Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
hoofddeksels 2
hoofde 4
hoofdeinde 5
hoofden 163
hoofdgat 1
hoofdgezet 1
hoofdhaar 3
Frequency    [«  »]
164 paulus
164 stenen
164 vol
163 hoofden
162 harten
162 liefde
162 vallen

Bijbel

IntraText - Concordances

hoofden

    Book Chapter: Verse
1 Gen 2:10 | verdeeld, en werd tot vier hoofden. ~ 2 Exo 4:31 | zag, en zij neigden hun hoofden, en aanbaden. ~  ~ 3 Exo 6:13 | 13 Dit zijn de hoofden van ieder huis hunner vaderen: 4 Exo 6:24 | hem Pinehas. Dit zijn de hoofden van de vaderen der Levieten, 5 Exo 18:25 | Israel, en maakte hen tot hoofden over het volk; oversten 6 Exo 36:38 | haken; en hij overtrok hun hoofden en derzelver banden met 7 Exo 38:17 | en het overdeksel hunner hoofden was van zilver, en al de 8 Exo 38:19 | was het overdeksel hunner hoofden en hun banden van zilver. ~ 9 Exo 38:28 | pilaren, en hij overtrok hun hoofden, en omtoog ze met banden. ~ 10 Lev 10:6 | zijn zonen: Gij zult uw hoofden niet ontbloten, noch uw 11 Num 1:16 | hunner vaderen; zij waren de hoofden der duizenden van Israel. ~ 12 Num 7:2 | oversten van Israel, de hoofden van het huis hunner vaderen, 13 Num 10:4 | vergaderd worden de oversten, de hoofden der duizenden van Israel. ~ 14 Num 13:3 | HEEREN; al die mannen waren hoofden der kinderen Israels. ~ 15 Num 25:4 | zeide tot Mozes: Neem alle hoofden des volks, en hang ze den 16 Num 30:1 | 1 En Mozes sprak tot de hoofden der stammen van de kinderen 17 Num 31:26 | Eleazar, de priester, en de hoofden van de vaderen der vergadering. ~ 18 Num 31:81 | den zoon van Nun, en den hoofden der vaderen van de stammen 19 Num 35:1 | 1 En de hoofden der vaderen van het geslacht 20 Num 35:1 | aangezicht der oversten, hoofden van de vaderen der kinderen 21 Deu 1:13 | stammen, dat ik hen tot uw hoofden stelle. ~ 22 Deu 1:15 | 15 Zo nam ik de hoofden uwer stammen, wijze en ervarene 23 Deu 1:15 | mannen, en stelde hen tot hoofden over u, oversten van duizenden, 24 Deu 5:23 | naderdet gij tot mij, alle hoofden uwer stammen, en uw oudsten, ~ 25 Deu 29:10 | des HEEREN, uws Gods: uw hoofden uwer stammen, uw oudsten, 26 Deu 33:5 | Koning in Jeschurun, als de hoofden des volks zich vergaderden, 27 Deu 33:21 | daarom kwam hij met de hoofden des volks; hij verrichtte 28 Joz 14:1 | de zoon van Nun, en de hoofden der vaderen van de stammen 29 Joz 19:51 | de zoon van Nun, en de hoofden der vaderen van de stammen, 30 Joz 21:1 | 1 Toen naderden de hoofden der vaderen van de Levieten 31 Joz 21:1 | zoon van Nun, en tot de hoofden der vaderen van de stammen 32 Joz 23:21 | Manasse, en zij spraken met de hoofden der duizenden van Israel: ~ 33 Joz 23:30 | oversten der vergadering, en de hoofden der duizenden van Israel, 34 Joz 24:2 | Israel, hun oudsten, en hun hoofden, en hun richters, en hun 35 Joz 25:1 | van Israel, en deszelfs hoofden, en deszelfs richters, en 36 Ric 6:25 | Midianieten; en zij brachten de hoofden van Oreb en Zeeb tot Gideon, 37 1Sa 29:4 | maken? Is het niet met de hoofden dezer mannen? ~ 38 2Sa 23:13 | gingen af drie van de dertig hoofden, en kwamen in den oogst 39 1Kon 7:16| gegoten koper, om op de hoofden der pilaren te zetten; vijf 40 1Kon 8:1 | oudsten van Israel, en al de hoofden der stammen, de oversten 41 1Kon 8:8 | handbomen verder uit, dat de hoofden der handbomen gezien werden 42 1Kon 20:31| leggen, en koorden om onze hoofden, en uitgaan tot den koning 43 1Kon 20:32| lenden, en koorden om hun hoofden, en kwamen tot den koning 44 2Kon 10:6 | mijn stem hoort, neemt de hoofden van de mannen, de zonen 45 2Kon 10:7 | sloegen; en zij legden hun hoofden in korven, die zij tot hem 46 2Kon 10:8 | zeggende: Zij hebben de hoofden van de zonen des konings 47 1Kro 4:42| van Isei, waren hun tot hoofden. ~ 48 1Kro 5:7 | geslachtsregisters gesteld werden; de hoofden zijn geweest Jehiel en Zecharja, ~ 49 1Kro 5:24| 24 Dezen nu waren de hoofden hunner vaderlijke huizen, 50 1Kro 5:24| kracht, mannen van naam, hoofden der huizen hunner vaderen. ~ 51 1Kro 7:2 | Jachmai, en Jibsam, en Samuel; hoofden van de huizen hunner vaderen, 52 1Kro 7:3 | deze vijf waren al te zamen hoofden. ~ 53 1Kro 7:7 | en Jerimoth, en Iri; vijf hoofden in de huizen der vaderen, 54 1Kro 7:9 | zijnde, naar hun geslachten, hoofden der huizen hunner vaderen, 55 1Kro 7:11| kinderen van Jediael, tot hoofden der vaderen, kloeke helden, 56 1Kro 7:40| waren kinderen van Aser, hoofden der vaderlijke huizen, uitgelezene 57 1Kro 7:40| uitgelezene kloeke helden, hoofden der vorsten; en zij werden 58 1Kro 8:6 | kinderen van Ehud; dezen waren hoofden der vaderen van de inwoners 59 1Kro 8:10| dezen zijn zijne zonen, hoofden der vaderen. ~ 60 1Kro 8:13| Beria, en Sema; dezen waren hoofden der vaderen van de inwoners 61 1Kro 8:28| 28 Dezen waren de hoofden der vaderen, hoofden naar 62 1Kro 8:28| de hoofden der vaderen, hoofden naar hun geslachten; dezen 63 1Kro 9:9 | vijftig; al deze mannen waren hoofden der vaderen in de huizen 64 1Kro 9:13| 13 Daartoe hun broeders, hoofden in de huizen hunner vaderen, 65 1Kro 9:33| dezen zijn ook de zangers, hoofden der vaderen onder de Levieten 66 1Kro 9:34| 34 Dit zijn de hoofden der vaderen onder de Levieten, 67 1Kro 9:34| vaderen onder de Levieten, hoofden in hun geslachten; dezen 68 1Kro 11:10| 10 Dezen nu waren de hoofden der helden, die David had, 69 1Kro 11:15| 15 En drie uit de dertig hoofden togen af naar den rotssteen 70 1Kro 12:14| van de kinderen van Gad, hoofden des heirs; een van de kleinsten 71 1Kro 12:18| hen aan, en stelde hen tot hoofden der benden. ~ 72 1Kro 12:19| zeggende: Met gevaar van onze hoofden zou hij tot Saul, zijn heer, 73 1Kro 12:20| en Elihu, en Zillethai; hoofden der duizenden, die in Manasse 74 1Kro 12:23| dit zijn de getallen der hoofden dergenen, die toegerust 75 1Kro 12:32| wat Israel doen moest; hun hoofden waren tweehonderd, en alle 76 1Kro 15:12| tot hen: Gijlieden zijt hoofden der vaderen onder de Levieten; 77 1Kro 24:3 | hun getal was, naar hun hoofden, aan mannen, acht en dertig 78 1Kro 24:9 | Haran, drie; dezen waren de hoofden der vaderen van Ladan. ~ 79 1Kro 24:24| huis hunner vaderen, de hoofden der vaderen, naar hun gerekenden 80 1Kro 24:24| getal der namen naar hun hoofden, doende het werk van den 81 1Kro 25:4 | werden meer gevonden tot hoofden der mannen, dan van de kinderen 82 1Kro 25:4 | van Eleazar waren zestien hoofden der vaderlijke huizen, maar 83 1Kro 25:6 | van Abjathar, en van de hoofden der vaderen onder de priesters 84 1Kro 25:31| en Achimelech, en van de hoofden der vaderen onder de priesteren 85 1Kro 27:12| verdelingen der poortiers onder de hoofden der mannen, tot de wachten 86 1Kro 27:21| Ladan, den Gersoniet, waren hoofden der vaderen Jehieli. ~ 87 1Kro 27:26| geheiligd had, mitsgaders de hoofden der vaderen, de oversten 88 1Kro 27:32| duizend en zevenhonderd hoofden der vaderen; en de koning 89 1Kro 28:1 | Israels naar hun getal, de hoofden der vaderen, en de oversten 90 2Kro 1:2 | vorsten in gans Israel, de hoofden der vaderen; ~ 91 2Kro 3:16| aanspraakplaats, en hij zette ze op de hoofden der pilaren; daartoe maakte 92 2Kro 5:2 | oudsten van Israel, en al de hoofden der stammen, de oversten 93 2Kro 5:9 | handbomen verder uit, dat de hoofden der handbomen gezien werden 94 2Kro 6:2 | oudsten van Israel, en al de hoofden der stammen, de oversten 95 2Kro 6:9 | handbomen verder uit, dat de hoofden der handbomen gezien werden 96 2Kro 20:8 | de priesteren, en van de hoofden der vaderen van Israel, 97 2Kro 23:15| alle steden van Juda, en de hoofden der vaderen van Israel, 98 2Kro 26:12| Het gehele getal van de hoofden der vaderen, der strijdbare 99 2Kro 28:12| maakten zich mannen op van de hoofden der kinderen van Efraim, 100 2Kro 29:30| blijdschap toe; en neigden hun hoofden, en bogen zich neder. ~ 101 Ezra 1:5 | Toen maakten zich op de hoofden der vaderen van Juda en 102 Ezra 2:68| 68 En sommigen van de hoofden der vaderen, als zij kwamen 103 Ezra 3:12| priesteren, en de Levieten, en hoofden der vaderen, die oud waren, 104 Ezra 4:2 | tot Zerubbabel, en tot de hoofden der vaderen, en zeiden tot 105 Ezra 4:3 | en Jesua, en de overige hoofden der vaderen van Israel zeiden 106 Ezra 5:10| de namen der mannen, die hoofden onder hen zijn. ~ 107 Ezra 7:28| mijns Gods, over mij, en de hoofden uit Israel vergaderd, om 108 Ezra 8:1 | 1 Dit nu zijn de hoofden hunner vaderen, met hun 109 Ezra 8:16| Zacharja, en tot Mesullam, de hoofden; en tot Jojarib en tot Elnathan, 110 Ezra 10:16| priester, met de mannen, de hoofden der vaderen, naar het huis 111 Neh 7:70 | 70 Een deel nu van de hoofden der vaderen gaven tot het 112 Neh 7:71 | 71 En anderen van de hoofden der vaderen gaven tot den 113 Neh 8:14 | daags verzamelden zich de hoofden der vaderen van het ganse 114 Neh 10:14 | 14 De hoofden des volks: Parhos, Pahath-Moab, 115 Neh 11:3 | 3 En dit zijn de hoofden van het landschap, die te 116 Neh 11:13 | 13 En zijn broederen, hoofden der vaderen, waren tweehonderd 117 Neh 11:16 | Sabbethai, en Jozabad, van de hoofden der Levieten, waren over 118 Neh 12:7 | Hilkia, Jedaja; dat waren de hoofden der priesteren, en hun broederen, 119 Neh 12:12 | Jojakim waren priesters, hoofden der vaderen: van Seraja 120 Neh 12:22 | en Johanan, en Jaddua, de hoofden der vaderen beschreven; 121 Neh 12:23 | De kinderen van Levi, de hoofden der vaderen, werden beschreven 122 Neh 12:24 | 24 De hoofden dan der Levieten waren Hasabja, 123 Neh 12:46 | Asaf, van ouds, waren er hoofden der zangers, en des lofgezangs, 124 Job 2:12 | en strooiden stof op hun hoofden naar den hemel. ~ 125 Job 12:24 | Hij neemt het hart van de hoofden des volks der aarde weg, 126 Psa 24:7 | 7 Heft uw hoofden op, gij poorten, en verheft 127 Psa 24:9 | 9 Heft uw hoofden op, gij poorten, ja, heft 128 Jes 15:2 | zal Moab huilen; op al hun hoofden is kaalheid, aller baard 129 Jes 29:10 | toegesloten; de profeten, en uw hoofden, en de zieners heeft Hij 130 Jer 48:37 | 37      Want alle hoofden zijn kaal, en alle baarden 131 Eze 1:22 | 22      En over de hoofden der dieren was de gelijkenis 132 Eze 1:22 | kristal, van boven af over hun hoofden uitgespreid. ~ 133 Eze 1:25 | uitspansel, hetwelk boven hun hoofden was, als zij stonden, en 134 Eze 1:26 | uitspansel, hetwelk was boven hun hoofden, was de gelijkenis eens 135 Eze 7:18 | schaamte wezen, en op al hun hoofden kaalheid. ~ 136 Eze 23:15 | overvloedig geverfde hoeden op hun hoofden, die allen in het aanzien 137 Eze 23:42 | sierlijke kroon op haar hoofden. ~ 138 Eze 24:23 | En uw hoeden zullen op uw hoofden zijn, en uw schoenen aan 139 Eze 27:30 | en zij zullen stof op hun hoofden werpen, zij zullen zich 140 Eze 29:18 | dienen tegen Tyrus; alle hoofden zijn kaal geworden, en alle 141 Eze 32:27 | gelegd heeft      onder hun hoofden; welker ongerechtigheid 142 Eze 44:20 | behoorlijk zullen zij hun hoofden bescheren. ~ 143 Dan 7:6 | ook had hetzelve dier vier hoofden, en aan hetzelve werd de      144 Mic 3:1 | zeide ik: Hoort nu, gij hoofden Jakobs, en gij oversten 145 Mic 3:9 | 9      Hoort nu dit, gij hoofden van het huis Jakobs, en 146 Mic 3:11 | 11      Haar hoofden rechten om geschenken, en 147 Matt 27:39| lasterden Hem, schuddende hun hoofden, ~ 148 Mark 15:29| lasterden Hem, schuddende hun hoofden, en zeggende: Ha! Gij, die 149 Luk 21:28 | ziet omhoog, en heft uw hoofden opwaarts, omdat uw verlossing 150 Open 4:4 | hadden gouden kronen op hun hoofden. ~ 151 Open 9:7 | oorlog bereid zijn; en op hun hoofden waren als kronen, het goud 152 Open 9:17| sulfervervige borstwapenen; en de hoofden der paarden waren als hoofden 153 Open 9:17| hoofden der paarden waren als hoofden van leeuwen, en uit hun 154 Open 9:19| slangen gelijk, en hebben hoofden, en beschadigen met dezelve. ~ 155 Open 12:3 | rode draak, hebbende zeven hoofden, en tien hoornen, en op 156 Open 12:3 | tien hoornen, en op zijn hoofden zeven koninklijke hoeden. ~ 157 Open 13:1 | opkomen, hebbende zeven hoofden en tien hoornen; en op zijn 158 Open 13:1 | koninklijke hoeden, en op zijn hoofden was een naam van gods lastering. ~ 159 Open 13:3 | 3 En ik zag een van zijn hoofden als tot den dood gewond, 160 Open 17:3 | lastering, en had zeven hoofden en tien hoornen. ~ 161 Open 17:7 | draagt, hetwelk de zeven hoofden heeft en de tien hoornen. ~ 162 Open 17:9 | wijsheid heeft. De zeven hoofden zijn zeven bergen, op welke 163 Open 18:19| zij wierpen stof op hun hoofden, en riepen, wenende en rouw


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License