Book Chapter: Verse
1 Gen 14:10 | Het dal nu van Siddim was vol lijmputten; en de koningen
2 Gen 37:22 | aren rezen op in een halm, vol en goed. ~
3 Exo 9:8 | Neemt gijlieden uw vuisten vol as uit den oven; en Mozes
4 Exo 16:33 | kruik, en doe een gomer vol Man daarin; en zet die voor
5 Exo 28:4 | en een mantel, en een rok vol oogjes, een hoed en een
6 Exo 28:39 | 39 Gij zult ook een rok vol oogjes maken, van fijn linnen;
7 Lev 2:2 | welke daarvan zijn hand vol grijpen zal uit deszelfs
8 Lev 5:12 | priester zal daarvan zijn hand vol, der gedachtenis deszelven,
9 Lev 6:15 | daarvan opnemen zijn hand vol, uit de meelbloem des spijsoffers,
10 Lev 16:12 | Hij zal ook een wierookvat vol vurige kolen nemen van het
11 Lev 16:12 | des HEEREN, en zijn handen vol reukwerk van welriekende
12 Lev 24:29 | volkomen zal zijn; in een vol jaar zal zijn lossing wezen. ~
13 Num 7:13 | heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd,
14 Num 7:14 | van tien gouden sikkelen, vol reukwerks; ~
15 Num 7:19 | heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd,
16 Num 7:20 | van tien gouden sikkelen, vol reukwerks; ~
17 Num 7:25 | heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd,
18 Num 7:26 | van tien gouden sikkelen, vol reukwerks; ~
19 Num 7:31 | heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd,
20 Num 7:32 | van tien gouden sikkelen, vol reukwerks; ~
21 Num 7:37 | heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd,
22 Num 7:38 | van tien gouden sikkelen, vol reukwerks; ~
23 Num 7:43 | heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd,
24 Num 7:44 | van tien gouden sikkelen, vol reukwerks; ~
25 Num 7:49 | heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd,
26 Num 7:50 | van tien gouden sikkelen, vol reukwerks; ~
27 Num 7:55 | heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd,
28 Num 7:56 | van tien gouden sikkelen, vol reukwerks; ~
29 Num 7:61 | heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd,
30 Num 7:62 | van tien gouden sikkelen, vol reukwerks; ~
31 Num 7:67 | heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd,
32 Num 7:68 | van tien gouden sikkelen, vol reukwerks; ~
33 Num 7:73 | heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd,
34 Num 7:74 | van tien gouden sikkelen, vol reukwerks; ~
35 Num 7:79 | heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd,
36 Num 7:80 | van tien gouden sikkelen, vol reukwerks; ~
37 Num 22:18 | Wanneer Balak mij zijn huis vol zilver en goud gave, zo
38 Num 24:13 | Wanneer mij Balak zijn huis vol zilver en goud gave, zo
39 Deu 6:11 | 11 En huizen, vol van alle goeds, die gij
40 Deu 33:23 | van de goedgunstigheid, en vol van den zegen des HEEREN;
41 Deu 34:9 | nu, de zoon van Nun, was vol van den Geest der wijsheid;
42 Joz 3:15 | water (de Jordaan nu was vol al de dagen des oogstes
43 Ric 5:38 | uit het vlies, een schaal vol waters. ~
44 Ric 15:27 | 27 Het huis nu was vol mannen en vrouwen; ook waren
45 Rut 1:21 | 21 Vol toog ik weg, maar ledig
46 2Sa 8:2 | om te doden, en met een vol snoer om in het leven te
47 2Sa 23:11 | aldaar een stuk akkers was vol linzen, en het volk voor
48 1Kon 17:12| heb, dan alleen een hand vol meels in de kruik, en een
49 2Kon 4:4 | die vaten, en zet weg, dat vol is. ~
50 2Kon 4:6 | geschiedde, als die vaten vol waren, dat zij tot haar
51 2Kon 4:39| las daarvan, zijn kleed vol wilde kolokwinten, en kwam,
52 2Kon 6:17| zag; en ziet, de berg was vol vurige paarden en wagenen
53 2Kon 7:15| en ziet, de ganse weg was vol van klederen en gereedschap,
54 1Kro 11:13| en het stuk des akkers vol gerst was, en het volk voor
55 1Kro 12:15| eerste maand, toen dezelve vol was aan al haar oevers;
56 Neh 9:25 | erfelijk bezeten, huizen, vol van alle goed, uitgehouwen
57 Job 20:11 | 11 Zijn beenderen zullen vol van zijn verborgene zonden
58 Job 20:22 | zijn genoegzaamheid zal vol zijn, zal hem bang zijn;
59 Job 21:24 | 24 Zijn melkvaten waren vol melk, en het merg zijner
60 Job 32:18 | Want ik ben der woorden vol; de geest mijns buiks benauwt
61 Job 36:16 | het gerecht uwer tafel zou vol vettigheid geweest zijn. ~
62 Psa 10:7 | 7 Zijn mond is vol van vloek, en bedriegerijen,
63 Psa 26:10 | is, en welker rechterhand vol geschenken is. ~
64 Psa 33:5 | gericht lief; de aarde is vol van de goedertierenheid
65 Psa 34:5 | gericht lief; de aarde is vol van de goedertierenheid
66 Psa 39:8 | 8 Want mijn darmen zijn vol van een verachtelijke plage,
67 Psa 48:11 | aarde; Uw rechterhand is vol van gerechtigheid. ~
68 Psa 49:4 | overdenking mijns harten zal vol verstand zijn. ~
69 Psa 65:10 | grotelijks; de rivier Gods is vol waters; wanneer Gij het
70 Psa 72:16 | 16 Is er een hand vol koren in het land op de
71 Psa 74:20 | plaatsen des lands zijn vol woningen van geweld. ~
72 Psa 75:9 | en de wijn is beroerd, vol van mengeling, en Hij schenkt
73 Psa 83:17 | 17 Maak hun aangezicht vol schande, opdat zij, o HEERE!
74 Psa 104:24 | gemaakt; het aardrijk is vol van Uw goederen. ~
75 Psa 110:6 | de heidenen; Hij zal het vol dode lichamen maken; Hij
76 Psa 119:64 | 64 HEERE! de aarde is vol van Uw goedertierenheid;
77 Psa 144:13 | 13 Dat onze winkelen vol zijnde, den enen voorraad
78 Spre 17:1 | is beter, dan een huis vol van geslachte beesten met
79 Spre 20:17| maar daarna zal zijn mond vol van zandsteentjes worden. ~
80 Pred 1:7 | nochtans wordt de zee niet vol; naar de plaats, waar de
81 Pred 4:6 | 6 Een hand vol met rust is beter, dan beide
82 Pred 4:6 | beter, dan beide de vuisten vol met arbeid en kwelling des
83 Pred 8:11| kinderen der mensen in hen vol om kwaad te doen. ~
84 Pred 9:3 | hart der mensenkinderen vol boosheid is, en dat er in
85 Pred 11:3 | 3 Als de wolken vol geworden zijn, zo storten
86 Jes 1:15 | niet; want uw handen zijn vol bloed. ~
87 Jes 1:21 | een hoer geworden! Zij was vol recht, gerechtigheid herbergde
88 Jes 6:3 | is van Zijn heerlijkheid vol! ~
89 Jes 11:9 | heiligheid; want de aarde zal vol van kennis des HEEREN zijn,
90 Jes 15:9 | de wateren van Dimon zijn vol bloeds, want Ik zal Dimon
91 Jes 21:3 | Daarom zijn mijn lendenen vol van grote krankheid, bange
92 Jes 22:2 | 2 Gij, die vol van groot gedruis waart,
93 Jes 22:7 | dat uw uitgelezen dalen vol wagenen zullen zijn, en
94 Jes 25:6 | van reinen wijn, van vet vol mergs, van reine wijnen,
95 Jes 28:8 | Want alle tafels zijn vol van uitspuwsel en van drek,
96 Jes 30:27 | zwaar; Zijn lippen zijn vol gramschap, en Zijn tong,
97 Jes 34:6 | Het zwaard des HEEREN is vol van bloed, het is vet geworden
98 Jes 51:20 | os in het net; zij zijn vol van de grimmigheid des HEEREN,
99 Jer 5:27 | 27 Gelijk een kouw vol is van gevogelte, alzo zijn
100 Jer 5:27 | gevogelte, alzo zijn hun huizen vol van bedrog; daarom zijn
101 Jer 6:11 | 11 Daarom ben ik vol van des HEEREN grimmigheid,
102 Jer 6:11 | worden, de oude met dien, die vol is van dagen. ~
103 Jer 23:10 | 10 Want het land is vol overspelers, want het land
104 Jer 35:5 | huis der Rechabieten koppen vol wijn en bekers voor; en
105 Jer 46:12 | gehoord, en het land is vol van uw gekrijt; want zij
106 Jer 51:5 | heirscharen (hoewel hunlieder land vol van schuld is), van den
107 Klaa 1:1 | die stad zo eenzaam, die vol volks was, zij is als een
108 Eze 1:18 | waren; en hun velgen waren vol ogen rondom aan die vier
109 Eze 7:23 | keten; want het land is vol van bloedgerichten, en de
110 Eze 7:23 | bloedgerichten, en de stad is vol van geweld. ~
111 Eze 9:9 | bloed vervuld, en de stad is vol van afwijking; want zij
112 Eze 10:4 | wolk, en het voorhof was vol van den glans der heerlijkheid
113 Eze 10:12 | mitsgaders de raderen, waren vol ogen rondom; die vier hadden
114 Eze 17:3 | vleugelen, lang van vlerken, vol van vederen, die verscheidene
115 Eze 19:10 | wateren; hij was vruchtbaar en vol ranken vanwege vele wateren. ~
116 Eze 22:5 | gij onreine van naam en vol van onrust! ~
117 Eze 23:33 | dronkenschap en jammer zult gij vol worden; de beker van uw
118 Eze 28:12 | Gij verzegelaar der som, vol van wijsheid en volmaakt
119 Eze 36:38 | zullen de eenzame steden vol zijn van mensenkudden; en
120 Eze 37:1 | ener vallei; dezelve nu was vol beenderen. ~
121 Eze 41:8 | zijkameren waren van een vol riet, zes ellen, de el tot
122 Dan 3:19 | Toen werd Nebukadnezar vol grimmigheid, en de gedaante
123 Joe 2:24 | En de dorsvloeren zullen vol koren zijn, en de perskuipen
124 Joe 3:13 | henen af, want de pers is vol, en de perskuipen lopen
125 Joe 3:18 | en alle stromen van Juda vol van water gaan; en er zal
126 Amos 2:13| als een wagen drukt, die vol garven is. ~
127 Mic 3:8 | Maar waarlijk, ik ben vol krachts van den Geest des
128 Mic 3:8 | den Geest des HEEREN; en vol van gericht en dapperheid,
129 Mic 6:12 | Dewijl haar rijke lieden vol zijn van geweld, en haar
130 Nah 3:1 | der bloedstad, die gans vol leugen, en verscheuring
131 Matt 13:48| 48 Hetwelk, wanneer het vol geworden is, de vissers
132 Matt 23:25| maar van binnen zijn zij vol van roof en onmatigheid. ~
133 Matt 23:27| maar van binnen zijn zij vol doodsbeenderen en alle onreinigheid. ~
134 Matt 23:28| maar van binnen zijt gij vol geveinsdheid en ongerechtigheid. ~
135 Mark 4:37| het schip, alzo dat het nu vol werd. ~
136 Luk 4:1 | 1 En Jezus, vol des Heiligen Geestes, keerde
137 Luk 5:12 | was, ziet, er was een man vol melaatsheid; en Jezus ziende,
138 Luk 8:23 | het meer, en zij werden vol waters, en waren in nood. ~
139 Luk 11:39 | maar het binnenste van u is vol van roof en boosheid. ~
140 Luk 14:23 | te komen, opdat mijn huis vol worde; ~
141 Luk 16:20 | welke lag voor zijn poort vol zweren; ~
142 Joha 1:14| Eniggeborenen van den Vader), vol van genade en waarheid. ~
143 Joha 19:29| 29 Daar stond dan een vat vol ediks, en zij vulden een
144 Joha 21:11| trok het net op het land, vol grote vissen, tot honderd
145 Hand 2:13| spottende, zeiden: Zij zijn vol zoeten wijns. ~
146 Hand 6:24| hij was een goed man, en vol des Heiligen Geestes en
147 Hand 7:10| O gij kind des duivels, vol van alle bedrog, en van
148 Hand 13:28| dit hoorden, werden zij vol van toornigheid, en riepen,
149 Hand 13:29| 29 En de gehele stad werd vol verwarring; en zij liepen
150 Rom 1:29 | gierigheid, kwaadheid, vol van nijdigheid, moord, twist,
151 Rom 3:14 | 14 Welker mond vol is van vervloeking en bitterheid; ~
152 Rom 15:14 | van u, dat gij ook zelven vol zijt van goedheid, vervuld
153 Jako 3:8 | een onbedwingelijk kwaad, vol van dodelijk venijn. ~
154 Jako 3:17| bescheiden, gezeggelijk, vol van barmhartigheid en van
155 2Pet 2:14| 14 Hebbende de ogen vol overspel, en die niet ophouden
156 2Joh 1:8 | gearbeid hebben, maar een vol loon mogen ontvangen. ~
157 Open 3:2 | want Ik heb uw werken niet vol gevonden voor God. ~
158 Open 4:6 | troon, vier dieren, zijnde vol ogen van voren en van achteren. ~
159 Open 4:8 | rondom, en waren van binnen vol ogen; en hebben geen rust
160 Open 5:8 | en gouden fiolen, zijnde vol reukwerks, welke zijn de
161 Open 15:7 | engelen zeven gouden fiolen, vol van den toorn Gods, Die
162 Open 17:3 | scharlaken rood beest, dat vol was van namen der gods lastering,
163 Open 17:4 | hand een gouden drinkbeker, vol van gruwelen, en van onreinigheid
164 Open 21:9 | zeven fiolen hadden, welke vol geweest waren van de zeven
|