Book Chapter: Verse
1 Gen 23:89 | stieten zich samen in haar lichaam. Toen zeide zij: Is het
2 Gen 43:18 | aangezichts mijns heren, dan ons lichaam en ons land. ~
3 Lev 19:28 | 28 Gij zult om een dood lichaam geen snijding in uw vlees
4 Lev 22:4 | dat onrein is van een dood lichaam, of iemand, wien het zaad
5 Num 6:6 | hebben, zal hij tot het lichaam eens doden niet gaan. ~
6 Num 6:11 | van dat hij aan het dode lichaam gezondigd heeft; alzo zal
7 Num 9:6 | geweest, die over het dode lichaam eens mensen onrein waren,
8 Num 9:7 | zijn onrein over het dode lichaam eens mensen; waarom zouden
9 Num 9:10 | geslachten, over een dood lichaam onrein, of op een verren
10 Deu 21:23 | 23 Zo zal zijn dood lichaam aan het hout niet overnachten;
11 Deu 28:26 | 26 En uw dood lichaam zal aan alle gevogelte des
12 Joz 8:29 | Jozua, dat men zijn dood lichaam van het hout afname; en
13 Ric 13:8 | een bijenzwerm was in het lichaam van den leeuw, met honig. ~
14 Ric 13:9 | dat hij den honig uit het lichaam van den leeuw genomen had. ~
15 Rut 1:11 | Heb ik nog zonen in mijn lichaam, dat zij u tot mannen zouden
16 1Sa 31:10 | huis van Astharoth; en zijn lichaam hechtten zij aan den muur
17 1Sa 31:12 | nacht, en zij namen het lichaam van Saul, en de lichamen
18 1Kon 13:22 | drinken; zo zal uw dood lichaam in uw vaderen graf niet
19 1Kon 13:24 | doodde hem; en zijn dood lichaam lag geworpen op den weg,
20 1Kon 13:24 | stond de leeuw bij het dode lichaam. ~
21 1Kon 13:25 | voorbij, en zagen het dode lichaam geworpen op den weg, en
22 1Kon 13:25 | leeuw, staande bij het dode lichaam; en zij kwamen en zeiden
23 1Kon 13:28 | heen, en vond zijn dood lichaam geworpen op den weg, en
24 1Kon 13:28 | leeuw, staande bij het dode lichaam; de leeuw had het dode lichaam
25 1Kon 13:28 | lichaam; de leeuw had het dode lichaam niet gegeten, en den ezel
26 1Kon 13:29 | nam de profeet het dode lichaam van den man Gods op, en
27 1Kon 13:30 | 30 En hij legde zijn dood lichaam in zijn graf; en zij maakten
28 2Kon 9:37 | 37 En het dode lichaam van Izebel zal zijn gelijk
29 1Kro 10:12 | mannen op, en zij namen het lichaam van Saul, en de lichamen
30 Jes 14:19 | een vertreden dood lichaam. ~
31 Jes 26:19 | zullen leven, ook mijn dood lichaam, zij zullen opstaan; waakt
32 Jer 9:22 | spreekt de HEERE: Ja, een dood lichaam des mensen zal liggen, als
33 Jer 26:23 | en hij wierp zijn dood lichaam in de graven van de kinderen
34 Jer 36:30 | troon zitte; en zijn dood lichaam zal weggeworpen zijn, des
35 Klaa 1:117| melk; zij waren roder van lichaam dan robijnen, gladder dan
36 Eze 10:12 | 12 Hun ganse lichaam nu, en hun ruggen, en hun
37 Dan 4:33 | gras als de ossen, en zijn lichaam werd van den dauw des hemels
38 Dan 5:21 | den ossen; en zijn lichaam werd van den dauw des hemels
39 Dan 7:11 | het dier gedood, en zijn lichaam verdaan werd, en overgegeven
40 Dan 7:15 | doorstoken in het midden van het lichaam, en de gezichten mijns hoofds
41 Dan 10:6 | 6 En Zijn lichaam was gelijk een turkoois,
42 Matt 5:29 | verga, en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde. ~
43 Matt 5:30 | verga, en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde. ~
44 Matt 6:22 | eenvoudig is, zo zal uw gehele lichaam verlicht wezen; ~
45 Matt 6:23 | boos is, zo zal geheel uw lichaam duister zijn. Indien dan
46 Matt 6:25 | drinken zult; noch voor uw lichaam, waarmede gij u kleden zult;
47 Matt 6:25 | dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding? ~
48 Matt 10:28 | niet voor degenen, die het lichaam doden, en de ziel niet kunnen
49 Matt 10:28 | meer Hem, Die beide ziel en lichaam kan verderven in de hel. ~
50 Matt 14:12 | discipelen kwamen, en namen het lichaam weg, en begroeven hetzelve;
51 Matt 24:28 | 28 Want alwaar het dode lichaam zal zijn, daar zullen de
52 Matt 26:12 | als zij deze zalf op Mijn lichaam gegoten heeft, zo heeft
53 Matt 26:26 | Neemt, eet, dat is Mijn lichaam. ~
54 Matt 27:58 | Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus. Toen beval Pilatus,
55 Matt 27:58 | beval Pilatus, dat hem het lichaam gegeven zou worden. ~
56 Matt 27:59 | 59 En Jozef, het lichaam nemende, wond hetzelve in
57 Mark 5:29 | en zij gevoelde aan haar lichaam, dat zij van die kwaal genezen
58 Mark 6:29 | gingen zij en namen zijn dood lichaam weg, en legden dat in een
59 Mark 14:8 | is voorgekomen, om Mijn lichaam te zalven, tot een voorbereiding
60 Mark 14:22 | Neemt, eet, dat is Mijn lichaam. ~
61 Mark 15:43 | Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus. ~
62 Mark 15:45 | had, schonk hij Jozef het lichaam. ~
63 Luk 2:21 | den engel, eer Hij in het lichaam ontvangen was. ~
64 Luk 11:34 | is, zo is ook uw gehele lichaam verlicht; maar zo het boos
65 Luk 11:34 | is, zo is ook uw gehele lichaam duister. ~
66 Luk 11:36 | 36 Indien dan uw lichaam geheel verlicht is, niet
67 Luk 12:4 | niet voor degenen, die het lichaam doden, en daarna niet meer
68 Luk 12:22 | eten zult, noch voor het lichaam, waarmede gij u kleden zult. ~
69 Luk 12:23 | dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding. ~
70 Luk 17:37 | zeide tot hen: Waar het lichaam is, aldaar zullen de arenden
71 Luk 22:19 | hun, zeggende: Dat is Mijn lichaam, hetwelk voor u gegeven
72 Luk 23:52 | Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus. ~
73 Luk 23:55 | aanschouwden het graf, en hoe Zijn lichaam gelegd werd. ~
74 Luk 24:3 | ingegaan zijnde, vonden zij het lichaam van den Heere Jezus niet. ~
75 Luk 24:23 | 23 En Zijn lichaam niet vindende, kwamen zij
76 Joha 19:38 | Pilatus, dat hij mocht het lichaam van Jezus wegnemen; en Pilatus
77 Joha 19:38 | Hij dan ging en nam het lichaam van Jezus weg. ~
78 Joha 19:40 | 40 Zij namen dan het lichaam van Jezus, en bonden dat
79 Joha 20:12 | aan de voeten, waar het lichaam van Jezus gelegen had. ~
80 Rom 4:19 | geloof, heeft hij zijn eigen lichaam niet aangemerkt, dat alrede
81 Rom 6:6 | gekruisigd is, opdat het lichaam der zonde te niet gedaan
82 Rom 6:12 | heerse in uw sterfelijk lichaam, om haar te gehoorzamen
83 Rom 7:4 | der wet gedood door het lichaam van Christus, opdat gij
84 Rom 7:24 | zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? ~
85 Rom 8:10 | ulieden is, zo is wel het lichaam dood om der zonden wil;
86 Rom 12:4 | 4 Want gelijk wij in een lichaam vele leden hebben, en de
87 Rom 12:5 | Alzo zijn wij velen een lichaam in Christus, maar elkeen
88 1Kor 5:3 | Doch ik, als wel met het lichaam afwezend, maar tegenwoordig
89 1Kor 6:13 | die te niet doen. Doch het lichaam is niet voor de hoererij,
90 1Kor 6:13 | Heere en de Heere voor het lichaam. ~
91 1Kor 6:16 | die de hoer aanhangt, een lichaam met haar is? Want die twee,
92 1Kor 6:18 | mens doet, is buiten het lichaam, maar die hoererij bedrijft,
93 1Kor 6:18 | zondigt tegen zijn eigen lichaam. ~
94 1Kor 6:19 | weet gij niet, dat ulieder lichaam een tempel is van den Heiligen
95 1Kor 6:20 | verheerlijkt dan God in uw lichaam en in uw geest, welke Godes
96 1Kor 7:4 | macht niet over haar eigen lichaam, maar de man; en desgelijks
97 1Kor 7:4 | macht niet over zijn eigen lichaam, maar de vrouw. ~
98 1Kor 7:34 | zij heilig zij, beide aan lichaam en aan geest; maar die getrouwd
99 1Kor 9:27 | 27 Maar ik bedwing mijn lichaam, en breng het tot dienstbaarheid,
100 1Kor 10:17 | het, zo zijn wij velen een lichaam, dewijl wij allen eens broods
101 1Kor 11:24 | Neemt, eet, dat is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt;
102 1Kor 11:27 | zal schuldig zijn aan het lichaam en bloed des Heeren. ~
103 1Kor 11:29 | niet onderscheidende het lichaam des Heeren. ~
104 1Kor 12:12 | 12 Want gelijk het lichaam een is, en vele leden heeft,
105 1Kor 12:12 | al de leden van dit ene lichaam, vele zijnde, maar een lichaam
106 1Kor 12:12 | lichaam, vele zijnde, maar een lichaam zijn, alzo ook Christus. ~
107 1Kor 12:13 | zijn door een Geest tot een lichaam gedoopt; hetzij Joden, hetzij
108 1Kor 12:14 | 14 Want ook het lichaam is niet een lid, maar vele
109 1Kor 12:15 | niet ben, zo ben ik van het lichaam niet; is hij daarom niet
110 1Kor 12:15 | hij daarom niet van het lichaam? ~
111 1Kor 12:16 | niet ben, zo ben ik van het lichaam niet; is het daarom niet
112 1Kor 12:16 | het daarom niet van het lichaam? ~
113 1Kor 12:17 | 17 Ware het gehele lichaam het oog, waar zou het gehoor
114 1Kor 12:17 | gehoor zijn? Ware het gehele lichaam gehoor, waar zou de reuk
115 1Kor 12:18 | iegelijk van dezelve in het lichaam, gelijk Hij gewild heeft. ~
116 1Kor 12:19 | maar een lid, waar zou het lichaam zijn? ~
117 1Kor 12:20 | vele leden, doch maar een lichaam. ~
118 1Kor 12:24 | node; maar God heeft het lichaam alzo samengevoegd, gevende
119 1Kor 12:25 | Opdat geen tweedracht in het lichaam zij, maar de leden voor
120 1Kor 12:27 | 27 En gijlieden zijt het lichaam van Christus, en leden in
121 1Kor 13:3 | al ware het, dat ik mijn lichaam overgaf, opdat ik verbrand
122 1Kor 15:35 | worden, en met hoedanig een lichaam zullen zij komen? ~
123 1Kor 15:37 | zaait, daarvan zaait gij het lichaam niet, dat worden zal, maar
124 1Kor 15:38 | Maar God geeft hetzelve een lichaam, gelijk Hij wil, en aan
125 1Kor 15:38 | iegelijk zaad zijn eigen lichaam. ~
126 1Kor 15:42 | opstanding der doden zijn. Het lichaam wordt gezaaid in verderfelijkheid,
127 1Kor 15:44 | 44 Een natuurlijk lichaam wordt er gezaaid, een geestelijk
128 1Kor 15:44 | gezaaid, een geestelijk lichaam wordt er opgewekt. Er is
129 1Kor 15:44 | opgewekt. Er is een natuurlijk lichaam, en er is een geestelijk
130 1Kor 15:44 | en er is een geestelijk lichaam. ~
131 2Kor 4:10 | van den Heere Jezus in het lichaam omdragende, opdat ook het
132 2Kor 4:10 | het leven van Jezus in ons lichaam zou geopenbaard worden. ~
133 2Kor 5:6 | dat wij, inwonende in het lichaam, uitwonen van den Heere; ~
134 2Kor 5:8 | meer behagen om uit het lichaam uit te wonen, en bij den
135 2Kor 5:10 | wegdrage, hetgeen door het lichaam geschiedt, naardat hij gedaan
136 2Kor 12:2 | het geschied zij in het lichaam, weet ik niet, of buiten
137 2Kor 12:2 | weet ik niet, of buiten het lichaam, weet ik niet, God weet
138 2Kor 12:3 | zodanig mens (of het in het lichaam, of buiten het lichaam geschied
139 2Kor 12:3 | het lichaam, of buiten het lichaam geschied zij, weet ik niet,
140 Gal 6:17 | den Heere Jezus in mijn lichaam. ~
141 Efez 1:23 | 23 Welke Zijn lichaam is, en de vervulling Desgenen,
142 Efez 2:16 | die beiden met God in een lichaam zou verzoenen door het kruis,
143 Efez 3:6 | medeerfgenamen, en van hetzelfde lichaam, en mededeelgenoten Zijner
144 Efez 4:4 | 4 Een lichaam is het, en een Geest, gelijkerwijs
145 Efez 4:16 | 16 Uit Welken het gehele lichaam bekwamelijk samengevoegd
146 Fili 1:20 | groot gemaakt worden in mijn lichaam, hetzij door het leven,
147 Fili 3:21 | 21 Die ons vernederd lichaam veranderen zal, opdat hetzelve
148 Fili 3:21 | worde aan Zijn heerlijk lichaam, naar de werking, waardoor
149 Kol 1:22 | 22 In het lichaam Zijns vleses, door den dood,
150 Kol 1:24 | van Christus, voor Zijn lichaam, hetwelk is de Gemeente; ~
151 Kol 2:11 | in de uittrekking van het lichaam der zonden des vleses, door
152 Kol 2:17 | toekomende dingen, maar het lichaam is van Christus. ~
153 Kol 2:19 | uit hetwelk het gehele lichaam, door de samenvoegselen
154 Kol 2:23 | en nederigheid, en in het lichaam niet te sparen, doch zijn
155 Kol 3:15 | ook geroepen zijt in een lichaam; en weest dankbaar. ~
156 1The 5:23 | oprechte geest, en ziel, en lichaam worde onberispelijk bewaard
157 Heb 10:5 | gewild, maar Gij hebt Mij het lichaam toebereid; ~
158 Heb 10:22 | het kwaad geweten, en het lichaam gewassen zijnde met rein
159 Heb 13:3 | alsof gij ook zelven in het lichaam kwalijk gehandeld waart. ~
160 Jako 2:26 | 26 Want gelijk het lichaam zonder geest dood is, alzo
161 Jako 3:2 | machtig om ook het gehele lichaam in den toom te houden. ~
162 Jako 3:3 | leiden daarmede hun gehele lichaam om; ~
163 Jako 3:6 | gesteld, welke het gehele lichaam besmet, en ontsteekt het
164 1Pet 2:24 | Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout;
165 Jud 1:9 | twistte, en handelde van het lichaam van Mozes, durfde geen oordeel
|