Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
zillethai 2
zilpa 7
ziltige 2
zilver 171
zilveren 89
zilverlingen 22
zilvers 31
Frequency    [«  »]
172 priesteren
171 39
171 efraim
171 zilver
171 zoeken
168 geef
168 goddelozen

Bijbel

IntraText - Concordances

zilver

    Book Chapter: Verse
1 Gen 13:2 | was zeer rijk, in vee, in zilver, en in goud. ~ 2 Gen 23:35 | schapen, en runderen, en zilver, en goud, en knechten, en 3 Gen 40:8 | dan uit het huis uws heren zilver of goud stelen? ~ 4 Exo 25:3 | hen nemen zult: goud, en zilver, en koper; ~ 5 Exo 27:10 | en hun banden zullen van zilver zijn. ~ 6 Exo 27:11 | derzelver banden zullen van zilver zijn. ~ 7 Exo 27:17 | zijn; hun haken zullen van zilver zijn, maar hun voeten zullen 8 Exo 31:4 | te werken in goud, en in zilver, en in koper, ~ 9 Exo 35:5 | hefoffer des HEEREN: goud, en zilver, en koper; ~ 10 Exo 35:24 | Allen, die een hefoffer van zilver of koper offerden, die brachten 11 Exo 35:32 | te werken in goud, en in zilver, en in koper, ~ 12 Exo 38:10 | en hun banden waren van zilver. ~ 13 Exo 38:11 | derzelver banden waren van zilver. ~ 14 Exo 38:12 | en hun banden waren van zilver. ~ 15 Exo 38:17 | en hun banden waren van zilver, en het overdeksel hunner 16 Exo 38:17 | overdeksel hunner hoofden was van zilver, en al de pilaren des voorhofs 17 Exo 38:17 | pilaren des voorhofs waren met zilver omtogen. ~ 18 Exo 38:19 | koper, hun haken waren van zilver; ook was het overdeksel 19 Exo 38:19 | hoofden en hun banden van zilver. ~ 20 Exo 38:25 | 25 Het zilver nu van de getelden der vergadering 21 Exo 38:27 | er waren honderd talenten zilver, om te gieten de voeten 22 Num 7:85 | sprengbekken van zeventig; al het zilver van de vaten was twee duizend 23 Num 22:18 | Balak mij zijn huis vol zilver en goud gave, zo vermocht 24 Num 24:13 | mij Balak zijn huis vol zilver en goud gave, zo kan ik 25 Num 31:22 | 22 Alleen het goud en het zilver, en het koper, het ijzer, 26 Deu 7:25 | met vuur verbranden; het zilver en goud, dat daaraan is, 27 Deu 8:13 | zullen vermeerderd zijn, ook zilver en goud u zal vermeerderd 28 Deu 17:17 | hij zal ook voor zich geen zilver en goud zeer vermenigvuldigen. ~ 29 Deu 29:17 | drekgoden, hout en steen, zilver en goud, die bij hen waren. ~ 30 Joz 6:19 | 19 Maar al het zilver en goud, en de koperen en 31 Joz 6:24 | daarin was; alleenlijk het zilver en goud, mitsgaders de koperen 32 Joz 7:21 | midden mijner tent, en het zilver daaronder. ~ 33 Joz 7:22 | verborgen in zijn tent, en het zilver daaronder. ~ 34 Joz 7:24 | den zoon van Zerah, en het zilver, en het sierlijk overkleed, 35 Joz 23:8 | en met zeer veel vee, met zilver, en met goud, en met koper, 36 2Sa 8:11 | HEERE heiligde, met het zilver en het goud, dat hij geheiligd 37 2Sa 21:4 | Het is ons niet te doen om zilver en goud met Saul en met 38 1Kon 7:51| van zijn vader David; het zilver en het goud, en de vaten 39 1Kon 10:21| van gesloten goud; geen zilver was er aan; want het werd 40 1Kon 10:22| jaren, brengende goud, en zilver, elpenbeen, en apen, en 41 1Kon 10:27| En de koning maakte het zilver in Jeruzalem te zijn als 42 1Kon 15:15| zijn geheiligde dingen, zilver, en goud, en vaten. ~ 43 1Kon 15:18| 18 Toen nam Asa al het zilver en goud, dat overgebleven 44 1Kon 15:19| ik zend u een geschenk, zilver en goud; ga heen, maak uw 45 1Kon 20:3 | aan: Zo zegt Benhadad: Uw zilver en uw goud, dat is mijn, 46 1Kon 20:5 | u gezonden, zeggende: Uw zilver, en uw goud, en uw vrouwen, 47 1Kon 20:7 | mijn kinderen, en om mijn zilver, en om mijn goud, en ik 48 2Kon 5:26| tegemoet? Was het tijd, om dat zilver te nemen, en om klederen 49 2Kon 7:8 | dronken, en namen van daar zilver, en goud, en klederen, en 50 2Kon 15:14| nam al het goud, en het zilver, en al de vaten, die gevonden 51 2Kon 17:8 | 8 En Achaz nam het zilver en het goud, dat in het 52 2Kon 18:8 | 8 En Achaz nam het zilver en het goud, dat in het 53 2Kon 20:15| 15 Alzo gaf Hizkia al het zilver, dat gevonden werd in het 54 2Kon 22:13| zijn ganse schathuis, het zilver, en het goud, en de specerijen, 55 2Kon 25:35| 35 En Jojakim gaf dat zilver en dat goud aan Farao; doch 56 2Kon 25:35| schatting eiste hij het zilver en goud af van het volk 57 2Kon 27:15| geheel goud en wat geheel zilver was. ~ 58 1Kro 18:11| David ook den HEERE, met het zilver en het goud, hetwelk hij 59 1Kro 19:11| David ook den HEERE, met het zilver en het goud, hetwelk hij 60 1Kro 29:14| vaten van elken dienst; ook zilver tot alle zilveren vaten 61 1Kro 29:16| tot elke tafel, en het zilver tot de zilveren tafelen; ~ 62 1Kro 30:2 | Gods, goud tot gouden, en zilver tot zilveren, en koper tot 63 1Kro 30:3 | ik het bijzonder goud en zilver, dat ik heb, tot het huis 64 1Kro 30:4 | duizend talenten gelouterd zilver, om de wanden der huizen 65 1Kro 30:5 | 5 Goud tot de gouden, en zilver tot de zilveren vaten, en 66 2Kro 1:15| En de koning maakte het zilver en het goud in Jeruzalem 67 2Kro 2:7 | te werken in goud, en in zilver, en in koper, en in ijzer, 68 2Kro 2:14| te werken in goud, en in zilver, in koper, in ijzer, in 69 2Kro 5:1 | zijn vader David; en het zilver, en het goud, en al de vaten 70 2Kro 6:1 | zijn vader David; en het zilver, en het goud, en al de vaten 71 2Kro 10:14| deszelven lands, goud en zilver aan Salomo. ~ 72 2Kro 10:20| waren van gesloten goud; het zilver was in de dagen van Salomo 73 2Kro 10:21| Tharsis in, brengende goud, en zilver, elpenbeen, en apen, en 74 2Kro 10:27| Ook maakte de koning het zilver in Jeruzalem te zijn als 75 2Kro 16:18| zijn geheiligde dingen, zilver en goud, en vaten. ~ 76 2Kro 17:2 | 2 Toen bracht Asa het zilver en het goud voort, uit de 77 2Kro 17:3 | uw vader; zie, ik zend u zilver en goud, ga heen, maak uw 78 2Kro 22:3 | hun vele gaven gegeven van zilver, en van goud, en van kostelijkheden, 79 2Kro 22:23| hun vele gaven gegeven van zilver, en van goud, en van kostelijkheden, 80 2Kro 25:24| hij al het goud, en het zilver, en al de vaten, die in 81 2Kro 32:27| maakte zich schatkameren voor zilver en voor goud, en voor kostelijk 82 Ezra 1:4 | plaats bevorderlijk zijn met zilver, en met goud, en met have, 83 Ezra 1:11| Alle vaten van goud en van zilver waren vijf duizend en vierhonderd; 84 Ezra 2:69| duizend drachmen, en aan zilver, vijf duizend ponden, en 85 Ezra 5:14| huis, welke van goud en zilver waren, die Nebukadnezar 86 Ezra 7:15| om henen te brengen het zilver en goud, dat de koning en 87 Ezra 7:16| 16 Mitsgaders al het zilver en goud, dat gij vinden 88 Ezra 7:18| goeddunken zal, met het overige zilver en goud te doen, zult gijlieden 89 Ezra 8:25| 25 En ik woog hun toe het zilver, en het goud, en de vaten, 90 Ezra 8:28| vaten zijn heilig; ook dit zilver en dit goud, de vrijwillige 91 Ezra 8:33| dag nu werd gewogen het zilver, en het goud, en de vaten, 92 Neh 7:71 | duizend drachmen, en aan zilver, twee duizend en tweehonderd 93 Neh 7:72 | duizend drachmen, en aan zilver, twee duizend mijnen, en 94 Est 1:6 | bedsteden waren van goud en zilver, op een vloer van porfier 95 Est 16:11 | koning zeide tot Haman: Dat zilver zij u geschonken, ook dat 96 Est 17:11 | koning zeide tot Haman: Dat zilver zij u geschonken, ook dat 97 Job 3:15 | hadden, die hun huizen met zilver vervulden. ~ 98 Job 22:25 | goud zijn, en uw krachtig zilver zijn; ~ 99 Job 27:16 | 16 Zo hij zilver opgehoopt zal hebben als 100 Job 27:17 | en de onschuldige zal het zilver delen. ~ 101 Job 28:1 | Gewisselijk, er is voor het zilver een uitgang, en een plaats 102 Job 28:15 | niet gegeven worden, en met zilver kan haar prijs niet worden 103 Psa 12:7 | HEEREN zijn reine redenen, zilver, gelouterd in een aarden 104 Psa 66:10 | gelouterd, gelijk men het zilver loutert; ~ 105 Psa 68:14 | ener duive, overdekt met zilver, en welker vederen zijn 106 Psa 105:37 | En Hij voerde hen uit met zilver en goud; en onder hun stammen 107 Psa 115:4 | 4 Hunlieder afgoden zijn zilver en goud, het werk van des 108 Psa 119:72 | dan duizenden van goud of zilver. ~ 109 Psa 135:15 | afgoden der heidenen zijn zilver en goud, een werk van mensenhanden. ~ 110 Spre 2:4 | Zo gij haar zoekt als zilver, en naspeurt als verborgen 111 Spre 3:14| beter dan de koophandel van zilver, en haar inkomst dan het 112 Spre 8:10| Mijn tucht aan, en niet zilver, en wetenschap, meer dan 113 Spre 8:19| Mijn inkomen dan uitgelezen zilver. ~ 114 Spre 10:20| rechtvaardigen is uitgelezen zilver; het hart der goddelozen 115 Spre 16:16| verstand te bekomen, dan zilver! ~ 116 Spre 17:3 | De smeltkroes is voor het zilver, en de oven voor het goud; 117 Spre 22:1 | rijkdom, de goede gunst dan zilver en dan goud. ~ 118 Spre 25:4 | Doe het schuim van het zilver weg, en er zal een vat voor 119 Spre 26:23| potscherf met schuim van zilver overtogen. ~ 120 Spre 27:21| De smeltkroes is voor het zilver, en de oven voor het goud; 121 Pred 2:8 | Ik vergaderde mij ook zilver en goud, en kleinoden der 122 Hoo 3:10 | derzelve maakte hij van zilver, haar vloer van goud, haar 123 Hoo 8:9 | wij zullen een paleis van zilver op haar bouwen; en zo zij 124 Jes 1:22 | 22      Uw zilver is geworden tot schuim; 125 Jes 2:7 | hun land is vervuld met zilver en goud, en hunner schatten 126 Jes 13:17 | tegen hen verwekken, die het zilver niet zullen achten, en aan 127 Jes 39:2 | hun zijn schathuis, het zilver, en het goud, en de specerijen, 128 Jes 46:6 | uit de beurs, en wegen het zilver met de waag; zij huren een 129 Jes 48:10 | gelouterd, doch niet als zilver, Ik heb u gekeurd in den 130 Jes 61:9 | van verre te brengen, hun zilver en hun goud met hen, tot 131 Jes 61:17 | brengen, en voor ijzer zal Ik zilver brengen, en voor hout koper, 132 Jer 6:30 | Men noemt ze een verworpen zilver; want de HEERE heeft hen 133 Jer 10:4 | Men pronkt het op met zilver en met goud; zij hechten 134 Jer 10:9 | 9      Uitgerekt zilver wordt van Tarsis gebracht, 135 Jer 52:19 | goud, en wat geheel zilver was. ~ 136 Eze 7:19 | 19      Zij zullen hun zilver op de straten werpen, en 137 Eze 7:19 | tot onreinigheid zijn; hun zilver en hun goud zal hen niet 138 Eze 16:13 | gij versierd met goud en zilver, en uw kleding was fijn 139 Eze 16:17 | van Mijn goud en van Mijn zilver, dat Ik u gegeven had, en 140 Eze 22:20 | 20      Gelijk zilver, of koper, of ijzer, of 141 Eze 22:22 | 22      Gelijk het zilver in het midden des ovens 142 Eze 27:12 | veelheid van allerlei goed; met zilver, ijzer, tin, en lood handelden 143 Eze 28:4 | verkregen; ja, gij hebt goud en zilver verkregen in uw schatten. ~ 144 Eze 38:13 | om roof te      roven? om zilver en goud weg te voeren, om 145 Dan 2:32 | borst en zijn armen van zilver; zijn buik en zijn dijen 146 Dan 2:35 | het ijzer, leem, koper, zilver en goud, en zij werden gelijk 147 Dan 2:45 | het ijzer, koper, leem, zilver en goud vermaalde; de grote 148 Dan 5:23 | gedronken, en de goden van zilver en goud, koper, ijzer, hout 149 Dan 11:8 | met hun gewenste vaten van zilver en goud, in de gevangenis 150 Dan 11:38 | hij eren met goud, en met zilver, en met kostelijk gesteente, 151 Hos 2:7 | gegeven heb, en haar het zilver en goud vermenigvuldigd 152 Hos 8:4 | het niet gekend; van hun zilver en hun goud hebben zij voor 153 Hos 9:6 | begeerte zal er zijn naar hun zilver, netelen zullen hen erfelijk 154 Hos 13:2 | en hebben zich van hun zilver een gegoten beeld gemaakt, 155 Joe 3:5 | 5      Omdat gij Mijn zilver en Mijn goud hebt weggenomen, 156 Nah 2:9 | 9      Rooft zilver, rooft goud, want er is 157 Zep 1:18 | 18      Noch hun zilver, noch hun goud zal hen kunnen 158 Zac 6:11 | 11      Te weten, neem zilver en goud, en maak kronen; 159 Zac 9:3 | sterkten gebouwd heeft, en zilver verzameld heeft als stof, 160 Zac 13:9 | het louteren, gelijk men zilver loutert, en Ik zal het beproeven, 161 Zac 14:14 | verzameld worden, goud en zilver, en klederen in grote menigte. ~ 162 Mal 3:3 | zitten, louterende, en het zilver reinigende, en Hij zal de 163 Mal 3:3 | doorlouteren als goud, en als zilver; dan zullen zij den HEERE 164 Matt 10:9 | Verkrijgt u noch goud, noch zilver, noch koper geld in uw gordels; ~ 165 Hand 3:6 | 6 En Petrus zeide: Zilver en goud heb ik niet, maar 166 Hand 11:29| dat de Godheid goud, of zilver, of steen gelijk zij, welke 167 Hand 14:33| 33 Ik heb niemands zilver, of goud, of kleding begeerd. ~ 168 1Kor 3:12| dit fondament bouwt: goud, zilver, kostelijke stenen, hout, 169 Jako 5:3 | 3 Uw goud en zilver is verroest; en hun roest 170 1Pet 1:18| door vergankelijke dingen, zilver of goud, verlost zijt uit 171 Open 18:12| 12 Waren van goud, en van zilver, en van kostelijk gesteente,


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License