Book Chapter: Verse
1 Exo 12:6 | dezer maand; en de ganse gemeente der vergadering van Israel
2 Exo 16:3 | woestijn, om deze ganse gemeente door den honger te doden. ~
3 Lev 4:13 | de zaak voor de ogen der gemeente verborgen is, en zij iets
4 Lev 4:14 | bekend is geworden; zo zal de gemeente een var, een jong rund,
5 Lev 4:21 | het is een zondoffer der gemeente. ~
6 Lev 16:17 | huis, en voor de gehele gemeente van Israel. ~
7 Lev 16:33 | en voor al het volk der gemeente zal hij verzoening doen. ~
8 Num 10:7 | in het verzamelen van de gemeente, zult gij blazen, doch geen
9 Num 14:5 | aangezicht van de ganse gemeente der vergadering van de kinderen
10 Num 15:15 | 15 Gij, gemeente, het zij ulieden en den
11 Num 16:3 | verheft gijlieden u over de gemeente des HEEREN? ~
12 Num 16:33 | kwamen om uit het midden der gemeente. ~
13 Num 16:47 | en liep in het midden der gemeente, en ziet, de plaag had aangevangen
14 Num 20:4 | Waarom toch hebt gijlieden de gemeente des HEEREN in deze woestijn
15 Num 20:6 | Aaron van het aangezicht der gemeente tot de deur van de tent
16 Num 20:10 | en Aaron vergaderden de gemeente voor de steenrots, en hij
17 Num 20:12 | daarom zult gijlieden deze gemeente niet inbrengen in het land,
18 Num 22:4 | Midianieten: Nu zal deze gemeente oplikken al wat rondom ons
19 Deu 5:22 | sprak de HEERE tot uw ganse gemeente, op den berg, uit het midden
20 Deu 31:30 | voor de oren der ganse gemeente van Israel, de woorden dezes
21 Deu 33:4 | een erfenis van Jakobs gemeente; ~
22 Joz 8:35 | overluid las voor de gehele gemeente van Israel, en de vrouwen,
23 Joz 23:16 | 16 Alzo spreekt de ganse gemeente des HEEREN: Wat overtreding
24 Joz 23:18 | vertoornen tegen de ganse gemeente van Israel. ~
25 Ric 20:8 | opgekomen in het leger, tot de gemeente. ~
26 1Kon 8:14| om, en zegende de ganse gemeente van Israel; en de ganse
27 1Kon 8:14| van Israel; en de ganse gemeente van Israel stond. ~
28 1Kon 8:22| HEEREN, tegenover de ganse gemeente van Israel, en breidde zijn
29 1Kon 8:55| hij, en zegende de ganse gemeente van Israel, zeggende met
30 1Kon 8:65| Israel met hem, een grote gemeente, van den ingang af van Hamath
31 1Kon 12:3 | en Jerobeam en de ganse gemeente van Israel kwamen en spraken
32 1Kro 13:2 | David zeide tot de ganse gemeente van Israel: Indien het ulieden
33 1Kro 13:4 | 4 Toen zeide de ganse gemeente, dat men alzo doen zou;
34 1Kro 29:8 | van het ganse Israel, de gemeente des HEEREN, en voor de oren
35 1Kro 30:1 | koning David tot de ganse gemeente: God heeft mijn zoon Salomo
36 1Kro 30:10| HEERE voor de ogen der ganse gemeente; en David zeide: Geloofd
37 1Kro 30:20| zeide David tot de ganse gemeente: Looft nu den HEERE, uw
38 1Kro 30:20| God! Toen loofde de ganse gemeente den HEERE, den God hunner
39 2Kro 1:3 | henen, Salomo en de ganse gemeente met hem, naar de hoogte,
40 2Kro 1:5 | HEEREN; Salomo nu en de gemeente bezochten hetzelve. ~
41 2Kro 7:3 | om, en zegende de ganse gemeente van Israel; en de ganse
42 2Kro 7:3 | van Israel; en de ganse gemeente van Israel stond. ~
43 2Kro 7:12| HEEREN, tegenover de ganse gemeente van Israel; en hij breidde
44 2Kro 7:13| zijn knieen voor de ganse gemeente van Israel, en breidde zijn
45 2Kro 8:8 | met hem, een zeer grote gemeente, van den ingang af van Hamath,
46 2Kro 21:5 | 5 En Josafat stond in de gemeente van Juda en Jeruzalem, in
47 2Kro 21:14| HEEREN in het midden der gemeente, op Jahaziel, den zoon van
48 2Kro 23:16| 3 En die ganse gemeente maakte een verbond in het
49 2Kro 24:6 | knecht des HEEREN, en van de gemeente van Israel, voor de tent
50 2Kro 28:14| der oversten en der ganse gemeente. ~
51 2Kro 29:23| aangezicht des konings en der gemeente, en zij legden hun handen
52 2Kro 29:28| 28 De ganse gemeente nu boog zich neder, als
53 2Kro 29:31| het huis des HEEREN; en de gemeente bracht slachtofferen en
54 2Kro 29:32| der brandofferen, die de gemeente bracht, was zeventig runderen,
55 2Kro 30:2 | zijn oversten en de ganse gemeente te Jeruzalem, om het pascha
56 2Kro 30:4 | en in de ogen der ganse gemeente. ~
57 2Kro 30:13| tweede maand, een zeer grote gemeente. ~
58 2Kro 30:17| Want een menigte was in die gemeente, die zich niet geheiligd
59 2Kro 30:23| 23 Als nu de ganse gemeente raad gehouden had, om andere
60 2Kro 30:24| koning van Juda, gaf de gemeente duizend varren en zeven
61 2Kro 30:24| en de vorsten gaven de gemeente duizend varren en tien duizend
62 2Kro 30:25| 25 En de ganse gemeente van Juda verblijdde zich,
63 2Kro 30:25| de Levieten, en de gehele gemeente dergenen, die uit Israel
64 2Kro 31:18| dochteren, door de ganse gemeente; want zij hadden zich in
65 Ezra 2:64| 64 Deze ganse gemeente te zamen was twee en veertig
66 Ezra 10:1 | uit Israel een zeer grote gemeente van mannen, en vrouwen,
67 Ezra 10:8 | afgezonderd wezen van de gemeente der weggevoerden. ~
68 Ezra 10:12| 12 En de ganse gemeente antwoordde en zeide met
69 Ezra 10:14| toch onze vorsten der ganse gemeente hierover staan, en allen,
70 Neh 5:13 | uitgeschud en ledig. En de ganse gemeente zeide: Amen! En zij prezen
71 Neh 7:66 | 66 Deze ganse gemeente te zamen was twee en veertig
72 Neh 8:3 | priester, bracht de wet voor de gemeente, beiden mannen en vrouwen,
73 Neh 8:18 | 18 En de ganse gemeente dergenen, die uit de gevangenis
74 Neh 13:1 | niet zouden komen in de gemeente Gods, tot in eeuwigheid; ~
75 Job 30:28 | opstaande schreeuw ik in de gemeente. ~
76 Psa 22:23 | vertellen; in het midden der gemeente zal ik U prijzen. ~
77 Psa 22:26 | mijn lof zijn in een grote gemeente; ik zal mijn geloften betalen
78 Psa 36:18 | zal ik U loven in de grote gemeente; onder machtig veel volks
79 Psa 41:10 | gerechtigheid in de grote gemeente; zie, mijn lippen bedwing
80 Psa 41:11 | verheel ik niet in de grote gemeente. ~
81 Psa 89:6 | is Uw getrouwheid in de gemeente der heiligen. ~
82 Psa 107:32 | 32 En Hem verhogen in de gemeente des volks, en in het gestoelte
83 Psa 149:1 | lied; Zijn lof zij in de gemeente Zijner gunstgenoten. ~
84 Spre 5:14| geweest, in het midden der gemeente en der vergadering! ~
85 Spre 21:16| verstands afdwaalt, zal in de gemeente der doden rusten. ~
86 Spre 26:26| diens boosheid zal in de gemeente geopenbaard worden. ~
87 Jer 26:17 | en spraken tot de ganse gemeente des volks, zeggende: ~
88 Jer 30:20 | zijn als eertijds, en zijn gemeente zal voor Mijn aangezicht
89 Jer 31:8 | zamen; met een grote gemeente zullen zij herwaarts wederkomen. ~
90 Klaa 1:10| hadt, dat zij in Uw gemeente niet komen zouden. ~
91 Eze 27:27 | zijn, zelfs met uw ganse gemeente, die in het midden van u
92 Eze 27:34 | onderlinge koophandel en uw ganse gemeente in het midden van u gevallen. ~
93 Joe 2:16 | Verzamelt het volk, heiligt de gemeente, vergadert de oudsten, verzamelt
94 Mic 2:5 | werpe in het lot, in de gemeente des HEEREN. ~
95 Matt 16:18| op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der
96 Matt 18:17| gehoor geeft; zo zeg het der gemeente; en indien hij ook der gemeente
97 Matt 18:17| gemeente; en indien hij ook der gemeente geen gehoor geeft, zo zij
98 Hand 2:47| Heere deed dagelijks tot de Gemeente, die zalig werden. ~ ~
99 Hand 6:22| hen kwam tot de oren der Gemeente, die te Jeruzalem was; en
100 Hand 6:26| samen vergaderden in de Gemeente, en een grote schare leerden;
101 Hand 6:31| handen aan sommigen van de Gemeente, om die kwalijk te handelen. ~
102 Hand 6:35| gevangenis bewaard; maar van de Gemeente werd een gedurig gebed tot
103 Hand 7:1 | waren te Antiochie, in de Gemeente, die daar was, enige profeten
104 Hand 8:23| 23 En als zij in elke Gemeente, met opsteken der handen,
105 Hand 8:27| daar gekomen zijnde, en de Gemeente vergaderd hebbende, verhaalden
106 Hand 9:3 | 3 Zij dan, van de Gemeente uitgeleid zijnde, reisden
107 Hand 9:4 | werden zij ontvangen van de Gemeente, en de apostelen, en de
108 Hand 9:22| ouderlingen, met de gehele Gemeente, goed gedacht, enige mannen
109 Hand 12:22| op naar Jeruzalem, en de Gemeente gegroet hebbende, ging hij
110 Hand 14:17| ontbood de ouderlingen der Gemeente. ~
111 Hand 14:28| opzieners gesteld heeft, om de Gemeente Gods te weiden, welke Hij
112 Rom 16:1 | die een dienares is der Gemeente, die te Kenchreen is; ~
113 Rom 16:5 | 5 Groet ook de Gemeente in hun huis. Groet Epenetus,
114 Rom 16:23 | van mij en van de gehele Gemeente. U groet Erastus, de rentmeester
115 1Kor 1:2 | 2 Aan de Gemeente Gods, die te Korinthe is,
116 1Kor 6:4 | die daarover, die in de Gemeente minst geacht zijn. ~
117 1Kor 10:32| en den Grieken, en der Gemeente Gods. ~
118 1Kor 11:18| als gij samenkomt in de Gemeente, zo hoor ik, dat er scheuringen
119 1Kor 11:22| drinken? Of veracht gij de Gemeente Gods, en beschaamt gij degenen,
120 1Kor 12:28| heeft er sommigen in de Gemeente gesteld, ten eerste apostelen,
121 1Kor 14:4 | profeteert die sticht de Gemeente. ~
122 1Kor 14:5 | hij het uitlegge, opdat de Gemeente stichting moge ontvangen. ~
123 1Kor 14:12| overvloedig zijn tot stichting der Gemeente. ~
124 1Kor 14:19| Maar ik wil liever in de Gemeente vijf woorden spreken met
125 1Kor 14:23| 23 Indien dan de gehele Gemeente bijeenvergaderd ware, en
126 1Kor 14:28| is, dat hij zwijge in de Gemeente; doch dat hij tot zichzelven
127 1Kor 14:35| de vrouwen, dat zij in de Gemeente spreken. ~
128 1Kor 15:9 | worden, daarom dat ik de Gemeente Gods vervolgd heb. ~
129 1Kor 16:19| Aquila en Priscilla, met de Gemeente, die te hunnen huize is. ~
130 2Kor 1:1 | Timotheus, de broeder, aan de Gemeente Gods, die te Korinthe is,
131 Gal 1:13 | dat ik uitnemend zeer de Gemeente Gods vervolgde, en dezelve
132 Efez 1:22| onderworpen, en heeft Hem der Gemeente gegeven tot een Hoofd boven
133 Efez 3:10| 10 Opdat nu, door de Gemeente, bekend gemaakt worde aan
134 Efez 3:21| zij de heerlijkheid in de Gemeente, door Christus Jezus, in
135 Efez 5:23| ook Christus het Hoofd der Gemeente is; en Hij is de Behouder
136 Efez 5:24| 24 Daarom, gelijk de Gemeente aan Christus onderdanig
137 Efez 5:25| gelijk ook Christus de Gemeente liefgehad heeft, en Zichzelven
138 Efez 5:27| heerlijk zou voorstellen, een Gemeente, die geen vlek of rimpel
139 Efez 5:29| gelijkerwijs ook de Heere de Gemeente. ~
140 Efez 5:32| ziende op Christus en op de Gemeente. ~
141 Fili 3:6 | ijver een vervolger der Gemeente; naar de rechtvaardigheid,
142 Fili 4:15| Macedonie vertrokken ben, geen Gemeente mij iets medegedeeld heeft
143 Kol 1:18 | des lichaams, namelijk der Gemeente, Hij, Die het Begin is,
144 Kol 1:24 | Zijn lichaam, hetwelk is de Gemeente; ~
145 Kol 4:15 | Laodicea zijn, en Nymfas, en de Gemeente, die in zijn huis is. ~
146 Kol 4:16 | maakt, dat hij ook in de gemeente der Laodicensen gelezen
147 1The 1:1 | Silvanus, en Timotheus, aan de Gemeente der Thessalonicensen, welke
148 2The 1:1 | Silvanus, en Timotheus, aan de Gemeente der Thessalonicensen, welke
149 1Tim 3:5 | regeren, hoe zal hij voor de Gemeente Gods zorg dragen?) ~
150 1Tim 3:15| verkeren, hetwelk is de Gemeente des levenden Gods, een pilaar
151 1Tim 5:16| genoegzame hulp doe, en dat de Gemeente niet bezwaard worde, opdat
152 File 1:2 | medestrijder, en aan de Gemeente, die te uwen huize is: ~
153 Heb 2:12 | verkondigen; in het midden der Gemeente zal Ik U lofzingen. ~
154 Heb 12:23 | algemene vergadering en de Gemeente der eerstgeborenen, die
155 Jako 5:14| roepe de ouderlingen der Gemeente, en dat zij over hem bidden,
156 1Pet 5:13| groet de medeuitverkorene Gemeente, die in Babylon is, en Markus,
157 3Joh 1:6 | de tegenwoordigheid der Gemeente; welken indien gij geleide
158 3Joh 1:9 | 9 Ik heb aan de Gemeente geschreven; maar Diotrefes,
159 3Joh 1:10| doen, en werpt ze uit de Gemeente. ~
160 Open 2:1 | Schrijf aan den engel der Gemeente van Efeze: Dit zegt Hij,
161 Open 2:8 | schrijf aan den engel der Gemeente van die van Smyrna: Dit
162 Open 2:12| schrijf aan den engel der Gemeente, die in Pergamus is: Dit
163 Open 2:18| schrijf aan den engel der Gemeente te Thyatire: Dit zegt de
164 Open 3:1 | schrijf aan den engel der Gemeente, die te Sardis is: Dit zegt,
165 Open 3:7 | schrijf aan den engel der Gemeente, die in Filadelfia is: Dit
166 Open 3:14| schrijf aan den engel van de Gemeente der Laodicensen: Dit zegt
|