Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
mithniet 1
mithredath 2
mits 10
mitsgaders 157
mitsraim 4
mitylene 1
mizpa 46
Frequency    [«  »]
161 40
161 genomen
158 verder
157 mitsgaders
157 samenkomst
157 zamen
156 spijsoffer

Bijbel

IntraText - Concordances

mitsgaders

    Book Chapter: Verse
1 Gen 20:22 | zelfder tijd, dat Abimelech, mitsgaders Pichol, zijn krijgsoverste, 2 Gen 23:59 | en haar voedster trekken, mitsgaders Abrahams knecht en zijn 3 Exo 29:22 | van den ram nemen het vet mitsgaders den staart, ook het vet, 4 Exo 29:44 | der samenkomst heiligen, mitsgaders het altaar; Ik zal ook Aaron 5 Lev 1:12 | het in zijn stukken delen, mitsgaders zijn hoofd en zijn smeer; 6 Lev 3:15 | 15 Mitsgaders de beide nieren, en het 7 Lev 8:11 | en al zijn gereedschap, mitsgaders het wasvat en zijn voet, 8 Lev 8:31 | samenkomst, en eet hetzelve daar, mitsgaders het brood, dat in den korf 9 Lev 14:4 | levende reine vogelen neme, mitsgaders cederenhout, en scharlaken, 10 Lev 14:10 | eenjarig volkomen schaap nemen, mitsgaders drie tienden meelbloem ten 11 Lev 14:22 | 22 Mitsgaders twee tortelduiven, of twee 12 Lev 14:45 | zijn hout even afbreken, mitsgaders al het leem van het huis, 13 Lev 14:49 | ontzondigen, twee vogeltjes nemen, mitsgaders cederenhout, en scharlaken, 14 Lev 14:56 | 56 Mitsgaders voor gezwel, en voor gezweer, 15 Lev 15:18 | 18 Mitsgaders de vrouw, als een man met 16 Lev 15:20 | hebben, zal onrein zijn; mitsgaders alles, waarop zij zal gezeten 17 Lev 15:33 | 33 Mitsgaders van een zwakke vrouw in 18 Lev 22:4 | eten, totdat hij rein is; mitsgaders die iets aanroert, dat onrein 19 Lev 24:7 | 7 Mitsgaders voor het vee, en voor het 20 Num 3:26 | het altaar rondom zijn; mitsgaders de zelen, tot zijn gansen 21 Num 4:26 | gereedschap van hun dienst, mitsgaders al wat daarvoor bereid wordt, 22 Num 4:32 | 32 Mitsgaders de pilaren des voorhofs 23 Num 6:15 | vladen, met olie bestreken, mitsgaders hun spijsoffer, en hun drankofferen; ~ 24 Num 7:1 | en al zijn gereedschap, mitsgaders het altaar en al zijn gereedschap, 25 Num 16:2 | het aangezicht van Mozes, mitsgaders tweehonderd en vijftig mannen 26 Num 28:9 | spijsoffer, met olie gemengd, mitsgaders zijn drankoffer. ~ 27 Num 30:8 | was, zal te niet maken, mitsgaders de uitspraak harer lippen, 28 Num 30:11 | al haar geloften bestaan, mitsgaders alle verbintenis, waarmede 29 Num 33:14 | vaderen, hebben ontvangen; mitsgaders de halve stam van Manasse 30 Deu 3:13 | het overige van Gilead, mitsgaders het ganse Bazan, het koninkrijk 31 Deu 3:17 | vlakke veld, en de Jordaan, mitsgaders de landpale; van Cinnereth 32 Deu 6:17 | uws Gods, vlijtig houden, mitsgaders Zijn getuigenissen, en Zijn 33 Deu 28:36 | 36 De HEERE zal u, mitsgaders uw koning, dien gij over 34 Deu 28:59 | plagen wonderlijk maken, mitsgaders de plagen van uw zaad; het 35 Deu 29:8 | Rubenieten en Gadieten, mitsgaders aan den halven stam der 36 Joz 4:12 | en de kinderen van Gad, mitsgaders de halve stam van Manasse, 37 Joz 6:24 | alleenlijk het zilver en goud, mitsgaders de koperen en ijzeren vaten, 38 Joz 13:21 | denwelken Mozes geslagen heeft, mitsgaders de vorsten van Midian, Evi, 39 Joz 18:28 | Kirjath: veertien steden mitsgaders haar dorpen. Dit is het 40 Ric 9:6 | goden der kinderen Ammons, mitsgaders de goden der Filistijnen; 41 Ric 13:3 | zijn vader zeide tot hem, mitsgaders zijn moeder: Is er geen 42 Ric 17:24 | gemaakt had, weggenomen, mitsgaders den priester, en zijt weggegaan; 43 Rut 4:11 | volk, dat in de poort was, mitsgaders de oudsten zeiden: Wij zijn 44 1Sa 8:12 | zijn krijgswapenen maken, mitsgaders zijn wapentuig. ~ 45 1Sa 16:12 | hij nu was roodachtig, mitsgaders schoon van ogen en schoon 46 1Sa 17:42 | een jongeling, roodachtig, mitsgaders schoon van aanzien. ~ 47 2Sa 15:25 | en zal ze mij laten zien, mitsgaders Zijn woning. ~ 48 2Sa 16:6 | wierp David met stenen, mitsgaders alle knechten van den koning 49 1Kon 7:18| Zo maakte hij de pilaren, mitsgaders twee rijen rondom over het 50 1Kon 7:43| 43 Mitsgaders de tien stellingen, en de 51 1Kon 7:50| 50 Mitsgaders de schalen, en de gaffelen, 52 1Kon 8:4 | der samenkomst opwaarts mitsgaders al de heilige vaten, die 53 1Kon 8:64| het spijsoffer bereid had, mitsgaders het vet der dankofferen; 54 1Kon 9:15| den muur van Jeruzalem, mitsgaders Hazor, en Megiddo, en Gezer. ~ 55 1Kon 10:12| voor het huis des konings, mitsgaders harpen en luiten voor de 56 1Kon 21:21| uitroeien, wat mannelijk is, mitsgaders den beslotene en verlatene 57 2Kon 10:2 | en de paarden bij u zijn, mitsgaders een vaste stad, en wapenen; ~ 58 2Kon 11:17| HEERE tot een volk zou zijn; mitsgaders tussen de koning en tussen 59 2Kon 15:14| schatten van des konings huis, mitsgaders gijzelaars; en hij keerde 60 2Kon 22:6 | konings van Assyrie verlossen, mitsgaders deze stad; en Ik zal deze 61 2Kon 23:13| meetsnoer van Samaria trekken, mitsgaders het paslood van het huis 62 2Kon 25:5 | Juda, en rondom Jeruzalem, mitsgaders, die voor Baal, de zon, 63 2Kon 25:12| van Juda gemaakt hadden, mitsgaders de altaren, die Manasse 64 2Kon 26:14| voerde gans Jeruzalem weg, mitsgaders al de vorsten, en alle strijdbare 65 2Kon 26:15| Jojachin weg naar Babel, mitsgaders des konings moeder, en des 66 2Kon 27:9 | en het huis des konings, mitsgaders alle huizen van Jeruzalem; 67 2Kon 27:19| de stad gevonden werden, mitsgaders den oversten schrijver des 68 2Kon 27:25| Gedalia, dat hij stierf; mitsgaders de Joden en de Chaldeen, 69 1Kro 26:1 | 1 En David, mitsgaders de oversten des heirs, scheidde 70 1Kro 27:26| koning David geheiligd had, mitsgaders de hoofden der vaderen, 71 2Kro 2:2 | zouden in het gebergte; mitsgaders drie duizend en zeshonderd 72 2Kro 2:18| houwers in het gebergte, mitsgaders drie duizend en zeshonderd 73 2Kro 4:9 | priesteren, en het grote voorhof, mitsgaders de deuren voor het voorhof, 74 2Kro 4:22| 22 Mitsgaders de gaffelen, en de sprengbekkens, 75 2Kro 5:5 | der samenkomst opwaarts, mitsgaders al de heilige vaten, die 76 2Kro 6:5 | der samenkomst opwaarts, mitsgaders al de heilige vaten, die 77 2Kro 9:6 | 6 Mitsgaders Baalath, en al de schatsteden, 78 2Kro 9:18| zijner knechten, schepen, mitsgaders knechten, kenners van de 79 2Kro 10:11| tot het huis des konings, mitsgaders harpen en luiten voor de 80 2Kro 22:4 | broederen met het zwaard, mitsgaders ook enige van de vorsten 81 2Kro 22:24| broederen met het zwaard, mitsgaders ook enige van de vorsten 82 2Kro 24:12| des HEEREN te vernieuwen, mitsgaders ook werkmeesters in ijzer 83 2Kro 25:24| van het huis des konings, mitsgaders gijzelaars, en hij keerde 84 2Kro 28:4 | hoogten en op de heuvelen, mitsgaders onder alle groen geboomte. ~ 85 2Kro 28:7 | Azirkam, den huisoverste, mitsgaders Elkana, den tweede na den 86 2Kro 28:23| waren hem tot zijn val, mitsgaders aan gans Israel. ~ 87 2Kro 29:18| huis des HEEREN gereinigd, mitsgaders het brandofferaltaar met 88 2Kro 30:25| van Juda verblijdde zich, mitsgaders de priesteren en de Levieten, 89 2Kro 32:4 | al de fonteinen stopte, mitsgaders de beek, die door het midden 90 2Kro 32:29| hij zich steden gemaakt, mitsgaders bezitting van schapen en 91 2Kro 33:15| het huis des HEEREN weg, mitsgaders al de altaren, die hij gebouwd 92 2Kro 34:12| de kinderen van Merari, mitsgaders Zacharia en Mesullam, van 93 2Kro 34:30| inwoners van Jeruzalem, mitsgaders de priesters en de Levieten, 94 2Kro 35:9 | Nethaneel, zijn broeders, mitsgaders Hasabja, en Jeiel, en Jozabad, 95 2Kro 35:15| den ziener des konings, mitsgaders de poortiers aan elke poort; 96 2Kro 36:9 | Nethaneel, zijn broeders, mitsgaders Hasabja, en Jeiel, en Jozabad, 97 2Kro 36:15| den ziener des konings, mitsgaders de poortiers aan elke poort; 98 Ezra 4:17| die te Samaria woonden; mitsgaders aan de overigen van deze 99 Ezra 6:21| gevangenis wedergekomen waren, mitsgaders al wie zich van de onreinigheid 100 Ezra 7:16| 16 Mitsgaders al het zilver en goud, dat 101 Neh 9:24 | hen in hun hand gegeven, mitsgaders hun koningen en de volken 102 Neh 10:31 | jaar zouden vrij laten, mitsgaders allerhande bezwaarnis. ~ 103 Neh 12:22 | der vaderen beschreven; mitsgaders de priesteren, tot het koninkrijk 104 Neh 13:5 | zangers, en de poortiers, mitsgaders het hefoffer der priesteren. ~ 105 Est 29:2 | huisvrouw Zeres tot hem, mitsgaders al zijn vrienden: Men make 106 Job 24:19 | 19 De droogte mitsgaders de hitte nemen de sneeuwwateren 107 Psa 24:1 | De aarde is des HEEREN, mitsgaders haar volheid, de wereld, 108 Psa 27:12 | zijn tegen mij opgestaan, mitsgaders die wrevel uitblaast. ~ 109 Psa 72:12 | redden, die daar roept, mitsgaders den ellendige, en die geen 110 Psa 87:7 | gelijk de speellieden, mitsgaders al mijn fonteinen, zullen 111 Psa 106:6 | 6 Wij hebben gezondigd, mitsgaders onze vaderen, wij hebben 112 Psa 120:4 | 4Scherpe pijlen eens machtigen, mitsgaders gloeiende jeneverkolen. ~ 113 Spre 20:30| den boze een zuivering, mitsgaders de slagen van het binnenste 114 Spre 23:23| waarheid, en verkoop ze niet, mitsgaders wijsheid, en tucht, en verstand. ~ 115 Hoo 4:14 | wierook, mirre en aloe, mitsgaders alle voornaamste specerijen. ~ 116 Hoo 5:1 | gegeten; Ik heb Mijn wijn, mitsgaders Mijn      melk gedronken. 117 Jes 13:22 | plaatsen elkander toeroepen, mitsgaders de draken in de wellustige 118 Jes 15:9 | de ontkomenen van Moab, mitsgaders over het overblijfsel des 119 Jes 37:18 | van Assyrie al de landen, mitsgaders derzelver landerijen verwoest; ~ 120 Jes 38:6 | konings van Assyrie verlossen, mitsgaders deze stad; en Ik zal deze 121 Jer 17:3 | schatten ten roof geven, mitsgaders uw hoogten, om de zonde 122 Jer 23:39 | ganselijk vergeten, en u, mitsgaders de stad, die Ik u en uw 123 Jer 24:1 | Jojakim, den koning van Juda, mitsgaders de vorsten van Juda, en 124 Jer 24:8 | Zedekia, den koning van Juda, mitsgaders zijn      vorsten, en het 125 Jer 25:12 | ongerechtigheid bezoeken, mitsgaders      over het land der Chaldeen, 126 Jer 26:21 | En als de koning Jojakim, mitsgaders al zijn geweldigen, en al 127 Jer 27:20 | gevankelijk wegvoerde,      mitsgaders al de edelen van Juda en 128 Jer 29:1 | gevankelijk waren weggevoerd, mitsgaders tot de priesteren, en tot      129 Jer 29:2 | vorsten van Juda en Jeruzalem, mitsgaders de timmerlieden en smeden 130 Jer 31:24 | 24      En Juda, mitsgaders al zijn steden, zullen te 131 Jer 32:39 | de dagen, hun ten goede, mitsgaders hun kinderen na hen. ~ 132 Jer 33:12 | tot het vee toe, in is, mitsgaders in al derzelver steden, 133 Jer 35:3 | den zoon van Habazzinja, mitsgaders zijn broederen, en al zijn 134 Jer 36:9 | allen volke te Jeruzalem, mitsgaders allen volke, die uit de 135 Jer 39:13 | de overste der trawanten, mitsgaders Nebusazban Rab-Saris en 136 Jer 41:2 | Nethanja, maakte zich op, mitsgaders de tien mannen, die met 137 Jer 41:16 | Johanan, de zoon van Kareah, mitsgaders al de oversten der heiren, 138 Jer 44:15 | zijnde een grote hoop, mitsgaders al      het volk, die in 139 Jer 51:48 | En de hemel en de aarde, mitsgaders al wat daarin is, zullen 140 Jer 52:13 | en het huis des konings; mitsgaders alle huizen van Jeruzalem 141 Jer 52:25 | stad gevonden werden,      mitsgaders den oversten schrijver des 142 Klaa 1:85| ons onze harten opheffen, mitsgaders de handen, tot God in den 143 Eze 10:12 | handen, en hun vleugelen, mitsgaders de raderen, waren vol ogen 144 Eze 16:55 | tot haar vorigen staat, mitsgaders Samaria en haar dochteren 145 Eze 23:27 | schandelijkheid van u doen ophouden, mitsgaders uw hoererij, gebracht uit 146 Eze 23:29 | hoerenschaamte ontdekt worde, mitsgaders uw schandelijkheid en uw      147 Eze 38:4 | en Ik zal u uitvoeren, mitsgaders uw ganse heir, paarden en 148 Dan 1:16 | stukken hunner spijs wegnam, mitsgaders den wijn huns dranks, en 149 Dan 8:24 | en hij zal de sterken, mitsgaders het heilige      volk verderven: ~ 150 Hos 2:21 | zal het koren verhoren, mitsgaders den most en de olie; en 151 Hos 7:1 | ongerechtigheid ontdekt, mitsgaders de boosheden van Samaria; 152 Hos 10:5 | zal over hetzelve treuren, mitsgaders zijn Chemarim (die zich 153 Amos 5:22| Mij brandofferen offert, mitsgaders uw spijsofferen, Ik heb 154 Mic 1:2 | altemaal! merk op, gij aarde, mitsgaders derzelver volheid! de Heere 155 Mic 6:2 | bergen! den twist des HEEREN, mitsgaders gij sterke fondamenten der 156 Zac 9:5 | zal grote smart hebben, mitsgaders Ekron, dewijl hetgeen, waar 157 Zac 14:19 | zonde der Egyptenaren zijn, mitsgaders de zonde aller heidenen,


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License