Book Chapter: Verse
1 Gen 2:21 | een diepen slaap op Adam vallen, en hij sliep; en Hij nam
2 Exo 9:19 | zijn, als deze hagel op hen vallen zal, zo zullen zij sterven. ~
3 Exo 15:16 | Verschrikking en vrees zal op hen vallen; door de grootheid van Uw
4 Exo 19:21 | te zien, en velen van hen vallen. ~
5 Lev 11:32 | waarop iets van dezelve vallen zal, als zij dood zijn,
6 Lev 11:35 | iets van hun dood aas zal vallen, zal onrein zijn; de oven
7 Lev 25:7 | aangezicht door het zwaard vallen. ~
8 Lev 25:8 | aangezicht door het zwaard vallen. ~
9 Lev 25:36 | voor een zwaard, en zullen vallen, waar niemand is, die jaagt. ~
10 Lev 25:37 | ander als voor het zwaard vallen, waar niemand is, die jaagt;
11 Num 6:12 | en de vorige dagen zullen vallen, omdat zijn Nazireerschap
12 Num 14:3 | dat wij door het zwaard vallen, en onze vrouwen, en onze
13 Num 14:29 | zullen in deze woestijn vallen; en al uw getelden, naar
14 Num 14:32 | zullen in deze woestijn vallen! ~
15 Num 14:43 | gij zult door het zwaard vallen; want, omdat gij u afgekeerd
16 Num 33:2 | zijn, dat u ter erfenis vallen zal, het land Kanaan, naar
17 Num 34:23 | hij dien op hem heeft doen vallen, dat hij gestorven zij,
18 Joz 6:5 | de stadsmuur onder zich vallen, en het volk zal daarin
19 Ric 2:19 | buigende; zij lieten niets vallen van hun werken, noch van
20 Ric 14:18 | nu van dorst sterven, en vallen in de hand dezer onbesnedenen? ~
21 Rut 2:16 | handvollen voor haar wat vallen, en laat het liggen, dat
22 Rut 3:18 | gij weet, hoe de zaak zal vallen; want die man zal niet rusten,
23 1Sa 3:19 | Zijn woorden op de aarde vallen. ~
24 1Sa 14:45 | van zijn hoofd op de aarde vallen zal; want hij heeft dit
25 1Sa 22:17 | priesters des HEEREN aan te vallen. ~
26 2Sa 14:11 | uws zoons op de aarde zal vallen! ~
27 2Sa 17:9 | eerst sommigen onder hen vallen, dat een ieder, die het
28 2Sa 24:14 | toch in de hand des HEEREN vallen, want Zijn barmhartigheden
29 2Sa 24:14 | de hand van mensen niet vallen. ~
30 1Kon 1:52| van zijn haar op de aarde vallen; maar indien in hem kwaad
31 2Kon 7:4 | in het leger der Syriers vallen; indien zij ons laten leven,
32 2Kon 10:10| gesproken heeft, zal op de aarde vallen; want de HEERE heeft gedaan,
33 2Kon 15:10| het kwade mengen, dat gij vallen zoudt, gij en Juda met u? ~
34 1Kro 12:19| hij tot Saul, zijn heer, vallen. ~
35 1Kro 22:13| toch in de hand des HEEREN vallen; want Zijn barmhartigheden
36 1Kro 22:13| de hand der mensen niet vallen. ~
37 2Kro 25:8 | strijde; God zal u doen vallen voor den vijand; want in
38 2Kro 25:8 | te helpen en om te doen vallen. ~
39 2Kro 25:19| het kwaad mengen, dat gij vallen zoudt; gij en Juda met u? ~
40 Est 30:10 | en laat niet een woord vallen van alles, wat gij gesproken
41 Est 30:13 | aangezicht gij hebt begonnen te vallen, van het zaad der Joden
42 Est 30:13 | gewisselijk voor zijn aangezicht vallen. ~
43 Job 13:11 | verschrikken, en Zijn vreze over u vallen? ~
44 Psa 45:6 | scherp; volken zullen onder U vallen; zij treffen in het hart
45 Psa 73:18 | gladde plaatsen; Gij doet hen vallen in verwoestingen. ~
46 Psa 78:28 | 28 En deed het vallen in het midden zijns legers,
47 Psa 78:55 | de heidenen, en deed hen vallen in het snoer hunner erfenis,
48 Psa 82:7 | van de vorsten zult gij vallen. ~
49 Psa 91:7 | zijden zullen er duizend vallen, en tien duizend aan uw
50 Psa 140:11 | geschud worden; Hij doe hen vallen in het vuur, in diepe kuilen,
51 Psa 141:10 | goddelozen elk in zijn garen vallen, te zamen, totdat ik zal
52 Psa 145:14 | HEERE ondersteunt allen, die vallen, en Hij richt op alle gebogenen. ~
53 Spre 11:28| rijkdom vertrouwt, die zal vallen; maar de rechtvaardigen
54 Spre 13:17| goddeloze bode zal in het kwaad vallen; maar een trouw gezant is
55 Spre 17:20| zijn tong, zal in het kwaad vallen. ~
56 Spre 19:15| Luiheid doet in diepen slaap vallen; en een bedriegelijke ziel
57 Spre 22:14| vergramd is, zal daarin vallen. ~
58 Spre 24:16| rechtvaardige zal zevenmaal vallen, en opstaan; maar de goddelozen
59 Spre 26:27| een kuil graaft, zal er in vallen, en die een steen wentelt,
60 Spre 28:10| zal zelf in zijn gracht vallen; maar de vromen zullen het
61 Spre 28:14| verhardt, zal in het kwaad vallen. ~
62 Spre 28:18| twee wegen, zal in den enen vallen. ~
63 Pred 4:10| 10 Want indien zij vallen, de een richt zijn metgezel
64 Pred 10:8 | kuil graaft, zal daarin vallen; en wie een muur doorbreekt,
65 Jes 3:25 | mannen zullen door het zwaard vallen, en uw helden in den strijd. ~
66 Jes 8:15 | hen zullen struikelen, en vallen, en verbroken worden, en
67 Jes 10:4 | onder de gevangenen, en vallen onder de gedoden? Om dit
68 Jes 10:34 | omhouwen; en de Libanon zal vallen door den Heerlijke. ~ ~
69 Jes 13:15 | is, zal door het zwaard vallen. ~
70 Jes 22:25 | afgehouwen worden, en hij zal vallen, en de last, die daaraan
71 Jes 24:18 | zal, die zal in den kuil vallen; en die uit den kuil opklimt,
72 Jes 24:20 | haar zijn, en zij zal vallen, en niet weder opstaan. ~
73 Jes 28:13 | heengaan, en achterwaarts vallen, en verbreken, en verstrikt
74 Jes 30:25 | slachting, wanneer de torens vallen zullen. ~
75 Jes 31:8 | 8 En Assur zal vallen door het zwaard, niet eens
76 Jes 40:30 | jongelingen zullen gewisselijk vallen; ~
77 Jes 47:11 | een verderf zal er op u vallen, hetwelk gij niet zult kunnen
78 Jes 54:15 | zal, die zal om uwentwil vallen. ~
79 Jes 65:6 | wegwerpelijk kleed; en wij allen vallen af als een blad, en onze
80 Jer 3:12 | toorn op ulieden niet doen vallen; want Ik ben goedertieren,
81 Jer 6:15 | maken; daarom zullen zij vallen onder de vallenden,
82 Jer 8:4 | Zo zegt de HEERE: Zal men vallen, en niet weder opstaan?
83 Jer 8:12 | worden; daarom zullen zij vallen onder de vallenden;
84 Jer 19:7 | aangezicht hunner vijanden doen vallen door het zwaard, en door
85 Jer 20:4 | liefhebbers; die zullen vallen door het zwaard hunner vijanden,
86 Jer 23:12 | aangedreven worden en daarin vallen; want Ik zal een kwaad over
87 Jer 37:13 | Gij wilt tot de Chaldeen vallen! ~
88 Jer 37:14 | wil niet tot de Chaldeen vallen. Doch hij hoorde niet naar
89 Jer 39:18 | zult door het zwaard niet vallen; maar gij zult uw ziel tot
90 Jer 44:12 | door het zwaard zullen zij vallen, door den honger zullen
91 Jer 48:44 | ontvliedt, zal in den kuil vallen, en die uit den kuil opkomt,
92 Jer 49:26 | zullen haar jongelingen vallen op haar straten; en al haar
93 Jer 50:30 | zullen haar jongelingen vallen op haar straten, en al haar
94 Jer 50:32 | zal de trotse aanstoten en vallen, en er zal niemand zijn,
95 Jer 51:49 | verslagenen des gansen lands vallen. ~
96 Eze 5:12 | derde deel zal in het zwaard vallen rondom u; en een derde
97 Eze 6:11 | honger en door de pestilentie vallen. ~
98 Eze 6:12 | is, zal door het zwaard vallen; maar die overgebleven en
99 Eze 11:10 | Gij zult door het zwaard vallen; in de landpale Israels
100 Eze 13:11 | grote hagelstenen, zult vallen, en een grote stormwind
101 Eze 13:14 | worden; alzo zal de stad vallen, en gij zult in het
102 Eze 17:21 | zijn benden door het zwaard vallen, en de overgeblevenen zullen
103 Eze 23:25 | van u zal door het zwaard vallen; zij zullen uw zonen
104 Eze 24:6 | het lot over hem niet vallen. ~
105 Eze 24:21 | zullen door het zwaard vallen. ~
106 Eze 25:13 | Dedan toe door het zwaard vallen. ~
107 Eze 27:27 | midden van u is, zullen vallen in het hart der zeeen, ten
108 Eze 28:23 | en de verslagenen zullen vallen in het midden van haar,
109 Eze 29:5 | op het open veld zult gij vallen; gij zult niet verzameld
110 Eze 30:4 | als de verslagenen zullen vallen in Egypte; want zij zullen
111 Eze 30:5 | verbonds zullen met hen vallen door het zwaard. ~
112 Eze 30:6 | de HEERE: Ja, zij zullen vallen, die Egypte ondersteunen,
113 Eze 30:6 | daarin door het zwaard vallen, spreekt de Heere HEERE. ~
114 Eze 30:17 | Pibeseth zullen door het zwaard vallen, en de dochters zullen gaan
115 Eze 30:22 | uit zijn hand doen vallen. ~
116 Eze 30:25 | s armen zullen daarhenen vallen; en zij zullen weten, dat
117 Eze 32:20 | van het zwaard zullen zij vallen; zij is aan het zwaard overgegeven;
118 Eze 33:12 | hij zal om dezelve niet vallen, ten dage als hij zich van
119 Eze 33:27 | door het zwaard zullen vallen, en zo Ik niet dien, die
120 Eze 39:3 | uit uw rechterhand doen vallen. ~
121 Eze 39:4 | bergen Israels zult gij vallen, gij en al uw benden, en
122 Eze 39:5 | Op het open veld zult gij vallen; want Ik heb het gesproken,
123 Eze 45:1 | gijlieden nu het land zult doen vallen in erfenis, zo zult gij
124 Eze 47:14 | land zal ulieden in erfenis vallen. ~
125 Eze 47:22 | dat gij hetzelve zult doen vallen in erfenis voor ulieden,
126 Eze 47:22 | zullen met ulieden in erfenis vallen, in het midden der stammen
127 Eze 48:29 | dat gijlieden zult doen vallen in erfenis, voor de stammen
128 Dan 11:14 | bevestigen, doch zij zullen vallen. ~
129 Dan 11:19 | en hij zal aanstoten, en vallen, en niet gevonden worden. ~
130 Dan 11:26 | vele verslagenen zullen vallen. ~
131 Dan 11:33 | onderwijzen, en zij zullen vallen door het zwaard en door
132 Dan 11:34 | 34 Als zij nu zullen vallen, zullen zij met een kleine
133 Dan 11:35 | leraars zullen er sommigen vallen, om hen te louteren en te
134 Hos 4:5 | 5 Daarom zult gij vallen bij dag, ja, zelfs de profeet
135 Hos 4:5 | zelfs de profeet zal met u vallen bij nacht; en Ik zal uw
136 Hos 5:5 | Israel en Efraim zullen vallen door hun ongerechtigheid;
137 Hos 5:5 | ongerechtigheid; ook zal Juda met hen vallen. ~
138 Hos 7:7 | rechters; al hun koningen vallen; er is niemand onder hen,
139 Hos 7:16 | bedrieglijke boog; hun vorsten vallen door het zwaard; vanwege
140 Hos 14:1 | zij zullen door het zwaard vallen, hun kinderkens zullen verpletterd,
141 Hos 14:10 | overtreders zullen daarin vallen. ~
142 Amos 3:5 | in den strik op de aarde vallen, als er geen strik voor
143 Amos 3:14| afgehouwen, en ter aarde vallen. ~
144 Amos 7:17| dochteren zullen door het zwaard vallen, en uw land zal door het
145 Amos 8:14| Ber-seba leeft! en zij zullen vallen, en niet weder opstaan. ~ ~
146 Amos 9:9 | steentje zal er ter aarde vallen. ~
147 Nah 3:12 | indien zij geschud worden, zo vallen zij dien op den mond, die
148 Matt 10:29| van deze zal op de aarde vallen zonder uw Vader. ~
149 Matt 15:14| zij beiden in de gracht vallen.
150 Matt 15:27| ook van de brokjes die er vallen van de tafel hunner heren. ~
151 Matt 24:29| sterren zullen van den hemel vallen, en de krachten der hemelen
152 Mark 13:25| des hemels zulen daaruit vallen, en de krachten, die in
153 Luk 6:39 | niet beiden in de gracht vallen? ~
154 Luk 10:18 | een bliksem, uit den hemel vallen. ~
155 Luk 14:5 | van ulieden zal in een put vallen, en die hem niet terstond
156 Luk 21:24 | 24 En zij zullen vallen door de scherpte des zwaards,
157 Hand 21:32| de boot, en lieten haar vallen. ~
158 Hand 21:34| zal een haar van het hoofd vallen. ~
159 Rom 11:11 | zij gestruikeld, opdat zij vallen zouden? Dat zij verre; maar
160 1Tim 6:9 | die rijk willen worden, vallen in verzoeking, en in den
161 Heb 10:31 | 31 Vreselijk is het te vallen in de handen des levenden
162 Open 7:16| en de zon zal op hen niet vallen, noch enige hitte. ~
|