Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
pethor 2
pethuel 1
petra 1
petrus 153
peullethai 1
pezen 1
pi-hachiroth 3
Frequency    [«  »]
154 jonge
154 stellen
153 benjamin
153 petrus
153 veertig
153 zetten
152 huizen

Bijbel

IntraText - Concordances

petrus

    Book Chapter: Verse
1 Matt 4:18| namelijk Simon, gezegd Petrus, en Andreas, zijn broeder, 2 Matt 8:14| gekomen zijnde in het huis van Petrus, zag zijn vrouws moeder 3 Matt 10:2 | de eerste, Simon, gezegd Petrus, en Andreas, zijn broeder; 4 Matt 14:28| 28 En Petrus antwoordde Hem, en zeide: 5 Matt 14:29| 29 En Hij zeide: Kom. En Petrus klom neder van het schip, 6 Matt 15:15| 15 En Petrus, antwoordende, zeide tot 7 Matt 16:16| 16 En Simon Petrus, antwoordende, zeide: Gij 8 Matt 16:18| zeg u ook, dat gij zijt Petrus, en op deze petra zal Ik 9 Matt 16:22| 22 En Petrus, Hem tot zich genomen hebbende, 10 Matt 16:23| Zich omkerende, zeide tot Petrus: Ga weg achter Mij, satanas! 11 Matt 17:1 | dagen nam Jezus met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, 12 Matt 17:4 | 4 En Petrus, antwoordende, zeide tot 13 Matt 17:24| ingekomen waren, gingen tot Petrus die de didrachmen ontvingen, 14 Matt 17:26| 26 Petrus zeide tot Hem: Van de vreemden. 15 Matt 18:21| 21 Toen kwam Petrus tot Hem, en zeide: Heere! 16 Matt 19:27| 27 Toen antwoordde Petrus, en zeide tot Hem: Zie, 17 Matt 26:33| 33 Doch Petrus, antwoordende, zeide tot 18 Matt 26:35| 35 Petrus zeide tot Hem: Al moest 19 Matt 26:37| 37 En met Zich nemende Petrus, en de twee zonen van Zebedeus, 20 Matt 26:40| hen slapende, en zeide tot Petrus: Kunt gij dan niet een uur 21 Matt 26:58| 58 En Petrus volgde Hem van verre tot 22 Matt 26:69| 69 En Petrus zat buiten in de zaal; en 23 Matt 26:73| bijkomende, zeiden tot Petrus: Waarlijk, gij zijt ook 24 Matt 26:75| terstond kraaide de haan; en Petrus werd indachtig het woord 25 Mark 3:16| Simon gaf Hij den toe naam Petrus; ~ 26 Mark 5:37| niemand toe Hem te volgen, dan Petrus, en Jakobus, en Johannes, 27 Mark 8:29| zegt gij dat Ik ben? En Petrus, antwoordende, zeide tot 28 Mark 8:32| woord sprak Hij vrij uit; en Petrus, Hem tot zich genomen hebbende, 29 Mark 8:33| discipelen aanziende, bestrafte Petrus, zeggende: Ga heen, achter 30 Mark 9:2 | dagen nam Jezus met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, 31 Mark 9:5 | 5 En Petrus, antwoordende, zeide tot 32 Mark 10:28| 28 En Petrus begon tot Hem te zeggen: 33 Mark 11:21| 21 En Petrus, zulks indachtig geworden 34 Mark 13:3 | tempel over, vraagden Hem Petrus, en Jakobus, en Johannes, 35 Mark 14:29| 29 En Petrus zeide tot Hem: Of zij ook 36 Mark 14:33| 33 En Hij nam met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, 37 Mark 14:37| hen slapende, en zeide tot Petrus: Simon, slaapt gij? Kunt 38 Mark 14:54| 54 En Petrus volgde Hem van verre, tot 39 Mark 14:66| 66 En als Petrus beneden in de zaal was, 40 Mark 14:67| 67 En ziende Petrus zich warmende, zag zij hem 41 Mark 14:70| stonden, zeiden wederom tot Petrus: Waarlijk, gij zijt een 42 Mark 14:72| kraaide de tweede maal; en Petrus werd indachtig het woord, 43 Mark 16:7 | zegt Zijnen discipelen, en Petrus, dat Hij u voorgaat naar 44 Luk 5:8 | 8 En Simon Petrus, dat ziende, viel neder 45 Luk 6:14 | Namelijk Simon, welken Hij ook Petrus noemde; en Andreas zijn 46 Luk 8:45 | het allen ontkenden, zeide Petrus en die met hem waren: Meester, 47 Luk 8:51 | Hij niemand inkomen, dan Petrus, en Jakobus, en Johannes, 48 Luk 9:20 | zegt gij, dat Ik ben? En Petrus, antwoordende, zeide: De 49 Luk 9:28 | woorden, dat Hij medenam Petrus, en Johannes, en Jakobus, 50 Luk 9:32 | 32 Petrus nu, en die met hem waren, 51 Luk 9:33 | Hem afscheidden, zo zeide Petrus tot Jezus: Meester, het 52 Luk 12:41 | 41 En Petrus zeide tot Hem: Heere! zegt 53 Luk 18:28 | 28 En Petrus zeide: Zie, wij hebben alles 54 Luk 22:8 | 8 En Hij zond Petrus en Johannes uit, zeggende: 55 Luk 22:34 | Maar Hij zeide: Ik zeg u, Petrus, de haan zal heden niet 56 Luk 22:54 | huis des hogepriesters. En Petrus volgde van verre. ~ 57 Luk 22:55 | te zamen nederzaten, zat Petrus in het midden van hen. ~ 58 Luk 22:58 | Ook gij zijt van die. Maar Petrus zeide: Mens, ik ben niet. ~ 59 Luk 22:60 | 60 Maar Petrus zeide: Mens, ik weet niet, 60 Luk 22:61 | Heere, Zich omkerende, zag Petrus aan; en Petrus werd indachtig 61 Luk 22:61 | omkerende, zag Petrus aan; en Petrus werd indachtig het woord 62 Luk 22:62 | 62 En Petrus, naar buiten gaande, weende 63 Luk 24:12 | 12 Doch Petrus opstaande, liep tot het 64 Joha 1:41| Andreas, de broeder van Simon Petrus, was een van de twee, die 65 Joha 1:43| hetwelk overgezet wordt Petrus. ~ 66 Joha 1:45| uit de stad van Andreas en Petrus. ~ 67 Joha 6:8 | Andreas, de broeder van Simon Petrus, zeide tot Hem: ~ 68 Joha 6:68| 68 Simon Petrus dan antwoordde Hem: Heere, 69 Joha 13:6 | 6 Hij dan kwam tot Simon Petrus; en die zeide tot Hem: Heere, 70 Joha 13:8 | 8 Petrus zeide tot Hem: Gij zult 71 Joha 13:9 | 9 Simon Petrus zeide tot Hem: Heere, niet 72 Joha 13:24| 24 Simon Petrus dan wenkte dezen, dat hij 73 Joha 13:36| 36 Simon Petrus zeide tot Hem: Heere, waar 74 Joha 13:37| 37 Petrus zeide tot Hem: Heere, waarom 75 Joha 18:10| 10 Simon Petrus dan, hebbende een zwaard, 76 Joha 18:11| 11 Jezus dan zeide tot Petrus: Steek uw zwaard in de schede. 77 Joha 18:15| 15 En Simon Petrus volgde Jezus, en een ander 78 Joha 18:16| 16 En Petrus stond buiten aan de deur. 79 Joha 18:16| deurwaarster, en bracht Petrus in. ~ 80 Joha 18:17| deurwaarster was, zeide tot Petrus: Zijt ook gij niet uit de 81 Joha 18:18| koud was, en warmden zich. Petrus stond bij hen, en warmde 82 Joha 18:25| 25 En Simon Petrus stond en warmde zich. Zij 83 Joha 18:26| maagschap was van dengene, dien Petrus het oor afgehouwen had, 84 Joha 18:27| 27 Petrus dan loochende het wederom. 85 Joha 20:2 | liep dan, en kwam tot Simon Petrus en tot den anderen discipel, 86 Joha 20:3 | 3 Petrus dan ging uit, en de andere 87 Joha 20:4 | liep vooruit, sneller dan Petrus, en kwam eerst tot het graf. ~ 88 Joha 20:6 | 6 Simon Petrus dan kwam en volgde hem, 89 Joha 21:2 | Er waren te zamen Simon Petrus, en Thomas, gezegd Didymus, 90 Joha 21:3 | 3 Simon Petrus zeide tot hen: Ik ga vissen. 91 Joha 21:7 | Jezus liefhad, zeide tot Petrus: Het is de Heere! Simon 92 Joha 21:7 | Het is de Heere! Simon Petrus dan, horende, dat het de 93 Joha 21:11| 11 Simon Petrus ging op, en trok het net 94 Joha 21:15| hadden, zeide Jezus tot Simon Petrus: Simon, zoon van Jonas, 95 Joha 21:17| Jonas, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, omdat Hij 96 Joha 21:20| 20 En Petrus, zich omkerende, zag den 97 Joha 21:21| 21 Als Petrus dezen zag, zeide hij tot 98 Hand 1:13| waar zij bleven, namelijk Petrus en Jakobus, en Johannes 99 Hand 1:15| En in dezelve dagen stond Petrus op in het midden der discipelen, 100 Hand 2:14| 14 Maar Petrus, staande met de elven, verhief 101 Hand 2:37| het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: 102 Hand 2:38| 38 En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, 103 Hand 3:1 | 1 Petrus nu en Johannes gingen te 104 Hand 3:3 | 3 Welke, Petrus en Johannes ziende, als 105 Hand 3:4 | 4 En Petrus, sterk op hem ziende, met 106 Hand 3:6 | 6 En Petrus zeide: Zilver en goud heb 107 Hand 3:11| gezond gemaakt was, aan Petrus en Johannes vasthield, liep 108 Hand 3:12| 12 En Petrus, dat ziende, antwoordde 109 Hand 4:8 | 8 Toen zeide Petrus, vervuld zijnde met den 110 Hand 4:13| ziende de vrijmoedigheid van Petrus en Johannes, en vernemende, 111 Hand 4:19| 19 Maar Petrus en Johannes, antwoordende, 112 Hand 5:5 | Simon, die toegenaamd wordt Petrus. ~ 113 Hand 5:9 | nabij de stad kwamen, klom Petrus op het dak, om te bidden, 114 Hand 5:13| een stem tot hem: Sta op, Petrus! slacht en eet. ~ 115 Hand 5:14| 14 Maar Petrus zeide: Geenszins, Heere! 116 Hand 5:17| 17 En alzo Petrus in zichzelven twijfelde, 117 Hand 5:18| zij, of Simon, toegenaamd Petrus, daar te huis lag. ~ 118 Hand 5:19| 19 En als Petrus over dat gezicht dacht, 119 Hand 5:21| 21 En Petrus ging af tot de mannen die 120 Hand 5:23| Doch des anderen daags ging Petrus met hen heen, en sommigen 121 Hand 5:25| als het geschiedde, dat Petrus inkwam, ging hem Cornelius 122 Hand 5:26| 26 Maar Petrus richtte hem op, zeggende: 123 Hand 5:32| Simon, die toegenaamd wordt Petrus; deze ligt te huis in het 124 Hand 5:34| 34 En Petrus, den mond opendoende, zeide: 125 Hand 5:44| 44 Als Petrus nog deze woorden sprak, 126 Hand 5:45| besnijdenis waren, zovelen als met Petrus gekomen waren, ontzetten 127 Hand 5:46| groot maken. Toen antwoordde Petrus: ~ 128 Hand 6:2 | 2 En toen Petrus opgegaan was naar Jeruzalem, 129 Hand 6:4 | 4 Maar Petrus, beginnende, verhaalde het 130 Hand 6:7 | die tot mij zeide: Sta op, Petrus, slacht en eet. ~ 131 Hand 6:13| Simon, die toegenaamd is Petrus; ~ 132 Hand 6:33| voer hij voort, om ook Petrus te vangen (en het waren 133 Hand 6:35| 5 Petrus dan werd in de gevangenis 134 Hand 6:36| Herodes zou voorbrengen, sliep Petrus dienzelfden nacht tussen 135 Hand 6:37| en slaande de zijde van Petrus, wekte hij hem op, zeggende: 136 Hand 6:41| 11 En Petrus, tot zichzelven gekomen 137 Hand 6:43| 13 En als Petrus aan de deur van de voorpoort 138 Hand 6:44| 14 En zij de stem van Petrus bekennende, deed van blijdschap 139 Hand 6:44| binnen en boodschapte, dat Petrus voor aan de voorpoort stond. ~ 140 Hand 6:46| 16 Maar Petrus bleef kloppende: en als 141 Hand 6:48| krijgsknechten, wat toch aan Petrus mocht geschied zijn. ~ 142 Hand 9:7 | twisting geschiedde, stond Petrus op en zeide tot hen: Mannen 143 Gal 1:18 | jaren weder te Jeruzalem om Petrus te bezoeken, en ik bleef 144 Gal 2:7 | toebetrouwd was, gelijk aan Petrus dat der besnijdenis; ~ 145 Gal 2:8 | 8 (Want Die in Petrus krachtelijk wrocht tot het 146 Gal 2:11 | 11 En toen Petrus te Antiochie gekomen was, 147 Gal 2:14 | Evangelie, zeide ik tot Petrus in aller tegenwoordigheid: 148 1Pet | 1 Petrus~ ~ 149 1Pet 1:1 | 1 Petrus, een apostel van Jezus Christus, 150 1Pet 2 | 1 Petrus 2 ~ 151 1Pet 4 | 1 Petrus 4 ~ 152 2Pet | 2 Petrus~ ~ 153 2Pet 1:1 | 1 Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License