Book Chapter: Verse
1 Gen 5:13 | gewonnen had, achthonderd en veertig jaren; en hij gewon zonen
2 Gen 7:4 | doen regenen op de aarde veertig dagen, en veertig nachten;
3 Gen 7:4 | aarde veertig dagen, en veertig nachten; en Ik zal van den
4 Gen 7:12 | plasregen was op de aarde veertig dagen en veertig nachten. ~
5 Gen 7:12 | de aarde veertig dagen en veertig nachten. ~
6 Gen 7:17 | 17 En die vloed was veertig dagen op de aarde, en de
7 Gen 8:6 | geschiedde, ten einde van veertig dagen, dat Noach het venster
8 Gen 17:28 | verderven, zo Ik er vijf en veertig zal vinden. ~
9 Gen 17:29 | Misschien zullen aldaar veertig gevonden worden! En Hij
10 Gen 23:87 | 20 En Izak was veertig jaren oud, als hij Rebekka,
11 Gen 24:34 | 34 Als nu Ezau veertig jaren oud was, nam hij tot
12 Gen 29:15 | kemelinnen met haar veulens, veertig koeien en tien varren, twintig
13 Gen 43:28 | geweest zijn honderd zeven en veertig jaren. ~
14 Gen 46:3 | 3 En veertig dagen werden aan hem vervuld;
15 Exo 16:35 | kinderen Israels aten Man veertig jaren, totdat zij in een
16 Exo 24:18 | en Mozes was op dien berg veertig dagen en veertig nachten. ~
17 Exo 24:18 | dien berg veertig dagen en veertig nachten. ~
18 Exo 26:19 | 19 Gij zult ook veertig zilveren voeten maken onder
19 Exo 26:21 | 21 Met hun veertig zilveren voeten; twee voeten
20 Exo 34:51 | was aldaar met den HEERE, veertig dagen en veertig nachten;
21 Exo 34:51 | HEERE, veertig dagen en veertig nachten; hij at geen brood,
22 Exo 36:24 | 24 En hij maakte veertig zilveren voeten onder de
23 Exo 36:26 | 26 Met hun veertig zilveren voeten; twee voeten
24 Lev 24:8 | zeven jaarweken u negen en veertig jaren zullen zijn.
25 Num 1:21 | stam van Ruben waren zes en veertig duizend en vijfhonderd. ~
26 Num 1:25 | den stam van Gad vijf en veertig duizend zeshonderd en vijftig. ~
27 Num 1:33 | van den stam van Efraim veertig duizend en vijfhonderd; ~
28 Num 1:41 | den stam van Aser een en veertig duizend en vijfhonderd. ~
29 Num 2:11 | zijn getelden waren zes en veertig duizend en vijfhonderd. ~
30 Num 2:15 | zijn getelden waren vijf en veertig duizend zeshonderd en vijftig. ~
31 Num 2:19 | en zijn getelden waren veertig duizend en vijfhonderd. ~
32 Num 2:28 | zijn getelden waren een en veertig duizend en vijfhonderd. ~
33 Num 13:25 | des lands, ten einde van veertig dagen. ~
34 Num 14:33 | weiden in deze woestijn, veertig jaren, en zullen uw hoererijen
35 Num 14:34 | dat land verspied hebt, veertig dagen, elken dag voor elk
36 Num 14:34 | ongerechtigheden dragen, veertig jaren, en gij zult gewaar
37 Num 26:7 | hun getelden waren drie en veertig duizend zevenhonderd en
38 Num 26:18 | Gad, naar hun getelden: veertig duizend en vijfhonderd. ~
39 Num 26:41 | hun getelden waren vijf en veertig duizend en zeshonderd. ~
40 Num 26:50 | hun getelden waren vijf en veertig duizend en vierhonderd. ~
41 Num 31:66 | omzwerven in de woestijn, veertig jaren, totdat verteerd was
42 Num 34:6 | dezelve zult gij hun twee en veertig steden geven. ~
43 Num 34:7 | zult, zullen zijn acht en veertig steden, deze met haar voorsteden. ~
44 Deu 2:7 | zo grote woestijn; deze veertig jaren is de HEERE, uw God,
45 Deu 8:2 | den HEERE, uw God, deze veertig jaren in de woestijn geleid
46 Deu 8:4 | is niet gezwollen, deze veertig jaren. ~
47 Deu 9:9 | gemaakt had, toen bleef ik veertig dagen en veertig nachten
48 Deu 9:9 | bleef ik veertig dagen en veertig nachten op den berg, at
49 Deu 9:11 | geschiedde het, ten einde van veertig dagen en veertig nachten,
50 Deu 9:11 | einde van veertig dagen en veertig nachten, als mij de HEERE
51 Deu 9:18 | HEEREN, als in het eerst, veertig dagen en veertig nachten;
52 Deu 9:18 | eerst, veertig dagen en veertig nachten; ik at geen brood,
53 Deu 9:25 | des HEEREN aangezicht, die veertig dagen en veertig nachten,
54 Deu 9:25 | aangezicht, die veertig dagen en veertig nachten, in welke ik mij
55 Deu 10:10 | berg, als de vorige dagen, veertig dagen en veertig nachten;
56 Deu 10:10 | dagen, veertig dagen en veertig nachten; en de HEERE verhoorde
57 Deu 25:3 | 3 Met veertig slagen zal hij hem doen
58 Deu 29:5 | 5 En Ik heb ulieden veertig jaren doen wandelen in de
59 Joz 4:13 | 13 Omtrent veertig duizend toegeruste krijgsmannen
60 Joz 5:6 | kinderen Israels wandelden veertig jaren in de woestijn, totdat
61 Joz 14:7 | 7 Ik was veertig jaren oud, toen Mozes, de
62 Joz 14:10 | heeft; het zijn nu vijf en veertig jaren, sedert dat de HEERE
63 Joz 22:14 | kinderen Israels, waren acht en veertig steden en haar voorsteden. ~
64 Ric 3:11 | 11 Toen was het land veertig jaren stil, en Othniel,
65 Ric 4:32 | gezien, of een spies, onder veertig duizend in Israel? ~
66 Ric 4:55 | kracht. En het land was stil, veertig jaren. ~ ~
67 Ric 7:28 | op. En het land was stil veertig jaren, in de dagen van Gideon. ~
68 Ric 11:6 | van Efraim vielen twee en veertig duizend. ~
69 Ric 11:14 | 14 En hij had veertig zonen, en dertig zoons zonen,
70 Ric 12:1 | de hand der Filistijnen veertig jaren. ~
71 1Sa 4:18 | zwaar; en hij richtte Israel veertig jaren. ~
72 1Sa 17:16 | Alzo stelde hij zich daar veertig dagen lang. ~
73 2Sa 2:10 | 10 Veertig jaren was Isboseth, Sauls
74 2Sa 5:4 | oud, als hij koning werd; veertig jaren heeft hij geregeerd. ~
75 2Sa 10:18 | zevenhonderd wagenen, en veertig duizend ruiteren; daartoe
76 2Sa 15:7 | 7 Ten einde nu van veertig jaren is het geschied, dat
77 1Kon 2:11| heeft over Israel, zijn veertig jaren; zeven jaren heeft
78 1Kon 4:26| 26 Salomo had ook veertig duizend paardenstallen tot
79 1Kon 6:17| 17 Dat huis nu was van veertig ellen, namelijk de tempel,
80 1Kon 7:3 | de ribben, die op vijf en veertig pilaren waren, vijftien
81 1Kon 7:38| wasvaten; een wasvat hield veertig bath; een wasvat was van
82 1Kon 11:42| ganse Israel regeerde, was veertig jaar. ~
83 1Kon 14:21| regeerde in Juda; een en veertig jaren was Rehabeam oud,
84 1Kon 15:10| 10 En hij regeerde een en veertig jaren te Jeruzalem, en de
85 1Kon 19:8 | kracht derzelver spijs, veertig dagen en veertig nachten,
86 1Kon 19:8 | spijs, veertig dagen en veertig nachten, tot aan den berg
87 2Kon 2:24| verscheurden van dezelve twee en veertig kinderen. ~
88 2Kon 8:9 | van Damaskus, een last van veertig kemelen; en hij kwam, en
89 2Kon 10:14| van Beth-Heked, twee en veertig mannen, en hij liet niet
90 2Kon 12:1 | Joas koning, en regeerde veertig jaren te Jeruzalem; en de
91 2Kon 13:1 | Joas koning, en regeerde veertig jaren te Jeruzalem; en de
92 2Kon 15:23| Israel, en regeerde een en veertig jaren. ~
93 1Kro 5:18| den krijg, waren vier en veertig duizend zevenhonderd en
94 1Kro 12:36| krijgsorde te houden, waren veertig duizend; ~
95 1Kro 20:18| zeven duizend wagenen, en veertig duizend mannen te voet;
96 1Kro 30:27| heeft over Israel, zijn veertig jaren; te Hebron regeerde
97 2Kro 10:30| Jeruzalem over gans Israel, veertig jaren. ~
98 2Kro 13:13| want Rehabeam was een en veertig jaren oud, als hij koning
99 2Kro 23:2 | 2 Twee en veertig jaar was Ahazia oud, toen
100 2Kro 24:1 | koning werd, en hij regeerde veertig jaren te Jeruzalem; en de
101 Ezra 2:10| Bani, zeshonderd twee en veertig. ~
102 Ezra 2:24| kinderen van Azmaveth, twee en veertig. ~
103 Ezra 2:25| Beeroth, zevenhonderd drie en veertig. ~
104 Ezra 2:34| Jericho, driehonderd vijf en veertig. ~
105 Ezra 2:38| duizend tweehonderd zeven en veertig. ~
106 Ezra 2:64| gemeente te zamen was twee en veertig duizend driehonderd en zestig. ~
107 Ezra 2:66| muildieren, tweehonderd vijf en veertig; ~
108 Neh 5:15 | aan brood en wijn, daarna veertig zilveren sikkelen; ook heersten
109 Neh 7:13 | Zatthu, achthonderd vijf en veertig; ~
110 Neh 7:15 | Binnui, zeshonderd acht en veertig; ~
111 Neh 7:28 | van Beth-Azmaveth, twee en veertig; ~
112 Neh 7:29 | Beeroth, zevenhonderd drie en veertig; ~
113 Neh 7:36 | Jericho, driehonderd vijf en veertig; ~
114 Neh 7:41 | duizend, tweehonderd zeven en veertig; ~
115 Neh 7:44 | van Asaf, honderd acht en veertig; ~
116 Neh 7:62 | Nekoda, zeshonderd twee en veertig. ~
117 Neh 7:66 | gemeente te zamen was twee en veertig duizend, driehonderd en
118 Neh 7:67 | hadden tweehonderd vijf en veertig zangers en zangeressen. ~
119 Neh 7:68 | muildieren, tweehonderd vijf en veertig; ~
120 Neh 9:21 | 21 Alzo hebt Gij hen veertig jaren onderhouden in de
121 Neh 11:13 | waren tweehonderd twee en veertig. En Amassai, de zoon van
122 Job 41:16 | leefde na dezen honderd en veertig jaren, dat hij zag zijn
123 Psa 95:10 | 10 Veertig jaren heb Ik verdriet gehad
124 Jer 52:30 | Joden zevenhonderd vijf en veertig zielen. Alle zielen zijn
125 Eze 4:6 | het huis van Juda dragen veertig dagen; Ik heb u gegeven
126 Eze 29:11 | hetzelve doorgaan, en het zal veertig jaren onbewoond zijn. ~
127 Eze 29:12 | midden der verwoeste steden, veertig jaren; en Ik zal de
128 Eze 29:13 | Heere HEERE: Ten einde van veertig jaren zal Ik de Egyptenaars
129 Eze 41:2 | mat hij de lengte daarvan, veertig ellen, en de breedte twintig
130 Eze 46:22 | voorhofjes met schoorstenen, van veertig ellen de lengte, en dertig
131 Amos 2:10| Egypteland opgevoerd; en Ik heb u veertig jaren in de woestijn geleid,
132 Amos 5:25| 25 Hebt gij Mij veertig jaren in de woestijn slachtofferen
133 Jona 3:4 | predikte, en zeide: Nog veertig dagen, dan zal Nineve worden
134 Matt 4:2 | 2 En als Hij veertig dagen en veertig nachten
135 Matt 4:2 | als Hij veertig dagen en veertig nachten gevast had, hongerde
136 Mark 1:13| was aldaar in de woestijn veertig dagen, verzocht van den
137 Luk 4:2 | 2 En werd veertig dagen verzocht van den duivel;
138 Joha 2:20| Joden zeiden dan: Zes en veertig jaren is over dezen tempel
139 Hand 1:3 | vele gewisse kentekenen, veertig dagen lang, zijnde van hen
140 Hand 4:22| Want de mens was meer dan veertig jaren oud, aan welken dit
141 Hand 7:18| heeft omtrent den tijd van veertig jaren hun zeden verdragen
142 Hand 7:21| uit den stam van Benjamin, veertig jaren. ~
143 Hand 17:13| 13 En zij waren meer dan veertig, die dezen eed te zamen
144 Hand 17:21| hen niet; want meer dan veertig mannen uit hen leggen hem
145 2Kor 11:24| 24 Van de Joden heb ik veertig slagen min een, vijfmaal
146 Heb 3:9 | hebben Mijn werken gezien, veertig jaren lang. ~
147 Heb 3:17 | is Hij vertoornd geweest veertig jaren? Was het niet over
148 Open 7:4 | verzegeld waren: honderd vier en veertig duizend waren verzegeld
149 Open 11:2 | heilige stad vertreden twee en veertig maanden. ~
150 Open 13:5 | om zulks te doen, twee en veertig maanden. ~
151 Open 14:1 | met Hem honderd vier en veertig duizend, hebbende den Naam
152 Open 14:3 | dan de honderd vier en veertig duizend, die van de aarde
153 Open 21:17| muur op honderd vier en veertig ellen, naar de maat eens
|