Book Chapter: Verse
1 Gen 14:33 | en een tortelduif, en een jonge duif. ~
2 Gen 23:14 | 14 Zo geschiede, dat die jonge dochter, tot welke ik zal
3 Gen 23:16 | 16 En die jonge dochter was zeer schoon
4 Gen 23:28 | 28 En die jonge dochter liep, en gaf ten
5 Gen 23:55 | en haar moeder: Laat de jonge dochter enige dagen, of
6 Gen 23:57 | zeiden zij: Laat ons de jonge dochter roepen, en haar
7 Gen 23:61 | maakte zich op met haar jonge dochteren, en zij reden
8 Gen 29:15 | twintig ezelinnen en tien jonge ezels. ~
9 Gen 31:3 | Jakobs dochter; en hij had de jonge dochter lief, en sprak naar
10 Gen 31:3 | sprak naar het hart van de jonge dochter. ~
11 Gen 31:12 | zeggen; geef mij slechts de jonge dochter tot een vrouw. ~
12 Exo 2:8 | tot haar: Ga heen. En de jonge maagd ging, en riep des
13 Exo 10:9 | Wij zullen gaan met onze jonge en met onze oude lieden;
14 Exo 24:5 | dankofferen offerden, van jonge ossen. ~
15 Lev 1:5 | 5 Daarna zal hij het jonge rund slachten voor het aangezicht
16 Lev 1:14 | van tortelduiven, of van jonge duiven, offeren. ~
17 Lev 4:28 | zijn offerande brengen een jonge geit, een volkomen wijfje,
18 Lev 5:6 | klein vee, een lam of een jonge geit, voor de zonde; zo
19 Lev 5:7 | twee tortelduiven, of twee jonge duiven, een ten zondoffer,
20 Lev 5:11 | twee tortelduiven of twee jonge duiven, zo zal hij, die
21 Lev 12:6 | lam ten brandoffer, en een jonge duif, of tortelduif, tenzondoffer
22 Lev 12:8 | twee tortelduiven, of twee jonge duiven nemen, een ten brandoffer,
23 Lev 14:22 | twee tortelduiven, of twee jonge duiven, die zijn hand bereiken
24 Lev 14:30 | tortelduiven, of van de jonge duiven bereiden, van hetgeen
25 Lev 15:14 | twee tortelduiven of twee jonge duiven nemen; en zal voor
26 Lev 15:29 | twee tortelduiven, of twee jonge duiven nemen, en zij zal
27 Num 6:10 | twee tortelduiven, of twee jonge duiven brengen tot den priester,
28 Num 28:11 | den HEERE offeren: twee jonge varren, en een ram, zeven
29 Num 28:19 | den HEERE offeren: twee jonge varren, en een ram, daartoe
30 Num 28:27 | liefelijken reuk offeren: twee jonge varren, een ram, zeven eenjarige
31 Num 29:13 | reuk den HEERE: dertien jonge varren, twee rammen, veertien
32 Num 29:17 | den tweeden dag: twaalf jonge varren, twee rammen, veertien
33 Deu 21:3 | oudsten derzelver stad een jonge koe van de runderen nemen,
34 Deu 21:4 | derzelver stad zullen de jonge koe afbrengen in een ruw
35 Deu 21:4 | zijn; en zij zullen deze jonge koe aldaar in het dal den
36 Deu 21:6 | handen wassen over deze jonge koe, die in dat dal de nek
37 Deu 22:15 | zullen de vader van deze jonge dochter en haar moeder nemen,
38 Deu 22:15 | uitbrengen, den maagdom dezer jonge vrouw. ~
39 Deu 22:16 | 16 En de vader van de jonge dochter zal tot de oudsten
40 Deu 22:19 | geven aan den vader van de jonge dochter, omdat hij een kwaden
41 Deu 22:19 | heeft uitgebracht over een jonge dochter van Israel; voorts
42 Deu 22:20 | is, dat de maagdom aan de jonge dochter niet gevonden is; ~
43 Deu 22:21 | 21 Zo zullen zij deze jonge dochter uitbrengen tot de
44 Deu 22:23 | 23 Wanneer er een jonge dochter zal zijn, die een
45 Deu 22:24 | stenigen, dat zij sterven; de jonge dochter, ter oorzake, dat
46 Deu 22:25 | een man een ondertrouwde jonge dochter in het veld gevonden,
47 Deu 22:26 | 26 Maar de jonge dochter zult gij niets doen;
48 Deu 22:26 | zult gij niets doen; de jonge dochter heeft geen zonde
49 Deu 22:27 | gevonden; de ondertrouwde jonge dochter riep, en er was
50 Deu 22:28 | 28 Wanneer een man een jonge dochter zal gevonden hebben,
51 Deu 22:29 | heeft, den vader van de jonge dochter vijftig zilverlingen
52 Deu 28:50 | niet zal aannemen, noch den jonge genadig zijn. ~
53 Deu 32:25 | ook den jongeling, ook de jonge dochter, het zuigende kind
54 Deu 33:22 | Dan zeide hij: Dan is een jonge leeuw; hij zal als uit Bazan
55 Ric 13:5 | Thimnath, ziet daar, een jonge leeuw, brullende hem tegemoet. ~
56 Ric 18:3 | En als de vader van de jonge vrouw hem zag, werd hij
57 Ric 18:4 | schoonvader, de vader van de jonge vrouw, behield hem, dat
58 Ric 18:5 | toen zeide de vader van de jonge dochter tot zijn schoonzoon:
59 Ric 18:6 | Toen zeide de vader van de jonge vrouw tot den man: Bewillig
60 Ric 18:8 | zo zeide de vader van de jonge vrouw: Sterk toch uw hart.
61 Ric 18:9 | schoonvader, de vader van de jonge vrouw, zeide: Zie toch,
62 Ric 20:12 | Jabes in Gilead vierhonderd jonge dochters, die maagden waren,
63 Rut 2:5 | gezet was: Wiens is deze jonge vrouw? ~
64 Rut 2:6 | Deze is de Moabietische jonge vrouw, die met Naomi wedergekomen
65 Rut 3:10 | eerste, dewijl gij geen jonge gezellen zijt nagegaan,
66 Rut 4:12 | HEERE u geven zal uit deze jonge vrouw. ~
67 1Sa 25:42 | een ezel, met haar vijf jonge maagden, die haar voetstappen
68 1Sa 30:17 | hen, behalve vierhonderd jonge mannen, die op kemelen reden
69 1Kon 1:2 | mijn heer den koning een jonge dochter, een maagd zoeken,
70 1Kon 1:3 | Zo zochten zij een schone jonge dochter in alle landpalen
71 1Kon 1:4 | 4 En de jonge dochter was bovenmate schoon,
72 2Kon 5:2 | getogen, en hadden een kleine jonge dochter uit het land van
73 2Kon 5:4 | zeggende: Zo en zo heeft de jonge dochter gesproken, die uit
74 2Kon 8:12| het vuur zetten, en hun jonge manschap met het zwaard
75 2Kon 8:12| het zwaard doden, en hun jonge kinderen verpletteren, en
76 2Kro 35:7 | van klein vee, lammeren en jonge geitenbokken, die alle tot
77 2Kro 36:7 | van klein vee, lammeren en jonge geitenbokken, die alle tot
78 Ezra 6:9 | 9 En wat nodig is, als jonge runderen, en rammen, en
79 Est 2:2 | Men zoeke voor den koning jonge dochters, maagden, schoon
80 Est 2:3 | dat zij vergaderen alle jonge dochters, maagden, schoon
81 Est 2:4 | 4 En de jonge dochter, die in des konings
82 Est 3 | noch moeder; en zij was een jonge dochter, schoon van gedaante,
83 Est 3:1 | ruchtbaar was, en toen vele jonge dochters samenvergaderd
84 Est 4:1 | 9 En die jonge dochter was schoon in zijn
85 Est 4:1 | geven, en zeven aanzienlijke jonge dochters haar te geven uit
86 Est 4:1 | verplaatste haar en haar jonge dochters naar het beste
87 Est 6:1 | Als nu de beurt van elke jonge dochter naakte, om tot den
88 Est 6:2 | 13 Daarmede kwam dan de jonge dochter tot den koning;
89 Est 16:13 | verdoen al de Joden, van den jonge tot den oude toe, de kleine
90 Est 17:13 | verdoen al de Joden, van den jonge tot den oude toe, de kleine
91 Job 4:10 | leeuws, en de tanden der jonge leeuwen worden verbroken. ~
92 Job 6:5 | ook de woudezel bij het jonge gras? Loeit de os bij zijn
93 Job 19:18 | 18 Ook versmaden mij de jonge kinderen; sta ik op, zo
94 Job 21:11 | 11 Hun jonge kinderen zenden zij uit
95 Job 28:8 | 8 De jonge hoogmoedige dieren hebben
96 Job 30:29 | geworden, en een metgezel der jonge struisen. ~
97 Job 38:1 | jagen, of de graagheid der jonge leeuwen vervullen? ~
98 Job 39:24 | zult gij hem binden voor uw jonge dochters? ~
99 Job 40:25 | is een koning over alle jonge hoogmoedige dieren. ~ ~ ~ ~ ~
100 Psa 17:12 | begeert te roven, en als een jonge leeuw, zittende in verborgen
101 Psa 35:11 | 11 Caph. De jonge leeuwen lijden armoede,
102 Psa 36:17 | verwoestingen, mijn eenzame van de jonge leeuwen. ~
103 Psa 45:15 | Koning geleid worden; de jonge dochteren, die achter haar
104 Psa 58:7 | breek af de baktanden der jonge leeuwen, o HEERE! ~
105 Psa 78:63 | hun jongelingen, en hun jonge dochters werden niet geprezen. ~
106 Psa 104:21 | 21 De jonge leeuwen, briesende om een
107 Psa 147:9 | zijn voeder geeft; aan de jonge raven, als zij roepen. ~
108 Spre 7:7 | slechten; ik merkte onder de jonge gezellen een verstandelozen
109 Spre 28:1 | rechtvaardige is moedig, als een jonge leeuw. ~
110 Hoo 2:13 | De vijgeboom brengt zijn jonge vijgjes voort, en de wijnstokken
111 Hoo 2:13 | wijnstokken geven reuk met hun jonge druifjes. Sta op, Mijn vriendin!
112 Hoo 2:15 | onze wijngaarden hebben jonge druifjes. ~
113 Hoo 7:12 | of de wijnstok bloeit, de jonge druifjes zich opendoen,
114 Jes 5:29 | zij zullen brullen als de jonge leeuwen, en zij zullen briesen,
115 Jes 11:6 | nederliggen; en het kalf, en de jonge leeuw, en het mestvee te
116 Jes 13:21 | gedierten, en daar zullen de jonge struisen wonen, en de
117 Jes 23:4 | groot gemaakt, en geen jonge dochters opgebracht.
118 Jes 31:4 | Gelijk als een leeuw, en een jonge leeuw over zijn roof brult,
119 Jes 43:20 | Mij eren, de draken en de jonge struisen; want Ik zal in
120 Jer 2:15 | 15 De jonge leeuwen hebben over hem
121 Jer 20:15 | heeft, zeggende: U is een jonge zoon geboren, verblijdende
122 Jer 25:38 | Hij heeft, als een jonge leeuw, Zijn hutte verlaten;
123 Jer 31:12 | en tot de olie, en tot de jonge schapen en runderen;
124 Jer 50:39 | daarin wonen; ook zullen de jonge struisen daarin wonen; en
125 Jer 51:22 | stukken slaan den oude en den jonge; en door u zal Ik in stukken
126 Jer 51:38 | zullen te zamen brullen als jonge leeuwen, briesen als leeuwenwelpen. ~
127 Klaa 1:32| hebben zakken aangegord; de jonge dochters van Jeruzalem laten
128 Klaa 2:11| te Sion verkracht, en de jonge dochters in de steden van
129 Eze 17:4 | plukte den top van zijn jonge takjes af, en bracht hem
130 Eze 17:22 | van het opperste zijner jonge takjes zal Ik een tederen
131 Eze 19:2 | welpen op in het midden der jonge leeuwen. ~
132 Eze 19:3 | welpen op; het werd een jonge leeuw, die leerde roof te
133 Eze 19:6 | onder de leeuwen, werd een jonge leeuw, en leerde roof te
134 Eze 38:13 | van Tarsis, en alle hun jonge leeuwen zullen tot u zeggen:
135 Eze 44:22 | tot vrouwen nemen; maar jonge dochters van het zaad van
136 Hos 5:14 | den huize van Juda als een jonge leeuw; Ik, Ik zal verscheuren
137 Amos 2:7 | zijn vader gaan tot een jonge dochter om Mijn heiligen
138 Amos 3:4 | geen roof heeft? Zal een jonge leeuw uit zijn hol zijn
139 Mic 1:8 | draken, en treuren als de jonge struisen. ~
140 Mic 5:7 | beesten des wouds, als een jonge leeuw onder de schaapskudden;
141 Nah 2:11 | leeuwen, en die weide der jonge leeuwen? Alwaar de leeuw,
142 Nah 2:13 | verbranden, en het zwaard zal uw jonge leeuwen verteren, en Ik
143 Zac 11:3 | een stem des gebruls der jonge leeuwen, dewijl de hoogmoed
144 Zac 11:16 | zal hij niet bezoeken; het jonge zal hij niet zoeken, en
145 Matt 21:16| gelezen: Uit de mond der jonge kinderen en der zuigelingen
146 Luk 2:24 | paar tortelduiven, of twee jonge duiven. ~
147 1Kor 3:1 | tot vleselijken, als tot jonge kinderen in Christus. ~
148 1Tim 5:1 | vermaan hem als een vader; de jonge als broeders; ~
149 1Tim 5:2 | vrouwen als moeders; de jonge als zusters, in alle reinheid. ~
150 1Tim 5:11| 11 Maar neem de jonge weduwen niet aan; want als
151 1Tim 5:14| 14 Ik wil dan, dat de jonge weduwen huwelijken, kinderen
152 Tit 2:4 | 4 Opdat zij de jonge vrouwen leren voorzichtig
153 Tit 2:6 | 6 Vermaan den jonge mannen insgelijks, dat zij
154 Heb 9:13 | en bokken, en de as der jonge koe, besprengende de onreinen,
|