Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
temeer 1
temeni 1
temmen 2
tempel 151
tempelen 3
tempels 27
ten 998
Frequency    [«  »]
152 liet
151 davids
151 dezer
151 tempel
151 troon
150 groten
150 manasse

Bijbel

IntraText - Concordances

tempel

    Book Chapter: Verse
1 1Sa 1:9 | stoel bij een post van den tempel des HEEREN. ~ 2 1Sa 3:3 | Gods uitgedaan werd, in den tempel des HEEREN, waar de ark 3 1Kon 6:3 | het voorhuis, vooraan den tempel van dat huis, was in zijn 4 1Kon 6:5 | huis rondom, beide van den tempel en van de aanspraakplaats. 5 1Kon 6:17| veertig ellen, namelijk de tempel, die vooraan was. ~ 6 2Kon 20:16| af van de deuren van den tempel des HEEREN, en van de posten, 7 2Kon 25:4 | dorpelbewaarders, dat zij uit den tempel des HEEREN alle gereedschap, 8 2Kon 26:13| koning van Israel, in den tempel des HEEREN gemaakt had, 9 2Kro 3:17| pilaren op voor aan den tempel, een ter rechterhand, en 10 2Kro 4:7 | en hij stelde ze in den tempel, vijf aan de rechterhand, 11 2Kro 4:8 | en hij zette ze in den tempel, vijf aan de rechterhand, 12 2Kro 26:16| God; want hij ging in den tempel des HEEREN, om te roken 13 2Kro 27:2 | behalve dat hij in den tempel des HEEREN niet ging; en 14 2Kro 29:16| onreinigheid, die zij in den tempel des HEEREN vonden; en de 15 2Kro 37:7 | Babel, en stelde ze in zijn tempel te Babel. ~ 16 Ezra 3:6 | offeren; doch de grond van den tempel des HEEREN was niet gelegd. ~ 17 Ezra 3:10| den grond van des HEEREN tempel legden, zo stelden zij de 18 Ezra 4:1 | HEERE, den God Israels, den tempel bouwden; ~ 19 Ezra 5:14| die Nebukadnezar uit den tempel, die te Jeruzalem was, had 20 Ezra 5:14| dezelve gebracht in den tempel van Babel, die heeft de 21 Ezra 5:14| Kores uitgehaald uit den tempel van Babel, en zij zijn gegeven 22 Ezra 5:15| vaten, ga ze afvoeren in den tempel, die te Jeruzalem is, en 23 Ezra 6:5 | die Nebukadnezar uit den tempel, die te Jeruzalem was, heeft 24 Ezra 6:5 | wedergeven, dat zij gaan naar den tempel, die te Jeruzalem is, aan 25 Neh 6:11 | zijnde als ik, die in den tempel zou gaan, dat hij levend 26 Psa 27:4 | en te onderzoeken in Zijn tempel. ~ 27 Psa 29:9 | de wouden; maar in Zijn tempel zegt Hem een iegelijk eer. ~ 28 Psa 79:1 | erfenis; zij hebben den tempel Uwer heiligheid verontreinigd; 29 Jes 6:1 | Zijn zomen vervullende den tempel. ~ 30 Jes 44:28 | Word gebouwd; en tot den tempel: Word gegrond. ~  ~ 31 Jes 67:6 | stad zijn, een stem uit den tempel, de stem des HEEREN, Die 32 Jer 7:4 | woorden, zeggende: Des HEEREN tempel, des HEEREN tempel, des 33 Jer 7:4 | HEEREN tempel, des HEEREN tempel, des HEEREN tempel, zijn 34 Jer 7:4 | HEEREN tempel, des HEEREN tempel, zijn deze! ~ 35 Jer 24:1 | vijgenkorven, gezet voor den tempel des HEEREN; nadat Nebukadrezar, 36 Eze 8:16 | ziet, aan de deur van den tempel des HEEREN, tussen het voorhuis 37 Eze 8:16 | achterste leden waren naar den tempel des HEEREN, en hun aangezichten 38 Eze 41:1 | Voorts bracht hij mij tot den tempel; en hij mat de posten, zes 39 Eze 41:4 | twintig ellen voor aan den tempel; en hij zeide tot mij: Dit 40 Eze 41:15 | met den binnensten      tempel, en de voorhuizen des voorhofs. ~ 41 Eze 41:23 | 23      De tempel nu en het heiligdom hadden 42 Eze 42:8 | ellen; en ziet, voor aan den tempel waren honderd ellen. ~ 43 Dan 5:2 | vader Nebukadnezar uit den tempel, die te Jeruzalem geweest 44 Dan 5:3 | gouden vaten, die men uit den tempel van het huis Gods, die te 45 Jona 2:4 | ogen; nochtans zal ik den tempel Uwer heiligheid weder aanschouwen. ~ 46 Jona 2:7 | gebed kwam tot U, in den tempel Uwer heiligheid. ~ 47 Mic 1:2 | ulieden, de Heere uit den tempel Zijner heiligheid. ~ 48 Zac 6:12 | Hij zal des      HEEREN tempel bouwen. ~ 49 Zac 6:13 | 13      Ja, Hij zal den tempel des HEEREN bouwen, en Hij 50 Zac 6:14 | tot een gedachtenis in den tempel des HEEREN. ~ 51 Zac 6:15 | en zullen bouwen in den tempel des HEEREN, en gijlieden 52 Zac 8:9 | heirscharen gelegd is, dat de tempel gebouwd zou worden. ~ 53 Mal 3:1 | en snellijk zal tot Zijn tempel komen die Heere, Dien gijlieden 54 Matt 12:5 | sabbat ontheiligen in den tempel, op de sabbatdagen, en nochtans 55 Matt 12:6 | dat Een, meerder dan de tempel, hier is. ~ 56 Matt 21:12| 12 En Jezus ging in den tempel Gods, en dreef uit allen, 57 Matt 21:12| verkochten en kochten in den tempel, en keerde om de tafelen 58 Matt 21:14| kreupelen tot Hem in den tempel, en Hij genas dezelve. ~ 59 Matt 21:15| kinderen, roepende in den tempel, en zeggende: Hosanna den 60 Matt 21:23| 23 En als Hij in den tempel gekomen was, kwamen tot 61 Matt 23:16| gezworen zal hebben bij den tempel, dat is niets; maar zo wie 62 Matt 23:17| meerder, het goud, of de tempel, die het goud heiligt? ~ 63 Matt 23:21| 21 En wie zweert bij den tempel, die zweert bij denzelven, 64 Matt 23:35| gij gedood hebt tussen den tempel en het altaar. ~ 65 Matt 24:1 | ging uit en vertrok van den tempel; en Zijn discipelen kwamen 66 Matt 26:55| Ik bij u, lerende in den tempel, en gij hebt Mij niet gegrepen; ~ 67 Matt 26:61| heeft gezegd: Ik kan den tempel Gods afbreken, en in drie 68 Matt 27:5 | zilveren penningen in den tempel geworpen had, vertrok hij, 69 Matt 27:40| En zeggende: Gij, Die den tempel afbreekt, en in drie dagen 70 Mark 11:11| binnen Jeruzalem, en in den tempel; en als Hij alles rondom 71 Mark 11:15| Jeruzalem; en Jezus, in den tempel gegaan zijnde, begon degenen, 72 Mark 11:15| begon degenen, die in den tempel verkochten en kochten, uit 73 Mark 11:16| iemand enig vat door den tempel droeg. ~ 74 Mark 11:27| Jeruzalem. En als Hij in den tempel wandelde, kwamen tot Hem 75 Mark 12:35| en zeide, lerende in den tempel: Hoe zeggen de Schriftgeleerden, 76 Mark 13:1 | 1 En als Hij uit den tempel ging, zeide een van Zijn 77 Mark 13:3 | den Olijfberg, tegen de tempel over, vraagden Hem Petrus, 78 Mark 14:49| was Ik bij ulieden in den tempel, lerende, en gij hebt Mij 79 Mark 14:58| horen zeggen: Ik zal dezen tempel, die met handen gemaakt 80 Mark 15:29| zeggende: Ha! Gij, die den tempel afbreekt, en in drie dagen 81 Luk 1:9 | hij zoude ingaan in den tempel des Heeren om te reukofferen. ~ 82 Luk 1:21 | zo lang vertoefde in den tempel. ~ 83 Luk 1:22 | dat hij een gezicht in den tempel gezien had. En hij wenkte 84 Luk 2:27 | kwam door den Geest in den tempel. En als de ouders het Kindeken 85 Luk 2:37 | dewelke niet week uit den tempel, met vasten en bidden, God 86 Luk 2:46 | dat zij Hem vonden in den tempel, zittende in het midden 87 Luk 18:10 | mensen gingen op in den tempel om te bidden, de een was 88 Luk 19:45 | En gegaan zijnde in den tempel, begon Hij uit te drijven 89 Luk 19:47 | leerde dagelijks in den tempel; en de overpriesters, en 90 Luk 20:1 | die dagen, als Hij in den tempel het volk leerde, en het 91 Luk 21:5 | sommigen zeiden van den tempel, dat hij met schonen stenen 92 Luk 21:37 | nu was Hij lerende in de tempel; maar des nachts ging Hij 93 Luk 21:38 | morgens vroeg tot Hem in den tempel, om Hem te horen. ~  ~  ~  94 Luk 22:53 | dagelijks met u was in den tempel, zo hebt gij de handen tegen 95 Luk 24:53 | waren allen tijd in den tempel, lovende en dankende God. 96 Joha 2:14| 14 En Hij vond in den tempel, die ossen, en schapen, 97 Joha 2:15| dreef Hij ze allen uit den tempel, ook de schapen en de ossen; 98 Joha 2:19| zeide tot hen: Breekt dezen tempel, en in drie dagen zal Ik 99 Joha 2:20| veertig jaren is over dezen tempel gebouwd, en Gij, zult Gij 100 Joha 2:21| Maar Hij zeide dit van den tempel Zijns lichaams. ~ 101 Joha 5:14| Daarna vond hem Jezus in den tempel, en zeide tot hem: Zie, 102 Joha 7:14| zo ging Jezus op in den tempel, en leerde. ~ 103 Joha 7:28| 28 Jezus dan riep in den tempel, lerende en zeggende: En 104 Joha 8:2 | kwam Hij wederom in den tempel, en al het volk kwam tot 105 Joha 8:20| schatkist, lerende in den tempel; en niemand greep Hem; want 106 Joha 8:59| verborg Zich, en ging uit den tempel, gaande door het midden 107 Joha 10:23| En Jezus wandelde in den tempel, in het voorhof van Salomo. 108 Joha 11:56| elkander, staande in den tempel: Wat dunkt u? Dunkt u, dat 109 Joha 18:20| in de synagoge en in den tempel, waar de Joden van alle 110 Hand 2:46| dagelijks eendrachtelijk in den tempel volhardende, en van huis 111 Hand 3:1 | gingen te zamen op naar den tempel, omtrent de ure des gebeds, 112 Hand 3:2 | van degenen, die in den tempel gingen; ~ 113 Hand 3:3 | Johannes ziende, als zij in den tempel zouden ingaan, bad, dat 114 Hand 3:8 | en ging met hen in den tempel, wandelende en springende, 115 Hand 13:27| verachting kome, maar dat ook de tempel van de grote godin Diana 116 Hand 15:26| zijnde, ging hij in den tempel, en verkondigde, dat de 117 Hand 15:27| de Joden van Azie in den tempel, en beroerden al het volk, 118 Hand 15:28| heeft hij ook Grieken in den tempel gebracht, en heeft deze 119 Hand 15:29| meenden, dat Paulus in den tempel gebracht had. ~ 120 Hand 15:30| en trokken hem buiten den tempel; en terstond werden de deuren 121 Hand 16:17| wedergekeerd was, en in den tempel bad, dat ik in een vertrekking 122 Hand 18:6 | Die ook gepoogd heeft den tempel te ontheiligen, welken wij 123 Hand 18:12| zij hebben mij noch in den tempel gevonden tot iemand sprekende, 124 Hand 18:18| geheiligd zijnde, in den tempel, niet met volk, noch met 125 Hand 19:8 | der Joden, noch tegen den tempel, noch tegen den keizer iets 126 Hand 20:21| hebben mij de Joden in den tempel gegrepen en gepoogd om te 127 1Kor 3:16| Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt, en de Geest Gods in 128 1Kor 3:17| 17 Zo iemand den tempel Gods schendt, dien zal God 129 1Kor 3:17| zal God schenden; want de tempel Gods is heilig, welke gij 130 1Kor 6:19| dat ulieder lichaam een tempel is van den Heiligen Geest, 131 1Kor 8:10| hebt, ziet in der afgoden tempel aanzitten, zal het geweten 132 2Kor 6:16| wat samenvoeging heeft de tempel Gods met de afgoden? Want 133 2Kor 6:16| afgoden? Want gij zijt de tempel des levenden Gods; gelijkerwijs 134 Efez 2:21| opwast tot een heiligen tempel in den Heere; ~ 135 2The 2:4 | wordt, alzo dat hij in den tempel Gods als een God zal zitten, 136 Open 3:12| maken tot een pilaar in den tempel Mijns Gods, en hij zal niet 137 Open 7:15| Hem dag en nacht in Zijn tempel; en Die op den troon zit, 138 Open 11:1 | zeide: Sta op, en meet den tempel Gods en het altaar, en degenen, 139 Open 11:2 | uit, dat van buiten den tempel is, en meet dat niet, want 140 Open 11:19| 19 En de tempel Gods in de hemel is geopend 141 Open 11:19| verbonds is gezien in Zijn tempel; en er werden bliksemen, 142 Open 14:15| andere engel kwam uit den tempel, roepende met een grote 143 Open 14:17| andere engel kwam uit den tempel, die in den hemel is, hebbende 144 Open 15:5 | dezen zag ik, en ziet, de tempel des tabernakels der getuigenis 145 Open 15:6 | plagen hadden, kwamen uit den tempel, bekleed met rein en blinkend 146 Open 15:8 | 8En de tempel werd vervuld met rook uit 147 Open 15:8 | kracht; en niemand kon in den tempel ingaan, totdat de zeven 148 Open 16:1 | hoorde een grote stem uit den tempel, zeggende tot de zeven engelen: 149 Open 16:17| kwam een grote stem uit den tempel des hemels, van den troon, 150 Open 21:22| 22 En ik zag geen tempel in dezelve; want de Heere, 151 Open 21:22| almachtige God, is haar Tempel, en het Lam. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License