1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-8724
Book Chapter: Verse
7001 Luk 17:9 | hetgeen hem bevolen was? Ik meen, neen. ~
7002 Luk 17:34 | 34 Ik zeg u: In dien nacht zullen
7003 Luk 18:4 | hij bij zichzelven: Hoewel ik God niet vreze, en geen
7004 Luk 18:5 | mij moeilijk valt, zo zal ik haar recht doen, opdat zij
7005 Luk 18:8 | 8 Ik zeg u, dat Hij hun haastelijk
7006 Luk 18:11 | dit bij zichzelven: O God! ik dank U, dat ik niet ben
7007 Luk 18:11 | zichzelven: O God! ik dank U, dat ik niet ben gelijk de anderen
7008 Luk 18:12 | 12 Ik vast tweemaal per week;
7009 Luk 18:12 | vast tweemaal per week; ik geef tienden van alles,
7010 Luk 18:12 | geef tienden van alles, wat ik bezit. ~
7011 Luk 18:14 | 14 Ik zeg ulieden: Deze ging af
7012 Luk 18:17 | 17 Voorwaar, zeg Ik u: Zo wie het Koninkrijk
7013 Luk 18:18 | Meester, wat doende zal ik het eeuwige leven beerven? ~
7014 Luk 18:21 | zeide: Al deze dingen heb ik onderhouden van mijn jonkheid
7015 Luk 18:29 | zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg ulieden, dat er niemand
7016 Luk 18:41 | Zeggende: Wat wilt gij, dat Ik u doen zal? En hij zeide:
7017 Luk 18:41 | En hij zeide: Heere! dat ik ziende mag worden. ~
7018 Luk 19:5 | haast u, en kom af; want Ik moet heden in uw huis blijven. ~
7019 Luk 19:8 | mijn goederen, Heere, geef ik den armen; en indien ik
7020 Luk 19:8 | ik den armen; en indien ik iemand iets door bedrog
7021 Luk 19:8 | ontvreemd heb, dat geef ik vierdubbel weder. ~
7022 Luk 19:13 | Doet handeling, totdat ik kome. ~
7023 Luk 19:20 | zie hier uw pond, hetwelk ik in een zweetdoek weggelegd
7024 Luk 19:21 | 21 Want ik vreesde u, omdat gij een
7025 Luk 19:22 | tot hem: Uit uw mond zal ik u oordelen, gij boze dienstknecht!
7026 Luk 19:22 | dienstknecht! Gij wist, dat ik een straf mens ben, nemende
7027 Luk 19:22 | mens ben, nemende weg, wat ik niet gelegd heb, en maaiende,
7028 Luk 19:22 | gelegd heb, en maaiende, wat ik niet gezaaid heb. ~
7029 Luk 19:23 | niet in de bank gegeven, en ik, komende, had hetzelve met
7030 Luk 19:26 | 26 Want ik zeg u, dat een iegelijk,
7031 Luk 19:27 | niet hebben gewild, dat ik over hen koning zoude zijn,
7032 Luk 19:40 | antwoordende, zeide tot hen: Ik zeg ulieden, dat, zo deze
7033 Luk 20:3 | antwoordende, zeide tot hen: Ik zal u ook een woord vragen,
7034 Luk 20:8 | Jezus zeide tot hen: Zo zeg Ik u ook niet, door wat macht
7035 Luk 20:8 | ook niet, door wat macht Ik deze dingen doe. ~
7036 Luk 20:13 | wijngaards zeide: Wat zal ik doen? Ik zal mijn geliefden
7037 Luk 20:13 | zeide: Wat zal ik doen? Ik zal mijn geliefden zoon
7038 Luk 20:43 | 43 Totdat Ik Uw vijanden zal gezet hebben
7039 Luk 21:3 | En Hij zeide: Waarlijk, Ik zeg u, dat deze arme weduwe
7040 Luk 21:8 | onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus; en de tijd
7041 Luk 21:15 | 15 Want Ik zal u mond en wijsheid geven,
7042 Luk 21:32 | 32 Voorwaar Ik zeg u, dat dit geslacht
7043 Luk 22:11 | Waar is de eetzaal, daar Ik het pascha met Mijn discipelen
7044 Luk 22:15 | 15 En Hij zeide tot hen: Ik heb grotelijks begeerd,
7045 Luk 22:15 | pascha met u te eten, eer dat Ik lijde; ~
7046 Luk 22:16 | 16 Want Ik zeg u, dat Ik niet meer
7047 Luk 22:16 | 16 Want Ik zeg u, dat Ik niet meer daarvan eten zal,
7048 Luk 22:18 | 18 Want Ik zeg u, dat Ik niet drinken
7049 Luk 22:18 | 18 Want Ik zeg u, dat Ik niet drinken zal van de
7050 Luk 22:27 | het niet die aanzit? Maar Ik ben in het midden van u,
7051 Luk 22:29 | 29 En Ik verordineer u het Koninkrijk,
7052 Luk 22:32 | 32 Maar Ik heb voor u gebeden, dat
7053 Luk 22:33 | hij zeide tot Hem: Heere, ik ben bereid, met U ook in
7054 Luk 22:34 | 34 Maar Hij zeide: Ik zeg u, Petrus, de haan zal
7055 Luk 22:35 | En Hij zeide tot hen: Als Ik u uitzond, zonder buidel,
7056 Luk 22:37 | 37 Want Ik zeg u, dat nog dit, hetwelk
7057 Luk 22:53 | 53 Als Ik dagelijks met u was in den
7058 Luk 22:57 | verloochende Hem, zeggende: Vrouw, ik ken Hem niet. ~
7059 Luk 22:58 | Maar Petrus zeide: Mens, ik ben niet. ~
7060 Luk 22:60 | Maar Petrus zeide: Mens, ik weet niet, wat gij zegt.
7061 Luk 22:67 | Hij zeide tot hen: Indien Ik het u zeg, gij zult het
7062 Luk 22:68 | 68 En indien Ik ook vraag, gij zult Mij
7063 Luk 22:70 | zeide tot hen: Gij zegt, dat Ik het ben. ~
7064 Luk 23:4 | overpriesters en de scharen: Ik vind geen schuld in dezen
7065 Luk 23:14 | afkerig maakt; en ziet, ik heb Hem in uw tegenwoordigheid
7066 Luk 23:15 | ook Herodes niet; want ik heb ulieden tot hem gezonden,
7067 Luk 23:16 | 16 Zo zal ik Hem dan kastijden en loslaten. ~
7068 Luk 23:22 | Deze dan kwaads gedaan? Ik heb geen schuld des doods
7069 Luk 23:22 | in Hem gevonden. Zo zal ik Hem dan kastijden en loslaten. ~
7070 Luk 23:43 | zeide tot hem: Voorwaar, zeg Ik u: Heden zult gij met Mij
7071 Luk 23:46 | Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest. En als Hij dat
7072 Luk 24:39 | handen en Mijn voeten; want Ik ben het Zelf; tast Mij aan,
7073 Luk 24:39 | benen, gelijk gij ziet, dat Ik heb. ~
7074 Luk 24:44 | Dit zijn de woorden, die Ik tot u sprak, als Ik nog
7075 Luk 24:44 | die Ik tot u sprak, als Ik nog met u was, namelijk
7076 Luk 24:49 | 49 En ziet, Ik zende de belofte Mijns Vaders
7077 Joha 1:15 | Deze was het, van Welken ik zeide: Die na mij komt,
7078 Joha 1:15 | geworden, want Hij was eer dan ik. ~
7079 Joha 1:20 | loochende het niet; en beleed: Ik ben de Christus niet. ~
7080 Joha 1:21 | gij Elias? En hij zeide: Ik ben die niet. Zijt gij de
7081 Joha 1:23 | 23 Hij zeide: Ik ben de stem des roependen
7082 Joha 1:26 | antwoordde hun, zeggende: Ik doop met water, maar Hij
7083 Joha 1:27 | voor mij geworden is, Wien ik niet waardig ben, dat ik
7084 Joha 1:27 | ik niet waardig ben, dat ik Zijn schoenriem zou ontbinden. ~
7085 Joha 1:30 | Deze is het, van Welken ik gezegd heb: Na mij komt
7086 Joha 1:30 | is, want Hij was eer dan ik. ~
7087 Joha 1:31 | 31 En ik kende Hem niet; maar opdat
7088 Joha 1:31 | geopenbaard worden, daarom ben ik gekomen, dopende met het
7089 Joha 1:32 | Johannes getuigde, zeggende: Ik heb den Geest zien nederdalen
7090 Joha 1:33 | 33 En ik kende Hem niet; maar Die
7091 Joha 1:34 | 34 En ik heb gezien, en heb getuigd,
7092 Joha 1:49 | den vijgeboom waart, zag Ik u. ~
7093 Joha 1:51 | en zeide tot hem: Omdat Ik u gezegd heb: Ik zag u onder
7094 Joha 1:51 | Omdat Ik u gezegd heb: Ik zag u onder de vijgeboom,
7095 Joha 1:52 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Van nu aan zult
7096 Joha 2:4 | tot haar: Vrouw, wat heb Ik met u te doen? Mijn ure
7097 Joha 2:19 | tempel, en in drie dagen zal Ik denzelven oprichten. ~
7098 Joha 3:3 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom
7099 Joha 3:5 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand niet geboren
7100 Joha 3:7 | 7 Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: Gijlieden
7101 Joha 3:11 | 11 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Wij spreken, wat Wij
7102 Joha 3:12 | 12 Indien Ik ulieden de aardse dingen
7103 Joha 3:12 | zult gij geloven, indien Ik ulieden de hemelse zou zeggen? ~
7104 Joha 3:28 | zijt mijn getuigen, dat ik gezegd heb: Ik ben de Christus
7105 Joha 3:28 | getuigen, dat ik gezegd heb: Ik ben de Christus niet; maar
7106 Joha 3:28 | Christus niet; maar dat ik voor Hem heen uitgezonden
7107 Joha 3:30 | 30 Hij moet wassen, maar ik minder worden. ~
7108 Joha 4:14 | hebben van het water, dat Ik hem geven zal, dien zal
7109 Joha 4:14 | dorsten; maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem
7110 Joha 4:15 | opdat mij niet dorste, en ik hier niet moet komen, om
7111 Joha 4:17 | vrouw antwoordde en zeide: Ik heb geen man. Jezus zeide
7112 Joha 4:17 | haar: Gij hebt wel gezegd: Ik heb geen man. ~
7113 Joha 4:19 | vrouw zeide tot Hem: Heere, ik zie, dat Gij een profeet
7114 Joha 4:25 | De vrouw zeide tot Hem: Ik weet, dat de Messias komt (
7115 Joha 4:26 | 26 Jezus zeide tot haar: Ik ben het, Die met u spreek. ~
7116 Joha 4:29 | gezegd heeft alles, wat ik gedaan heb; is Deze niet
7117 Joha 4:32 | Maar Hij zeide tot hen: Ik heb een spijs om te eten,
7118 Joha 4:34 | hen: Mijn spijs is, dat Ik doe den wil Desgenen, Die
7119 Joha 4:35 | dan komt de oogst? Ziet, Ik zeg u: Heft uw ogen op en
7120 Joha 4:38 | 38 Ik heb u uitgezonden, om te
7121 Joha 4:39 | heeft mij gezegd alles, wat ik gedaan heb. ~
7122 Joha 5:7 | kranke antwoordde Hem: Heere, ik heb geen mens, om mij te
7123 Joha 5:7 | beroerd wordt; en terwijl ik kom, zo daalt een ander
7124 Joha 5:17 | Vader werkt tot nu toe, en Ik werk ook. ~
7125 Joha 5:19 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De Zoon kan niets van
7126 Joha 5:24 | 24 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die Mijn woord hoort,
7127 Joha 5:25 | 25 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De ure komt, en is nu,
7128 Joha 5:30 | 30 Ik kan van Mijzelven niets
7129 Joha 5:30 | Mijzelven niets doen. Gelijk Ik hoor, oordeel Ik, en Mijn
7130 Joha 5:30 | Gelijk Ik hoor, oordeel Ik, en Mijn oordeel is rechtvaardig;
7131 Joha 5:30 | oordeel is rechtvaardig; want Ik zoek niet Mijn wil, maar
7132 Joha 5:31 | 31 Indien Ik van Mijzelven getuig, Mijn
7133 Joha 5:32 | die van Mij getuigt, en Ik weet, dat de getuigenis,
7134 Joha 5:34 | 34 Doch Ik neem geen getuigenis van
7135 Joha 5:34 | van een mens; maar dit zeg Ik, opdat gijlieden zoudt behouden
7136 Joha 5:36 | 36 Maar Ik heb een getuigenis meerder,
7137 Joha 5:36 | volbrengen, dezelve werken, die Ik doe, getuigen van Mij, dat
7138 Joha 5:41 | 41 Ik neem geen eer van mensen; ~
7139 Joha 5:42 | 42 Maar Ik ken ulieden, dat gij de
7140 Joha 5:43 | 43 Ik ben gekomen in den Naam
7141 Joha 5:45 | 45 Meent niet, dat Ik u verklagen zal bij den
7142 Joha 6:20 | Maar Hij zeide tot hen: Ik ben het; zijt niet bevreesd. ~
7143 Joha 6:26 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: gij zoekt Mij, niet omdat
7144 Joha 6:32 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Mozes heeft u niet gegeven
7145 Joha 6:35 | En Jezus zeide tot hen: Ik ben het Brood des levens;
7146 Joha 6:36 | 36 Maar Ik heb u gezegd, dat gij Mij
7147 Joha 6:37 | en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen. ~
7148 Joha 6:38 | 38 Want Ik ben uit den hemel nedergedaald,
7149 Joha 6:38 | nedergedaald, niet opdat Ik Mijn wil zou doen, maar
7150 Joha 6:39 | wat Hij Mij gegeven heeft, Ik daaruit niet verlieze, maar
7151 Joha 6:40 | eeuwige leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten uitersten
7152 Joha 6:41 | Hem, omdat Hij gezegd had: Ik ben het Brood, Dat uit den
7153 Joha 6:42 | kennen? Hoe zegt Deze dan: Ik ben uit den hemel nedergedaald? ~
7154 Joha 6:44 | gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten
7155 Joha 6:47 | 47 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die in Mij gelooft, heeft
7156 Joha 6:48 | 48 Ik ben het Brood des levens. ~
7157 Joha 6:51 | 51 Ik ben dat levende Brood, dat
7158 Joha 6:51 | leven. En het Brood, dat Ik geven zal, is Mijn vlees,
7159 Joha 6:51 | is Mijn vlees, hetwelk Ik geven zal voor het leven
7160 Joha 6:53 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Tenzij dat gij
7161 Joha 6:54 | heeft het eeuwige leven; en Ik zal hem opwekken ten uitersten
7162 Joha 6:56 | drinkt, die blijft in Mij, en Ik in hem. ~
7163 Joha 6:57 | Vader gezonden heeft, en Ik leve door den Vader; alzo
7164 Joha 6:63 | niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest
7165 Joha 6:65 | En Hij zeide: Daarom heb Ik u gezegd, dat niemand tot
7166 Joha 6:70 | Jezus antwoordde hun: Heb Ik niet u twaalf uitverkoren?
7167 Joha 7:7 | maar Mij haat zij, omdat Ik van dezelve getuig, dat
7168 Joha 7:8 | gijlieden op tot dit feest; Ik ga nog niet op tot dit feest;
7169 Joha 7:17 | of zij uit God is, dan of Ik van Mijzelven spreek. ~
7170 Joha 7:21 | zeide tot hen: Een werk heb Ik gedaan, en gij verwondert
7171 Joha 7:23 | gij toornig op Mij, dat Ik een gehelen mens gezond
7172 Joha 7:28 | Mij, en gij weet, van waar Ik ben; en Ik ben van Mijzelven
7173 Joha 7:28 | weet, van waar Ik ben; en Ik ben van Mijzelven niet gekomen,
7174 Joha 7:29 | 29 Maar Ik ken Hem; want Ik ben van
7175 Joha 7:29 | 29 Maar Ik ken Hem; want Ik ben van Hem, en Hij heeft
7176 Joha 7:33 | Nog een kleinen tijd ben Ik bij u, en Ik ga heen tot
7177 Joha 7:33 | kleinen tijd ben Ik bij u, en Ik ga heen tot Dengene, Die
7178 Joha 7:34 | Mij niet vinden; en waar Ik ben, kunt gij niet komen. ~
7179 Joha 7:36 | Mij niet vinden; en waar Ik ben, kunt gij niet komen? ~
7180 Joha 8:11 | tot haar: Zo veroordeel Ik u ook niet; ga heen, en
7181 Joha 8:12 | tot henlieden, zeggende: Ik ben het licht der wereld;
7182 Joha 8:14 | en zeide tot hen: Hoewel Ik van Mijzelven getuig, zo
7183 Joha 8:14 | getuigenis waarachtig; want Ik weet, van waar Ik gekomen
7184 Joha 8:14 | want Ik weet, van waar Ik gekomen ben, en waar Ik
7185 Joha 8:14 | Ik gekomen ben, en waar Ik heenga; maar gijlieden weet
7186 Joha 8:14 | gijlieden weet niet, van waar Ik kom, en waar Ik heenga. ~
7187 Joha 8:14 | van waar Ik kom, en waar Ik heenga. ~
7188 Joha 8:15 | oordeelt naar het vlees; Ik oordeel niemand. ~
7189 Joha 8:16 | 16 En indien Ik ook oordeel, Mijn oordeel
7190 Joha 8:16 | oordeel is waarachtig; want Ik ben niet alleen, maar Ik
7191 Joha 8:16 | Ik ben niet alleen, maar Ik en de Vader, Die Mij gezonden
7192 Joha 8:18 | 18 Ik ben het, Die van Mijzelven
7193 Joha 8:21 | dan zeide wederom tot hen: Ik ga heen, en gij zult Mij
7194 Joha 8:21 | zonden zult gij sterven; waar Ik heenga, kunt gijlieden niet
7195 Joha 8:22 | doden, omdat Hij zegt: Waar Ik heenga, kunt gijlieden niet
7196 Joha 8:23 | Gijlieden zijt van beneden, Ik ben van boven; gij zijt
7197 Joha 8:23 | gij zijt uit deze wereld, Ik ben niet uit deze wereld. ~
7198 Joha 8:24 | 24 Ik heb u dan gezegd, dat gij
7199 Joha 8:24 | indien gij niet gelooft, dat Ik Die ben, gij zult in uw
7200 Joha 8:25 | Jezus zeide tot hen: Wat Ik van den beginne ulieden
7201 Joha 8:26 | 26 Ik heb vele dingen van u te
7202 Joha 8:26 | waarachtig; en de dingen, die Ik van Hem gehoord heb, dezelve
7203 Joha 8:26 | gehoord heb, dezelve spreek Ik tot de wereld. ~
7204 Joha 8:28 | dan zult gij verstaan, dat Ik Die ben, en dat Ik van Mijzelven
7205 Joha 8:28 | dat Ik Die ben, en dat Ik van Mijzelven niets doe;
7206 Joha 8:28 | maar deze dingen spreek Ik, gelijk Mijn Vader Mij geleerd
7207 Joha 8:29 | niet alleen gelaten, want Ik doe altijd, wat Hem behagelijk
7208 Joha 8:34 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Een iegelijk, die de
7209 Joha 8:37 | 37 Ik weet, dat gij Abrahams zaad
7210 Joha 8:38 | 38 Ik spreek wat Ik bij Mijn Vader
7211 Joha 8:38 | 38 Ik spreek wat Ik bij Mijn Vader gezien heb;
7212 Joha 8:40 | waarheid gesproken heb, welke Ik van God gehoord heb. Dat
7213 Joha 8:42 | gij Mij liefhebben; want Ik ben van God uitgegaan; en
7214 Joha 8:42 | uitgegaan; en kom van Hem. Want Ik ben ook van Mijzelven niet
7215 Joha 8:45 | 45 Maar Mij, omdat Ik u de waarheid zeg, gelooft
7216 Joha 8:46 | Mij van zonde? En indien Ik de waarheid zeg, waarom
7217 Joha 8:49 | 49 Jezus antwoordde: Ik heb den duivel niet; maar
7218 Joha 8:49 | heb den duivel niet; maar Ik eer Mijn Vader, en gij onteert
7219 Joha 8:50 | 50 Doch Ik zoek Mijn eer niet; er is
7220 Joha 8:51 | 51 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand Mijn woord
7221 Joha 8:54 | Jezus antwoordde: Indien Ik Mijzelven eer, zo is Mijn
7222 Joha 8:55 | gij kent Hem niet, maar Ik ken Hem; en indien Ik zeg,
7223 Joha 8:55 | maar Ik ken Hem; en indien Ik zeg, dat Ik Hem niet ken,
7224 Joha 8:55 | Hem; en indien Ik zeg, dat Ik Hem niet ken, zo zal Ik
7225 Joha 8:55 | Ik Hem niet ken, zo zal Ik ulieden gelijk zijn, dat
7226 Joha 8:55 | dat is een leugenaar; maar Ik ken Hem, en bewaar Zijn
7227 Joha 8:58 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Eer Abraham was, ben
7228 Joha 8:58 | u: Eer Abraham was, ben Ik. ~
7229 Joha 9:4 | 4 Ik moet werken de werken Desgenen,
7230 Joha 9:5 | 5 Zolang Ik in de wereld ben, zo ben
7231 Joha 9:5 | in de wereld ben, zo ben Ik het Licht der wereld. ~
7232 Joha 9:9 | is hem gelijk. Hij zeide: Ik ben het. ~
7233 Joha 9:11 | badwater Siloam, en was u. En ik ging heen, en wies mij,
7234 Joha 9:11 | ging heen, en wies mij, en ik werd ziende. ~
7235 Joha 9:12 | Waar is Die? Hij zeide: Ik weet het niet. ~
7236 Joha 9:15 | legde slijk op mijn ogen, en ik wies mij, en ik zie. ~
7237 Joha 9:15 | ogen, en ik wies mij, en ik zie. ~
7238 Joha 9:25 | Hij een zondaar is, weet ik niet; een ding weet ik,
7239 Joha 9:25 | weet ik niet; een ding weet ik, dat ik blind was, en nu
7240 Joha 9:25 | niet; een ding weet ik, dat ik blind was, en nu zie. ~
7241 Joha 9:27 | 27 Hij antwoordde hun: Ik heb het u alrede gezegd,
7242 Joha 9:36 | Wie is Hij, Heere, opdat ik in Hem moge geloven? ~
7243 Joha 9:38 | 38 En hij zeide: Ik geloof, Heere! En hij aanbad
7244 Joha 9:39 | 39 En Jezus zeide: Ik ben tot een oordeel in deze
7245 Joha 10:1 | 1 Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Die niet ingaat
7246 Joha 10:7 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Ik ben de Deur der schapen. ~
7247 Joha 10:7 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Ik ben de Deur der schapen. ~
7248 Joha 10:9 | 9 Ik ben de Deur; indien iemand
7249 Joha 10:10 | en slachte, en verderve; Ik ben gekomen, opdat zij het
7250 Joha 10:11 | 11 Ik ben de goede Herder; de
7251 Joha 10:14 | 14 Ik ben de goede Herder; en
7252 Joha 10:14 | ben de goede Herder; en Ik ken de Mijnen, en worde
7253 Joha 10:15 | Vader Mij kent, alzo ken Ik ook den Vader; en Ik stel
7254 Joha 10:15 | ken Ik ook den Vader; en Ik stel Mijn leven voor de
7255 Joha 10:16 | 16 Ik heb nog andere schapen,
7256 Joha 10:16 | stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen; en zij zullen
7257 Joha 10:17 | de Vader lief, overmits Ik Mijn leven afleg, opdat
7258 Joha 10:17 | Mijn leven afleg, opdat Ik hetzelve wederom neme. ~
7259 Joha 10:18 | neemt hetzelve van Mij, maar Ik leg het van Mijzelven af;
7260 Joha 10:18 | leg het van Mijzelven af; Ik heb macht hetzelve af te
7261 Joha 10:18 | te nemen. Dit gebod heb Ik van Mijn Vader ontvangen. ~
7262 Joha 10:25 | 25 Jezus antwoordde hun: Ik heb het u gezegd, en gij
7263 Joha 10:25 | het niet. De werken, die Ik doe in den Naam Mijns Vaders,
7264 Joha 10:26 | van Mijn schapen, gelijk Ik u gezegd heb. ~
7265 Joha 10:27 | schapen horen Mijn stem, en Ik ken dezelve, en zij volgen
7266 Joha 10:28 | 28 En Ik geef hun het eeuwige leven;
7267 Joha 10:30 | 30 Ik en de Vader zijn een. ~
7268 Joha 10:32 | 32 Jezus antwoordde hun: Ik heb u vele treffelijke werken
7269 Joha 10:34 | niet geschreven in uw wet: Ik heb gezegd, gij zijt goden? ~
7270 Joha 10:36 | Gij lastert God; omdat Ik gezegd heb: Ik ben Gods
7271 Joha 10:36 | God; omdat Ik gezegd heb: Ik ben Gods Zoon? ~
7272 Joha 10:37 | 37 Indien Ik niet doe de werken Mijns
7273 Joha 10:38 | 38 Maar indien Ik ze doe, en zo gij Mij niet
7274 Joha 10:38 | dat de Vader in Mij is, en Ik in Hem. ~
7275 Joha 11:11 | onze vriend, slaapt; maar Ik ga heen, om hem uit den
7276 Joha 11:15 | 15 En Ik ben blijde om uwentwil,
7277 Joha 11:15 | blijde om uwentwil, dat Ik daar niet geweest ben, opdat
7278 Joha 11:22 | 22 Maar ook nu weet ik, dat alles, wat Gij van
7279 Joha 11:24 | 24 Martha zeide tot Hem: Ik weet, dat hij opstaan zal
7280 Joha 11:25 | 25 Jezus zeide tot haar: Ik ben de Opstanding en het
7281 Joha 11:27 | zeide tot Hem: Ja, Heere; ik heb geloofd, dat Gij zijt
7282 Joha 11:40 | Jezus zeide tot haar: Heb Ik u niet gezegd, dat, zo gij
7283 Joha 11:41 | opwaarts, en zeide: Vader, Ik dank U, dat Gij Mij gehoord
7284 Joha 11:42 | 42 Doch Ik wist, dat Gij Mij altijd
7285 Joha 11:42 | wil, die rondom staat, heb Ik dit gezegd, opdat zij zouden
7286 Joha 12:24 | 24 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Indien het tarwegraan
7287 Joha 12:26 | die volge Mij; en waar Ik ben, aldaar zal ook Mijn
7288 Joha 12:27 | ziel ontroerd; en wat zal Ik zeggen? Vader, verlos Mij
7289 Joha 12:27 | deze ure! Maar hierom ben Ik in deze ure gekomen. ~
7290 Joha 12:28 | den hemel, zeggende: En Ik heb Hem verheerlijkt, en
7291 Joha 12:28 | heb Hem verheerlijkt, en Ik zal Hem wederom verheerlijken. ~
7292 Joha 12:32 | 32 En Ik, zo wanneer Ik van de aarde
7293 Joha 12:32 | 32 En Ik, zo wanneer Ik van de aarde zal verhoogd
7294 Joha 12:40 | en zij bekeerd worden, en Ik hen geneze. ~
7295 Joha 12:46 | 46 Ik ben een Licht, in de wereld
7296 Joha 12:47 | niet geloofd zal hebben, Ik oordeel hem niet; want Ik
7297 Joha 12:47 | Ik oordeel hem niet; want Ik ben niet gekomen, opdat
7298 Joha 12:47 | ben niet gekomen, opdat Ik de wereld oordele, maar
7299 Joha 12:47 | wereld oordele, maar opdat Ik de wereld zalig make. ~
7300 Joha 12:48 | oordeelt; het woord, dat Ik gesproken heb, dat zal hem
7301 Joha 12:49 | 49 Want Ik heb uit Mijzelven niet gesproken;
7302 Joha 12:49 | Mij een gebod gegeven, wat Ik zeggen zal, en wat Ik spreken
7303 Joha 12:49 | wat Ik zeggen zal, en wat Ik spreken zal. ~
7304 Joha 12:50 | 50 En Ik weet, dat Zijn gebod het
7305 Joha 12:50 | eeuwige leven is. Hetgeen Ik dan spreek, dat spreek Ik
7306 Joha 12:50 | Ik dan spreek, dat spreek Ik alzo, gelijk Mij de Vader
7307 Joha 13:7 | antwoordde en zeide tot hem: Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar
7308 Joha 13:8 | Jezus antwoordde hem: Indien Ik u niet wasse, gij hebt geen
7309 Joha 13:12 | tot hen: Verstaat gij, wat Ik ulieden gedaan heb? ~
7310 Joha 13:13 | Heere; en gij zegt wel, want Ik ben het. ~
7311 Joha 13:14 | 14 Indien dan Ik, de Heere en de Meester,
7312 Joha 13:15 | 15 Want Ik heb u een voorbeeld gegeven,
7313 Joha 13:15 | gegeven, opdat, gelijkerwijs Ik u gedaan heb, gijlieden
7314 Joha 13:16 | 16 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Een dienstknecht is niet
7315 Joha 13:18 | 18 Ik zeg niet van u allen: Ik
7316 Joha 13:18 | Ik zeg niet van u allen: Ik weet, welke Ik uitverkoren
7317 Joha 13:18 | u allen: Ik weet, welke Ik uitverkoren heb; maar dit
7318 Joha 13:19 | 19 Van nu zeg Ik het ulieden, eer het geschied
7319 Joha 13:19 | gij geloven moogt, dat Ik het ben. ~
7320 Joha 13:20 | 20 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo Ik iemand zende, wie
7321 Joha 13:20 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo Ik iemand zende, wie dien ontvangt,
7322 Joha 13:21 | zeide: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, dat een van ulieden
7323 Joha 13:26 | antwoordde: Deze is het, dien Ik de bete, als Ik ze ingedoopt
7324 Joha 13:26 | het, dien Ik de bete, als Ik ze ingedoopt heb, geven
7325 Joha 13:33 | nog een kleinen tijd ben Ik bij u. Gij zult Mij zoeken,
7326 Joha 13:33 | zult Mij zoeken, en gelijk Ik den Joden gezegd heb: Waar
7327 Joha 13:33 | den Joden gezegd heb: Waar Ik heenga, kunt gij niet komen;
7328 Joha 13:33 | gij niet komen; alzo zeg Ik ulieden nu ook. ~
7329 Joha 13:34 | 34 Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt;
7330 Joha 13:34 | elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat ook
7331 Joha 13:36 | Jezus antwoordde hem: Waar Ik heenga, kunt gij Mij nu
7332 Joha 13:37 | tot Hem: Heere, waarom kan ik U nu niet volgen? Ik zal
7333 Joha 13:37 | kan ik U nu niet volgen? Ik zal mijn leven voor U zetten. ~
7334 Joha 13:38 | Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De haan zal niet kraaien,
7335 Joha 14:2 | woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik
7336 Joha 14:2 | Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. ~
7337 Joha 14:3 | 3 En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn, en
7338 Joha 14:3 | zal bereid hebben, zo kome Ik weder en zal u tot Mij nemen,
7339 Joha 14:3 | gij ook zijn moogt, waar Ik ben. ~
7340 Joha 14:4 | 4 En waar Ik heenga, weet gij, en den
7341 Joha 14:6 | 6 Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg, en de Waarheid,
7342 Joha 14:9 | Jezus zeide tot hem: Ben Ik zo langen tijd met ulieden,
7343 Joha 14:10 | 10 Gelooft gij niet, dat Ik in den Vader ben, en de
7344 Joha 14:10 | Mij is? De woorden, die Ik tot ulieden spreek, spreek
7345 Joha 14:10 | tot ulieden spreek, spreek Ik van Mijzelven niet, maar
7346 Joha 14:11 | 11 Gelooft Mij, dat Ik in den Vader ben en de Vader
7347 Joha 14:12 | 12 Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Die in Mij gelooft,
7348 Joha 14:12 | gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en
7349 Joha 14:12 | meerder doen, dan deze; want Ik ga heen tot Mijn Vader. ~
7350 Joha 14:13 | zult in Mijn Naam, dat zal Ik doen; opdat de Vader in
7351 Joha 14:14 | begeren zult in Mijn Naam, Ik zal het doen. ~
7352 Joha 14:16 | 16 En Ik zal den Vader bidden, en
7353 Joha 14:18 | 18 Ik zal u geen wezen laten;
7354 Joha 14:18 | zal u geen wezen laten; Ik kom weder tot u. ~
7355 Joha 14:19 | gij zult Mij zien; want Ik leef, en gij zult leven. ~
7356 Joha 14:20 | dag zult gij bekennen, dat Ik in Mijn Vader ben, en gij
7357 Joha 14:20 | Vader ben, en gij in Mij, en Ik in u. ~
7358 Joha 14:21 | Vader geliefd worden; en Ik zal hem liefhebben, en Ik
7359 Joha 14:21 | Ik zal hem liefhebben, en Ik zal Mijzelven aan hem openbaren. ~
7360 Joha 14:25 | 25 Deze dingen heb Ik tot u gesproken, bij u blijvende. ~
7361 Joha 14:26 | indachtig maken alles, wat Ik u gezegd heb. ~
7362 Joha 14:27 | 27 Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u;
7363 Joha 14:27 | laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijkerwijs de
7364 Joha 14:27 | de wereld hem geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet
7365 Joha 14:28 | 28 Gij hebt gehoord, dat Ik tot u gezegd heb: Ik ga
7366 Joha 14:28 | dat Ik tot u gezegd heb: Ik ga heen, en kom weder tot
7367 Joha 14:28 | gij u verblijden, omdat Ik gezegd heb: Ik ga heen tot
7368 Joha 14:28 | verblijden, omdat Ik gezegd heb: Ik ga heen tot den Vader; want
7369 Joha 14:28 | Mijn Vader is meerder dan Ik. ~
7370 Joha 14:29 | 29 En nu heb Ik het u gezegd, eer het geschied
7371 Joha 14:30 | 30 Ik zal niet meer veel met u
7372 Joha 14:31 | opdat de wereld wete, dat Ik den Vader liefheb, en alzo
7373 Joha 15:1 | 1 Ik ben de ware Wijnstok, en
7374 Joha 15:3 | nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb.
7375 Joha 15:4 | 4 Blijft in Mij, en Ik in u. Gelijkerwijs de rank
7376 Joha 15:5 | 5 Ik ben de Wijnstok, en gij
7377 Joha 15:5 | ranken; die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel
7378 Joha 15:9 | Mij liefgehad heeft, heb Ik ook u liefgehad; blijft
7379 Joha 15:10 | liefde blijven; gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders
7380 Joha 15:11 | 11 Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn
7381 Joha 15:12 | elkander liefhebt, gelijkerwijs Ik u liefgehad heb. ~
7382 Joha 15:14 | vrienden, zo gij doet wat Ik u gebiede. ~
7383 Joha 15:15 | 15 Ik heet u niet meer dienstknechten;
7384 Joha 15:15 | wat zijn heer doet; maar Ik heb u vrienden genoemd;
7385 Joha 15:15 | vrienden genoemd; want al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb,
7386 Joha 15:15 | Vader gehoord heb, dat heb Ik u bekend gemaakt. ~
7387 Joha 15:16 | Mij niet uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren, en Ik
7388 Joha 15:16 | Ik heb u uitverkoren, en Ik heb u gesteld, dat gij zoudt
7389 Joha 15:17 | 17 Dit gebied Ik u, opdat gij elkander liefhebt. ~
7390 Joha 15:19 | de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren,
7391 Joha 15:20 | 20 Gedenk des woords, dat Ik u gezegd heb: Een dienstknecht
7392 Joha 15:22 | 22 Indien Ik niet gekomen ware, en tot
7393 Joha 15:24 | 24 Indien Ik de werken onder hen niet
7394 Joha 15:26 | Trooster zal gekomen zijn, Dien Ik u zenden zal van den Vader,
7395 Joha 16:1 | 1 Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij
7396 Joha 16:4 | 4 Maar deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat,
7397 Joha 16:4 | dezelve moogt gedenken, dat Ik ze u gezegd heb; doch deze
7398 Joha 16:4 | heb; doch deze dingen heb Ik u van het begin niet gezegd,
7399 Joha 16:4 | begin niet gezegd, omdat Ik bij ulieden was. ~
7400 Joha 16:5 | 5 En nu ga Ik heen tot Dengene, die Mij
7401 Joha 16:6 | 6 Maar omdat Ik deze dingen tot u gesproken
7402 Joha 16:7 | 7 Doch Ik zeg u de waarheid: Het is
7403 Joha 16:7 | waarheid: Het is u nut, dat Ik wegga; want indien Ik niet
7404 Joha 16:7 | dat Ik wegga; want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster
7405 Joha 16:7 | niet komen; maar indien Ik heenga, zo zal Ik Hem tot
7406 Joha 16:7 | indien Ik heenga, zo zal Ik Hem tot u zenden. ~
7407 Joha 16:10 | van gerechtigheid, omdat Ik tot Mijn Vader heenga, en
7408 Joha 16:12 | 12 Nog vele dingen heb Ik u te zeggen, doch gij kunt
7409 Joha 16:15 | heeft, is Mijn; daarom heb Ik gezegd, dat Hij het uit
7410 Joha 16:16 | gij zult Mij zien, want Ik ga heen tot den Vader. ~
7411 Joha 16:17 | zult Mij zien; en: Want Ik ga heen tot den Vader? ~
7412 Joha 16:19 | daarvan onder elkander, dat Ik gezegd heb: Een kleinen
7413 Joha 16:20 | 20 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, dat gij zult schreien,
7414 Joha 16:22 | hebt nu wel droefheid; maar Ik zal u wederom zien, en uw
7415 Joha 16:23 | vragen. Voorwaar, voorwaar Ik zeg u: Al wat gij den Vader
7416 Joha 16:25 | 25 Deze dingen heb Ik door gelijkenissen tot u
7417 Joha 16:25 | gesproken; maar de ure komt, dat Ik niet meer door gelijkenissen
7418 Joha 16:26 | in Mijn Naam bidden; en Ik zeg u niet, dat Ik den Vader
7419 Joha 16:26 | bidden; en Ik zeg u niet, dat Ik den Vader voor u bidden
7420 Joha 16:27 | hebt, en hebt geloofd, dat Ik van God ben uitgegaan. ~
7421 Joha 16:28 | 28 Ik ben van den Vader uitgegaan,
7422 Joha 16:28 | gekomen; wederom verlaat Ik de wereld, en ga heen tot
7423 Joha 16:32 | zult laten; en nochtans ben Ik niet alleen; want de Vader
7424 Joha 16:33 | 33 Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij
7425 Joha 16:33 | maar hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen. ~ ~ ~
7426 Joha 17:4 | 4 Ik heb U verheerlijkt op de
7427 Joha 17:4 | verheerlijkt op de aarde; Ik heb voleindigd het werk,
7428 Joha 17:5 | met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld
7429 Joha 17:6 | 6 Ik heb Uw Naam geopenbaard
7430 Joha 17:8 | Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, en zij hebben
7431 Joha 17:8 | hebben waarlijk bekend, dat Ik van U uitgegaan ben, en
7432 Joha 17:9 | 9 Ik bid voor hen; Ik bid niet
7433 Joha 17:9 | 9 Ik bid voor hen; Ik bid niet voor de wereld,
7434 Joha 17:10 | en het Uwe is Mijn; en Ik ben in hen verheerlijkt. ~
7435 Joha 17:11 | 11 En Ik ben niet meer in de wereld,
7436 Joha 17:11 | deze zijn in de wereld, en Ik kome tot U, Heilige Vader,
7437 Joha 17:12 | 12 Toen Ik met hen in de wereld was,
7438 Joha 17:12 | de wereld was, bewaarde Ik ze in Uw Naam. Die Gij Mij
7439 Joha 17:12 | Gij Mij gegeven hebt, heb Ik bewaard, en niemand uit
7440 Joha 17:13 | 13 Maar nu kom Ik tot U, en spreek dit in
7441 Joha 17:14 | 14 Ik heb hun Uw woord gegeven;
7442 Joha 17:14 | wereld niet zijn, gelijk als Ik van de wereld niet ben. ~
7443 Joha 17:15 | 15 Ik bid niet, dat Gij hen uit
7444 Joha 17:16 | de wereld, gelijkerwijs Ik van de wereld niet ben. ~
7445 Joha 17:18 | hebt in de wereld, alzo heb Ik hen ook in de wereld gezonden. ~
7446 Joha 17:19 | 19 En Ik heilige Mijzelven voor hen,
7447 Joha 17:20 | 20 En Ik bid niet alleen voor dezen,
7448 Joha 17:21 | gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons
7449 Joha 17:22 | 22 En Ik heb hun de heerlijkheid
7450 Joha 17:23 | 23 Ik in hen, en Gij in Mij; opdat
7451 Joha 17:24 | 24 Vader, Ik wil, dat waar Ik ben, ook
7452 Joha 17:24 | Vader, Ik wil, dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn,
7453 Joha 17:25 | heeft U niet gekend; maar Ik heb U gekend, en dezen hebben
7454 Joha 17:26 | 26 En Ik heb hun Uw Naam bekend gemaakt,
7455 Joha 17:26 | liefgehad hebt, in hen zij, en Ik in hen. ~ ~
7456 Joha 18:5 | Nazarener. Jezus zeide tot hen: Ik ben het. En Judas, die Hem
7457 Joha 18:6 | Als Hij dan tot hen zeide: Ik ben het; gingen zij achterwaarts,
7458 Joha 18:8 | 8 Jezus antwoordde: Ik heb u gezegd, dat Ik het
7459 Joha 18:8 | antwoordde: Ik heb u gezegd, dat Ik het ben. Indien gij dan
7460 Joha 18:9 | Gij Mij gegeven hebt, heb Ik niemand verloren. ~
7461 Joha 18:11 | Vader gegeven heeft, zal Ik dien niet drinken? ~
7462 Joha 18:17 | van dezen Mens? Hij zeide: Ik ben niet. ~
7463 Joha 18:20 | 20 Jezus antwoordde hem: Ik heb vrijuit gesproken tot
7464 Joha 18:20 | gesproken tot de wereld; Ik heb allen tijd geleerd in
7465 Joha 18:20 | en in het verborgen heb Ik niets gesproken.
7466 Joha 18:21 | het gehoord hebben, wat Ik tot hen gesproken heb; zie,
7467 Joha 18:21 | heb; zie, dezen weten, wat Ik gezegd heb. ~
7468 Joha 18:23 | Jezus antwoordde hem: Indien Ik kwalijk gesproken heb, betuig
7469 Joha 18:25 | loochende het, en zeide: Ik ben niet. ~
7470 Joha 18:26 | afgehouwen had, zeide: Heb ik u niet gezien in den hof
7471 Joha 18:35 | Pilatus antwoordde: Ben ik een Jood? Uw volk en de
7472 Joha 18:36 | gestreden hebben, opdat Ik den Joden niet ware overgeleverd;
7473 Joha 18:37 | antwoordde: Gij zegt, dat Ik een Koning ben. Hiertoe
7474 Joha 18:37 | Koning ben. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik
7475 Joha 18:37 | Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat
7476 Joha 18:37 | de wereld gekomen, opdat Ik der waarheid getuigenis
7477 Joha 18:38 | Joden, en zeide tot hen: Ik vind geen schuld in Hem. ~
7478 Joha 18:39 | gij hebt een gewoonte, dat ik u op het pascha een loslate.
7479 Joha 18:39 | loslate. Wilt gij dan, dat ik u den Koning der Joden loslate? ~
7480 Joha 19:4 | en zeide tot hen: Ziet, ik breng Hem tot ulieden uit,
7481 Joha 19:4 | uit, opdat gij wetet, dat ik in Hem geen schuld vinde. ~
7482 Joha 19:6 | Hem en kruist Hem; want ik vind in Hem geen schuld. ~
7483 Joha 19:10 | niet? Weet Gij niet, dat ik macht heb U te kruisigen,
7484 Joha 19:15 | Pilatus zeide tot hen: Zal ik uw Koning kruisigen? De
7485 Joha 19:21 | maar, dat Hij gezegd heeft: Ik ben de Koning der Joden. ~
7486 Joha 19:22 | Pilatus antwoordde: Wat ik geschreven heb, dat heb
7487 Joha 19:22 | geschreven heb, dat heb ik geschreven. ~
7488 Joha 20:13 | Heere weggenomen hebben, en ik weet niet, waar zij Hem
7489 Joha 20:15 | gij Hem gelegd hebt, en ik zal Hem wegnemen. ~
7490 Joha 20:17 | Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren tot
7491 Joha 20:17 | Mijn broeders, en zeg hun: Ik vare op tot Mijn Vader en
7492 Joha 20:21 | Vader gezonden heeft, zende Ik ook ulieden. ~
7493 Joha 20:25 | hij zeide tot hen: Indien ik in Zijn handen niet zie
7494 Joha 20:25 | mijn hand in Zijn zijde, ik zal geenszins geloven. ~
7495 Joha 21:3 | Simon Petrus zeide tot hen: Ik ga vissen. Zij zeiden tot
7496 Joha 21:15 | Ja, Heere! Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot
7497 Joha 21:16 | Ja, Heere, gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot
7498 Joha 21:17 | alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb. Jezus zeide tot
7499 Joha 21:18 | Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Toen gij jonger waart,
7500 Joha 21:22 | Jezus zeide tot hem: Indien Ik wil, dat hij blijve, totdat
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-8724 |