Book Chapter: Verse
1 Gen 1:11 | vruchtbaar geboomte, dragende vrucht naar zijn aard, welks zaad
2 Gen 3:2 | zeide tot de slang: Van de vrucht der bomen dezes hofs zullen
3 Gen 3:3 | 3 Maar van de vrucht des booms, die in het midden
4 Gen 3:6 | maken; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook haar
5 Gen 4:3 | enige dagen, dat Kain van de vrucht des lands den HEERE offer
6 Gen 27:37 | in plaats van God, Die de vrucht des buiks van u geweerd
7 Exo 13:12 | baarmoeder opent van de vrucht der beesten, die gij hebben
8 Exo 21:22 | zwangere vrouw, dat haar de vrucht afgaat, doch geen dodelijk
9 Lev 19:23 | voorhuid daarvan, deszelfs vrucht, besnijden; drie jaren zal
10 Lev 19:24 | vierde jaar zal al zijn vrucht een heilig ding zijn, ter
11 Lev 19:25 | vijfde jaar zult gij deszelfs vrucht eten, om het inkomen daarvan
12 Lev 24:19 | 19 En het land zal zijn vrucht geven, en gij zult eten
13 Lev 25:4 | geboomte des velds zal zijn vrucht geven; ~
14 Lev 25:20 | geboomte des lands zal zijn vrucht niet geven. ~
15 Lev 26:30 | het zaad des lands, van de vrucht van het geboomte, zijn des
16 Num 13:20 | versterkt u, en neemt van de vrucht des lands. Die dagen nu
17 Num 13:26 | vergadering, en lieten hen de vrucht des lands zien. ~
18 Num 13:27 | vloeiende, en dit is zijn vrucht. ~
19 Deu 1:25 | 25 En zij namen van de vrucht des lands in hun hand, en
20 Deu 7:13 | vermenigvuldigen; en Hij zal zegenen de vrucht uws buiks, en de vrucht
21 Deu 7:13 | vrucht uws buiks, en de vrucht uws lands, uw koren, en
22 Deu 20:6 | geplant heeft, en deszelfs vrucht niet heeft genoten? Die
23 Deu 26:2 | de eerstelingen van alle vrucht des lands, die gij opbrengen
24 Deu 26:10 | gebracht de eerstelingen van de vrucht dezes lands, dat Gij, HEERE,
25 Deu 28:4 | 4 Gezegend zal zijn de vrucht uws buiks, en de vrucht
26 Deu 28:4 | vrucht uws buiks, en de vrucht uws lands, en de vrucht
27 Deu 28:4 | vrucht uws lands, en de vrucht uwer beesten, de voortzetting
28 Deu 28:11 | overvloeien aan goed, in de vrucht uws buiks, en in de vrucht
29 Deu 28:11 | vrucht uws buiks, en in de vrucht uwer beesten, en in de vrucht
30 Deu 28:11 | vrucht uwer beesten, en in de vrucht uws lands; op het land,
31 Deu 28:18 | 18 Vervloekt zal zijn de vrucht uws buiks, en de vrucht
32 Deu 28:18 | vrucht uws buiks, en de vrucht uws lands, de voortzetting
33 Deu 28:33 | 33 De vrucht van uw land en al uw arbeid
34 Deu 28:40 | want uw olijfboom zal zijn vrucht afwerpen. ~
35 Deu 28:42 | 42 Al uw geboomte, en de vrucht uws lands zal het boos gewormte
36 Deu 28:51 | 51 En het zal de vrucht uwer beesten, en de vrucht
37 Deu 28:51 | vrucht uwer beesten, en de vrucht uws lands opeten, totdat
38 Deu 28:53 | 53 En gij zult eten de vrucht uws buiks, het vlees uwer
39 Deu 30:9 | het werk uwer hand, in de vrucht uws buiks, en in de vrucht
40 Deu 30:9 | vrucht uws buiks, en in de vrucht uwer beesten, en in de vrucht
41 Deu 30:9 | vrucht uwer beesten, en in de vrucht uws lands, ten goede; want
42 Ric 8:11 | zoetigheid en mijn goede vrucht verlaten? En zou ik heengaan
43 2Kon 21:30| wortelen, en zal opwaarts vrucht dragen. ~
44 Neh 9:36 | vaderen gegeven hebt, om de vrucht daarvan, en het goede daarvan
45 Neh 10:35 | de eerstelingen van alle vrucht van al het geboomte, jaar
46 Neh 10:37 | en onze hefofferen, en de vrucht aller bomen, most en olie,
47 Psa 1:3 | aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, en welks
48 Psa 21:11 | 11 Gij zult hun vrucht van de aarde verdoen, en
49 Psa 58:12 | zal zeggen: Immers is er vrucht voor den rechtvaardige;
50 Psa 72:16 | de hoogte der bergen, de vrucht daarvan zal ruisen als de
51 Psa 85:13 | geven; en ons land zal zijn vrucht geven. ~
52 Psa 104:13 | aarde wordt verzadigd van de vrucht Uwer werken. ~
53 Psa 105:35 | land opaten, ja, aten de vrucht hunner landbouwe op. ~
54 Psa 107:37 | wijngaarden, die inkomende vrucht voortbrengen. ~
55 Psa 127:3 | erfdeel des HEEREN; des buiks vrucht is een beloning. ~
56 Psa 132:11 | wijken zal, zeggende: Van de vrucht uws buiks zal Ik op uw troon
57 Spre 1:31| Zo zullen zij eten van de vrucht van hun weg, en zich verzadigen
58 Spre 8:19| 19 Mijn vrucht is beter dan uitgegraven
59 Spre 11:30| 30 De vrucht des rechtvaardigen is een
60 Spre 12:14| Een ieder wordt van de vrucht des monds met goed verzadigd;
61 Spre 13:2 | Een ieder zal van de vrucht des monds het goede eten;
62 Spre 18:20| 20 Van de vrucht van ieders mond zal zijn
63 Spre 18:21| die ze liefheeft, zal haar vrucht eten. ~
64 Spre 27:18| vijgeboom bewaart, zal zijn vrucht eten; en die zijn heer waarneemt,
65 Spre 31:16| akker, en krijgt hem; van de vrucht harer handen plant zij een
66 Spre 31:31| Thau. Geef haar van de vrucht harer handen, en laat haar
67 Pred 2:5 | in dezelve, van allerlei vrucht. ~
68 Hoo 2:3 | en zit er onder, en Zijn vrucht is mijn gehemelte zoet. ~
69 Hoo 8:11 | ieder bracht voor deszelfs vrucht duizend zilverlingen. ~
70 Hoo 8:12 | de hoeders van deszelfs vrucht. ~
71 Jes 3:10 | wel gaan zal; dat zij de vrucht hunner werken zullen eten. ~
72 Jes 4:2 | tot heerlijkheid, en de vrucht der aarde tot voortreffelijkheid
73 Jes 10:12 | zal Ik te huis zoeken de vrucht van de grootsheid des
74 Jes 11:1 | Scheut uit zijn wortelen zal Vrucht voortbrengen. ~
75 Jes 13:18 | zich niet ontfermen over de vrucht des buiks; hun oog zal de
76 Jes 14:29 | basilisk voortkomen, en haar vrucht zal een vurige vliegende
77 Jes 27:9 | worden, en dit is de ganse vrucht, dat Hij deszelfs zonde
78 Jes 28:4 | zijn gelijk een vroegrijpe vrucht voor den zomer, welke, wanneer
79 Jes 37:31 | wortelen, en het zal opwaarts vrucht dragen. ~
80 Jes 58:19 | 19 Ik schep de vrucht der lippen, vrede, vrede
81 Jes 66:21 | wijngaarden planten, en derzelver vrucht eten. ~
82 Jer 2:7 | een vruchtbaar land, om de vrucht van hetzelve en het goede
83 Jer 6:19 | brengen over dit volk, de vrucht hunner gedachten; want zij
84 Jer 7:20 | des velds, en over de vrucht des aardrijks; en zal branden,
85 Jer 11:19 | Laat ons den boom met zijn vrucht verderven, en laat
86 Jer 12:2 | gaan voort, ook dragen zij vrucht; Gij zijt wel nabij in hun
87 Jer 17:8 | niet, en houdt niet op van vrucht te dragen. ~
88 Jer 17:10 | naar zijn wegen, naar de vrucht zijner handelingen. ~
89 Jer 21:14 | ulieden bezoeking doen naar de vrucht uwer handelingen, spreekt
90 Jer 29:5 | en plant hoven en eet de vrucht daarvan; ~
91 Jer 29:28 | en plant hoven, en eet de vrucht daarvan. ~
92 Jer 31:5 | planters zullen planten, en de vrucht genieten. ~
93 Jer 32:19 | naar zijn wegen, en naar de vrucht zijner handelingen. ~
94 Klaa 1:42| zullen dan de vrouwen haar vrucht eten, de kinderkens, die
95 Eze 17:8 | geplant, om takken te maken en vrucht te dragen, opdat hij tot
96 Eze 17:9 | wortelen uitrukken, en zijn vrucht afsnijden, dat hij droog
97 Eze 17:23 | takken voortbrengen, en vrucht dragen, en hij zal tot een
98 Eze 19:12 | de oostenwind heeft zijn vrucht verdroogd; zijn sterke roeden
99 Eze 19:14 | zijner ranken, dat zijn vrucht verteerd heeft; zodat aan
100 Eze 34:27 | geboomte des velds zal zijn vrucht geven, en het land zal zijn
101 Eze 36:8 | weder uw takken geven, en uw vrucht voor Mijn volk Israel dragen,
102 Eze 36:30 | 30 En Ik zal de vrucht van het geboomte en de inkomst
103 Eze 47:12 | niet zal afvallen, noch de vrucht daarvan vergaan; in zijn
104 Eze 47:12 | uit het heiligdom; en zijn vrucht zal zijn tot spijze, en
105 Hos 9:10 | uw vaderen als de eerste vrucht aan den vijgeboom in haar
106 Hos 9:16 | verdord, zij zullen geen vrucht voortbrengen; ja, ofschoon
107 Hos 10:1 | wijnstok, hij brengt weder vrucht voor zich; maar naar de
108 Hos 10:1 | naar de veelheid zijner vrucht heeft hij de altaren vermenigvuldigd;
109 Hos 10:13 | verkeerdheid gemaaid, en de vrucht der leugen gegeten; want
110 Hos 13:15 | 15 Want hij zal vrucht voortbrengen onder de broederen;
111 Hos 14:9 | groenende denneboom; uw vrucht is uit Mij gevonden. ~
112 Joe 2:22 | want het geboomte zal zijn vrucht dragen, de wijnstok en vijgeboom
113 Amos 2:9 | eiken; maar Ik heb zijn vrucht van boven, en zijn
114 Amos 6:12| recht in gal verkeerd, en de vrucht der gerechtigheid in
115 Amos 9:14| hoven maken, en derzelver vrucht eten. ~
116 Mic 6:7 | voor mijn overtreding, de vrucht mijns buiks voor de
117 Mic 7:1 | begeert vroegrijpe vrucht. ~
118 Mic 7:13 | inwoners halve, vanwege de vrucht hunner handelingen. ~
119 Zac 8:12 | zijn, de wijnstok zal zijn vrucht geven, en de aarde zal haar
120 Mal 3:11 | opeter schelden, dat hij u de vrucht des lands niet verderve;
121 Matt 2:33| boom dan, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen
122 Matt 7:19| ieder boom, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen
123 Matt 12:33| maakt den boom goed en zijn vrucht goed; of maakt den boom
124 Matt 12:33| maakt den boom kwaad en zijn vrucht kwaad; want uit de vrucht
125 Matt 12:33| vrucht kwaad; want uit de vrucht wordt de boom gekend. ~
126 Matt 13:8 | in de goede aarde, en gaf vrucht, het een honderd-, het ander
127 Matt 13:23| hoort en verstaat, die ook vrucht draagt en voortbrengt, de
128 Matt 13:26| kruid opgeschoten was, en vrucht voortbracht, toen openbaarde
129 Matt 21:19| tot hem: Uit u worde geen vrucht meer in der eeuwigheid!
130 Matt 26:29| niet zal drinken van de vrucht des wijnstoks, tot op dien
131 Mark 4:7 | hetzelve, en het gaf geen vrucht. ~
132 Mark 4:8 | in de goede aarde, en gaf vrucht, die opging en wies; en
133 Mark 4:29| 29 En als de vrucht zich voordoet, terstond
134 Mark 11:14| denzelven: Niemand ete enige vrucht meer van u in der eeuwigheid!
135 Mark 12:2 | landlieden ontving van de vrucht des wijngaards. ~
136 Mark 14:25| meer zal drinken van de vrucht des wijnstoks, tot op dien
137 Luk 1:42 | vrouwen, en gezegend is de vrucht uws buiks! ~
138 Luk 3:9 | boom dan, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen,
139 Luk 6:43 | geen goede boom, die kwade vrucht voortbrengt, en geen kwade
140 Luk 6:43 | geen kwade boom, die goede vrucht voortbrengt; ~
141 Luk 6:44 | boom wordt uit zijn eigen vrucht gekend; want men leest geen
142 Luk 8:8 | bracht het honderdvoudige vrucht voort. Dit zeggende, riep
143 Luk 8:14 | levens, en voldragen geen vrucht. ~
144 Luk 13:6 | wijngaard; en hij kwam en zocht vrucht daarop, en vond ze niet. ~
145 Luk 13:7 | nu drie jaren, zoekende vrucht op dezen vijgeboom, en vind
146 Luk 13:9 | 9 En indien hij vrucht zal voortbrengen, laat hem
147 Luk 20:10 | dienstknecht, opdat zij hem van de vrucht des wijngaards geven zouden;
148 Luk 22:18 | niet drinken zal van de vrucht des wijnstoks, totdat het
149 Joha 4:36| ontvangt loon, en vergadert vrucht ten eeuwigen leven; opdat
150 Joha 12:24| sterft, zo brengt het veel vrucht voort. ~
151 Joha 15:2 | Alle rank, die in Mij geen vrucht draagt, die neemt Hij weg;
152 Joha 15:2 | neemt Hij weg; en al wie vrucht draagt, die reinigt Hij,
153 Joha 15:2 | reinigt Hij, opdat zij meer vrucht drage. ~
154 Joha 15:4 | Gelijkerwijs de rank geen vrucht kan dragen van zichzelve,
155 Joha 15:5 | in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij
156 Joha 15:8 | verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt; en gij zult Mijn
157 Joha 15:16| dat gij zoudt heengaan en vrucht dragen, en dat uw vrucht
158 Joha 15:16| vrucht dragen, en dat uw vrucht blijve; opdat, zo wat gij
159 Hand 2:30| gezworen had, dat hij uit de vrucht zijner lenden, zoveel het
160 Rom 1:13 | opdat ik ook onder u enige vrucht zou hebben, gelijk als ook
161 Rom 6:21 | 21 Wat vrucht dan hadt gij toen van die
162 Rom 6:22 | gemaakt zijnde, hebt gij uw vrucht tot heiligmaking, en het
163 Rom 15:28 | dit volbracht, en hun deze vrucht verzegeld zal hebben, zo
164 1Kor 9:7 | wijngaard, en eet niet van zijn vrucht? Of wie weidt een kudde,
165 Gal 5:22 | 22 Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap,
166 Efez 5:9 | 9 (Want de vrucht des Geestes is in alle goedigheid,
167 Fili 4:17| gave zoek, maar ik zoek de vrucht, die overvloedig is tot
168 Kol 1:10 | behagelijkheid, in alle goede werken vrucht dragende, en wassende in
169 Heb 12:11 | zij van zich een vreedzame vrucht der gerechtigheid dengenen,
170 Heb 13:15 | offerande des lofs, dat is, de vrucht der lippen, die Zijn Naam
171 Jako 3:18| 18 En de vrucht der rechtvaardigheid wordt
172 Jako 5:7 | landman verwacht de kostelijke vrucht des lands, lankmoedig zijnde
173 Jako 5:18| en de aarde bracht haar vrucht voort. ~
174 Open 18:14| 14 En de vrucht der begeerlijkheid uwer
175 Open 22:2 | tot maand gevende zijne vrucht; en de bladeren des booms
|