Book Chapter: Verse
1 Gen 6:5 | gedichtsel der gedachten zijns harten te allen dage alleenlijk
2 Gen 19:5 | broeder. In oprechtheid mijns harten en in reinheid mijner handen,
3 Gen 19:6 | gij dit in oprechtheid uws harten gedaan hebt, en Ik heb u
4 Exo 35:35 | vervuld met wijsheid des harten, om te maken alle werk eens
5 Deu 9:5 | noch om de oprechtheid uws harten, komt gij er henen in, om
6 Deu 10:16 | Besnijdt dan de voorhuid uws harten, en verhardt uw nek niet
7 Deu 28:28 | en met verbaasdheid des harten; ~
8 Deu 28:47 | vrolijkheid en goedheid des harten, vanwege de veelheid van
9 Deu 28:67 | vermits den schrik uws harten, waarmede gij zult verschrikt
10 Deu 29:19 | wanneer ik schoon naar mijns harten goeddunken zal wandelen,
11 Joz 11:20 | het was van den HEERE, hun harten te verstokken, dat zij Israel
12 Joz 25:23 | van u zijn, en neigt uw harten tot den HEERE, den God van
13 Ric 4:39 | waren de inbeeldingen des harten groot. ~
14 Ric 4:40 | grote onderzoekingen des harten. ~
15 1Sa 17:28 | vermetelheid, en de boosheid uws harten wel; want gij zijt afgekomen,
16 1Sa 25:31 | wankeling, noch aanstoot des harten, te weten, dat gij bloed
17 1Kon 3:6 | gerechtigheid, en in oprechtheid des harten met U; en Gij hebt hem deze
18 1Kon 4:29 | en een wijd begrip des harten, gelijk zand, dat aan den
19 1Kon 8:38 | een ieder de plage zijns harten, en een ieder zijn handen
20 1Kon 9:4 | heeft, met volkomenheid des harten, en met oprechtheid, om
21 1Kro 29:9 | de HEERE doorzoekt alle harten, en Hij verstaat al het
22 1Kro 30:17 | heb in oprechtigheid mijns harten al deze dingen vrijwillig
23 2Kro 32:26 | zich om de verheffing zijns harten, hij en de inwoners van
24 Neh 2:2 | niet dan treurigheid des harten. Toen vreesde ik gans zeer. ~
25 Job 17:11 | gedachten, de bezittingen mijns harten. ~
26 Job 33:3 | zullen de oprechtigheid mijns harten, en de wetenschap mijner
27 Job 36:5 | geweldig is Hij in kracht des harten. ~
28 Psa 7:10 | rechtvaardige, Gij, Die harten en nieren beproeft, o rechtvaardige
29 Psa 19:15 | en de overdenking mijns harten welbehagelijk zijn voor
30 Psa 21:3 | 3 Gij hebt hem zijns harten wens gegeven, en de uitspraak
31 Psa 25:17 | Tsade. De benauwdheden mijns harten hebben zich wijd uitgestrekt;
32 Psa 33:11 | eeuwigheid, de gedachten Zijns harten van geslacht tot geslacht. ~
33 Psa 34:11 | eeuwigheid, de gedachten Zijns harten van geslacht tot geslacht. ~
34 Psa 38:4 | u geven de begeerten uws harten. ~
35 Psa 39:9 | brul van het geruis mijns harten. ~
36 Psa 41:11 | niet in het midden mijns harten; Uw waarheid en Uw heil
37 Psa 44:22 | weet de verborgenheden des harten. ~
38 Psa 49:4 | en de overdenking mijns harten zal vol verstand zijn. ~
39 Psa 73:7 | gaan de inbeeldingen des harten te boven. ~
40 Psa 73:26 | is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid. ~
41 Psa 78:72 | naar de oprechtheid zijns harten, en heeft hen geleid met
42 Psa 81:13 | overgegeven in het goeddunken huns harten, dat zij wandelden in hun
43 Psa 101:2 | in oprechtigheid mijns harten. ~
44 Psa 119:7 | loven in oprechtheid des harten, als ik de rechten Uwer
45 Psa 119:111 | erve, want zij zijn mijns harten vrolijkheid. ~
46 Psa 125:4 | die oprecht zijn in hun harten. ~
47 Spre 3:3 | schrijf zij op de tafel uws harten.
48 Spre 4:21 | behoud ze in het midden uws harten. ~
49 Spre 7:3 | schrijf ze op de tafels uws harten. ~
50 Spre 15:11 | HEERE; hoeveel te meer de harten van des mensenkinderen? ~
51 Spre 15:13 | maar door de smart des harten wordt de geest verslagen. ~
52 Spre 16:1 | mens heeft schikkingen des harten; maar het antwoord der tong
53 Spre 17:3 | maar de HEERE proeft de harten. ~
54 Spre 21:2 | maar de HEERE weegt de harten. ~
55 Spre 21:4 | der ogen, en trotsheid des harten, en de ploeging der goddelozen,
56 Spre 22:11 | Die de reinheid des harten liefheeft, wiens lippen
57 Spre 24:12 | dat niet; zal Hij, Die de harten weegt, dat niet merken?
58 Pred 2:22 | van de kwellingen zijns harten, dien hij is bearbeidende
59 Pred 5:19 | verhoort in de blijdschap zijns harten. ~ ~
60 Pred 11:9 | en wandel in de wegen uws harten, en in de aanschouwingen
61 Hoo 3:11 | dag der vreugde Zijns harten. ~ ~ ~
62 Jes 9:8 | hoogmoed en grootsheid des harten, zeggende: ~
63 Jes 10:12 | van de grootsheid des harten van den koning van Assyrie,
64 Jes 30:29 | wordt; en blijdschap des harten, gelijk van een, die met
65 Jes 44:18 | dat zij niet zien, en hun harten, dat zij niet verstaan. ~
66 Jes 58:17 | afkerig henen in den weg huns harten. ~
67 Jes 66:14 | schreeuwen van weedom des harten, en van verbreking des geestes
68 Jer 4:4 | doet weg de voorhuiden uwer harten, gij mannen van Juda en
69 Jer 4:19 | barenswee, o wanden mijns harten! mijn hart maakt getier
70 Jer 9:14 | naar het goeddunken huns harten, en naar de Baals, hetwelk
71 Jer 9:26 | Israels heeft de voorhuid des harten. ~ ~ ~ ~ ~
72 Jer 13:10 | in het goeddunken zijns harten wandelt, en andere goden
73 Jer 14:14 | nietigheid, en bedriegerij huns harten. ~
74 Jer 15:16 | en tot blijdschap mijns harten; want ik ben naar Uw Naam
75 Jer 23:16 | spreken het gezicht huns harten, niet uit des HEEREN mond. ~
76 Jer 23:17 | en tot al wie naar zijns harten goeddunken wandelt, zeggen
77 Jer 23:20 | daargesteld de gedachten Zijns harten; in het laatste der dagen
78 Jer 23:26 | het zijn profeten van huns harten bedriegerij. ~
79 Jer 30:24 | hebben de gedachten Zijns harten; in het laatste der dagen
80 Jer 48:29 | zijn hoogmoed, en zijns harten hoogmoed. ~
81 Jer 49:16 | bedrogen, en de trotsheid uws harten, gij, die woont in de kloven
82 Klaa 1:85 | Nun. Laat ons onze harten opheffen, mitsgaders de
83 Klaa 1:109| Geef hun een deksel des harten; Uw vloek zij over hen! ~
84 Klaa 2:15 | 15 De vreugde onzes harten houdt op, onze rei is in
85 Eze 36:5 | met blijdschap des gansen harten, met begerige plundering,
86 Dan 2:30 | opdat gij de gedachten uws harten zoudt weten.
87 Hos 13:8 | en scheurde het slot huns harten; en Ik verslond ze aldaar
88 Oba 1:3 | 3 De trotsheid uws harten heeft u bedrogen; hij, die
89 Nah 2:7 | duiven, trommelende op haar harten. ~
90 Matt 9:4 | overdenkt gij kwaad in uw harten? ~
91 Matt 12:34 | want uit den overvloed des harten spreekt de mond. ~
92 Matt 12:35 | uit den goede schat des harten, en de boze mens brengt
93 Matt 19:8 | vanwege de hardigheid uwer harten u toegelaten uw vrouwen
94 Mark 2:6 | aldaar, en overdachten in hun harten: ~
95 Mark 2:8 | overdenkt gij deze dingen in uw harten? ~
96 Mark 4:15 | Woord weg, hetwelk in hun harten gezaaid was. ~
97 Mark 10:5 | Vanwege de hardigheid uwer harten heeft hij ulieden dat gebod
98 Mark 16:14 | ongelovigheid en hardigheid des harten, omdat zij niet geloofd
99 Luk 1:17 | Elias, om te bekeren de harten der vaderen tot de kinderen,
100 Luk 1:51 | hoogmoedigen in de gedachten hunner harten. ~
101 Luk 2:35 | opdat de gedachten uit vele harten geopenbaard worden. ~
102 Luk 3:15 | verwachtte, en allen in hun harten overleiden van Johannes,
103 Luk 5:22 | Wat overdenkt gij in uw harten? ~
104 Luk 6:45 | uit den goeden schat zijns harten; en de kwade mens brengt
105 Luk 6:45 | uit den kwaden schat zijns harten; want uit den overvloed
106 Luk 6:45 | want uit den overvloed des harten spreekt zijn mond. ~
107 Luk 9:47 | de overleggingen hunner harten, nam een kindeken, en stelde
108 Luk 16:15 | mensen; maar God kent uw harten; want dat hoog is onder
109 Luk 21:14 | 14 Neemt dan in uw harten voor, van te voren niet
110 Luk 21:34 | En wacht uzelven, dat uw harten niet te eniger tijd bezwaard
111 Luk 24:38 | zulke overleggingen in uw harten? ~
112 Hand 1:24 | Gij Heere! Gij Kenner der harten van allen, wijs van deze
113 Hand 2:46 | verheuging en eenvoudigheid des harten; ~
114 Hand 6:23 | zij met een voornemen des harten bij den Heere zouden blijven. ~
115 Hand 8:17 | gevende, vervullende onze harten met spijs en vrolijkheid. ~
116 Hand 9:8 | 8 En God, de Kenner der harten, heeft hun getuigenis gegeven,
117 Hand 9:9 | gereinigd hebbende hun harten door het geloof. ~
118 Rom 1:24 | de begeerlijkheden hunner harten tot onreinigheid, om hun
119 Rom 2:15 | der wet geschreven in hun harten, hun geweten medegetuigende,
120 Rom 2:29 | is, en de besnijdenis des harten, in den geest, niet in de
121 Rom 5:5 | omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door den Heiligen
122 Rom 8:27 | 27 En Die de harten doorzoekt, weet, welke de
123 Rom 10:1 | de toegenegenheid mijns harten, en het gebed, dat ik tot
124 Rom 16:18 | schoonspreken en prijzen de harten der eenvoudigen.
125 1Kor 4:5 | openbaren de raadslagen der harten; en alsdan zal een iegelijk
126 1Kor 14:25 | verborgene dingen zijns harten openbaar; en alzo, vallende
127 2Kor 1:22 | onderpand des Geestes in onze harten gegeven. ~
128 2Kor 2:4 | verdrukking en benauwdheid des harten, met vele tranen geschreven,
129 2Kor 3:2 | brief, geschreven in onze harten, bekend en gelezen van alle
130 2Kor 3:3 | maar in vlezen tafelen des harten. ~
131 2Kor 4:6 | is Degene, Die in onze harten geschenen heeft, om te geven
132 2Kor 7:3 | gezegd, dat gij in onze harten zijt, om samen te sterven
133 Gal 4:6 | Zoons uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader! ~
134 Efez 3:17 | Christus door het geloof in uw harten wone, en gij in de liefde
135 Efez 4:18 | door de verharding huns harten; ~
136 Efez 6:5 | beven, in eenvoudigheid uws harten, gelijk als aan Christus; ~
137 Efez 6:22 | zaken zoudt weten, en hij uw harten zou vertroosten. ~
138 Fili 4:7 | verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in
139 Kol 2:2 | 2 Opdat hun harten vertroost mogen worden,
140 Kol 3:15 | vrede Gods heerse in uw harten, tot welken gij ook geroepen
141 Kol 3:22 | maar met eenvoudigheid des harten, vrezende God. ~
142 Kol 4:8 | hij uw zaken wete, en uw harten vertrooste; ~
143 1The 2:4 | behagende, maar Gode, Die onze harten beproeft. ~
144 1The 3:13 | 13 Opdat Hij uw harten versterke, om onberispelijk
145 2The 2:17 | 17 Vertrooste uw harten, en versterke u in alle
146 2The 3:5 | Doch de Heere richte uw harten tot de liefde van God, en
147 Heb 3:8 | 8 Zo verhardt uw harten niet, gelijk het geschied
148 Heb 3:15 | stem hoort, zo verhardt uw harten niet, gelijk in de verbittering
149 Heb 4:7 | stem hoort, zo verhardt uw harten niet. ~
150 Heb 4:12 | en der overleggingen des harten. ~
151 Heb 8:10 | verstand geven, en in hun harten zal Ik die inschrijven;
152 Heb 10:16 | Mijn wetten geven in hun harten, en Ik zal die inschrijven
153 Heb 10:22 | verzekerdheid des geloofs, onze harten gereinigd zijnde van het
154 Jako 4:8 | zondaars, en zuivert de harten, gij dubbelhartigen! ~
155 Jako 5:5 | wellusten gevolgd; gij hebt uw harten gevoed als in een dag der
156 Jako 5:8 | lankmoedig, versterkt uw harten; want de toekomst des Heeren
157 1Pet 3:4 | Maar de verborgen mens des harten, in het onverderfelijk versiersel
158 1Pet 3:15 | heiligt God, den Heere, in uw harten; en zijt altijd bereid tot
159 2Pet 1:19 | de morgenster opga in uw harten. ~
160 1Joh 3:19 | zijn, en wij zullen onze harten verzekeren voor Hem. ~
161 Open 2:23 | Ik het ben, Die nieren en harten onderzoek. En Ik zal ulieden
162 Open 17:17 | Want God heeft hun in hun harten gegeven, dat zij Zijn mening
|