Book Chapter: Verse
1 Gen 1:14 | zijn in het uitspansel des hemels, om scheiding te maken tussen
2 Gen 1:15 | lichten in het uitspansel des hemels, om licht te geven op de
3 Gen 1:17 | ze in het uitspansel des hemels, om licht te geven op de
4 Gen 1:20 | aarde, in het uitspansel des hemels! ~
5 Gen 1:26 | en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over
6 Gen 1:28 | en over het gevogelte des hemels, en over al het gedierte,
7 Gen 1:30 | aan al het gevogelte des hemels, en aan al het kruipende
8 Gen 2:4 | Dit zijn de geboorten des hemels en der aarde, als zij geschapen
9 Gen 2:19 | en al het gevogelte des hemels gemaakt had, zo bracht Hij
10 Gen 2:20 | en van het gevogelte des hemels, en van al het gedierte
11 Gen 6:7 | en tot het gevogelte des hemels toe; want het berouwt Mij,
12 Gen 7:3 | Ook van het gevogelte des hemels zeven en zeven, het mannetje
13 Gen 7:11 | opengebroken, en de sluizen des hemels geopend. ~
14 Gen 7:23 | en tot het gevogelte des hemels, en zij werden verdelgd
15 Gen 8:2 | afgronds, en de sluizen des hemels gesloten, en de plasregen
16 Gen 9:2 | over al het gevogelte des hemels; in al wat zich op den aardbodem
17 Gen 21:17 | vermenigvuldigen, als de sterren des hemels, en als het zand, dat aan
18 Gen 23:3 | bij den HEERE, den God des hemels, en den God der aarde, dat
19 Gen 23:7 | 7 De HEERE, de God des hemels, Die mij uit mijns vaders
20 Gen 24:4 | vermenigvuldigen, als de sterren des hemels, en zal aan uw zaad al deze
21 Gen 25:28 | dan God van de dauw des hemels, en de vettigheid der aarde,
22 Gen 25:39 | zijn, en van den dauw des hemels van boven af zult gij gezegend
23 Gen 26:17 | en dit is de poort des hemels! ~
24 Gen 45:25 | zegenen, met zegeningen des hemels van boven, met zegeningen
25 Exo 24:10 | en als de gestaltenis des hemels in Zijn klaarheid.
26 Exo 32:13 | vermenigvuldigen als de sterren des hemels; en dit gehele land, waarvan
27 Exo 33:13 | vermenigvuldigen als de sterren des hemels; en dit gehele land, waarvan
28 Deu 1:10 | heden als de sterren des hemels in menigte. ~
29 Deu 4:11 | tot aan het midden des hemels; er was duisternis, wolken
30 Deu 4:19 | maan, en de sterren, des hemels ganse heir; en wordt aangedreven,
31 Deu 4:32 | heeft, van het ene einde des hemels tot aan het andere einde
32 Deu 4:32 | aan het andere einde des hemels, of zulk een groot ding
33 Deu 10:22 | gesteld als de sterren des hemels in menigte. ~
34 Deu 11:11 | water bij den regen des hemels; ~
35 Deu 11:21 | vermenigvuldigen, gelijk de dagen des hemels op de aarde. ~
36 Deu 17:3 | voor het ganse heir des hemels, hetwelk ik niet geboden
37 Deu 28:26 | zal aan alle gevogelte des hemels, en aan de beesten der aarde
38 Deu 28:62 | zijt als de sterren des hemels in menigte; omdat gij der
39 Deu 30:4 | verdrevenen aan het einde des hemels, van daar zal u de HEERE,
40 Deu 33:13 | van het uitnemendste des hemels, van den dauw, en van de
41 Joz 10:13 | stond stil in het midden des hemels, en haastte niet onder te
42 1Sa 17:44 | vlees aan de vogelen des hemels geven, en aan de dieren
43 1Sa 17:46 | dezen dag aan de vogelen des hemels, en aan de beesten des velds
44 2Sa 21:10 | zij liet het gevogelte des hemels op hen niet rusten des daags,
45 2Sa 22:8 | aarde; de fondamenten des hemels beroerden zich, en daverden,
46 2Sa 22:12 | der wateren, wolken des hemels. ~
47 1Kon 14:11 | sterft, zullen de vogelen des hemels eten; want de HEERE heeft
48 1Kon 16:4 | sterft, zullen de vogelen des hemels eten. ~
49 1Kon 21:24 | sterft, zullen de vogelen des hemels eten. ~
50 2Kon 19:16 | zich voor alle heir des hemels, en dienden Baal. ~
51 2Kon 23:3 | neder voor het heir des hemels, en diende ze. ~
52 2Kon 23:5 | altaren voor al het heir des hemels, in beide de voorhoven van
53 2Kon 25:4 | en voor al het heir des hemels gemaakt was, uitbrengen
54 2Kon 25:5 | planeten, en al het heir des hemels rookten. ~
55 1Kro 28:23 | vermenigvuldigen zou als de sterren des hemels. ~
56 2Kro 33:3 | neder voor al het heir des hemels, en diende ze; ~
57 2Kro 33:5 | altaren voor al het heir des hemels, in beide de voorhoven van
58 2Kro 37:23 | Perzie: De HEERE, de God des hemels, heeft mij alle koninkrijken
59 Ezra 1:2 | Perzie: De HEERE, de God des hemels, heeft mij alle koninkrijken
60 Ezra 5:11 | knechten van den God des hemels en der aarde, en bouwen
61 Ezra 5:12 | onze vaders den God des hemels hadden vertoornd, heeft
62 Ezra 6:9 | brandofferen aan den God des hemels, tarwe, zout, wijn en olie,
63 Ezra 6:10 | liefelijken reuk aan den God des hemels offeren, en bidden voor
64 Ezra 7:12 | der wet van den God des hemels, volkomen vrede en op zulken
65 Ezra 7:21 | der wet van den God des hemels, van u zal begeren, spoediglijk
66 Ezra 7:23 | het bevel van den God des hemels is, dat het vlijtiglijk
67 Ezra 7:23 | het huis van den God des hemels; want waartoe zou er grote
68 Neh 1:4 | aangezicht van den God des hemels. ~
69 Neh 1:5 | zeide: Och, HEERE, God des hemels, Gij, grote en vreselijke
70 Neh 1:9 | verdrevenen aan het einde des hemels, Ik zal hen vandaar verzamelen,
71 Neh 9:23 | vermenigvuldigd, als de sterren des hemels; en Gij hebt hen gebracht
72 Job 12:7 | leren; en het gevogelte des hemels, dat zal het u te kennen
73 Job 26:11 | 11 De pilaren des hemels sidderen, en ontzetten zich
74 Job 28:21 | en voor het gevogelte des hemels is zij verborgen. ~
75 Job 35:11 | maakt dan het gevogelte des hemels? ~
76 Job 37:29 | en wie baart den rijm des hemels? ~
77 Job 37:33 | gij de verordeningen des hemels, of kunt gij deszelfs heerschappij
78 Job 37:37 | en wie kan de flessen des hemels nederleggen? ~
79 Psa 8:9 | 9 Het gevogelte des hemels, en de vissen der zee; hetgeen
80 Psa 18:12 | der wateren, wolken des hemels. ~
81 Psa 19:7 | uitgang is van het einde des hemels, en haar omloop tot aan
82 Psa 78:23 | gebood, en de deuren des hemels opende; ~
83 Psa 78:24 | Man om te eten, en gaf hun hemels koren. ~
84 Psa 79:2 | knechten aan het gevogelte des hemels tot spijs gegeven; het vlees
85 Psa 104:12 | woont het gevogelte des hemels, een stem gevende van tussen
86 Psa 105:40 | en Hij verzadigde hen met hemels brood. ~
87 Psa 136:26 | 26 Looft den God des hemels; want Zijn goedertierenheid
88 Spre 25:3 | 3 Aan de hoogte des hemels, en aan de diepte der aarde,
89 Pred 10:20 | want het gevogelte des hemels zou de stem wegvoeren, en
90 Jes 13:5 | lande, van het einde des hemels; de HEERE en de instrumenten
91 Jes 13:10 | Want de sterren des hemels en zijn gesternten zullen
92 Jer 4:25 | mens; en alle vogelen des hemels waren weggevlogen. ~
93 Jer 7:18 | maken voor de Melecheth des hemels, en anderen goden drankofferen
94 Jer 7:33 | zullen het gevogelte des hemels, en het gedierte der aarde
95 Jer 8:2 | voor het ganse heir des hemels, die zij liefgehad, en die
96 Jer 9:10 | vee; van de vogelen des hemels aan tot de beesten toe zijn
97 Jer 10:2 | niet voor de tekenen des hemels, dewijl zich de heidenen
98 Jer 15:3 | en met het gevogelte des hemels, en met het gedierte
99 Jer 16:4 | zullen het gevogelte des hemels en het gedierte der aarde
100 Jer 19:7 | lichamen het gevogelte des hemels en het gedierte der aarde
101 Jer 19:13 | aan al het heir des hemels gerookt en aan vreemde goden
102 Jer 33:22 | Gelijk het heir des hemels niet geteld, en het zand
103 Jer 33:25 | indien Ik de ordeningen des hemels en der aarde niet gesteld
104 Jer 34:20 | zullen het gevogelte des hemels en het gedierte der
105 Jer 44:17 | rokende aan Melecheth des hemels, en haar drankofferen offerende,
106 Jer 44:18 | hebben aan Melecheth des hemels te roken, en haar drankofferen
107 Jer 44:19 | wanneer wij aan Melecheth des hemels roken en haar drankofferen
108 Jer 44:25 | rokende aan Melecheth des hemels, en haar drankofferen offerende;
109 Jer 49:36 | winden uit de vier hoeken des hemels over Elam aanbrengen, en
110 Klaa 1:129| geweest dan de arenden des hemels; zij hebben ons op de bergen
111 Eze 29:5 | aan het gevogelte des hemels heb Ik u ter spijze gegeven. ~
112 Eze 31:6 | 6 Alle vogelen des hemels nestelden op zijn takjes,
113 Eze 31:13 | 13 Alle vogelen des hemels woonden op zijn omgevallen
114 Eze 32:4 | zal al het gevogelte des hemels op u doen wonen, en het
115 Eze 38:20 | zee, en het gevogelte des hemels, en het gedierte des velds,
116 Dan 2:18 | Opdat zij van den God des hemels barmhartigheden verzochten
117 Dan 2:19 | loofde Daniel den God des hemels. ~
118 Dan 2:37 | koningen; want de God des hemels heeft u een koninkrijk,
119 Dan 2:38 | velds en de vogelen des hemels in uw hand gegeven; en Hij
120 Dan 2:44 | koningen zal de God des hemels een Koninkrijk verwekken,
121 Dan 4:12 | schaduw, en de vogelen des hemels woonden in haar takken,
122 Dan 4:15 | laat hem in de dauw des hemels nat gemaakt worden, en
123 Dan 4:21 | wiens takken de vogelen des hemels nestelden; ~
124 Dan 4:23 | velds, en in de dauw des hemels nat gemaakt worden, en dat
125 Dan 4:25 | zult van den dauw des hemels nat gemaakt worden, en er
126 Dan 4:33 | lichaam werd van den dauw des hemels nat gemaakt, totdat
127 Dan 4:35 | Zijn wil met het heir des hemels en de inwoners der aarde,
128 Dan 4:37 | verheerlijk den Koning des hemels, omdat al Zijn werken waarheid,
129 Dan 5:21 | lichaam werd van den dauw des hemels nat gemaakt, totdat hij
130 Dan 5:23 | verheven tegen den Heere des hemels, en men heeft de vaten van
131 Dan 7:2 | ziet, de vier winden des hemels braken voort op de grote
132 Dan 7:13 | kwam Een met de wolken des hemels, als eens mensen zoon, en
133 Dan 8:8 | de vier winden des hemels. ~
134 Dan 8:10 | groot tot aan het heir des hemels; en hij wierp er sommigen
135 Dan 11:4 | en in de vier winden des hemels verdeeld worden, maar niet
136 Hos 2:17 | en met het gevogelte des hemels, en het kruipend gedierte
137 Hos 4:3 | en met het gevogelte des hemels; ja, ook de vissen der zee
138 Hos 7:12 | Ik zal ze als vogelen des hemels doen nederdalen. Ik zal
139 Jona 1:9 | vreze den HEERE, den God des hemels, Die de zee en het droge
140 Zep 1:3 | wegrapen de vogelen des hemels, en de vissen der zee, en
141 Zep 1:5 | daken voor het heir des hemels, en die zich nederbuigende
142 Zac 2:6 | naar de vier winden des hemels, spreekt de HEERE. ~
143 Zac 6:5 | zijn de vier winden des hemels, uitgaande van daar zij
144 Mal 3:10 | zal de vensteren des hemels, en u zegen afgieten, zodat
145 Matt 6:26 | 26 Aanziet de vogelen des hemels, dat zij niet zaaien, noch
146 Matt 8:20 | holen, en de vogelen des hemels nesten; maar de Zoon des
147 Matt 11:25 | dank U, Vader! Heere des hemels en der aarde! dat Gij deze
148 Matt 13:32 | alzo dat de vogelen des hemels komen en nestelen in zijn
149 Matt 16:3 | geveinsden! het aanschijn des hemels weet gij wel te onderscheiden,
150 Matt 24:30 | komende op de wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid. ~
151 Matt 26:64 | komende op de wolken des hemels. ~
152 Mark 4:4 | den weg; en de vogelen des hemels kwamen, en aten het op. ~
153 Mark 4:32 | alzo dat de vogelen des hemels onder zijn schaduw kunnen
154 Mark 13:25 | 25 En de sterren des hemels zulen daaruit vallen, en
155 Mark 13:27 | aarde, tot het uiterste des hemels. ~
156 Mark 14:62 | komen met de wolken des hemels. ~
157 Luk 8:5 | vertreden, en de vogelen des hemels aten dat op. ~
158 Luk 9:58 | holen, en de vogelen des hemels nesten; maar de Zoon des
159 Luk 10:21 | dank U, Vader! Heere des hemels en der aarde; dat Gij deze
160 Luk 12:56 | aanschijn der aarde en des hemels weet gij te beproeven; en
161 Luk 13:19 | boom, en de vogelen des hemels nestelden in zijn takken. ~
162 Hand 5:12 | dieren, en de vogelen des hemels. ~
163 Hand 6:6 | dieren, en de vogelen des hemels. ~
164 Hand 11:24 | Deze, zijnde een Heere des hemels en der aarde, woont niet
165 Hand 20:19 | koning Agrippa, ben ik dat Hemels gezicht niet ongehoorzaam
166 2Tim 4:18 | werk, en bewaren tot Zijn hemels Koninkrijk; Denwelken zij
167 Heb 11:12 | geboren, als de sterren des hemels, en als het zand, dat aan
168 Open 6:13 | 13 En de sterren des hemels vielen op de aarde, gelijk
169 Open 8:13 | vliegen in het midden des hemels, zeggende met grote stem:
170 Open 11:13 | geworden, en hebben den God des hemels heerlijkheid gegeven. ~
171 Open 12:4 | derde deel der sterren des hemels, en wierp die op de aarde.
172 Open 14:6 | vliegende in het midden des hemels, en hij had het eeuwige
173 Open 16:11 | zij lasterden den God des hemels vanwege hun pijnen, en vanwege
174 Open 16:17 | stem uit den tempel des hemels, van den troon, zeggende:
175 Open 19:17 | vogelen, die in het midden des hemels vlogen: Komt herwaarts,
|