld zult gij vallen; want Ik
162 Eze 39:10 | Zodat zij geen hout uit het veld zullen dragen, noch uit
163 Eze 47:8 | en dalen af in het vlakke veld; daarna komen zij in de
164 Hos 12:13 | Jakob vlood toch naar het veld van Syrie, en Israel diende
165 Joe 1:10 | 10 Het veld is verwoest, het land treurt;
166 Oba 1:19 | bezitten; ja, zij zullen het veld van Efraim en het veld van
167 Oba 1:19 | het veld van Efraim en het veld van Samaria erfelijk bezitten;
168 Mic 4:10 | henen uitgaan, en op het veld wonen, en tot in Babel komen,
169 Zac 4:7 | gij worden tot een vlak veld; want hij zal den hoofdsteen
170 Zac 10:1 | voor ieder kruid op het veld. ~
171 Zac 14:10 | zal rondom als een vlak veld gemaakt worden, van Geba
172 Mal 3:11 | verderve; en de wijnstok op het veld zal u geen misdracht voortbrengen,
173 Mark 16:12| zij wandelden, en in het veld gingen. ~
174 Luk 2:8 | landstreek, zich houdende in het veld, en hielden de nachtwacht
175 Luk 12:28 | het gras dat heden op het veld is, en morgen in den oven
176 Luk 15:25 | zijn oudste zoon was in het veld; en als hij kwam, en het
|