Book Chapter: Verse
1 Gen 13:16 | 16 En Ik zal uw zaad stellen als het stof der aarde,
2 Gen 16:2 | 2 En Ik zal Mijn verbond stellen tussen Mij en tussen u,
3 Gen 16:6 | en Ik zal u tot volken stellen, en koningen zullen uit
4 Gen 16:20 | zal hem tot een groot volk stellen; ~
5 Gen 20:13 | dienstmaagd tot een volk stellen, omdat hij uw zaad is. ~
6 Gen 20:18 | zal hem tot een groot volk stellen. ~
7 Gen 29:12 | weldoen, en Ik zal uw zaad stellen als het zand der zee, dat
8 Gen 41:7 | om u een overblijfsel te stellen op de aarde, en om u bij
9 Gen 44:4 | tot een hoop van volken stellen; en Ik zal aan uw zaad na
10 Exo 34:14 | medegaan, om u gerust te stellen? ~
11 Exo 34:21 | zult gij u op de steenrots stellen. ~
12 Lev 14:11 | reinigen is, en die dingen, stellen voor het aangezicht des
13 Lev 16:7 | bokken nemen, en hij zal die stellen voor het aangezicht des
14 Lev 24:46 | u tot bezitters over hen stellen voor uw kinderen na u, opdat
15 Lev 25:1 | opgericht beeld zult gij u stellen, noch gebeelden steen in
16 Lev 25:16 | ook doen, dat Ik over u stellen zal verschrikking, tering
17 Num 3:10 | Aaron en zijn zonen zult gij stellen, dat zij hun priesterambt
18 Num 4:19 | zijn zonen zullen komen, en stellen hen een ieder over zijn
19 Num 5:16 | doen naderen; hij zal haar stellen voor het aangezicht des
20 Num 5:18 | het aangezicht des HEEREN stellen, en zal het hoofd van de
21 Num 8:13 | En gij zult de Levieten stellen voor het aangezicht van
22 Num 11:16 | zij zullen zich daar bij u stellen. ~
23 Deu 14:24 | om Zijn Naam aldaar te stellen; wanneer de HEERE, uw God,
24 Deu 16:18 | en ambtlieden zult gij u stellen in al uw poorten, die de
25 Deu 16:22 | gij u geen opgericht beeld stellen, hetwelk de HEERE, uw God,
26 Deu 17:14 | zal een koning over mij stellen, als al de volken, die rondom
27 Deu 17:15 | ganselijk tot koning over u stellen, dien de HEERE, uw God,
28 Deu 17:15 | zult gij een koning over u stellen; gij zult niet vermogen
29 Ric 6:5 | lekken, dien zult gij alleen stellen; desgelijks al wie op zijn
30 1Sa 13:21 | tot de bijlen, en tot het stellen der prikkelen. ~
31 1Sa 17:8 | uittrekken, om de slagorde te stellen? Ben ik niet een Filistijn,
32 1Sa 22:7 | en oversten van honderden stellen? ~
33 2Sa 18:3 | zullen het hart op ons niet stellen; ja, of de helft van ons
34 2Sa 18:3 | zullen het hart op ons niet stellen; maar gij zijt nu als tien
35 2Sa 18:13 | zoudt er u van tegenover stellen. ~
36 1Kon 11:36| heb, om Mijn Naam daar te stellen. ~
37 1Kon 19:2 | omtrent dezen tijd uw ziel stellen, als de ziel van een hunner. ~
38 1Kro 15:16| hun broeders, de zangers, stellen zouden met muziekinstrumenten,
39 1Kro 18:3 | heentoog, om zijn hand te stellen aan de rivier Frath. ~
40 1Kro 19:3 | heentoog, om zijn hand te stellen aan de rivier Frath. ~
41 2Kro 21:6 | zodat niemand zich tegen U stellen kan. ~
42 Job 1:6 | om zich voor den HEERE te stellen, dat de satan ook in het
43 Job 2:1 | om zich voor den HEERE te stellen, dat de satan ook in het
44 Job 2:1 | om zich voor den HEERE te stellen. ~
45 Job 5:11 | 11 Om de vernederden te stellen in het hoge; dat de rouwdragenden
46 Job 13:14 | en mijn ziel in mijn hand stellen? ~
47 Job 30:1 | de honden mijner kudde te stellen. ~
48 Job 37:11 | verder, en hier zal hij zich stellen tegen den hoogmoed uwer
49 Job 40:1 | zich voor Mijn aangezicht stellen zou? ~
50 Psa 2:2 | 2 De koningen der aarde stellen zich op, en de vorsten beraadslagen
51 Psa 7:14 | hittige vervolgers te werk stellen. ~
52 Psa 50:21 | ordentelijk voor uw ogen stellen. ~
53 Psa 54:5 | tirannen zoeken mijn ziel; zij stellen God niet voor hun ogen.
54 Psa 78:7 | zij hun hoop op God zouden stellen, en Gods daden niet vergeten,
55 Psa 84:7 | moerbezienbomen doorgaan, stellen zij Hem tot een fontein;
56 Psa 86:14 | zoeken mijn ziel; en zij stellen U niet voor hun ogen. ~
57 Psa 89:28 | ten eerstgeborenen zoon stellen, ten hoogste over de koningen
58 Psa 91:14 | Ik zal hem op een hoogte stellen, want hij kent Mijn Naam. ~
59 Psa 94:16 | boosdoeners? Wie zal zich voor mij stellen tegen de werkers der ongerechtigheid? ~
60 Psa 101:3 | Belials-stuk voor mijn ogen stellen; ik haat het doen der afvalligen,
61 Spre 8:15| koningen, en de vorsten stellen gerechtigheid. ~
62 Spre 30:26| machteloos volk; nochtans stellen zij hun huis in den rotssteen. ~
63 Pred 10:10| hij meerder kracht te werk stellen; maar de wijsheid is een
64 Jes 3:4 | En Ik zal jongelingen stellen tot hun vorsten, en kinderen
65 Jes 5:20 | die duisternis tot licht stellen, en het licht tot duisternis;
66 Jes 5:20 | die het bittere tot zoet stellen, en het zoete tot bitterheid! ~
67 Jes 13:9 | hittigen toorn, om het land te stellen tot verwoesting, en deszelfs
68 Jes 14:23 | 23 En Ik zal hen stellen tot een erve der nachtuilen,
69 Jes 27:4 | doorn en distel in oorlog stellen, dat Ik tegen hem zou aanvallen,
70 Jes 28:17 | En Ik zal het gericht stellen naar het richtsnoer, en
71 Jes 41:15 | vermalen, en heuvelen zult gij stellen gelijk kaf. ~
72 Jes 41:19 | Ik zal in de wildernis stellen den denneboom, den beuk,
73 Jes 44:7 | het ordentelijk voor Mij stellen, sedert dat Ik een eeuwig
74 Jes 61:15 | henen ging, zo zal Ik u stellen tot een eeuwige heerlijkheid,
75 Jer 4:7 | zijn plaats, om uw land te stellen in verwoestingen; uw steden
76 Jer 6:21 | dit volk allerlei aanstoot stellen; en daaraan zullen zich
77 Jer 9:11 | En Ik zal Jeruzalem stellen tot steen hopen, tot een
78 Jer 9:11 | de steden van Juda zal Ik stellen tot een verwoesting, zonder
79 Jer 10:22 | men de steden van Juda zal stellen tot een verwoesting, een
80 Jer 18:16 | 16 Om hun land te stellen tot een ontzetting, tot
81 Jer 19:12 | en dat om deze stad te stellen als een Tofeth. ~
82 Jer 24:6 | En Ik zal Mijn oog op hen stellen ten goede, en zal hen wederbrengen
83 Jer 25:9 | ze verbannen, en zal ze stellen tot een ontzetting, en tot
84 Jer 25:12 | der Chaldeen, en zal dat stellen tot eeuwige verwoestingen. ~
85 Jer 25:18 | haar vorsten; om die te stellen tot een woestheid, tot een
86 Jer 26:6 | Zo zal Ik dit huis stellen als Silo, en deze stad zal
87 Jer 26:6 | Silo, en deze stad zal Ik stellen tot een vloek allen volken
88 Jer 34:22 | Ik zal de steden van Juda stellen tot een verwoesting, dat
89 Jer 40:4 | ik zal mijn oog op u stellen; maar indien het kwaad is
90 Jer 42:15 | ganselijk uw aangezichten zult stellen om in Egypte te gaan,
91 Jer 42:17 | zijn, die hun aangezichten stellen, om in Egypte te gaan, om
92 Jer 44:11 | aangezicht tegen ulieden stellen ten kwade, en om gans Juda
93 Jer 49:38 | Ik zal Mijn troon in Elam stellen; en zal den koning en de
94 Jer 51:25 | afwentelen, en zal u stellen tot een berg des brands. ~
95 Jer 51:29 | Babel, om Babels land te stellen tot een verwoesting, dat
96 Eze 14:8 | dienzelven man zetten, en zal hem stellen tot een teken en tot spreekwoorden,
97 Eze 21:22 | Jeruzalem, om hoofdmannen te stellen, om den mond te openen in
98 Eze 21:22 | om stormrammen te stellen tegen de poorten, om sterkten
99 Eze 21:27 | omgekeerd, omgekeerd, omgekeerd stellen; ja, zij zal niet zijn,
100 Eze 21:29 | voorzeggen, om u op de halzen te stellen dergenen, die van de goddelozen
101 Eze 23:24 | hun aangezicht het gericht stellen, en zij zullen u richten
102 Eze 25:4 | zetten, en hun woningen in u stellen, die zullen uw vruchten
103 Eze 25:13 | zal haar tot een woestheid stellen van Theman af; en zij
104 Eze 26:9 | muurbrekers tegen uw muren stellen, en uw torens met zijn zwaarden
105 Eze 26:19 | Heere HEERE: Als Ik u zal stellen tot een verwoeste stad,
106 Eze 26:21 | Ik tot een groten schrik stellen, en gij zult er niet meer
107 Eze 29:10 | rivier; en Ik zal Egypteland stellen tot woeste wilde eenzaamheden,
108 Eze 29:12 | Want Ik zal Egypteland stellen tot een verwoesting in het
109 Eze 30:13 | vreze in Egypteland stellen. ~
110 Eze 33:2 | zich tot een wachter stellen; ~
111 Eze 33:28 | verwoesting en een schrik stellen, en de hovaardij zijner
112 Eze 34:26 | plaatsen rondom Mijn heuvel, stellen tot een zegen; en Ik zal
113 Eze 35:3 | u uitstrekken, en zal u stellen tot een verwoesting en een
114 Eze 35:4 | 4 Ik zal uw steden stellen tot eenzaamheid, en gij
115 Eze 35:7 | de uiterste verwoesting stellen; en Ik zal uit hetzelve
116 Eze 35:9 | eeuwige verwoestingen zal Ik u stellen, en uw steden zullen niet
117 Eze 44:14 | 14 Daarom zal Ik hen stellen tot wachters van de wacht
118 Dan 6:4 | en de koning dacht hem te stellen over het gehele koninkrijk. ~
119 Dan 6:8 | koninklijke ordonnantie te stellen, en een sterk gebod te
120 Dan 11:17 | hij zal zijn aangezicht stellen, om met de kracht zijns
121 Dan 11:31 | een verwoestenden gruwel stellen. ~
122 Hos 1:11 | en zich een enig hoofd stellen, en uit het land optrekken;
123 Hos 2:11 | gegeven hebben; maar Ik zal ze stellen tot een woud, en het
124 Hos 5:4 | 4 Zij stellen hun handelingen niet aan,
125 Hos 11:8 | Ik u maken als Adama, u stellen als Zeboim? Mijn hart is
126 Amos 7:8 | Zie, Ik zal het paslood stellen in het midden van Mijn volk
127 Amos 8:10| brengen; en Ik zal het land stellen in rouw, als er is
128 Mic 1:6 | Daarom zal Ik Samaria stellen tot een steenhoop des velds,
129 Mic 1:7 | en al haar afgoden zal Ik stellen tot een woestheid; want
130 Mic 4:14 | een belegering tegen ons stellen; zij zullen den rechter
131 Mic 5:4 | zo zullen wij tegen hem stellen zeven herders, en acht vorsten
132 Nah 3:6 | Ik zal u als een spiegel stellen. ~
133 Zep 2:13 | verdoen; en Hij zal Nineve stellen tot een verwoesting, droog
134 Zep 3:19 | verzamelen; en Ik zal ze stellen tot een lof, en tot een
135 Zac 10:3 | Juda, en Hij zal hen stellen, gelijk het paard Zijner
136 Zac 12:2 | Ziet, Ik zal Jeruzalem stellen tot een drinkschaal der
137 Zac 12:3 | geschieden, dat Ik Jeruzalem stellen zal tot een lastigen steen
138 Zac 12:6 | de leidslieden van Juda stellen als een vurige haard onder
139 Matt 28:14| wij zullen hem tevreden stellen, en maken, dat gij zonder
140 Luk 1:1 | genomen hebben, om in orde te stellen een verhaal van de dingen,
141 Hand 20:16| Ik u verschenen, om u te stellen tot een dienaar en getuige
142 Rom 14:4 | God is machtig hem vast te stellen. ~
143 2Kor 4:14| en met ulieden daar zal stellen. ~
144 2Kor 11:2 | maagd aan een man voor te stellen, namelijk aan Christus. ~
145 Kol 1:22 | onbeschuldiglijk voor Zich stellen; ~
146 Kol 1:28 | een iegelijk mens volmaakt stellen in Christus Jezus; ~
147 1Tim 6:17| hoogmoedig zijn, noch hun hoop stellen op de ongestadigheid des
148 2Tim 2:15| uzelven Gode beproefd voor te stellen, een arbeider, die niet
149 2Tim 5:5 | tot stad zoudt ouderlingen stellen, gelijk ik u bevolen heb: ~
150 Tit 1:5 | tot stad zoudt ouderlingen stellen, gelijk ik u bevolen heb: ~
151 Heb 2:13 | zal Mijn betrouwen op Hem stellen. En wederom: Zie daar, Ik
152 Heb 10:9 | eerste weg, om het tweede te stellen. ~
153 1Joh 3:16| de broeders het leven te stellen. ~
154 Jud 1:24 | bewaren, en onstraffelijk te stellen voor Zijn heerlijkheid,
|