Book Chapter: Verse
1 Gen 6:14 | 14 Maak u een ark van goferhout;
2 Gen 13:17 | 17 Maak u op, wandel door dit land,
3 Gen 17:6 | drie maten meelbloem, en maak koeken. ~
4 Gen 18:15 | engelen Lot aan, zeggende: Maak u op, neem uw huisvrouw,
5 Gen 25:4 | 4 En maak mij smakelijke spijzen,
6 Gen 25:7 | Breng mij een wildbraad, en maak mij smakelijke spijzen toe,
7 Gen 25:43 | hoor naar mijn stem, en maak u op, vlied gij naar Haran,
8 Gen 26:2 | 2 Maak u op, ga naar Paddan-Aram,
9 Gen 28:13 | gelofte beloofd hebt; nu, maak u op, vertrek uit dit land,
10 Gen 32:1 | Daarna zeide God tot Jakob: Maak u op, trek op naar Beth-El,
11 Gen 32:1 | Beth-El, en woon aldaar; en maak daar een altaar dien God,
12 Gen 36:37 | mij melding bij Farao, en maak, dat ik uit dit huis kome. ~
13 Gen 39:16 | en slacht slachtvee, en maak het gereed; want deze mannen
14 Gen 40:4 | over zijn huis was, zeide: Maak u op, en jaag die mannen
15 Exo 8:20 | zeide de HEERE tot Mozes: Maak u morgen vroeg op, en stel
16 Exo 9:13 | zeide de HEERE tot Mozes: Maak u morgen vroeg op, en stel
17 Exo 18:20 | instellingen en de wetten, en maak hun bekend den weg, waarin
18 Exo 25:13 | 13 En maak handbomen van sittimhout,
19 Exo 25:19 | 19 En maak u een cherub uit het ene
20 Exo 28:42 | 42 Maak hun ook linnen onderbroeken,
21 Exo 30:25 | 25 En maak daarvan een olie der heilige
22 Exo 32:1 | zeiden tot hem: Sta op, maak ons goden, die voor ons
23 Exo 32:23 | Zij dan zeiden tot mij: Maak ons goden, die voor ons
24 Exo 33:1 | zeiden tot hem: Sta op, maak ons goden, die voor ons
25 Exo 33:23 | Zij dan zeiden tot mij: Maak ons goden, die voor ons
26 Exo 34:33 | Toen zeide Hij: Zie, Ik maak een verbond; voor uw ganse
27 Lev 9:7 | Nader tot het altaar, en maak uw zondoffer toe; en uw
28 Lev 9:7 | voor u en voor het volk; maak daarna de offerande des
29 Num 10:2 | 2 Maak u twee zilveren trompetten;
30 Num 16:45 | 45 Maak u op uit het midden van
31 Num 21:8 | de HEERE zeide tot Mozes: Maak u een vurige slang, en stel
32 Deu 14:25 | 25 Zo maak het tot geld, en bindt het
33 Deu 29:14 | niet met ulieden alleen maak ik dit verbond en dezen
34 Deu 32:39 | God met Mij, Ik dood en maak levend; Ik versla en Ik
35 Joz 1:2 | knecht Mozes is gestorven; zo maak u nu op, trek over deze
36 Joz 5:2 | sprak de HEERE tot Jozua: Maak u stenen messen, en besnijd
37 Joz 8:1 | u al het krijgsvolk, en maak u op, trek op naar Ai; zie,
38 Joz 13:6 | kinderen Israels; alleenlijk maak, dat het Israel ten erfdeel
39 Ric 4:14 | Debora dan zeide tot Barak: Maak u op; want dit is de dag,
40 Ric 4:36 | waak op, spreek een lied! maak u op, Barak! en leid uw
41 Ric 8:32 | 32 Zo maak u nu op bij nacht, gij en
42 Ric 8:33 | morgen, als de zon opgaat, zo maak u vroeg op, en overval deze
43 Ric 18:9 | uw hart vrolijk zijn, en maak u morgen vroeg op uws weegs,
44 Rut 3:3 | naar den dorsvloer; maar maak u den man niet bekend, totdat
45 Rut 4:11 | kloekelijk in Efratha, en maak uw naam vermaard in Bethlehem! ~
46 1Sa 9:3 | van de jongens met u, en maak u op, ga heen, zoek de ezelinnen. ~
47 1Sa 11:1 | Jabes zeiden tot Nahas: Maak een verbond met ons, zo
48 1Sa 23:4 | antwoordde hem en zeide: Maak u op, trek af naar Kehila;
49 1Sa 29:10 | 10 Nu dan, maak u morgen vroeg op met de
50 2Sa 3:12 | land? zeggende wijders: Maak uw verbond met mij, en zie,
51 2Sa 13:5 | hem: Leg u op uw leger, en maak u krank; als dan uw vader
52 2Sa 13:7 | van uw broeder Amnon, en maak hem een spijze. ~
53 2Sa 13:15 | en Amnon zeide tot haar: Maak u op, ga weg. ~
54 2Sa 15:31 | Dies zeide David: O, HEERE! maak toch Achitofels raad tot
55 1Kon 12:4 | hard gemaakt; gij dan nu, maak uws vaders harden dienst,
56 1Kon 12:9 | gesproken hebben, zeggende: Maak het juk, dat uw vader ons
57 1Kon 12:10| juk zwaar gemaakt, maar maak gij het over ons lichter;
58 1Kon 14:2 | zeide tot zijn huisvrouw: Maak u nu op, en verstel u, dat
59 1Kon 14:12| 12 Gij dan maak u op, ga naar uw huis; als
60 1Kon 15:19| zilver en goud; ga heen, maak uw verbond te niet met Baesa,
61 1Kon 17:9 | 9 Maak u op, ga heen naar Zarfath,
62 1Kon 17:13| doe naar uw woord; maar maak mij vooreerst een kleinen
63 1Kon 20:34| heeft, zal ik wedergeven, en maak u straten in Damaskus, gelijk
64 1Kon 21:18| 18 Maak u op, ga henen af, Achab,
65 2Kon 1:3 | tot Elia, den Thisbiet: Maak u op, ga op, den boden des
66 2Kon 4:3 | uw naburen ledige vaten; maak er niet weinig te hebben. ~
67 2Kon 8:1 | levend gemaakt had, zeggende: Maak u op, en ga heen, gij en
68 1Kro 23:16| des ijzers is geen getal; maak u op, en doe het, en de
69 2Kro 7:41| 41 En nu, HEERE God, maak U op tot Uw rust, Gij en
70 2Kro 11:4 | juk hard gemaakt, nu dan, maak gij uws vaders harden dienst,
71 2Kro 11:9 | gesproken hebben, zeggende: Maak het juk, dat uw vader ons
72 2Kro 11:10| juk zwaar gemaakt, maar maak gij het over ons lichter;
73 2Kro 17:3 | zilver en goud, ga heen, maak uw verbond te niet met Baesa,
74 Job 13:23 | misdaden en zonden heb ik? Maak mijn overtreding en mijn
75 Psa 17:7 | 7 Maak Uw weldadigheden wonderbaar,
76 Psa 25:4 | 4 Daleth. HEERE! maak mij Uw wegen bekend, leer
77 Psa 39:19 | 19 Want ik maak U mijn ongerechtigheid bekend,
78 Psa 40:5 | 5 HEERE! maak mij bekend mijn einde, en
79 Psa 55:3 | misbaar in mijn klacht, en maak getier; ~
80 Psa 74:11 | het midden van Uw boezem; maak een einde. ~
81 Psa 83:12 | 12 Maak hen en hun prinsen als Oreb
82 Psa 83:14 | 14 Mijn God! maak hen als een wervel, als
83 Psa 83:17 | 17 Maak hun aangezicht vol schande,
84 Psa 109:21 | Maar Gij, o HEERE Heere! maak het met mij om Uws Naams
85 Psa 119:25 | ziel kleeft aan het stof; maak mij levend naar Uw woord. ~
86 Psa 119:37 | zij geen ijdelheid zien; maak mij levend door Uw wegen. ~
87 Psa 119:40 | begeerte tot Uw bevelen; maak mij levend door Uw gerechtigheid. ~
88 Psa 119:73 | mij gemaakt, en bereid; maak mij verstandig, opdat ik
89 Psa 119:88 | 88 Maak mij levend naar Uw goedertierenheid,
90 Psa 119:107| gans zeer verdrukt, HEERE! maak mij levend naar Uw woord. ~
91 Psa 119:125| 125 Ik ben Uw knecht, maak mij verstandig, en ik zal
92 Psa 119:133| 133 Maak mijn voetstappen vast in
93 Psa 119:149| goedertierenheid, o HEERE! maak mij levend naar Uw recht. ~
94 Psa 119:154| twistzaak, en verlos mij, maak mij levend, naar Uw toezegging. ~
95 Psa 119:156| barmhartigheden zijn vele; maak mij levend naar Uw rechten. ~
96 Psa 119:159| bevelen lief heb, o HEERE! maak mij levend naar Uw goedertierenheid. ~
97 Psa 119:169| voor Uw aanschijn genaken, maak mij verstandig naar Uw woord. ~
98 Psa 143:8 | horen, want ik betrouw op U; maak mij bekend den weg, dien
99 Psa 143:11 | 11 O HEERE! maak mij levend, om Uws Naams
100 Spre 5:8 | 8 Maak uw weg verre van haar, en
101 Spre 22:19| vertrouwen op den HEERE zij, maak ik u die heden bekend; gij
102 Spre 22:19| die heden bekend; gij ook maak ze bekend. ~
103 Jes 6:10 | 10 Maak het hart dezes volks vet,
104 Jes 6:10 | hart dezes volks vet, en maak hun oren zwaar, en sluit
105 Jes 16:9 | den wijnstok van Sibma, ik maak u doornat met mijn tranen,
106 Jes 23:12 | Sidon! Naar Chittim toe, maak u op, vaar over; ook zult
107 Jes 45:7 | schep de duisternis; Ik maak den vrede en schep het kwaad,
108 Jes 50:2 | Ziet, door Mijn schelding maak Ik de zee droog, Ik stel
109 Jes 52:2 | Schud u uit het stof, maak u op, zit neder, o Jeruzalem!
110 Jes 52:2 | zit neder, o Jeruzalem! maak u los van de banden van
111 Jes 54:1 | die niet gebaard hebt! maak geschal met vrolijk gezang,
112 Jes 54:2 | 2 Maak de plaats uwer tenten wijd,
113 Jes 54:2 | uitbreide, verhinder het niet; maak uw koorden lang, en steek
114 Jes 61:1 | 1 Maak u op, word verlicht, want
115 Jer 6:26 | aan, en wentel u in de as, maak u rouw eens enigen zoons,
116 Jer 13:4 | die aan uw lenden is, en maak u op, en ga henen naar den
117 Jer 13:6 | de HEERE tot mij zeide: Maak u op, ga henen naar den
118 Jer 18:2 | 2 Maak u op, en ga af in het huis
119 Jer 18:23 | raad tegen mij ten dode; maak geen verzoening over hun
120 Jer 27:2 | zeide de HEERE tot mij: Maak u banden en jukken, en doe
121 Jer 42:20 | onze God, zal zeggen, alzo maak het ons bekend, en wij zullen
122 Jer 46:19 | 19 Maak voor u gereedschap der gevankelijke
123 Jer 48:26 | 26 Maak hem dronken, omdat hij zich
124 Klaa 1:41| 19 Koph. Maak u op, maak geschrei des
125 Klaa 1:41| 19 Koph. Maak u op, maak geschrei des nachts in het
126 Eze 3:22 | mij, en Hij zeide tot mij: Maak u op, ga uit in de vallei,
127 Eze 4:2 | 2 En maak een belegering tegen haar,
128 Eze 4:9 | en doe die in een vat, en maak die u tot brood; naar het
129 Eze 7:23 | 23 Maak een keten; want het land
130 Eze 12:3 | Daarom gij, mensenkind, maak u gereedschap van vertrekking;
131 Eze 16:2 | 2 Mensenkind, maak Jeruzalem haar gruwelen
132 Eze 20:4 | recht geven, o mensenkind? Maak hun de gruwelen hunner vaderen
133 Eze 22:2 | gij ze recht geven? Ja, maak haar bekend al haar gruwelen. ~
134 Eze 43:11 | wat zij gedaan hebben, zo maak hun bekend den vorm van
135 Jona 1:2 | 2 Maak u op, ga naar de grote stad
136 Jona 3:2 | 2 Maak u op, ga naar de grote stad
137 Mic 1:16 | 16 Maak u kaal en scheer u, om uw
138 Mic 4:13 | 13 Maak u op en dors, o dochter
139 Mic 6:1 | Hoort nu, wat de HEERE zegt: Maak u op, twist met de bergen,
140 Zac 6:11 | neem zilver en goud, en maak kronen; en zet ze op het
141 Luk 13:32 | Ik werp duivelen uit, en maak gezond, heden en morgen,
142 Luk 15:19 | zoon genaamd te worden; maak mij als een van uw huurlingen. ~
143 Rom 11:13 | heidenen apostel ben; ik maak mijn bediening heerlijk; ~
144 1Kor 12:3 | 3 Daarom maak ik u bekend, dat niemand,
145 1Kor 15:1 | 1 Voorts, broeders, ik maak u bekend het Evangelie,
146 Gal 1:11 | 11 Maar ik maak u bekend, broeders, dat
147 2Tim 1:6 | welke oorzaak ik u indachtig maak, dat gij opwekt de gave
148 2Tim 4:5 | werk van een evangelist, maak, dat men van uw dienst ten
149 Open 21:5 | troon zat, zeide: Ziet, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij
|