Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
ijzeroven 2
ijzers 6
ijzersmid 1
ik 8724
ikabod 2
ikes 1
ikkes 2
Frequency    [«  »]
9630 tot
9551 die
8801 zij
8724 ik
8706 gij
7945 dat
7933 is

Bijbel

IntraText - Concordances

ik

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-8724

     Book Chapter: Verse
5501 Eze 20:49 | 49      En ik zeide: Ach, Heere HEERE, 5502 Eze 21:3 | Alzo zegt de HEERE: Ziet, Ik wil aan u, en Ik zal Mijn 5503 Eze 21:3 | Ziet, Ik wil aan u, en Ik zal Mijn zwaard uit zijn 5504 Eze 21:3 | zijn schede trekken; en Ik zal van u uitroeien den 5505 Eze 21:4 | 4      Omdat Ik dan van u uitroeien zal 5506 Eze 21:5 | alle vlees zal weten, dat Ik, de HEERE, Mijn zwaard uit 5507 Eze 21:15 | 15      Ik heb de punt des zwaards 5508 Eze 21:17 | 17      En Ik Zelf zal ook Mijn hand tegen 5509 Eze 21:17 | grimmigheid doen rusten; Ik, de HEERE, heb het gesproken. ~ 5510 Eze 21:26 | zal dezelfde niet wezen; Ik zal verhogen dien, die nederig 5511 Eze 21:27 | 27      Ik zal die kroon omgekeerd, 5512 Eze 21:27 | daartoe recht heeft, en dien Ik dat geven zal. ~ 5513 Eze 21:30 | het land uwer woningen zal Ik u richten. ~ 5514 Eze 21:31 | 31      En Ik zal over u Mijn gramschap 5515 Eze 21:31 | Mijn gramschap uitgieten, Ik zal tegen u door het vuur 5516 Eze 21:31 | verbolgenheid blazen; en Ik zal u overgeven in de hand 5517 Eze 21:32 | niet gedacht worden; want Ik, de HEERE, heb het gesproken. ~  ~  ~  ~ ~ 5518 Eze 22:4 | jaren gekomen; daarom heb Ik u den heidenen overgegeven 5519 Eze 22:13 | 13      Ziet dan, Ik heb Mijn hand geslagen, 5520 Eze 22:14 | sterk zijn, in de dagen, als Ik met u handelen zal? Ik, 5521 Eze 22:14 | als Ik met u handelen zal? Ik, de HEERE, heb het gesproken, 5522 Eze 22:15 | 15      En Ik zal u verstrooien onder 5523 Eze 22:16 | en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben. ~ 5524 Eze 22:19 | geworden zijt, daarom ziet, Ik zal u in het midden van 5525 Eze 22:20 | men het smelte; alzo zal Ik ulieden vergaderen in      5526 Eze 22:21 | 21      Ja, Ik zal u bijeenbrengen, en 5527 Eze 22:22 | en gij zult weten, dat Ik, de HEERE, Mijn grimmigheid      5528 Eze 22:26 | van Mijn sabbatten; ja, Ik word in het midden van hen 5529 Eze 22:30 | 30      Ik zocht nu een man uit hen, 5530 Eze 22:30 | staan voor het land, opdat Ik het niet mocht verderven; 5531 Eze 22:30 | niet mocht verderven; maar Ik vond niemand. ~ 5532 Eze 22:31 | 31      Daarom heb Ik Mijn gramschap over hen 5533 Eze 22:31 | Mijner verbolgenheid heb Ik hen verteerd; hun weg heb 5534 Eze 22:31 | hen verteerd; hun weg heb Ik op hun hoofd gegeven, spreekt 5535 Eze 23:9 | 9      Daarom gaf Ik haar in de hand van haar 5536 Eze 23:13 | 13      Toen zag Ik, dat zij verontreinigd was; 5537 Eze 23:22 | zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal uw boelen, van welke 5538 Eze 23:22 | afgetrokken, tegen u verwekken, en Ik zal hen van rondom tegen 5539 Eze 23:24 | rondom tegen u zetten; en Ik zal      voor hun aangezicht 5540 Eze 23:25 | 25      En Ik zal Mijn ijver tegen u zetten, 5541 Eze 23:27 | 27      Zo zal Ik uw schandelijkheid van u 5542 Eze 23:28 | zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal u overgeven in de hand 5543 Eze 23:31 | gij gewandeld, daarom zal Ik haar beker in uw hand geven. ~ 5544 Eze 23:34 | zult gij afrukken; want Ik heb het gesproken, spreekt 5545 Eze 23:43 | 43      Toen zeide Ik van deze, die van overspelerijen 5546 Eze 23:46 | alzo zegt de Heere HEERE: Ik zal een vergadering tegen 5547 Eze 23:48 | 48      Alzo zal Ik de schandelijkheid uit het 5548 Eze 23:49 | gijlieden zult weten, dat Ik de Heere HEERE ben. ~  ~ 5549 Eze 24:8 | 8      Opdat Ik de grimmigheid doe opgaan 5550 Eze 24:8 | om wraak te oefenen, heb Ik ook haar bloed op een gladde 5551 Eze 24:9 | HEERE: Wee der bloedstad! Ik zal ook den brandstapel 5552 Eze 24:13 | is schandelijkheid, omdat Ik u gereinigd heb, en gij 5553 Eze 24:13 | gereinigd worden, totdat Ik Mijn grimmigheid      op 5554 Eze 24:14 | 14      Ik, de HEERE, heb het gesproken; 5555 Eze 24:14 | gesproken; het zal komen, en Ik zal het doen; Ik zal er 5556 Eze 24:14 | komen, en Ik zal het doen; Ik zal er niet van wijken, 5557 Eze 24:14 | zal er niet van wijken, en Ik zal niet verschonen noch 5558 Eze 24:16 | 16      Mensenkind! zie, Ik zal den lust uwer ogen van 5559 Eze 24:18 | 18      Dit sprak ik tot het volk in den morgenstond, 5560 Eze 24:18 | stierf in den avond; en ik deed in den morgenstond, 5561 Eze 24:20 | 20      En ik zeide tot hen: Het woord 5562 Eze 24:21 | zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal Mijn heiligdom ontheiligen, 5563 Eze 24:22 | gijlieden doen, gelijk als ik gedaan heb; de bovenste 5564 Eze 24:24 | dan zult gij weten, dat Ik de Heere HEERE ben. ~ 5565 Eze 24:25 | niet zijn, ten dage, als Ik van hen zal wegnemen hun 5566 Eze 24:27 | zij zullen      weten, dat Ik de HEERE ben. ~  ~ 5567 Eze 25:4 | 4      Daarom, ziet, Ik zal u aan die van het oosten 5568 Eze 25:5 | 5      En Ik zal Rabba tot een kemelstal 5569 Eze 25:5 | en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben. ~ 5570 Eze 25:7 | 7      Daarom, ziet, Ik zal Mijn hand tegen u uitstrekken, 5571 Eze 25:7 | u uit de landen verdoen; Ik zal u verdelgen; en gij 5572 Eze 25:7 | gij zult      weten, dat Ik de HEERE ben. ~ 5573 Eze 25:9 | 9      Daarom, ziet, Ik zal de zijde van Moab openen, 5574 Eze 25:10 | kinderen Ammons, hetwelk Ik ter bezitting zal overgeven; 5575 Eze 25:11 | 11      Ik zal ook in Moab gerichten 5576 Eze 25:11 | en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben. ~ 5577 Eze 25:13 | alzo zegt de Heere HEERE: Ik zal ook Mijn hand uitstrekken 5578 Eze 25:13 | uitstrekken tegen Edom, en Ik zal mens en beest uit haar 5579 Eze 25:14 | 14      En Ik zal Mijn wraak doen aan 5580 Eze 25:16 | zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik strek Mijn hand uit tegen 5581 Eze 25:17 | 17      En Ik zal grote wraak met grimmige 5582 Eze 25:17 | en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik Mijn 5583 Eze 25:17 | dat Ik de HEERE ben, als Ik Mijn wraak aan hen gedaan 5584 Eze 26:2 | zij is tot mij omgewend; ik zal vervuld worden, zij 5585 Eze 26:3 | zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik wil aan u, o Tyrus! en Ik 5586 Eze 26:3 | Ik wil aan u, o Tyrus! en Ik zal vele heidenen tegen 5587 Eze 26:3 | tegen u doen opkomen, alsof Ik de zee met haar golven deed 5588 Eze 26:4 | haar torens afbreken; ja, Ik zal haar stof van haar wegvagen, 5589 Eze 26:5 | uitspreiding van netten; want Ik heb het gesproken, spreekt 5590 Eze 26:6 | en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben. ~ 5591 Eze 26:7 | zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal Nebukadrezar, den koning 5592 Eze 26:13 | 13      Zo zal Ik het gedeun uwer liederen 5593 Eze 26:14 | 14      Ja, Ik zal u maken tot een gladde 5594 Eze 26:14 | meer gebouwd worden; want Ik, de HEERE, heb het gesproken, 5595 Eze 26:19 | zegt de Heere HEERE: Als Ik u zal stellen tot een verwoeste 5596 Eze 26:19 | niet bewoond worden; als Ik een afgrond over u zal doen 5597 Eze 26:20 | 20      Dan zal Ik u doen nederdalen met degenen 5598 Eze 26:20 | gij niet bewoond wordt; en Ik zal het sieraad herstellen 5599 Eze 26:21 | 21      Maar u zal Ik tot een groten schrik stellen, 5600 Eze 27:3 | HEERE: O Tyrus! gij zegt: Ik ben volmaakt in      schoonheid. ~ 5601 Eze 28:2 | hart zich verheft en zegt: Ik ben God, ik zit in Godes 5602 Eze 28:2 | verheft en zegt: Ik ben God, ik zit in Godes stoel, in het 5603 Eze 28:7 | 7      Daarom zie, Ik zal vreemden over u brengen, 5604 Eze 28:9 | uws doodslagers, zeggen: Ik ben God? daar gij een mens 5605 Eze 28:10 | hand der vreemden; want Ik heb het gesproken, spreekt 5606 Eze 28:14 | overdekkende cherub; en Ik had u alzo gezet; gij waart 5607 Eze 28:16 | hebt gezondigd; daarom zal Ik u ontheiligen van Gods berg, 5608 Eze 28:17 | bedorven, vanwege uw glans; Ik heb u op de aarde henengeworpen, 5609 Eze 28:17 | de aarde henengeworpen, Ik heb u voor het aangezicht 5610 Eze 28:18 | heiligdommen ontheiligd; daarom heb Ik een vuur uit het midden 5611 Eze 28:18 | dat u heeft verteerd, en Ik heb u gemaakt tot as op 5612 Eze 28:22 | zegt de Heere HEERE: Zie, Ik wil aan u, o Sidon! en zal 5613 Eze 28:22 | en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik gerichten 5614 Eze 28:22 | dat Ik de HEERE ben, als Ik gerichten in haar zal      5615 Eze 28:23 | 23      Want Ik zal de pestilentie in haar 5616 Eze 28:23 | en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben. 5617 Eze 28:24 | en zij zullen weten, dat Ik de Heere      HEERE ben. ~ 5618 Eze 28:25 | zegt de Heere HEERE: Als Ik het huis Israels zal vergaderd 5619 Eze 28:25 | zij verstrooid zijn, en Ik onder hen voor de ogen der 5620 Eze 28:25 | zij in hun land wonen, dat Ik aan Mijn knecht, aan Jakob, 5621 Eze 28:26 | zullen zeker wonen; als Ik gerichten zal hebben geoefend 5622 Eze 28:26 | en zij zullen weten dat Ik, de HEERE, hunlieder God 5623 Eze 29:3 | zegt de Heere HEERE: Zie, Ik wil aan u, o Farao, koning 5624 Eze 29:3 | rivier is de      mijne, en ik heb die voor mij gemaakt. ~ 5625 Eze 29:4 | 4      Maar Ik zal haken in uw kaken doen, 5626 Eze 29:4 | schubben doen kleven; en Ik zal u uit het midden uwer 5627 Eze 29:5 | 5      En Ik zal u verlaten in de woestijn, 5628 Eze 29:5 | gevogelte des hemels heb Ik u ter spijze gegeven. ~ 5629 Eze 29:6 | Egypte zullen weten, dat Ik de HEERE ben, omdat zij 5630 Eze 29:8 | zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal het zwaard over u brengen, 5631 Eze 29:8 | zwaard over u brengen, en Ik zal uit u mens en beest 5632 Eze 29:9 | en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben; omdat hij 5633 Eze 29:9 | zegt: De rivier is mijn, en ik heb die gemaakt. ~ 5634 Eze 29:10 | 10      Daarom, zie, Ik wil aan u en aan uw rivier; 5635 Eze 29:10 | aan u en aan uw rivier; en Ik zal Egypteland stellen tot 5636 Eze 29:12 | 12      Want Ik zal Egypteland stellen tot 5637 Eze 29:12 | veertig jaren;      en Ik zal de Egyptenaars verstrooien 5638 Eze 29:13 | einde van veertig jaren zal Ik de Egyptenaars vergaderen 5639 Eze 29:14 | 14      En Ik zal de gevangenis der Egyptenaren 5640 Eze 29:15 | boven de heidenen; want Ik zal hen verminderen, dat 5641 Eze 29:16 | maar zij zullen weten, dat Ik de Heere      HEERE ben. ~ 5642 Eze 29:19 | zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal Nebukadrezar, den koning 5643 Eze 29:20 | haar gediend heeft, heb Ik hem Egypteland gegeven, 5644 Eze 29:21 | 21      Te dien dage zal Ik den hoorn van het huis Israels 5645 Eze 29:21 | en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben. ~  ~ 5646 Eze 30:8 | En zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik een 5647 Eze 30:8 | dat Ik de HEERE ben, als Ik een vuur in Egypte zal hebben 5648 Eze 30:10 | zegt de Heere HEERE: Ja, Ik zal de menigte van Egypte 5649 Eze 30:12 | 12      En Ik zal de rivieren tot droogte 5650 Eze 30:12 | in de hand der bozen; en Ik zal het land met zijn volheid 5651 Eze 30:12 | door de hand der vreemden: Ik, de HEERE, heb      het 5652 Eze 30:13 | Zo zegt de Heere HEERE: Ik zal ook de drekgoden verdoen, 5653 Eze 30:13 | zijn uit Egypteland; en Ik zal een vreze in      Egypteland 5654 Eze 30:14 | 14      En Ik zal Pathros verwoesten, 5655 Eze 30:14 | vuur leggen in Zoan; en Ik zal gerichten oefenen in 5656 Eze 30:15 | 15      En Ik zal Mijn grimmigheid uitgieten 5657 Eze 30:15 | de sterkte van Egypte; en Ik zal de menigte van No uitroeien. ~ 5658 Eze 30:16 | 16      En Ik zal een vuur in Egypte leggen; 5659 Eze 30:18 | verduisterd worden, als Ik het juk van Egypte aldaar 5660 Eze 30:19 | 19      Alzo zal Ik gerichten oefenen in Egypte; 5661 Eze 30:19 | en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben. ~ 5662 Eze 30:21 | 21      Mensenkind! Ik heb den arm van Farao, den 5663 Eze 30:22 | Heere HEERE alzo: Ziet, Ik wil aan Farao, den koning 5664 Eze 30:22 | sterken en den verbrokenen; en Ik zal het zwaard uit      5665 Eze 30:23 | 23      En Ik zal de Egyptenaars verstrooien 5666 Eze 30:24 | 24      En Ik zal de armen des konings 5667 Eze 30:24 | maar Farao's armen zal Ik verbreken, dat hij voor 5668 Eze 30:25 | 25      Ja, Ik zal de armen des konings 5669 Eze 30:25 | en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik Mijn 5670 Eze 30:25 | dat Ik de HEERE ben, als Ik Mijn zwaard in de hand des      5671 Eze 30:26 | 26      En Ik zal de Egyptenaars verstrooien 5672 Eze 30:26 | alzo zullen zij weten, dat Ik de HEERE ben. ~  ~ 5673 Eze 31:9 | 9      Ik had hem zo schoon gemaakt 5674 Eze 31:11 | 11      Daarom gaf Ik hem in de hand van den machtigste 5675 Eze 31:11 | rechtschapen zou behandelen; Ik dreef hem uit om zijn goddeloosheid. ~ 5676 Eze 31:15 | helle nederdaalde, maakte Ik een treuren; Ik bedekte 5677 Eze 31:15 | maakte Ik een treuren; Ik bedekte om zijnentwil den 5678 Eze 31:15 | wateren werden geschut; en Ik maakte den Libanon om zijnentwil 5679 Eze 31:16 | het geluid zijns vals deed Ik de heidenen beven, als Ik 5680 Eze 31:16 | Ik de heidenen beven, als Ik hem ter helle deed nederdalen, 5681 Eze 32:3 | Alzo zegt de Heere HEERE: Ik zal daarom Mijn net over 5682 Eze 32:4 | 4      Dan zal Ik u laten op het land, Ik 5683 Eze 32:4 | Ik u laten op het land, Ik zal u henenwerpen op het 5684 Eze 32:4 | henenwerpen op het open veld; en Ik zal al het gevogelte des 5685 Eze 32:5 | 5      En Ik zal uw vlees henengeven 5686 Eze 32:6 | 6      En Ik zal het land, waarin gij 5687 Eze 32:7 | 7      En als Ik u zal uitblussen, zal Ik 5688 Eze 32:7 | Ik u zal uitblussen, zal Ik den hemel bedekken, en zijn 5689 Eze 32:7 | zijn sterren zwart maken; Ik zal de zon met wolken bedekken, 5690 Eze 32:8 | lichten aan den hemel, die zal Ik om uwentwil zwart maken; 5691 Eze 32:8 | uwentwil zwart maken; en Ik zal een duisternis over 5692 Eze 32:9 | 9      Daartoe zal Ik het hart van vele volken 5693 Eze 32:9 | volken verdrietig maken, als Ik uw verbreking onder de heidenen 5694 Eze 32:10 | 10      En Ik zal maken, dat zich vele 5695 Eze 32:10 | over u te berge staan, als Ik Mijn zwaard zal zwaaien 5696 Eze 32:12 | 12      Ik zal uw menigte vellen door 5697 Eze 32:13 | 13      En Ik zal haar beesten verdoen 5698 Eze 32:14 | 14      Dan zal Ik hunlieder wateren doen zinken, 5699 Eze 32:14 | wateren doen zinken, en Ik zal hunlieder rivieren doen 5700 Eze 32:15 | 15      Als Ik Egypteland zal hebben gesteld 5701 Eze 32:15 | woest zijn geworden, als Ik geslagen zal hebben allen, 5702 Eze 32:15 | zullen zij      weten, dat Ik de HEERE ben. ~ 5703 Eze 32:32 | 32      Want Ik heb ook Mijn schrik gegeven 5704 Eze 33:2 | en zeg tot hen: Wanneer Ik het zwaard over enig land 5705 Eze 33:6 | weggenomen, maar zijn bloed zal Ik van des hand des wachters 5706 Eze 33:7 | Gij nu, o mensenkind! Ik heb u tot een wachter gesteld 5707 Eze 33:8 | 8      Als Ik tot den goddeloze zeg: O 5708 Eze 33:8 | sterven, maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen. ~ 5709 Eze 33:11 | tot hen: Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, 5710 Eze 33:11 | spreekt de Heere HEERE, zo Ik lust heb in den dood des 5711 Eze 33:11 | goddelozen! maar daarin heb Ik lust, dat de goddeloze zich 5712 Eze 33:13 | 13      Als Ik tot den rechtvaardige zeg, 5713 Eze 33:14 | 14      Als Ik ook tot den goddeloze zeg: 5714 Eze 33:20 | des Heeren is niet recht; Ik zal ulieden richten, een 5715 Eze 33:22 | mond      opengedaan, en ik was niet meer stom. ~ 5716 Eze 33:27 | alzo: Zo waarachtig als Ik leef, indien niet, die in 5717 Eze 33:27 | zwaard zullen vallen, en zo Ik niet dien, die      in het 5718 Eze 33:28 | 28      Want Ik zal het land tot een verwoesting 5719 Eze 33:29 | Dan zullen zij weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik het 5720 Eze 33:29 | dat Ik de HEERE ben, als Ik het land tot een verwoesting 5721 Eze 34:8 | 8      Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, 5722 Eze 34:8 | spreekt de Heere HEERE, zo Ik niet! Omdat Mijn schapen 5723 Eze 34:10 | zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik wil aan de herders, en zal 5724 Eze 34:10 | niet meer zullen weiden; en Ik zal Mijn schapen uit hun 5725 Eze 34:11 | zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik, ja, Ik zal naar Mijn schapen 5726 Eze 34:11 | Heere HEERE: Ziet, Ik, ja, Ik zal naar Mijn schapen vragen, 5727 Eze 34:12 | verspreide schapen is, alzo zal Ik Mijn schapen opzoeken; en 5728 Eze 34:12 | Mijn schapen opzoeken; en Ik zal ze redden uit al de 5729 Eze 34:13 | 13      En Ik zal ze uitvoeren van de 5730 Eze 34:13 | brengen ze in hun land; en Ik zal ze weiden op de bergen 5731 Eze 34:14 | Op een goede weide zal Ik ze weiden, en op de hoge 5732 Eze 34:15 | 15      Ik zal Mijn schapen weiden, 5733 Eze 34:15 | Mijn schapen weiden, en Ik zal ze legeren, spreekt 5734 Eze 34:16 | 16      Het verlorene zal Ik zoeken, en het weggedrevene 5735 Eze 34:16 | en het weggedrevene zal Ik wederbrengen, en het gebrokene 5736 Eze 34:16 | wederbrengen, en het gebrokene zal Ik verbinden, en het kranke 5737 Eze 34:16 | verbinden, en het kranke zal Ik sterken; maar het vette 5738 Eze 34:16 | vette en het sterke zal Ik      verdelgen, Ik zal ze 5739 Eze 34:16 | sterke zal Ik      verdelgen, Ik zal ze weiden met oordeel. ~ 5740 Eze 34:17 | Heere HEERE zegt alzo: Ziet, Ik zal richten tussen klein 5741 Eze 34:20 | HEERE alzo tot hen: Ziet Ik, ja, Ik zal richten tussen 5742 Eze 34:20 | alzo tot hen: Ziet Ik, ja, Ik zal richten tussen het vette 5743 Eze 34:22 | 22      Daarom zal Ik Mijn schapen verlossen, 5744 Eze 34:22 | een roof zullen zijn; en Ik zal richten tussen klein 5745 Eze 34:23 | 23      En Ik zal een enigen Herder over 5746 Eze 34:24 | 24      En Ik, de HEERE, zal hun tot een 5747 Eze 34:24 | zijn in het midden van hen, Ik, de HEERE, heb het gesproken. ~ 5748 Eze 34:25 | 25      En Ik zal een verbond des vredes 5749 Eze 34:26 | 26      Want Ik zal dezelve, en de plaatsen 5750 Eze 34:26 | stellen tot een zegen; en Ik zal den plasregen doen nederdalen 5751 Eze 34:27 | land; en zullen weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik de      5752 Eze 34:27 | dat Ik de HEERE ben, als Ik de      disselbomen huns 5753 Eze 34:29 | 29      En Ik zal hun een plant van naam 5754 Eze 34:30 | Maar zij zullen weten, dat Ik, de HEERE, hun God, met 5755 Eze 34:31 | weide! gij zijt mensen; maar Ik ben uw God, spreekt de Heere 5756 Eze 35:3 | zegt de Heere HEERE: Zie, Ik wil aan u, o gebergte Seir! 5757 Eze 35:3 | aan u, o gebergte Seir! en Ik zal Mijn hand tegen u uitstrekken, 5758 Eze 35:4 | 4      Ik zal uw steden stellen tot 5759 Eze 35:4 | worden, en zult weten, dat Ik de HEERE ben. ~ 5760 Eze 35:6 | Daarom, zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE; 5761 Eze 35:6 | spreekt de Heere HEERE; Ik zal u voorzeker ten bloede 5762 Eze 35:7 | 7      En Ik zal het gebergte Seir tot 5763 Eze 35:7 | verwoesting stellen; en Ik zal uit hetzelve uitroeien 5764 Eze 35:8 | 8      En Ik zal zijn bergen met zijn 5765 Eze 35:9 | eeuwige verwoestingen zal Ik u stellen, en uw steden 5766 Eze 35:9 | alzo zult gij weten, dat Ik de HEERE ben. ~ 5767 Eze 35:11 | Daarom, zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE: 5768 Eze 35:11 | spreekt de Heere HEERE: Ik zal ook handelen naar uw 5769 Eze 35:11 | hebt te werk gesteld; en Ik zal      bij hen bekend 5770 Eze 35:11 | hen bekend worden, wanneer Ik u zal gericht hebben. ~ 5771 Eze 35:12 | En gij zult weten, dat Ik, de HEERE, al uw lasteringen 5772 Eze 35:13 | tegen Mij vermenigvuldigd; Ik heb het gehoord. ~ 5773 Eze 35:14 | land verblijd is, alzo zal Ik u de verwoesting aandoen. ~ 5774 Eze 35:15 | zij verwoest is, alzo zal Ik aan u doen; het gebergte 5775 Eze 35:15 | en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben. ~  ~ 5776 Eze 36:5 | zegt de Heere HEERE: Zo Ik niet in het vuur Mijns ijvers 5777 Eze 36:6 | zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik heb in Mijn ijver en in 5778 Eze 36:7 | zo zegt de Heere HEERE: Ik heb Mijn hand opgeheven; 5779 Eze 36:9 | 9      Want ziet, Ik ben bij u, en Ik zal u aanzien, 5780 Eze 36:9 | Want ziet, Ik ben bij u, en Ik zal u aanzien, en gij zult 5781 Eze 36:10 | 10      En Ik zal mensen op u vermenigvuldigen, 5782 Eze 36:11 | 11      Ja, Ik zal mensen en beesten op 5783 Eze 36:11 | worden en vruchtbaar zijn; en Ik zal u doen bewonen, als 5784 Eze 36:11 | in uw vorige tijden, ja, Ik zal het beter      maken 5785 Eze 36:11 | en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben. ~ 5786 Eze 36:12 | 12      En Ik zal mensen op u doen wandelen, 5787 Eze 36:15 | 15      En Ik zal maken, dat men den schimp 5788 Eze 36:18 | 18      Daarom goot Ik Mijn grimmigheid over hen 5789 Eze 36:19 | 19      En Ik verstrooide hen onder de 5790 Eze 36:19 | verspreid in de landen; Ik oordeelde ze naar hun weg 5791 Eze 36:21 | 21      Maar Ik verschoonde hen om Mijn 5792 Eze 36:22 | Zo zegt de Heere HEERE: Ik doe het niet om uwentwil, 5793 Eze 36:23 | 23      Want Ik zal Mijn groten Naam heiligen, 5794 Eze 36:23 | heidenen zullen weten, dat Ik de HEERE ben,      spreekt 5795 Eze 36:23 | spreekt de Heere HEERE, als Ik aan u voor hun ogen zal 5796 Eze 36:24 | 24      Want Ik zal u uit de heidenen halen, 5797 Eze 36:24 | de landen vergaderen; en Ik zal u in uw land brengen. ~ 5798 Eze 36:25 | 25      Dan zal Ik rein water op u sprengen, 5799 Eze 36:25 | van al uw drekgoden zal Ik u reinigen. ~ 5800 Eze 36:26 | 26      En Ik zal u een nieuw hart geven, 5801 Eze 36:26 | het binnenste van u; en Ik zal het stenen hart uit 5802 Eze 36:27 | 27      En Ik zal Mijn Geest geven in 5803 Eze 36:27 | het binnenste van u; en Ik zal maken, dat gij in Mijn 5804 Eze 36:28 | zult wonen in het land, dat Ik uw vaderen gegeven heb, 5805 Eze 36:28 | Mij tot een volk zijn, en Ik zal u tot een God zijn. ~ 5806 Eze 36:29 | 29      En Ik zal u verlossen van al uw 5807 Eze 36:29 | al uw onreinigheden; en Ik zal roepen tot het koren, 5808 Eze 36:29 | dat vermenigvuldigen, en Ik zal geen honger op u leggen. ~ 5809 Eze 36:30 | 30      En Ik zal de vrucht van het geboomte 5810 Eze 36:32 | 32      Ik doe het niet om uwentwil, 5811 Eze 36:33 | Heere HEERE: Ten dage, als Ik u reinigen zal van al uw 5812 Eze 36:33 | ongerechtigheden, dan zal Ik de steden doen bewonen, 5813 Eze 36:36 | overgelaten zijn, weten, dat Ik, de HEERE, de verstoorde 5814 Eze 36:36 | en het verwoeste beplant. Ik, de HEERE,      heb het 5815 Eze 36:37 | Heere HEERE: Daarenboven zal Ik hierom van het huis Israels 5816 Eze 36:37 | Israels verzocht worden, dat Ik het hun doe; Ik zal ze vermenigvuldigen 5817 Eze 36:37 | worden, dat Ik het hun doe; Ik zal ze vermenigvuldigen 5818 Eze 36:38 | en zij zullen weten, dat Ik      de HEERE ben. ~  ~  ~  ~ ~ 5819 Eze 37:3 | beenderen levend worden? En ik zeide: Heere HEERE, Gij 5820 Eze 37:5 | tot deze beenderen: Ziet, Ik zal den geest in u brengen, 5821 Eze 37:6 | 6      En Ik zal zenuwen op u leggen, 5822 Eze 37:6 | en gij zult weten, dat Ik de HEERE      ben. ~ 5823 Eze 37:7 | 7      Toen profeteerde ik, gelijk mij bevolen was, 5824 Eze 37:7 | er werd een geluid, als ik profeteerde, en ziet een 5825 Eze 37:8 | 8      En ik zag, en ziet, en er werden 5826 Eze 37:10 | 10      En ik profeteerde, gelijk als 5827 Eze 37:12 | zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal uw graven openen, en 5828 Eze 37:12 | opkomen, o Mijn volk! en Ik zal u brengen in het      5829 Eze 37:13 | En gij zult weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik uw 5830 Eze 37:13 | dat Ik de HEERE ben, als Ik uw graven zal hebben geopend, 5831 Eze 37:13 | zal hebben geopend, en als Ik u uit uw graven zal hebben 5832 Eze 37:14 | 14      En Ik zal Mijn Geest in u geven, 5833 Eze 37:14 | geven, en gij zult leven, en Ik zal u in uw land zetten; 5834 Eze 37:14 | en gij zult weten, dat Ik, de HEERE, dit gesproken 5835 Eze 37:19 | zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal het hout van Jozef, 5836 Eze 37:19 | zijn metgezellen, nemen, en Ik zal      dezelve met hem 5837 Eze 37:21 | zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal de kinderen Israels 5838 Eze 37:22 | 22      En Ik zal ze maken tot een enig 5839 Eze 37:23 | al hun overtredingen; en Ik zal ze verlossen uit al 5840 Eze 37:23 | Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun tot een God zijn. ~ 5841 Eze 37:25 | zullen wonen in het land, dat Ik Mijn knecht Jakob gegeven 5842 Eze 37:26 | 26      En Ik zal een verbond des vredes 5843 Eze 37:26 | verbond met hen zijn; en Ik zal ze inzetten en zal ze 5844 Eze 37:26 | ze vermenigvuldigen, en Ik zal Mijn heiligdom in het      5845 Eze 37:27 | tabernakel zal bij hen zijn, en Ik zal hun tot een God zijn, 5846 Eze 37:28 | heidenen zullen weten, dat Ik de HEERE ben, Die Israel 5847 Eze 38:3 | zegt de Heere HEERE: Zie, Ik wil aan u, o Gog, gij hoofdvorst 5848 Eze 38:4 | 4      En Ik zal u omwenden, en haken 5849 Eze 38:4 | haken in uw kaken leggen, en Ik zal u uitvoeren, mitsgaders 5850 Eze 38:11 | 11      En zult zeggen: Ik zal optrekken naar dat dorpland, 5851 Eze 38:11 | optrekken naar dat dorpland, ik zal komen tot degenen, die 5852 Eze 38:16 | het geschieden; dan zal Ik u aanbrengen tegen Mijn 5853 Eze 38:16 | heidenen Mij kennen, als Ik aan u, o Gog! voor hun ogen 5854 Eze 38:17 | Zijt gij die, van welken Ik in verleden dagen gesproken 5855 Eze 38:17 | hebben, jaren lang, dat Ik u tegen hen zou aanbrengen? ~ 5856 Eze 38:19 | 19      Want Ik heb gesproken in Mijn ijver, 5857 Eze 38:21 | 21      Want Ik zal het zwaard over hem 5858 Eze 38:22 | 22      En Ik zal met hem rechten, door 5859 Eze 38:22 | pestilentie en door bloed; en Ik zal een overstelpenden plasregen, 5860 Eze 38:23 | 23      Alzo zal Ik Mij groot maken, en Mij 5861 Eze 38:23 | en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben. ~  ~ 5862 Eze 39:1 | zegt de Heere HEERE: Zie, Ik wil aan u, o Gog, hoofdvorst 5863 Eze 39:2 | 2      En Ik zal u omwenden, en een zeshaak 5864 Eze 39:2 | zijden van het noorden, en Ik zal u brengen op de bergen 5865 Eze 39:3 | 3      Maar Ik zal uw boog uit uw linkerhand 5866 Eze 39:3 | uw linkerhand slaan, en Ik zal uw pijlen uit uw rechterhand 5867 Eze 39:4 | volken, die met u zijn; Ik heb u aan de roofvogelen, 5868 Eze 39:5 | veld zult gij vallen; want Ik heb het gesproken, spreekt 5869 Eze 39:6 | 6      En Ik zal een vuur zenden in Magog, 5870 Eze 39:6 | en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben. ~ 5871 Eze 39:7 | 7      En Ik zal Mijn heiligen Naam in 5872 Eze 39:7 | heidenen zullen weten, dat Ik de      HEERE ben, de Heilige 5873 Eze 39:8 | dit is de dag, van welken Ik gesproken heb. 5874 Eze 39:11 | dien dage geschieden, dat Ik aan Gog aldaar een grafstede 5875 Eze 39:13 | naam zijn, ten dage als Ik zal verheerlijkt zijn, spreekt 5876 Eze 39:17 | Mijn slachtoffer, dat Ik voor u geslacht heb, een 5877 Eze 39:19 | van Mijn slachtoffer, dat Ik voor u geslacht heb. ~ 5878 Eze 39:21 | 21      En Ik zal Mijn eer zetten onder 5879 Eze 39:21 | zullen Mijn oordeel zien, dat Ik gedaan heb, en Mijn hand, 5880 Eze 39:21 | gedaan heb, en Mijn hand, die Ik aan hen gelegd heb. ~ 5881 Eze 39:22 | Israels zullen weten, dat Ik, de HEERE, hunlieder God 5882 Eze 39:23 | hadden overtreden, en dat Ik Mijn aangezicht      voor 5883 Eze 39:24 | naar hun overtredingen heb Ik met hen gehandeld, en Ik 5884 Eze 39:24 | Ik met hen gehandeld, en Ik heb Mijn aangezicht voor 5885 Eze 39:25 | zegt de Heere HEERE: Nu zal Ik Jakobs gevangenen wederbrengen, 5886 Eze 39:25 | het ganse huis Israels, en Ik zal ijveren over Mijn heiligen 5887 Eze 39:27 | 27      Als Ik hen zal hebben wedergebracht 5888 Eze 39:27 | landen hunner vijanden, en Ik aan hen geheiligd zal zijn 5889 Eze 39:28 | Dan zullen zij weten, dat Ik, de HEERE, hunlieder God 5890 Eze 39:28 | hunlieder God ben, dewijl Ik ze gevankelijk heb doen 5891 Eze 39:29 | 29      En Ik zal Mijn aangezicht voor 5892 Eze 39:29 | meer verbergen, wanneer Ik Mijn Geest over het huis 5893 Eze 40:4 | zet uw hart op alles, wat ik u zal doen zien; want, opdat 5894 Eze 40:4 | zal doen zien; want, opdat ik u zou doen zien, zijt gij 5895 Eze 41:8 | 8      En ik zag de hoogte des huizes 5896 Eze 43:3 | gedaante van het gezicht, dat ik zag, gelijk het gezicht, 5897 Eze 43:3 | gelijk het gezicht, dat ik gezien had, toen ik kwam, 5898 Eze 43:3 | dat ik gezien had, toen ik kwam, om de stad te verderven; 5899 Eze 43:3 | gezichten, als het gezicht, dat ik      gezien had aan de rivier 5900 Eze 43:3 | aan de rivier Chebar; en ik viel op mijn aangezicht. ~ 5901 Eze 43:6 | 6      En ik hoorde Een, Die met mij 5902 Eze 43:7 | zolen Mijner voeten, alwaar Ik wonen zal in het midden 5903 Eze 43:8 | gruwelen, die zij deden; waarom Ik ze verteerd heb in Mijn 5904 Eze 43:9 | verre van Mij wegdoen; en Ik zal in het midden van hen 5905 Eze 43:27 | zullen      bereiden; en Ik zal een welgevallen aan 5906 Eze 44:4 | noorderpoort, voor aan het huis; en ik zag, en ziet, de heerlijkheid 5907 Eze 44:4 | HEEREN vervuld; toen viel ik op mijn      aangezicht. ~ 5908 Eze 44:5 | hoor met uw oren alles, wat Ik met u spreken zal, van alle 5909 Eze 44:12 | geweest zijn, daarom heb Ik Mijn hand      tegen hen 5910 Eze 44:14 | 14      Daarom zal Ik hen stellen tot wachters 5911 Eze 44:28 | hun tot een erfenis zijn: Ik ben hun Erfenis; daarom 5912 Eze 44:28 | bezitting geven in Israel; Ik ben hun Bezitting. ~ 5913 Eze 47:5 | en het was een beek, waar ik niet kon doorgaan; want 5914 Eze 47:7 | 7      Als ik wederkeerde, ziet, zo was 5915 Eze 47:14 | als de ander; over hetwelk Ik Mijn hand heb opgeheven, 5916 Eze 47:14 | hand heb opgeheven, dat Ik het uw vaderen zou geven; 5917 Dan 1:10 | kamerlingen zeide tot Daniel: Ik vreze mijn heer, den koning, 5918 Dan 2:3 | de koning zeide tot hen: Ik heb een droom gedroomd; 5919 Dan 2:8 | koning antwoordde en zeide: Ik weet vastelijk, dat gijlieden 5920 Dan 2:9 | zegt mij den droom, dan zal ik weten, dat gij mij deszelfs 5921 Dan 2:23 | 23      Ik dank en ik loof U, o God 5922 Dan 2:23 | 23      Ik dank en ik loof U, o God mijner vaderen! 5923 Dan 2:24 | mij in voor den koning, en ik zal den koning de uitlegging 5924 Dan 2:25 | hij sprak alzo tot hem: Ik heb een man van de gevankelijk 5925 Dan 2:26 | te maken den droom, dien ik gezien heb, en zijn uitlegging? ~ 5926 Dan 3:14 | en het gouden beeld, dat ik opgericht heb, niet      5927 Dan 3:15 | en aanbidt het beeld, dat ik gemaakt heb, zo is het wel; 5928 Dan 3:25 | antwoordde en zeide: Ziet, ik zie vier mannen, los wandelende 5929 Dan 4:4 | 4      Ik, Nebukadnezar, gerust zijnde 5930 Dan 4:5 | vervaarde, en de gedachten, die ik op mijn bed had, en de gezichten 5931 Dan 4:7 | Chaldeen en de waarzeggers; en ik zeide den droom voor hen; 5932 Dan 4:8 | der heilige goden is; en ik vertelde den droom voor 5933 Dan 4:9 | overste der tovenaars! dewijl ik weet, dat de geest der heilige 5934 Dan 4:9 | gezichten mijns drooms, dien ik gezien heb, te weten zijn 5935 Dan 4:10 | op mijn leger waren deze: Ik zag, en ziet, er was een 5936 Dan 4:13 | 13      Ik zag verder in de gezichten 5937 Dan 4:18 | 18      Dezen droom heb ik, koning Nebukadnezar gezien; 5938 Dan 4:30 | niet het grote Babel, dat ik gebouwd heb tot een huis 5939 Dan 4:34 | einde dezer dagen nu, hief ik, Nebukadnezar, mijn ogen 5940 Dan 4:34 | verstand kwam weer in mij; en ik loofde den Allerhoogste, 5941 Dan 4:34 | loofde den Allerhoogste, en ik prees en verheerlijkte den      5942 Dan 4:36 | geweldigen      zochten mij, en ik werd in mijn koninkrijk 5943 Dan 4:37 | 37      Nu prijs ik, Nebukadnezar, en verhoog, 5944 Dan 5:14 | 14      Ik heb toch van u gehoord, 5945 Dan 5:16 | 16      Doch van u heb ik gehoord, dat gij uitleggingen 5946 Dan 5:17 | vereringen aan een ander; ik zal nochtans het schrift 5947 Dan 5:17 | en de      uitlegging zal ik hem bekend maken. ~ 5948 Dan 6:23 | gevonden is; ook heb      ik, o koning! tegen u geen 5949 Dan 7:2 | Daniel antwoordde en zeide: Ik zag in mijn gezicht bij 5950 Dan 7:4 | het had arendsvleugelen; ik zag toe, totdat zijn vleugelen 5951 Dan 7:6 | 6      Daarna zag ik, en ziet, er was een ander 5952 Dan 7:7 | 7      Daarna zag ik in de nachtgezichten, en 5953 Dan 7:8 | 8      Ik nam acht op de hoornen, 5954 Dan 7:9 | 9      Dit zag ik, totdat er tronen gezet 5955 Dan 7:11 | 11      Toen zag ik toe vanwege de stem der 5956 Dan 7:11 | welke die hoorn sprak; ik zag toe, totdat het dier 5957 Dan 7:13 | 13      Verder zag ik in de nachtgezichten, en 5958 Dan 7:16 | 16      Ik naderde tot een dergenen, 5959 Dan 7:19 | 19      Toen wenste ik naar de waarheid van het 5960 Dan 7:21 | 21      Ik had gezien, dat diezelve 5961 Dan 7:28 | veranderde aan mij; doch ik bewaarde dat woord in mijn 5962 Dan 8:2 | 2      En ik zag een gezicht, (het geschiedde 5963 Dan 8:2 | het geschiedde nu, toen ik het zag, dat ik in den burg 5964 Dan 8:2 | nu, toen ik het zag, dat ik in den burg Susan was, welke 5965 Dan 8:2 | in het landschap Elam is) ik zag dan in een gezicht, 5966 Dan 8:2 | dan in een gezicht, dat ik aan den vloed Ulai was. ~ 5967 Dan 8:3 | 3      En ik hief mijn ogen op, en ik 5968 Dan 8:3 | ik hief mijn ogen op, en ik zag, en ziet, een ram stond 5969 Dan 8:4 | 4      Ik zag, dat de ram met de hoornen 5970 Dan 8:5 | 5      Toen ik dit overlegde, ziet, er 5971 Dan 8:6 | de twee hoornen had, dien ik had zien staan voor den 5972 Dan 8:7 | 7      En ik zag hem, nakende aan den 5973 Dan 8:13 | 13      Daarna hoorde ik een heilige spreken; en 5974 Dan 8:15 | En het geschiedde, toen ik dat gezicht zag, ik Daniel, 5975 Dan 8:15 | toen ik dat gezicht zag, ik Daniel, zo zocht ik het 5976 Dan 8:15 | zag, ik Daniel, zo zocht ik het verstand deszelven, 5977 Dan 8:16 | 16      En ik hoorde tussen Ulai eens 5978 Dan 8:17 | En hij kwam nevens waar ik stond; en als hij kwam, 5979 Dan 8:17 | als hij kwam, verschrikte ik, en viel op mijn aangezicht. 5980 Dan 8:18 | hij nu met mij sprak, viel ik in een diepen slaap op mijn 5981 Dan 8:19 | En hij zeide: Zie, ik zal u te kennen geven, wat 5982 Dan 8:27 | 27      Toen werd ik, Daniel, zwak, en was enige 5983 Dan 8:27 | dagen krank; daarna stond ik op, en deed des konings 5984 Dan 8:27 | deed des konings werk; en ik was ontzet over dit gezicht; 5985 Dan 9:2 | zijner regering, merkte ik, Daniel, in de boeken, dat 5986 Dan 9:3 | 3      En ik stelde mijn aangezicht tot 5987 Dan 9:4 | 4      Ik bad dan tot den HEERE, mijn 5988 Dan 9:20 | 20      Als ik nog sprak, en bad, en beleed 5989 Dan 9:21 | 21      Als ik nog sprak in het gebed, 5990 Dan 9:21 | kwam de man Gabriel, die ik in het begin in een gezicht 5991 Dan 9:22 | en zeide: Daniel! nu ben ik uitgegaan, om u den zin 5992 Dan 9:23 | het woord uitgegaan, en ik ben gekomen, om u dat te 5993 Dan 10:2 | 2      In die dagen was ik, Daniel, treurende drie 5994 Dan 10:3 | Begeerlijke spijze at ik niet, en vlees of wijn kwam 5995 Dan 10:3 | mijn mond niet; ook zalfde ik mij gans niet, totdat die 5996 Dan 10:4 | der eerste maand, zo was ik aan den oever der grote 5997 Dan 10:5 | 5      En ik hief mijn ogen op, en zag, 5998 Dan 10:7 | 7      En ik, Daniel, alleen zag dat 5999 Dan 10:8 | 8      Ik dan werd alleen overgelaten, 6000 Dan 10:8 | in een verderving, zodat ik geen kracht      behield. ~


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-8724

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License