Book Chapter: Verse
1 Gen 20:22 | zelfder tijd, dat Abimelech, mitsgaders Pichol, zijn krijgsoverste,
2 Gen 23:59 | en haar voedster trekken, mitsgaders Abrahams knecht en zijn
3 Exo 29:22 | van den ram nemen het vet mitsgaders den staart, ook het vet,
4 Exo 29:44 | der samenkomst heiligen, mitsgaders het altaar; Ik zal ook Aaron
5 Lev 1:12 | het in zijn stukken delen, mitsgaders zijn hoofd en zijn smeer;
6 Lev 3:15 | 15 Mitsgaders de beide nieren, en het
7 Lev 8:11 | en al zijn gereedschap, mitsgaders het wasvat en zijn voet,
8 Lev 8:31 | samenkomst, en eet hetzelve daar, mitsgaders het brood, dat in den korf
9 Lev 14:4 | levende reine vogelen neme, mitsgaders cederenhout, en scharlaken,
10 Lev 14:10 | eenjarig volkomen schaap nemen, mitsgaders drie tienden meelbloem ten
11 Lev 14:22 | 22 Mitsgaders twee tortelduiven, of twee
12 Lev 14:45 | zijn hout even afbreken, mitsgaders al het leem van het huis,
13 Lev 14:49 | ontzondigen, twee vogeltjes nemen, mitsgaders cederenhout, en scharlaken,
14 Lev 14:56 | 56 Mitsgaders voor gezwel, en voor gezweer,
15 Lev 15:18 | 18 Mitsgaders de vrouw, als een man met
16 Lev 15:20 | hebben, zal onrein zijn; mitsgaders alles, waarop zij zal gezeten
17 Lev 15:33 | 33 Mitsgaders van een zwakke vrouw in
18 Lev 22:4 | eten, totdat hij rein is; mitsgaders die iets aanroert, dat onrein
19 Lev 24:7 | 7 Mitsgaders voor het vee, en voor het
20 Num 3:26 | het altaar rondom zijn; mitsgaders de zelen, tot zijn gansen
21 Num 4:26 | gereedschap van hun dienst, mitsgaders al wat daarvoor bereid wordt,
22 Num 4:32 | 32 Mitsgaders de pilaren des voorhofs
23 Num 6:15 | vladen, met olie bestreken, mitsgaders hun spijsoffer, en hun drankofferen; ~
24 Num 7:1 | en al zijn gereedschap, mitsgaders het altaar en al zijn gereedschap,
25 Num 16:2 | het aangezicht van Mozes, mitsgaders tweehonderd en vijftig mannen
26 Num 28:9 | spijsoffer, met olie gemengd, mitsgaders zijn drankoffer. ~
27 Num 30:8 | was, zal te niet maken, mitsgaders de uitspraak harer lippen,
28 Num 30:11 | al haar geloften bestaan, mitsgaders alle verbintenis, waarmede
29 Num 33:14 | vaderen, hebben ontvangen; mitsgaders de halve stam van Manasse
30 Deu 3:13 | het overige van Gilead, mitsgaders het ganse Bazan, het koninkrijk
31 Deu 3:17 | vlakke veld, en de Jordaan, mitsgaders de landpale; van Cinnereth
32 Deu 6:17 | uws Gods, vlijtig houden, mitsgaders Zijn getuigenissen, en Zijn
33 Deu 28:36 | 36 De HEERE zal u, mitsgaders uw koning, dien gij over
34 Deu 28:59 | plagen wonderlijk maken, mitsgaders de plagen van uw zaad; het
35 Deu 29:8 | Rubenieten en Gadieten, mitsgaders aan den halven stam der
36 Joz 4:12 | en de kinderen van Gad, mitsgaders de halve stam van Manasse,
37 Joz 6:24 | alleenlijk het zilver en goud, mitsgaders de koperen en ijzeren vaten,
38 Joz 13:21 | denwelken Mozes geslagen heeft, mitsgaders de vorsten van Midian, Evi,
39 Joz 18:28 | Kirjath: veertien steden mitsgaders haar dorpen. Dit is het
40 Ric 9:6 | goden der kinderen Ammons, mitsgaders de goden der Filistijnen;
41 Ric 13:3 | zijn vader zeide tot hem, mitsgaders zijn moeder: Is er geen
42 Ric 17:24 | gemaakt had, weggenomen, mitsgaders den priester, en zijt weggegaan;
43 Rut 4:11 | volk, dat in de poort was, mitsgaders de oudsten zeiden: Wij zijn
44 1Sa 8:12 | zijn krijgswapenen maken, mitsgaders zijn wapentuig. ~
45 1Sa 16:12 | hij nu was roodachtig, mitsgaders schoon van ogen en schoon
46 1Sa 17:42 | een jongeling, roodachtig, mitsgaders schoon van aanzien. ~
47 2Sa 15:25 | en zal ze mij laten zien, mitsgaders Zijn woning. ~
48 2Sa 16:6 | wierp David met stenen, mitsgaders alle knechten van den koning
49 1Kon 7:18| Zo maakte hij de pilaren, mitsgaders twee rijen rondom over het
50 1Kon 7:43| 43 Mitsgaders de tien stellingen, en de
51 1Kon 7:50| 50 Mitsgaders de schalen, en de gaffelen,
52 1Kon 8:4 | der samenkomst opwaarts mitsgaders al de heilige vaten, die
53 1Kon 8:64| het spijsoffer bereid had, mitsgaders het vet der dankofferen;
54 1Kon 9:15| den muur van Jeruzalem, mitsgaders Hazor, en Megiddo, en Gezer. ~
55 1Kon 10:12| voor het huis des konings, mitsgaders harpen en luiten voor de
56 1Kon 21:21| uitroeien, wat mannelijk is, mitsgaders den beslotene en verlatene
57 2Kon 10:2 | en de paarden bij u zijn, mitsgaders een vaste stad, en wapenen; ~
58 2Kon 11:17| HEERE tot een volk zou zijn; mitsgaders tussen de koning en tussen
59 2Kon 15:14| schatten van des konings huis, mitsgaders gijzelaars; en hij keerde
60 2Kon 22:6 | konings van Assyrie verlossen, mitsgaders deze stad; en Ik zal deze
61 2Kon 23:13| meetsnoer van Samaria trekken, mitsgaders het paslood van het huis
62 2Kon 25:5 | Juda, en rondom Jeruzalem, mitsgaders, die voor Baal, de zon,
63 2Kon 25:12| van Juda gemaakt hadden, mitsgaders de altaren, die Manasse
64 2Kon 26:14| voerde gans Jeruzalem weg, mitsgaders al de vorsten, en alle strijdbare
65 2Kon 26:15| Jojachin weg naar Babel, mitsgaders des konings moeder, en des
66 2Kon 27:9 | en het huis des konings, mitsgaders alle huizen van Jeruzalem;
67 2Kon 27:19| de stad gevonden werden, mitsgaders den oversten schrijver des
68 2Kon 27:25| Gedalia, dat hij stierf; mitsgaders de Joden en de Chaldeen,
69 1Kro 26:1 | 1 En David, mitsgaders de oversten des heirs, scheidde
70 1Kro 27:26| koning David geheiligd had, mitsgaders de hoofden der vaderen,
71 2Kro 2:2 | zouden in het gebergte; mitsgaders drie duizend en zeshonderd
72 2Kro 2:18| houwers in het gebergte, mitsgaders drie duizend en zeshonderd
73 2Kro 4:9 | priesteren, en het grote voorhof, mitsgaders de deuren voor het voorhof,
74 2Kro 4:22| 22 Mitsgaders de gaffelen, en de sprengbekkens,
75 2Kro 5:5 | der samenkomst opwaarts, mitsgaders al de heilige vaten, die
76 2Kro 6:5 | der samenkomst opwaarts, mitsgaders al de heilige vaten, die
77 2Kro 9:6 | 6 Mitsgaders Baalath, en al de schatsteden,
78 2Kro 9:18| zijner knechten, schepen, mitsgaders knechten, kenners van de
79 2Kro 10:11| tot het huis des konings, mitsgaders harpen en luiten voor de
80 2Kro 22:4 | broederen met het zwaard, mitsgaders ook enige van de vorsten
81 2Kro 22:24| broederen met het zwaard, mitsgaders ook enige van de vorsten
82 2Kro 24:12| des HEEREN te vernieuwen, mitsgaders ook werkmeesters in ijzer
83 2Kro 25:24| van het huis des konings, mitsgaders gijzelaars, en hij keerde
84 2Kro 28:4 | hoogten en op de heuvelen, mitsgaders onder alle groen geboomte. ~
85 2Kro 28:7 | Azirkam, den huisoverste, mitsgaders Elkana, den tweede na den
86 2Kro 28:23| waren hem tot zijn val, mitsgaders aan gans Israel. ~
87 2Kro 29:18| huis des HEEREN gereinigd, mitsgaders het brandofferaltaar met
88 2Kro 30:25| van Juda verblijdde zich, mitsgaders de priesteren en de Levieten,
89 2Kro 32:4 | al de fonteinen stopte, mitsgaders de beek, die door het midden
90 2Kro 32:29| hij zich steden gemaakt, mitsgaders bezitting van schapen en
91 2Kro 33:15| het huis des HEEREN weg, mitsgaders al de altaren, die hij gebouwd
92 2Kro 34:12| de kinderen van Merari, mitsgaders Zacharia en Mesullam, van
93 2Kro 34:30| inwoners van Jeruzalem, mitsgaders de priesters en de Levieten,
94 2Kro 35:9 | Nethaneel, zijn broeders, mitsgaders Hasabja, en Jeiel, en Jozabad,
95 2Kro 35:15| den ziener des konings, mitsgaders de poortiers aan elke poort;
96 2Kro 36:9 | Nethaneel, zijn broeders, mitsgaders Hasabja, en Jeiel, en Jozabad,
97 2Kro 36:15| den ziener des konings, mitsgaders de poortiers aan elke poort;
98 Ezra 4:17| die te Samaria woonden; mitsgaders aan de overigen van deze
99 Ezra 6:21| gevangenis wedergekomen waren, mitsgaders al wie zich van de onreinigheid
100 Ezra 7:16| 16 Mitsgaders al het zilver en goud, dat
101 Neh 9:24 | hen in hun hand gegeven, mitsgaders hun koningen en de volken
102 Neh 10:31 | jaar zouden vrij laten, mitsgaders allerhande bezwaarnis. ~
103 Neh 12:22 | der vaderen beschreven; mitsgaders de priesteren, tot het koninkrijk
104 Neh 13:5 | zangers, en de poortiers, mitsgaders het hefoffer der priesteren. ~
105 Est 29:2 | huisvrouw Zeres tot hem, mitsgaders al zijn vrienden: Men make
106 Job 24:19 | 19 De droogte mitsgaders de hitte nemen de sneeuwwateren
107 Psa 24:1 | De aarde is des HEEREN, mitsgaders haar volheid, de wereld,
108 Psa 27:12 | zijn tegen mij opgestaan, mitsgaders die wrevel uitblaast. ~
109 Psa 72:12 | redden, die daar roept, mitsgaders den ellendige, en die geen
110 Psa 87:7 | gelijk de speellieden, mitsgaders al mijn fonteinen, zullen
111 Psa 106:6 | 6 Wij hebben gezondigd, mitsgaders onze vaderen, wij hebben
112 Psa 120:4 | 4Scherpe pijlen eens machtigen, mitsgaders gloeiende jeneverkolen. ~
113 Spre 20:30| den boze een zuivering, mitsgaders de slagen van het binnenste
114 Spre 23:23| waarheid, en verkoop ze niet, mitsgaders wijsheid, en tucht, en verstand. ~
115 Hoo 4:14 | wierook, mirre en aloe, mitsgaders alle voornaamste specerijen. ~
116 Hoo 5:1 | gegeten; Ik heb Mijn wijn, mitsgaders Mijn melk gedronken.
117 Jes 13:22 | plaatsen elkander toeroepen, mitsgaders de draken in de wellustige
118 Jes 15:9 | de ontkomenen van Moab, mitsgaders over het overblijfsel des
119 Jes 37:18 | van Assyrie al de landen, mitsgaders derzelver landerijen verwoest; ~
120 Jes 38:6 | konings van Assyrie verlossen, mitsgaders deze stad; en Ik zal deze
121 Jer 17:3 | schatten ten roof geven, mitsgaders uw hoogten, om de zonde
122 Jer 23:39 | ganselijk vergeten, en u, mitsgaders de stad, die Ik u en uw
123 Jer 24:1 | Jojakim, den koning van Juda, mitsgaders de vorsten van Juda, en
124 Jer 24:8 | Zedekia, den koning van Juda, mitsgaders zijn vorsten, en het
125 Jer 25:12 | ongerechtigheid bezoeken, mitsgaders over het land der Chaldeen,
126 Jer 26:21 | En als de koning Jojakim, mitsgaders al zijn geweldigen, en al
127 Jer 27:20 | gevankelijk wegvoerde, mitsgaders al de edelen van Juda en
128 Jer 29:1 | gevankelijk waren weggevoerd, mitsgaders tot de priesteren, en tot
129 Jer 29:2 | vorsten van Juda en Jeruzalem, mitsgaders de timmerlieden en smeden
130 Jer 31:24 | 24 En Juda, mitsgaders al zijn steden, zullen te
131 Jer 32:39 | de dagen, hun ten goede, mitsgaders hun kinderen na hen. ~
132 Jer 33:12 | tot het vee toe, in is, mitsgaders in al derzelver steden,
133 Jer 35:3 | den zoon van Habazzinja, mitsgaders zijn broederen, en al zijn
134 Jer 36:9 | allen volke te Jeruzalem, mitsgaders allen volke, die uit de
135 Jer 39:13 | de overste der trawanten, mitsgaders Nebusazban Rab-Saris en
136 Jer 41:2 | Nethanja, maakte zich op, mitsgaders de tien mannen, die met
137 Jer 41:16 | Johanan, de zoon van Kareah, mitsgaders al de oversten der heiren,
138 Jer 44:15 | zijnde een grote hoop, mitsgaders al het volk, die in
139 Jer 51:48 | En de hemel en de aarde, mitsgaders al wat daarin is, zullen
140 Jer 52:13 | en het huis des konings; mitsgaders alle huizen van Jeruzalem
141 Jer 52:25 | stad gevonden werden, mitsgaders den oversten schrijver des
142 Klaa 1:85| ons onze harten opheffen, mitsgaders de handen, tot God in den
143 Eze 10:12 | handen, en hun vleugelen, mitsgaders de raderen, waren vol ogen
144 Eze 16:55 | tot haar vorigen staat, mitsgaders Samaria en haar dochteren
145 Eze 23:27 | schandelijkheid van u doen ophouden, mitsgaders uw hoererij, gebracht uit
146 Eze 23:29 | hoerenschaamte ontdekt worde, mitsgaders uw schandelijkheid en uw
147 Eze 38:4 | en Ik zal u uitvoeren, mitsgaders uw ganse heir, paarden en
148 Dan 1:16 | stukken hunner spijs wegnam, mitsgaders den wijn huns dranks, en
149 Dan 8:24 | en hij zal de sterken, mitsgaders het heilige volk verderven: ~
150 Hos 2:21 | zal het koren verhoren, mitsgaders den most en de olie; en
151 Hos 7:1 | ongerechtigheid ontdekt, mitsgaders de boosheden van Samaria;
152 Hos 10:5 | zal over hetzelve treuren, mitsgaders zijn Chemarim (die zich
153 Amos 5:22| Mij brandofferen offert, mitsgaders uw spijsofferen, Ik heb
154 Mic 1:2 | altemaal! merk op, gij aarde, mitsgaders derzelver volheid! de Heere
155 Mic 6:2 | bergen! den twist des HEEREN, mitsgaders gij sterke fondamenten der
156 Zac 9:5 | zal grote smart hebben, mitsgaders Ekron, dewijl hetgeen, waar
157 Zac 14:19 | zonde der Egyptenaren zijn, mitsgaders de zonde aller heidenen,
|