1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-8801
Book Chapter: Verse
8501 1Tim 6:17 | tegenwoordige wereld, dat zij niet hoogmoedig zijn, noch
8502 1Tim 6:18 | 18 Dat zij weldadig zijn, rijk worden
8503 1Tim 6:19 | tegen het toekomende, opdat zij het eeuwige leven verkrijgen
8504 1Tim 6:21 | geloof afgeweken. De genade zij met u. Amen. ~ ~ ~ ~
8505 2Tim 1:2 | genade, barmhartigheid, vrede zij u van God den Vader, en
8506 2Tim 2:10 | uitverkorenen, opdat ook zij de zaligheid zouden verkrijgen,
8507 2Tim 2:14 | betuig voor den Heere, dat zij geen woordenstrijd voeren,
8508 2Tim 2:16 | ongoddelijk ijdelroepen; want zij zullen in meerdere goddeloosheid
8509 2Tim 2:23 | lering zijn, wetende, dat zij twistingen voortbrengen. ~
8510 2Tim 2:26 | 26 En zij wederom ontwaken mochten
8511 2Tim 2:26 | des duivels, onder welken zij gevangen waren tot zijn
8512 2Tim 3:9 | 9 Maar zij zullen niet meerder toenemen;
8513 2Tim 3:17 | Opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaaktelijk
8514 2Tim 4:3 | zal een tijd zijn, wanneer zij de gezonde leer niet zullen
8515 2Tim 4:3 | zijnde van gehoor, zullen zij zichzelven leraars opgaderen,
8516 2Tim 4:5 | dienst ten volle verzekerd zij. ~
8517 2Tim 4:16 | niemand bij mij geweest, maar zij hebben mij allen verlaten.
8518 2Tim 4:18 | hemels Koninkrijk; Denwelken zij de heerlijkheid in alle
8519 2Tim 4:22 | De Heere Jezus Christus zij met uw geest. De genade
8520 2Tim 4:22 | met uw geest. De genade zij met ulieden. Amen. ~ ~
8521 2Tim 5:4 | Genade, barmhartigheid, vrede zij u van God den Vader, en
8522 2Tim 5:9 | leer is, opdat hij machtig zij, beide om te vermanen door
8523 2Tim 5:13 | bestraf hen scherpelijk, opdat zij gezond mogen zijn in het
8524 2Tim 5:16 | 16 Zij belijden, dat zij God kennen,
8525 2Tim 5:16 | 16 Zij belijden, dat zij God kennen, maar zij verloochenen
8526 2Tim 5:16 | dat zij God kennen, maar zij verloochenen Hem met de
8527 2Tim 5:16 | Hem met de werken, alzo zij gruwelijk zijn en ongehoorzaam,
8528 Tit 1:4 | Genade, barmhartigheid, vrede zij u van God den Vader, en
8529 Tit 1:9 | leer is, opdat hij machtig zij, beide om te vermanen door
8530 Tit 1:13 | bestraf hen scherpelijk, opdat zij gezond mogen zijn in het
8531 Tit 1:16 | 16 Zij belijden, dat zij God kennen,
8532 Tit 1:16 | 16 Zij belijden, dat zij God kennen, maar zij verloochenen
8533 Tit 1:16 | dat zij God kennen, maar zij verloochenen Hem met de
8534 Tit 1:16 | Hem met de werken, alzo zij gruwelijk zijn en ongehoorzaam,
8535 Tit 2:3 | vrouwen insgelijks, dat zij in haar dracht zijn, gelijk
8536 Tit 2:3 | den heiligen betaamt, dat zij geen lasteraarsters zijn,
8537 Tit 2:4 | 4 Opdat zij de jonge vrouwen leren voorzichtig
8538 Tit 2:6 | jonge mannen insgelijks, dat zij matig zijn. ~
8539 Tit 2:9 | den dienstknechten, dat zij hun eigen heren onderdanig
8540 Tit 2:9 | heren onderdanig zijn, dat zij in alles welbehagelijk zijn,
8541 Tit 2:10 | trouw bewijzende; opdat zij de leer van God, onzen Zaligmaker,
8542 Tit 3:1 | 1 Vermaan hen, dat zij aan de overheden en machten
8543 Tit 3:1 | machten onderdanig zijn, dat zij hun gehoorzaam zijn, dat
8544 Tit 3:1 | hun gehoorzaam zijn, dat zij tot alle goed werk bereid
8545 Tit 3:2 | 2 Dat zij niemand lasteren, geen vechters
8546 Tit 3:9 | strijdingen over de wet; want zij zijn onnut en ijdel. ~
8547 Tit 3:14 | tot nodig gebruik, opdat zij niet onvruchtbaar zijn. ~
8548 Tit 3:15 | in het geloof. De genade zij met u allen. Amen. ~
8549 File 1:3 | 3 Genade zij ulieden en vrede van God,
8550 File 1:25 | onzen Heere Jezus Christus zij met uw geest. Amen.~ ~
8551 Heb 1:11 | maar Gij blijft altijd, en zij zullen alle als een kleed
8552 Heb 1:12 | zult Gij ze ineenrollen, en zij zullen veranderd worden;
8553 Heb 1:14 | 14 Zijn zij niet allen gedienstige geesten,
8554 Heb 2:8 | dat hem niet onderworpen zij; doch nu zien wij nog niet,
8555 Heb 2:11 | en Hij, Die heiligt, en zij, die geheiligd worden, zijn
8556 Heb 3:9 | vaders verzocht hebben; zij hebben Mij beproefd, en
8557 Heb 3:10 | en sprak: Altijd dwalen zij met het hart, en zij hebben
8558 Heb 3:10 | dwalen zij met het hart, en zij hebben Mijn wegen niet gekend. ~
8559 Heb 3:11 | gezworen in Mijn toorn; Indien zij in Mijn rust zullen ingaan! ~
8560 Heb 3:12 | eniger tijd in iemand van u zij een boos, ongelovig hart,
8561 Heb 3:16 | 16 Want sommigen, als zij die gehoord hadden, hebben
8562 Heb 3:18 | heeft Hij gezworen, dat zij in Zijn rust niet zouden
8563 Heb 3:19 | 19 En wij zien, dat zij niet hebben kunnen ingaan
8564 Heb 4:3 | gezworen in Mijn toorn: Indien zij zullen ingaan in Mijn rust!
8565 Heb 4:5 | deze plaats wederom: Indien zij in Mijn rust zullen ingaan! ~
8566 Heb 6:7 | voor degenen, door welke zij ook gebouwd wordt, die ontvangt
8567 Heb 6:16 | wel bij den meerdere dan zij zijn, en de eed tot bevestiging
8568 Heb 7:4 | hoe groot deze geweest zij, aan denwelken ook Abraham,
8569 Heb 7:23 | priesters geworden, omdat zij door den dood verhinderd
8570 Heb 8:9 | Egypteland te leiden; want zij zijn in dit Mijn verbond
8571 Heb 8:10 | hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk
8572 Heb 8:11 | 11 En zij zullen niet leren, een iegelijk
8573 Heb 8:11 | zeggende: Ken de Heere; want zij zullen Mij allen kennen
8574 Heb 10:1 | dezelfde offeranden, die zij alle jaren geduriglijk opofferen,
8575 Heb 10:2 | 2 Anderszins zouden zij opgehouden hebben, geofferd
8576 Heb 11:11 | tijd haars ouderdoms heeft zij gebaard; overmits zij Hem
8577 Heb 11:11 | heeft zij gebaard; overmits zij Hem getrouw heeft geacht,
8578 Heb 11:13 | en hebben beleden, dat zij gasten en vreemdelingen
8579 Heb 11:14 | betonen klaarlijk, dat zij een vaderland zoeken. ~
8580 Heb 11:15 | 15 En indien zij aan dat vaderland gedacht
8581 Heb 11:15 | gedacht hadden, van hetwelk zij uitgegaan waren, zij zouden
8582 Heb 11:15 | hetwelk zij uitgegaan waren, zij zouden tijd gehad hebben,
8583 Heb 11:16 | 16 Maar nu zijn zij begerig naar een beter,
8584 Heb 11:23 | ouders verborgen, overmits zij zagen, dat het kindeken
8585 Heb 11:23 | kindeken schoon was; en zij vreesden het gebod des konings
8586 Heb 11:29 | 29 Door het geloof zijn zij de Rode zee doorgegaan,
8587 Heb 11:30 | van Jericho gevallen, als zij tot zeven dagen toe omringd
8588 Heb 11:31 | met de ongehoorzamen, als zij de verspieders met vrede
8589 Heb 11:35 | verlossing niet aannemende, opdat zij een betere opstanding verkrijgen
8590 Heb 11:40 | ons voorzien had, opdat zij zonder ons niet zouden volmaakt
8591 Heb 12:11 | zijn; doch daarna geeft zij van zich een vreedzame vrucht
8592 Heb 12:16 | 16 Dat niet iemand zij een hoereerder, of een onheilige,
8593 Heb 12:20 | 20 (Want zij konden niet dragen, hetgeen
8594 Heb 13:5 | 5 Uw wandel zij zonder geldgierigheid; en
8595 Heb 13:17 | zijt hun onderdanig; want zij waken voor uw zielen, als
8596 Heb 13:17 | rekenschap geven zullen; opdat zij dat doen mogen met vreugde
8597 Heb 13:21 | Jezus Christus; Denwelken zij de heerlijkheid in alle
8598 Heb 13:25 | 25 De genade zij met u allen. Amen. ~ ~ ~ ~
8599 Jako 1:5 | geeft, en niet verwijt; en zij zal hem gegeven worden. ~
8600 Jako 1:19 | broeders, een iegelijk mens zij ras om te horen, traag om
8601 Jako 2:6 | niet de rijken, en trekken zij u niet tot de rechterstoelen? ~
8602 Jako 2:7 | 7 Lasteren zij niet den goeden naam, die
8603 Jako 2:19 | duivelen geloven het ook, en zij sidderen. ~
8604 Jako 2:25 | ook Rachab, de hoer, is zij niet uit de werken gerechtvaardigd
8605 Jako 2:25 | gerechtvaardigd geweest, als zij de gezondenen heeft ontvangen,
8606 Jako 3:3 | tomen in de monden, opdat zij ons zouden gehoorzamen,
8607 Jako 3:4 | Ziet ook de schepen, hoewel zij zo groot zijn, en van harde
8608 Jako 3:4 | van harde winden gedreven, zij worden omgewend van een
8609 Jako 3:8 | tong kan geen mens temmen; zij is een onbedwingelijk kwaad,
8610 Jako 4:1 | vechterijen onder u? Komen zij niet hiervan, namelijk uit
8611 Jako 5:12 | anderen eed; maar uw ja, zij ja, en het neen, neen; opdat
8612 Jako 5:14 | ouderlingen der Gemeente, en dat zij over hem bidden, hem zalvende
8613 1Pet 1:2 | Christus; genade en vrede zij u vermenigvuldigd. ~
8614 1Pet 1:3 | 3 Geloofd zij de God en Vader van onzen
8615 1Pet 1:12 | Denwelken geopenbaard is, dat zij niet zichzelven, maar ons
8616 1Pet 2:8 | ongehoorzaam zijnde, waartoe zij ook gezet zijn. ~
8617 1Pet 2:12 | heidenen; opdat in hetgeen zij kwalijk van u spreken, als
8618 1Pet 2:12 | spreken, als van kwaaddoeners, zij uit de goede werken, die
8619 1Pet 2:12 | uit de goede werken, die zij in u zien, God verheerlijken
8620 1Pet 3:1 | Woorde ongehoorzaam zijn, zij door den wandel der vrouwen
8621 1Pet 3:2 | 2 Als zij zullen ingezien hebben uw
8622 1Pet 3:3 | 3 Welker versiersel zij, niet hetgeen uiterlijk
8623 1Pet 3:10 | kwaad, en zijn lippen, dat zij geen bedrog spreken; ~
8624 1Pet 3:16 | geweten, opdat in hetgeen zij kwalijk van u spreken, als
8625 1Pet 3:16 | spreken, als van kwaaddoeners, zij beschaamd mogen worden,
8626 1Pet 4:4 | 4 Waarin zij zich vreemd houden, als
8627 1Pet 4:6 | verkondigd geworden, opdat zij wel zouden geoordeeld worden
8628 1Pet 4:19 | naar den wil van God, dat zij hun zielen Hem, als den
8629 1Pet 5:11 | 11 Hem zij de heerlijkheid en de kracht
8630 1Pet 5:14 | een kus der liefde. Vrede zij u allen, die in Christus
8631 2Pet 1:2 | 2 Genade en vrede zij u vermenigvuldigd door de
8632 2Pet 1:8 | en in u overvloedig zijn, zij zullen u niet ledig noch
8633 2Pet 1:18 | hebben wij gehoord, als zij van de hemel gebracht is
8634 2Pet 2:3 | 3 En zij zullen door gierigheid,
8635 2Pet 2:12 | gedood te worden, dewijl zij lasteren, hetgeen zij niet
8636 2Pet 2:12 | dewijl zij lasteren, hetgeen zij niet verstaan, zullen in
8637 2Pet 2:13 | in hun bedriegerijen, als zij in de maaltijden met u zijn; ~
8638 2Pet 2:18 | 18 Want zij, zeer opgeblazene ijdelheid
8639 2Pet 2:20 | 20 Want indien zij, nadat zij door de kennis
8640 2Pet 2:20 | 20 Want indien zij, nadat zij door de kennis van den Heere
8641 2Pet 2:21 | het ware hun beter, dat zij den weg der gerechtigheid
8642 2Pet 2:21 | niet gekend hadden, dan dat zij, dien gekend hebbende, weder
8643 2Pet 3:8 | 8 Doch deze ene zaak zij u niet onbekend, geliefden,
8644 2Pet 3:9 | verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen. ~
8645 2Pet 3:18 | Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, beide nu
8646 1Joh 1:3 | deze onze gemeenschap ook zij met den Vader, en met Zijn
8647 1Joh 1:4 | opdat uw blijdschap vervuld zij. ~
8648 1Joh 2:8 | hetgeen waarachtig is in Hem, zij ook in u waarachtig; want
8649 1Joh 2:19 | 19 Zij zijn uit ons uitgegaan,
8650 1Joh 2:19 | uit ons uitgegaan, maar zij waren uit ons niet; want
8651 1Joh 2:19 | uit ons niet; want indien zij uit ons geweest waren, zo
8652 1Joh 2:19 | geweest waren, zo zouden zij met ons gebleven zijn; maar
8653 1Joh 2:19 | maar dit is geschied, opdat zij zouden openbaar worden,
8654 1Joh 2:19 | zouden openbaar worden, dat zij niet allen uit ons zijn. ~
8655 1Joh 2:27 | leert van alle dingen, zo is zij ook waarachtig, en is geen
8656 1Joh 2:27 | is geen leugen; en gelijk zij u geleerd heeft, zo zult
8657 1Joh 3:1 | ons de wereld niet, omdat zij Hem niet kent. ~
8658 1Joh 4:1 | beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele
8659 1Joh 4:5 | 5 Zij zijn uit de wereld, daarom
8660 1Joh 4:5 | de wereld, daarom spreken zij uit de wereld, en de wereld
8661 2Joh 1:3 | Genade, barmhartigheid, vrede zij met ulieden van God den
8662 3Joh 1:7 | 7 Want zij zijn voor Zijn Naam uitgegaan,
8663 3Joh 1:15 | 15 Vrede zij u. De vrienden groeten u.
8664 Jud 1:2 | Barmhartigheid, en vrede, en liefde zij u vermenigvuldigd. ~
8665 Jud 1:10 | 10 Maar dezen, hetgeen zij niet weten, dat lasteren
8666 Jud 1:10 | niet weten, dat lasteren zij; en hetgeen zij natuurlijk,
8667 Jud 1:10 | lasteren zij; en hetgeen zij natuurlijk, als de onredelijke
8668 Jud 1:10 | weten, in hetzelve verderven zij zich. ~
8669 Jud 1:11 | 11 Wee hun, want zij zijn de weg van Kain ingegaan,
8670 Jud 1:11 | het loon van Balaam zijn zij henengestort, en zijn door
8671 Jud 1:12 | liefdemaaltijden, en als zij met u ter maaltijd zijn,
8672 Jud 1:12 | ter maaltijd zijn, weiden zij zichzelven zonder vreze;
8673 Jud 1:12 | zichzelven zonder vreze; zij zijn waterloze wolken, die
8674 Jud 1:12 | winden omgedreven worden; zij zijn als bomen in het afgaan
8675 Jud 1:15 | hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben,
8676 Jud 1:18 | 18 Dat zij u gezegd hebben, dat er
8677 Jud 1:25 | wijzen God, onzen Zaligmaker, zij heerlijkheid en majesteit,
8678 Open 1:3 | hij, die leest, en zijn zij, die horen de woorden dezer
8679 Open 1:4 | die in Azie zijn: genade zij u en vrede van Hem, Die
8680 Open 1:6 | Zijn Vader; Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid en de kracht
8681 Open 2:2 | degenen, die uitgeven, dat zij apostelen zijn, en zij zijn
8682 Open 2:2 | dat zij apostelen zijn, en zij zijn het niet; en hebt ze
8683 Open 2:9 | dergenen, die zeggen, dat zij Joden zijn, en zijn het
8684 Open 2:14 | aanstoot voor te werpen, opdat zij zouden afgodenoffer eten
8685 Open 2:20 | dienstknechten verleiden, dat zij hoereren en afgodenoffer
8686 Open 2:21 | haar tijd gegeven, opdat zij zich zou bekeren van haar
8687 Open 2:21 | bekeren van haar hoererij, en zij heeft zich niet bekeerd. ~
8688 Open 2:22 | in grote verdrukking, zo zij zich niet bekeren van hun
8689 Open 2:24 | niet gekend hebben, gelijk zij zeggen: Ik zal u geen anderen
8690 Open 2:27 | hoeden met een ijzeren staf; zij zullen als pottenbakkersvaten
8691 Open 3:4 | niet bevlekt hebben, en zij zullen met Mij wandelen
8692 Open 3:4 | witte klederen, overmits zij het waardig zijn. ~
8693 Open 3:9 | dergenen, die zeggen, dat zij Joden zijn, en zijn het
8694 Open 3:9 | zie, Ik zal maken, dat zij zullen komen, en aanbidden
8695 Open 4:4 | bekleed met witte klederen, en zij hadden gouden kronen op
8696 Open 4:11 | geschapen, en door Uw wil zijn zij, en zijn zij geschapen. ~ ~
8697 Open 4:11 | Uw wil zijn zij, en zijn zij geschapen. ~ ~
8698 Open 5:9 | 9 En zij zongen een nieuw lied, zeggende:
8699 Open 5:13 | den troon zit, en het Lam, zij de dankzegging, en de eer,
8700 Open 6:4 | nemen van de aarde; en dat zij elkander zouden doden; en
8701 Open 6:9 | en om de getuigenis, die zij hadden. ~
8702 Open 6:10 | 10 En zij riepen met grote stem, zeggende:
8703 Open 6:11 | en hun werd gezegd, dat zij nog een kleinen tijd rusten
8704 Open 6:11 | zouden worden, gelijk als zij. ~
8705 Open 7:10 | 10 En zij riepen met grote stem, zeggende:
8706 Open 7:10 | zeggende: De zaligheid zij onzen God, Die op den troon
8707 Open 7:12 | de kracht, en de sterkte zij onzen God in alle eeuwigheid.
8708 Open 7:13 | witte klederen, wie zijn zij, en van waar zijn zij gekomen? ~
8709 Open 7:13 | zijn zij, en van waar zijn zij gekomen? ~
8710 Open 7:14 | grote verdrukking komen; en zij hebben hun lange klederen
8711 Open 7:15 | 15 Daarom zijn zij voor den troon van God,
8712 Open 7:16 | 16 Zij zullen niet meer hongeren,
8713 Open 8:7 | vuur, gemengd met bloed, en zij zijn op de aarde geworpen;
8714 Open 8:11 | gestorven van de wateren, want zij waren bitter geworden. ~
8715 Open 9:2 | 2 En zij heeft den put des afgronds
8716 Open 9:4 | En hun werd gezegd, dat zij het gras der aarde niet
8717 Open 9:5 | macht gegeven, niet dat zij hen zouden doden, maar dat
8718 Open 9:5 | hen zouden doden, maar dat zij zouden van hen gepijnigd
8719 Open 9:6 | zullen dien niet vinden; en zij zullen begeren te sterven,
8720 Open 9:8 | 8 En zij hadden haar als haar der
8721 Open 9:9 | 9 En zij hadden borstwapenen als
8722 Open 9:10 | 10 En zij hadden staarten den schorpioenen
8723 Open 9:11 | 11 En zij hadden over zich tot een
8724 Open 9:15 | en maand, en jaar, opdat zij het derde deel der mensen
8725 Open 9:20 | werken hunner handen, dat zij niet zouden aanbidden de
8726 Open 11:2 | den heidenen gegeven; en zij zullen de heilige stad vertreden
8727 Open 11:3 | getuigen macht geven, en zij zullen profeteren duizend
8728 Open 11:6 | dagen hunner profetering; en zij hebben macht over de wateren,
8729 Open 11:6 | plage, zo menigmaal als zij zullen willen; ~
8730 Open 11:7 | 7 En als zij hun getuigenis zullen geeindigd
8731 Open 11:11 | uit God in hen gegaan; en zij stonden op hun voeten; en
8732 Open 11:12 | 12 En zij hoorden een grote stem uit
8733 Open 11:12 | zeide: Komt herwaarts op. En zij voeren op naar den hemel
8734 Open 12:2 | 2 En zij was zwanger, en riep, barensnood
8735 Open 12:4 | zou verslinden, wanneer zij het zou gebaard hebben. ~
8736 Open 12:5 | 5 En zij baarde een mannelijken zoon,
8737 Open 12:6 | vluchtte in de woestijn, alwaar zij een plaats had, haar van
8738 Open 12:6 | haar van God bereid, opdat zij haar aldaar zouden voeden
8739 Open 12:8 | 8 En zij hebben niet vermocht, en
8740 Open 12:11 | 11 En zij hebben hem overwonnen door
8741 Open 12:11 | woord hunner getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad
8742 Open 12:14 | eens groten arends, opdat zij zou vliegen in de woestijn,
8743 Open 12:14 | in haar plaats, alwaar zij gevoed wordt een tijd, en
8744 Open 13:4 | 4 En zij aanbaden den draak, die
8745 Open 13:4 | beest macht gegeven had; en zij aanbaden het beest, zeggende:
8746 Open 13:14 | die op de aarde wonen, dat zij het beest, dat de wond des
8747 Open 14:3 | 3 En zij zongen als een nieuw gezang
8748 Open 14:4 | niet bevlekt zijn, want zij zijn maagden; dezen zijn
8749 Open 14:5 | geen bedrog gevonden; want zij zijn onberispelijk voor
8750 Open 14:8 | engel gevolgd, zeggende: Zij is gevallen, zij is gevallen,
8751 Open 14:8 | zeggende: Zij is gevallen, zij is gevallen, Babylon, die
8752 Open 14:8 | Babylon, die grote stad, omdat zij uit den wijn des toorns
8753 Open 14:11 | op in alle eeuwigheid, en zij hebben geen rust dag en
8754 Open 14:12 | der heiligen; hier zijn zij, die de geboden Gods bewaren
8755 Open 14:13 | Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hun arbeid;
8756 Open 15:3 | 3En zij zongen het gezang van Mozes,
8757 Open 16:3 | fiool uit in de zee, en zij werd bloed als van een dode;
8758 Open 16:6 | 6 Dewijl zij het bloed der heiligen,
8759 Open 16:6 | te drinken gegeven; want zij zijn het waardig. ~
8760 Open 16:9 | heeft over deze plagen; en zij bekeerden zich niet, om
8761 Open 16:10 | verduisterd geworden; en zij kauwden hun tongen van pijn; ~
8762 Open 16:11 | 11 En zij lasterden den God des hemels
8763 Open 16:11 | vanwege hun gezweren; en zij bekeerden zich niet van
8764 Open 16:14 | geesten der duivelen, en zij doen tekenen, welke uitgaan
8765 Open 16:16 | 16 En zij hebben hen vergaderd in
8766 Open 17:16 | woest maken, en naakt; en zij zullen haar vlees eten,
8767 Open 17:17 | hun harten gegeven, dat zij Zijn mening doen, en dat
8768 Open 17:17 | Zijn mening doen, en dat zij enerlei mening doen, en
8769 Open 17:17 | enerlei mening doen, en dat zij hun koninkrijk het beest
8770 Open 18:2 | een grote stem, zeggende: Zij is gevallen, zij is gevallen,
8771 Open 18:2 | zeggende: Zij is gevallen, zij is gevallen, het grote Babylon,
8772 Open 18:6 | Vergeldt haar, gelijk als zij ulieden vergolden heeft,
8773 Open 18:6 | in den drinkbeker, waarin zij geschonken heeft, schenkt
8774 Open 18:7 | 7 Zoveel als zij zichzelve verheerlijkt heeft,
8775 Open 18:7 | rouw doet haar aan; want zij zegt in haar hart: Ik zit
8776 Open 18:8 | en rouw, en honger, en zij zal met vuur verbrand worden;
8777 Open 18:9 | haar bedrijven, wanneer zij den rook haar brands zullen
8778 Open 18:19 | 19 En zij wierpen stof op hun hoofden,
8779 Open 18:19 | rijk geworden zijn; want zij is in een ure verwoest geworden. ~
8780 Open 19:1 | en de eer, en de kracht zij den Heere, onzen God. ~
8781 Open 19:3 | 3 En zij zeiden ten tweeden maal:
8782 Open 19:8 | En haar is gegeven, dat zij bekleed worde met rein en
8783 Open 19:9 | mij: Schrijf, zalig zijn zij, die geroepen zijn tot het
8784 Open 20:4 | 4 En ik zag tronen, en zij zaten op dezelve; en het
8785 Open 20:4 | voorhoofd en aan hun hand; en zij leefden en heersten als
8786 Open 20:6 | tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God
8787 Open 20:6 | God en Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen
8788 Open 20:9 | 9 En zij zijn opgekomen op de breedte
8789 Open 20:10 | de valse profeet zijn; en zij zullen gepijnigd worden
8790 Open 20:13 | doden, die in hen waren; en zij werden geoordeeld, een iegelijk
8791 Open 21:3 | Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en
8792 Open 21:11 | 11 En zij had de heerlijkheid Gods,
8793 Open 21:12 | 12 En zij had een groten en hogen
8794 Open 21:23 | zon en de maan niet, dat zij in dezelve zouden schijnen;
8795 Open 21:26 | 26 En zij zullen de heerlijkheid en
8796 Open 22:5 | zal geen nacht zijn, en zij zullen geen kaars noch licht
8797 Open 22:5 | Heere God verlicht hen; en zij zullen als koningen heersen
8798 Open 22:14 | 14 Zalig zijn zij, die Zijn geboden doen,
8799 Open 22:14 | geboden doen, opdat hun macht zij aan den boom des levens,
8800 Open 22:14 | den boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan
8801 Open 22:21 | onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen. ~ ~
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-8801 |