Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
ijzeroven 2
ijzers 6
ijzersmid 1
ik 8724
ikabod 2
ikes 1
ikkes 2
Frequency    [«  »]
9630 tot
9551 die
8801 zij
8724 ik
8706 gij
7945 dat
7933 is

Bijbel

IntraText - Concordances

ik

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-8724

     Book Chapter: Verse
2501 Neh 4:23 | 23 Voorts noch ik, noch mijn broederen, noch 2502 Neh 5:6 | 6 Toen ik nu hun geroep en deze woorden 2503 Neh 5:6 | woorden hoorde, ontstak ik zeer. ~ 2504 Neh 5:7 | beraadslaagde in mij; daarna twistte ik met de edelen, en met de 2505 Neh 5:7 | broeder. Voorts belegde ik een grote vergadering tegen 2506 Neh 5:8 | 8 En ik zeide tot hen: Wij hebben 2507 Neh 5:9 | 9 Voorts zeide ik: De zaak is niet goed, die 2508 Neh 5:10 | 10 Ik, mijn broederen, en mijn 2509 Neh 5:12 | alzo doen, als gij zegt. En ik riep de priesteren, en deed 2510 Neh 5:13 | 13 Ook schudde ik mijn boezem uit, en zeide: 2511 Neh 5:14 | zijnde twaalf jaren, heb ik, met mijn broederen, het 2512 Neh 5:15 | jongens over het volk; maar ik heb alzo niet gedaan, om 2513 Neh 5:16 | 16 Daartoe heb ik ook aan het werk dezes muurs 2514 Neh 5:18 | wijn zeer veel; nog heb ik bij dezen het brood des 2515 Neh 5:19 | God, ten goede, alles, wat ik aan dit volk gedaan heb. ~  ~ 2516 Neh 6:1 | vijanden gehoord was, dat ik den muur gebouwd had, en 2517 Neh 6:1 | was overgelaten; ook had ik tot dezen tijd toe de deuren 2518 Neh 6:3 | 3 En ik zond boden tot hen, om te 2519 Neh 6:3 | boden tot hen, om te zeggen: Ik doe een groot werk, zodat 2520 Neh 6:3 | doe een groot werk, zodat ik niet zal kunnen afkomen; 2521 Neh 6:3 | dit werk ophouden, terwijl ik het zou nalaten, en tot 2522 Neh 6:4 | mij, op dezelfde wijze. En ik antwoordde hun op dezelfde 2523 Neh 6:8 | 8 Doch ik zond tot hem, om te zeggen: 2524 Neh 6:10 | 10 Als ik nu kwam in het huis van 2525 Neh 6:11 | 11 Maar ik zeide: Zou een man, als 2526 Neh 6:11 | zeide: Zou een man, als ik, vlieden? En wie is er, 2527 Neh 6:11 | En wie is er, zijnde als ik, die in den tempel zou gaan, 2528 Neh 6:11 | gaan, dat hij levend bleve? Ik zal er niet ingaan. ~ 2529 Neh 6:12 | 12 Want ik merkte, en ziet, God had 2530 Neh 6:13 | Daarom was hij gehuurd, opdat ik zou vrezen, en alzo doen, 2531 Neh 7:1 | de muur gebouwd was, dat ik de deuren oprichtte, en 2532 Neh 7:2 | 2 En ik gaf bevel aan mijn broeder 2533 Neh 7:3 | 3 En ik zeide tot hen: Laat de poorten 2534 Neh 7:5 | mijn God in mijn hart, dat ik de edelen, en de overheden, 2535 Neh 7:5 | geslachten te rekenen; en ik vond het geslachtsregister 2536 Neh 12:31 | 31 Toen deed ik de vorsten van Juda opgaan 2537 Neh 12:31 | Juda opgaan op den muur; en ik stelde twee grote dankkoren 2538 Neh 12:38 | dankkoor nu ging tegenover, en ik achter hetzelve, met de 2539 Neh 12:40 | dankkoren in Gods huis; ook ik en de helft der overheden 2540 Neh 13:6 | 6 Doch in dit alles was ik niet te Jeruzalem; want 2541 Neh 13:6 | koning van Babel, kwam ik tot den koning; maar ten 2542 Neh 13:6 | van sommige dagen verkreeg ik weder verlof van den koning. ~ 2543 Neh 13:7 | 7 En ik kwam te Jeruzalem, en verstond 2544 Neh 13:8 | mishaagde mij zeer; zo wierp ik al het huisraad van Tobia 2545 Neh 13:9 | 9 Voorts gaf ik bevel, en zij reinigden 2546 Neh 13:9 | reinigden de kameren; en ik bracht daar weder in de 2547 Neh 13:10 | 10 Ook vernam ik, dat der Levieten deel hun 2548 Neh 13:11 | 11 En ik twistte met de overheden, 2549 Neh 13:11 | huis Gods verlaten? Doch ik vergaderde hen, en herstelde 2550 Neh 13:13 | 13 En ik stelde tot schatmeesters 2551 Neh 13:14 | weldadigheden niet uit, die ik aan het huis mijns Gods 2552 Neh 13:15 | 15 In dezelfde dagen zag ik in Juda, die persen traden 2553 Neh 13:15 | inbrachten op den sabbatdag; en ik betuigde tegen hen ten dage, 2554 Neh 13:17 | 17 Zo twistte ik met de edelen van Juda, 2555 Neh 13:19 | gaven, voor den sabbat, dat ik bevel gaf, en de deuren 2556 Neh 13:19 | deuren werden gesloten; en ik beval, dat zij ze niet zouden 2557 Neh 13:19 | opendoen tot na den sabbat; en ik stelde van mijn jongens 2558 Neh 13:21 | 21 Zo betuigde ik tegen hen, en zeide tot 2559 Neh 13:21 | gij het weder doet, zal ik de hand aan u slaan. Van 2560 Neh 13:22 | 22 Voorts zeide ik tot de Levieten, dat zij 2561 Neh 13:23 | 23 Ook zag ik in die dagen Joden, die 2562 Neh 13:25 | 25 Zo twistte ik met hen, en vloekte hen, 2563 Neh 13:25 | plukte hun het haar uit; en ik deed hen zweren bij God: 2564 Neh 13:28 | Horoniet; daarom jaagde ik hem van mij weg. ~ 2565 Neh 13:30 | 30 Alzo reinigde ik hen van alle vreemden; en 2566 Neh 13:30 | hen van alle vreemden; en ik bestelde de wachten der 2567 Est 16:9 | dat men hen verdoe; zo zal ik tien duizend talenten zilvers 2568 Est 17:9 | dat men hen verdoe; zo zal ik tien duizend talenten zilvers 2569 Est 24 | heden tot den maaltijd, dien ik hem bereid heb. ~ 2570 Est 28:1 | 8 Indien ik genade gevonden heb in de 2571 Est 28:1 | Haman tot den maaltijd, dien ik hem bereiden zal; zo zal 2572 Est 28:1 | hem bereiden zal; zo zal ik morgen doen naar het bevel 2573 Est 29 | bereid heeft, dan mij; en ik ben ook tegen morgen van 2574 Est 29:1 | niet, zo langen tijd als ik den Jood Mordechai zie zitten 2575 Est 36 | en zeide: Indien ik, o koning, genade in uw 2576 Est 36:1 | Want wij zijn verkocht, ik en mijn volk, dat men ons 2577 Est 36:1 | waren verkocht geweest, ik zou gezwegen hebben, ofschoon 2578 Est 47:1 | koning goeddunkt, en indien ik genade voor zijn aangezicht 2579 Est 47:1 | den koning recht is, en ik in zijn ogen aangenaam ben, 2580 Est 47:2 | 6 Want hoe zal ik vermogen, dat ik aanzie 2581 Est 47:2 | hoe zal ik vermogen, dat ik aanzie het kwaad, dat mijn 2582 Est 47:2 | treffen zal? En hoe zal ik vermogen, dat ik aanzie 2583 Est 47:2 | hoe zal ik vermogen, dat ik aanzie het verderf van mijn 2584 Est 48 | het huis van Haman heb ik ~ 2585 Job 1:15 | scherpte des zwaards; en ik ben maar alleen ontkomen, 2586 Job 1:16 | jongeren, en verteerde ze; en ik ben maar alleen ontkomen, 2587 Job 1:17 | scherpte des zwaards; en ik ben maar alleen ontkomen, 2588 Job 1:19 | jongelingen, dat ze stierven; en ik ben maar alleen ontkomen, 2589 Job 1:21 | En hij zeide: Naakt ben ik uit mijner moeders buik 2590 Job 1:21 | buik gekomen, en naakt zal ik daarhenen wederkeren. De 2591 Job 3:3 | 3 De dag verga, waarin ik geboren ben, en de nacht, 2592 Job 3:11 | 11 Waarom ben ik niet gestorven van de baarmoeder 2593 Job 3:11 | heb den geest gegeven, als ik uit den buik voortkwam? ~ 2594 Job 3:12 | waartoe de borsten, opdat ik zuigen zou? ~ 2595 Job 3:13 | 13 Want nu zou ik nederliggen, en stil zijn; 2596 Job 3:13 | nederliggen, en stil zijn; ik zou slapen, dan zou voor 2597 Job 3:16 | verborgene misdracht, zou ik niet zijn; als de kinderkens, 2598 Job 3:25 | 25 Want ik vreesde een vreze, en zij 2599 Job 3:25 | is mij aangekomen; en wat ik schroomde, is mij overkomen. ~ 2600 Job 3:26 | 26 Ik was niet gerust; en was 2601 Job 4:8 | 8 Maar gelijk als ik gezien heb: die ondeugd 2602 Job 4:16 | 16 Hij stond, doch ik kende zijn gedaante niet; 2603 Job 4:16 | ogen; er was stilte, en ik hoorde een stem, zeggende: ~ 2604 Job 5:3 | 3 Ik heb gezien een dwaas wortelende; 2605 Job 5:3 | doch terstond vervloekte ik zijn woning. ~ 2606 Job 5:8 | 8 Doch ik zou naar God zoeken, en 2607 Job 6:10 | zo Hij niet spaarde; want ik heb de redenen des Heiligen 2608 Job 6:11 | Wat is mijn kracht, dat ik hopen zou? Of welk is mijn 2609 Job 6:11 | welk is mijn einde, dat ik mijn leven verlengen zou? ~ 2610 Job 6:22 | 22 Heb ik gezegd: Brengt mij, en geeft 2611 Job 6:24 | 24 Leert mij, en ik zal zwijgen, en geeft mij 2612 Job 6:24 | mij te verstaan, waarin ik gedwaald heb. ~ 2613 Job 6:28 | ulieder aangezicht zijn, of ik liege. ~ 2614 Job 7:4 | 4 Als ik te slapen lig, dan zeg ik: 2615 Job 7:4 | ik te slapen lig, dan zeg ik: Wanneer zal ik opstaan, 2616 Job 7:4 | dan zeg ik: Wanneer zal ik opstaan, en Hij den avond 2617 Job 7:4 | avond afgemeten hebben? En ik word zat van woelingen tot 2618 Job 7:8 | zullen op mij zijn; maar ik zal niet meer zijn. ~ 2619 Job 7:11 | 11 Zo zal ik ook mijn mond niet wederhouden, 2620 Job 7:11 | mijn mond niet wederhouden, ik zal spreken in benauwdheid 2621 Job 7:11 | benauwdheid mijns geestes; ik zal klagen in bitterheid 2622 Job 7:12 | 12 Ben ik dan een zee, of walvis, 2623 Job 7:13 | 13 Wanneer ik zeg: Mijn bedstede zal mij 2624 Job 7:16 | 16 Ik versmaad ze, ik zal toch 2625 Job 7:16 | 16 Ik versmaad ze, ik zal toch in der eeuwigheid 2626 Job 7:19 | niet van mij af, totdat ik mijn speeksel inzwelge? ~ 2627 Job 7:20 | 20 Heb ik gezondigd, wat zal ik U 2628 Job 7:20 | Heb ik gezondigd, wat zal ik U doen, o Mensenhoeder? 2629 Job 7:20 | een tegenloop gesteld, dat ik mijzelven tot een last zij? ~ 2630 Job 7:21 | ongerechtigheid niet weg? Want nu zal ik in het stof liggen; en Gij 2631 Job 7:21 | zult mij vroeg zoeken, maar ik zal niet zijn. ~  ~ 2632 Job 8:18 | hem loochenen, zeggende: Ik heb u niet gezien. ~ 2633 Job 9:2 | 2 Waarlijk, ik weet, dat het zo is; want 2634 Job 9:11 | zal voor mij henengaan, en ik zal Hem niet zien; en Hij 2635 Job 9:11 | Hij zal voorbijgaan, en ik zal Hem niet merken. ~ 2636 Job 9:14 | 14 Hoeveel te min zal ik Hem antwoorden, en mijn 2637 Job 9:15 | 15 Denwelken ik, zo ik rechtvaardig ware, 2638 Job 9:15 | 15 Denwelken ik, zo ik rechtvaardig ware, niet 2639 Job 9:15 | antwoorden; mijn Rechter zal ik om genade bidden. ~ 2640 Job 9:16 | 16 Indien ik roep, en Hij mij antwoordt; 2641 Job 9:16 | roep, en Hij mij antwoordt; ik zal niet geloven, dat Hij 2642 Job 9:20 | 20 Zo ik mij rechtvaardig, mijn mond 2643 Job 9:20 | mond zal mij verdoemen; ben ik oprecht, Hij zal mij toch 2644 Job 9:21 | 21 Ben ik oprecht, zo acht ik toch 2645 Job 9:21 | Ben ik oprecht, zo acht ik toch mijn ziel niet; ik 2646 Job 9:21 | ik toch mijn ziel niet; ik versmaad mijn leven. ~ 2647 Job 9:22 | is een ding, daarom zeg ik: Den oprechte en den goddeloze 2648 Job 9:27 | 27 Indien mijn zeggen is: Ik zal mijn klacht vergeten, 2649 Job 9:27 | mijn klacht vergeten, en ik zal mijn gebaar laten varen, 2650 Job 9:28 | 28 Zo schroom ik voor al mijn smarten; ik 2651 Job 9:28 | ik voor al mijn smarten; ik weet, dat Gij mij niet onschuldig 2652 Job 9:29 | 29 Ik zal toch goddeloos zijn; 2653 Job 9:29 | goddeloos zijn; waarom dan zal ik ijdellijk arbeiden? ~ 2654 Job 9:30 | 30 Indien ik mij wasse met sneeuwwater, 2655 Job 9:32 | Hij is niet een man, als ik, dien ik antwoorden zou, 2656 Job 9:32 | niet een man, als ik, dien ik antwoorden zou, zo wij te 2657 Job 9:35 | 35 Zo zal ik spreken, en Hem niet vrezen; 2658 Job 9:35 | vrezen; want zodanig ben ik niet bij mij. ~  ~ 2659 Job 10:1 | verdrietig over mijn leven; ik zal mijn klacht op mij laten; 2660 Job 10:1 | mijn klacht op mij laten; ik zal spreken in bitterheid 2661 Job 10:2 | 2 Ik zal tot God zeggen: Verdoem 2662 Job 10:7 | Het is Uw wetenschap, dat ik niet goddeloos ben; nochtans 2663 Job 10:13 | Gij verborgen in Uw hart; ik weet, dat dit bij U geweest 2664 Job 10:14 | 14 Indien ik zondig, zo zult Gij mij 2665 Job 10:15 | 15 Zo ik goddeloos ben, wee mij! 2666 Job 10:15 | goddeloos ben, wee mij! En ben ik rechtvaardig, ik zal mijn 2667 Job 10:15 | En ben ik rechtvaardig, ik zal mijn hoofd niet opheffen; 2668 Job 10:15 | mijn hoofd niet opheffen; ik ben zat van schande, maar 2669 Job 10:18 | voortgebracht? Och, dat ik den geest gegeven had, en 2670 Job 10:19 | 19 Ik zou zijn, alsof ik niet 2671 Job 10:19 | 19 Ik zou zijn, alsof ik niet geweest ware; van moeders 2672 Job 10:19 | ware; van moeders buik zou ik tot het graf gebracht zijn 2673 Job 10:20 | op, zet van mij af, dat ik mij een weinig verkwikke; ~ 2674 Job 10:21 | 21 Eer ik henenga (en niet wederkom) 2675 Job 11:4 | Mijn leer is zuiver, en ik ben rein in uw ogen. ~ 2676 Job 12:3 | 3 Ik heb ook een hart even als 2677 Job 12:3 | hart even als gijlieden, ik zwicht niet voor u; en bij 2678 Job 12:4 | 4 Ik ben het, die zijn vriend 2679 Job 13:2 | gijlieden het weet, weet ik het ook; ik zwicht niet 2680 Job 13:2 | het weet, weet ik het ook; ik zwicht niet voor u. ~ 2681 Job 13:3 | 3 Maar ik zal tot den Almachtige spreken, 2682 Job 13:13 | Houdt stil van mij, opdat ik spreke, en er ga over mij, 2683 Job 13:14 | 14 Waarom zou ik mijn vlees in mijn tanden 2684 Job 13:15 | zo Hij mij doodde, zou ik niet hopen? Evenwel zal 2685 Job 13:15 | niet hopen? Evenwel zal ik mijn wegen voor Zijn aangezicht 2686 Job 13:18 | 18 Ziet nu, ik heb het recht ordentelijk 2687 Job 13:18 | recht ordentelijk gesteld; ik weet, dat ik rechtvaardig 2688 Job 13:18 | ordentelijk gesteld; ik weet, dat ik rechtvaardig zal verklaard 2689 Job 13:19 | die met mij twist? Wanneer ik nu zweeg, zo zou ik den 2690 Job 13:19 | Wanneer ik nu zweeg, zo zou ik den geest geven. ~ 2691 Job 13:20 | dingen niet met mij; dan zal ik mij van Uw aangezicht niet 2692 Job 13:22 | 22 Roep dan, en ik zal antwoorden; of ik zal 2693 Job 13:22 | en ik zal antwoorden; of ik zal spreken, en geef mij 2694 Job 13:23 | Hoeveel misdaden en zonden heb ik? Maak mijn overtreding en 2695 Job 14:14 | is, zal hij weder leven? Ik zou al de dagen mijns strijds 2696 Job 14:15 | Dat Gij zoudt roepen, en ik U zou antwoorden, dat Gij 2697 Job 15:6 | mond verdoemt u, en niet ik; en uw lippen getuigen tegen 2698 Job 15:17 | 17 Ik zal u wijzen, hoor mij aan, 2699 Job 15:17 | hoor mij aan, en hetgeen ik gezien heb, dat zal ik vertellen; ~ 2700 Job 15:17 | hetgeen ik gezien heb, dat zal ik vertellen; ~ 2701 Job 16:2 | 2 Ik heb vele dergelijke dingen 2702 Job 16:4 | 4 Zou ik ook, als gijlieden, spreken, 2703 Job 16:4 | mijner ziele plaats? Zou ik woorden tegen u samenhopen, 2704 Job 16:4 | tegen u samenhopen, en zou ik over u met mijn hoofd schudden? ~ 2705 Job 16:5 | 5 Ik zou u versterken met mijn 2706 Job 16:6 | 6 Zo ik spreek, mijn smart wordt 2707 Job 16:6 | niet ingehouden; en houd ik op, wat gaat er van mij 2708 Job 16:12 | 12 Ik had rust, maar Hij heeft 2709 Job 16:15 | 15 Ik heb een zak over mijn huid 2710 Job 16:15 | over mijn huid genaaid; ik heb mijn hoorn in het stof 2711 Job 16:22 | zullen er nog aankomen, en ik zal het pad henengaan, waardoor 2712 Job 16:22 | pad henengaan, waardoor ik niet zal wederkeren. ~  ~ 2713 Job 17:6 | der volken gesteld; zodat ik een trommelslag ben voor 2714 Job 17:10 | weder, en komt nu; want ik vind onder u geen wijze. ~ 2715 Job 17:13 | 13 Zo ik wacht, het graf zal mijn 2716 Job 17:13 | wezen; in de duisternis zal ik mijn bed spreiden. ~ 2717 Job 17:14 | 14 Tot de groeve roep ik: Gij zijt mijn vader! Tot 2718 Job 19:4 | ook het zij waarlijk, dat ik gedwaald heb, mijn dwaling 2719 Job 19:7 | 7 Ziet, ik roep, geweld! doch word 2720 Job 19:7 | doch word niet verhoord; ik schreeuw, doch er is geen 2721 Job 19:8 | mijn weg toegemuurd, dat ik niet doorgaan kan, en over 2722 Job 19:10 | rondom afgebroken, zodat ik henenga, en heeft mijn verwachting 2723 Job 19:15 | vreemde; een uitlander ben ik in hun ogen. ~ 2724 Job 19:16 | 16 Ik riep mijn knecht, en hij 2725 Job 19:16 | en hij antwoordde niet; ik smeekte met mijn mond tot 2726 Job 19:17 | mijn huisvrouw vreemd; en ik smeek om der kinderen mijns 2727 Job 19:18 | mij de jonge kinderen; sta ik op, zo spreken zij mij tegen. ~ 2728 Job 19:19 | een gruwel aan mij; en die ik liefhad, zijn tegen mij 2729 Job 19:20 | huid en aan mijn vlees; en ik ben ontkomen met de huid 2730 Job 19:25 | 25 Want ik weet: mijn Verlosser leeft, 2731 Job 19:26 | doorknaagd zullen hebben, zal ik uit mijn vlees God aanschouwen; ~ 2732 Job 19:27 | 27 Denwelken ik voor mij aanschouwen zal, 2733 Job 20:3 | 3 Ik heb aangehoord een bestraffing, 2734 Job 21:3 | 3 Verdraagt mij, en ik zal spreken; en nadat ik 2735 Job 21:3 | ik zal spreken; en nadat ik gesproken zal hebben, spot 2736 Job 21:6 | 6 Ja, wanneer ik daaraan gedenk, zo word 2737 Job 21:6 | daaraan gedenk, zo word ik beroerd, en mijn vlees heeft 2738 Job 21:27 | 27 Ziet, ik weet ulieder gedachten, 2739 Job 23:3 | 3 Och, of ik wist, dat ik Hem vinden 2740 Job 23:3 | 3 Och, of ik wist, dat ik Hem vinden zou, ik zou tot 2741 Job 23:3 | dat ik Hem vinden zou, ik zou tot Zijn stoel komen; ~ 2742 Job 23:4 | 4 Ik zou het recht voor Zijn 2743 Job 23:4 | voorstellen, en mijn mond zou ik met verdedigingen vervullen. ~ 2744 Job 23:5 | 5 Ik zou de redenen weten, die 2745 Job 23:7 | oprechte met Hem pleiten; en ik zou mij in eeuwigheid van 2746 Job 23:8 | 8 Zie, ga ik voorwaarts, zo is Hij er 2747 Job 23:8 | achterwaarts, zo verneem ik Hem niet. ~ 2748 Job 23:9 | linkerhand werkt, zo aanschouw ik Hem niet; bedekt Hij Zich 2749 Job 23:9 | ter rechterhand, zo zie ik Hem niet. ~ 2750 Job 23:10 | beproeve mij; als goud zal ik uitkomen. ~ 2751 Job 23:11 | vastgehouden; Zijn weg heb ik bewaard, en ben niet afgeweken. ~ 2752 Job 23:12 | gebod Zijner lippen heb ik ook niet weggedaan; de redenen 2753 Job 23:12 | redenen Zijns monds heb ik meer dan mijn bescheiden 2754 Job 23:15 | 15 Hierom word ik voor Zijn aangezicht beroerd; 2755 Job 23:17 | 17 Omdat ik niet uitgedelgd ben voor 2756 Job 27:5 | Het zij verre van mij, dat ik ulieden rechtvaardigen zou; 2757 Job 27:5 | rechtvaardigen zou; totdat ik den geest zal gegeven hebben, 2758 Job 27:5 | zal gegeven hebben, zal ik mijn oprechtigheid van mij 2759 Job 27:6 | Aan mijn gerechtigheid zal ik vasthouden, en zal ze niet 2760 Job 27:11 | 11 Ik zal ulieden leren van de 2761 Job 27:11 | bij den Almachtige is, zal ik niet verhelen. ~ 2762 Job 29:2 | 2 Och, of ik ware, gelijk in de vorige 2763 Job 29:3 | schijnen over mijn hoofd, en ik bij Zijn licht de duisternis 2764 Job 29:4 | 4 Gelijk als ik was in de dagen mijner jonkheid, 2765 Job 29:6 | 6 Toen ik mijn gangen wies in boter, 2766 Job 29:7 | 7 Toen ik uitging naar de poort door 2767 Job 29:7 | poort door de stad, toen ik mijn stoel op de straat 2768 Job 29:12 | 12 Want ik bevrijdde den ellendige, 2769 Job 29:13 | het hart der weduwe deed ik vrolijk zingen. ~ 2770 Job 29:14 | 14 Ik bekleedde mij met gerechtigheid, 2771 Job 29:15 | 15 Den blinden was ik tot ogen, en den kreupelen 2772 Job 29:15 | ogen, en den kreupelen was ik tot voeten. ~ 2773 Job 29:16 | 16 Ik was den nooddruftigen een 2774 Job 29:16 | vader; en het geschil, dat ik niet wist, dat onderzocht 2775 Job 29:16 | niet wist, dat onderzocht ik. ~ 2776 Job 29:17 | 17 En ik verbrak de baktanden des 2777 Job 29:18 | 18 En ik zeide: Ik zal in mijn nest 2778 Job 29:18 | 18 En ik zeide: Ik zal in mijn nest den geest 2779 Job 29:18 | nest den geest geven, en ik zal de dagen vermenigvuldigen 2780 Job 29:24 | 24 Lachte ik hun toe, zij geloofden het 2781 Job 29:25 | 25 Verkoos ik hun weg, zo zat ik bovenaan, 2782 Job 29:25 | Verkoos ik hun weg, zo zat ik bovenaan, en woonde als 2783 Job 30:1 | lachen over mij minderen dan ik van dagen, welker vaderen 2784 Job 30:1 | van dagen, welker vaderen ik versmaad zou hebben, om 2785 Job 30:9 | 9 Maar nu ben ik hun een snarenspel geworden, 2786 Job 30:9 | snarenspel geworden, en ik ben hun tot een klapwoord. ~ 2787 Job 30:19 | in het slijk geworpen, en ik ben gelijk geworden als 2788 Job 30:20 | 20 Ik schrei tot U, maar Gij antwoordt 2789 Job 30:20 | Gij antwoordt mij niet; ik sta, maar Gij acht niet 2790 Job 30:23 | 23 Want ik weet, dat Gij mij ter dood 2791 Job 30:25 | 25 Weende ik niet over hem, die harde 2792 Job 30:26 | 26 Nochtans toen ik het goede verwachtte, zo 2793 Job 30:26 | zo kwam het kwade; toen ik hoopte naar het licht, zo 2794 Job 30:28 | 28 Ik ga zwart daarheen, niet 2795 Job 30:28 | zon; opstaande schreeuw ik in de gemeente. ~ 2796 Job 30:29 | 29 Ik ben den draken een broeder 2797 Job 31:1 | 1 Ik heb een verbond gemaakt 2798 Job 31:1 | gemaakt met mijn ogen; hoe zou ik dan acht gegeven hebben 2799 Job 31:5 | 5 Zo ik met ijdelheid omgegaan heb, 2800 Job 31:8 | 8 Zo moet ik zaaien, maar een ander eten, 2801 Job 31:9 | geweest tot een vrouw, of ik aan mijns naasten deur geloerd 2802 Job 31:13 | 13 Zo ik versmaad heb het recht mijns 2803 Job 31:14 | 14 (Want wat zou ik doen, als God opstond? En 2804 Job 31:14 | bezoeking deed, wat zou ik Hem antwoorden? ~ 2805 Job 31:16 | 16 Zo ik den armen hun begeerte onthouden 2806 Job 31:18 | mijner moeders buik af heb ik haar geleid;) ~ 2807 Job 31:19 | 19 Zo ik iemand heb zien omkomen, 2808 Job 31:21 | 21 Zo ik mijn hand tegen den wees 2809 Job 31:21 | wees bewogen heb, omdat ik in de poort mijn hulp zag; ~ 2810 Job 31:23 | was bij mij een schrik, en ik vermocht niet vanwege Zijn 2811 Job 31:24 | 24 Zo ik het goud tot mijn hoop gezet 2812 Job 31:25 | 25 Zo ik blijde ben geweest, omdat 2813 Job 31:26 | 26 Zo ik het licht aangezien heb, 2814 Job 31:28 | misdaad bij den rechter; want ik zou den God van boven verzaakt 2815 Job 31:29 | 29 Zo ik verblijd ben geweest in 2816 Job 31:30 | 30 (Ook heb ik mijn gehemelte niet toegelaten 2817 Job 31:32 | straat; mijn deuren opende ik naar den weg; ~ 2818 Job 31:33 | 33 Zo ik, gelijk Adam, mijn overtredingen 2819 Job 31:34 | 34 Zeker, ik kon wel een grote menigte 2820 Job 31:34 | afgeschrikt hebben; zodat ik gewezen zou hebben, en ter 2821 Job 31:35 | 35 Och, of ik een hadde, die mij hoorde! 2822 Job 31:36 | 36 Zou ik het niet op mijn schouder 2823 Job 31:36 | op mijn schouder dragen? Ik zou het op mij binden als 2824 Job 31:37 | getal mijner treden zou ik hem aanwijzen; als een vorst 2825 Job 31:37 | aanwijzen; als een vorst zou ik tot hem naderen. ~ 2826 Job 31:39 | 39 Zo ik zijn vermogen gegeten heb 2827 Job 32:6 | Baracheel, den Buziet, en zeide: Ik ben minder van dagen, maar 2828 Job 32:6 | zijt stokouden; daarom heb ik geschroomd en gevreesd, 2829 Job 32:7 | 7 Ik zeide: Laat de dagen spreken, 2830 Job 32:10 | 10 Daarom zeg ik: Hoor naar mij; ik zal mijn 2831 Job 32:10 | Daarom zeg ik: Hoor naar mij; ik zal mijn gevoelen ook vertonen. ~ 2832 Job 32:11 | 11 Ziet, ik heb gewacht op ulieder woorden; 2833 Job 32:11 | gewacht op ulieder woorden; ik heb het oor gewend tot ulieder 2834 Job 32:12 | 12 Als ik nu acht op u gegeven heb, 2835 Job 32:14 | met ulieder woorden zal ik hem niet beantwoorden. ~ 2836 Job 32:16 | 16 Ik heb dan gewacht, maar zij 2837 Job 32:17 | 17 Ik zal mijn deel ook antwoorden, 2838 Job 32:17 | mijn deel ook antwoorden, ik zal mijn gevoelen ook vertonen. ~ 2839 Job 32:18 | 18 Want ik ben der woorden vol; de 2840 Job 32:20 | 20 Ik zal spreken, opdat ik voor 2841 Job 32:20 | 20 Ik zal spreken, opdat ik voor mij lucht krijge; ik 2842 Job 32:20 | ik voor mij lucht krijge; ik zal mijn lippen openen, 2843 Job 32:21 | 21 Och, dat ik niemands aangezicht aanneme, 2844 Job 32:22 | 22 Want ik weet geen bijnamen te gebruiken; 2845 Job 33:2 | 2 Zie nu, ik heb mijn mond opengedaan; 2846 Job 33:6 | 6 Zie, ik ben Godes, gelijk gij; uit 2847 Job 33:6 | gelijk gij; uit het leem ben ik ook afgesneden. ~ 2848 Job 33:8 | gezegd voor mijn oren, en ik heb de stem der woorden 2849 Job 33:9 | 9 Ik ben rein, zonder overtreding; 2850 Job 33:9 | rein, zonder overtreding; ik ben zuiver, en heb geen 2851 Job 33:12 | niet rechtvaardig, antwoord ik u; want God is meerder dan 2852 Job 33:24 | verderf niet nederdale, Ik heb verzoening gevonden. ~ 2853 Job 33:27 | aanschouwen, en zeggen: Ik heb gezondigd, en het recht 2854 Job 33:31 | Hoor naar mij; zwijg, en ik zal spreken. ~ 2855 Job 33:32 | antwoord mij; spreek, want ik heb lust u te rechtvaardigen. ~ 2856 Job 33:33 | hoor naar mij; zwijg, en ik zal u wijsheid leren. ~  ~  ~ 2857 Job 34:5 | 5 Want Job heeft gezegd: Ik ben rechtvaardig, en God 2858 Job 34:6 | 6 Ik moet liegen in mijn recht; 2859 Job 34:31 | heeft hij tot God gezegd: Ik heb Uw straf verdragen, 2860 Job 34:31 | heb Uw straf verdragen, ik zal het niet verderven. ~ 2861 Job 34:32 | 32 Behalve wat ik zie, leer Gij mij; heb ik 2862 Job 34:32 | ik zie, leer Gij mij; heb ik onrecht gewrocht, ik zal 2863 Job 34:32 | heb ik onrecht gewrocht, ik zal het niet meer doen. ~ 2864 Job 34:33 | gij dan verkiezen, en niet ik? Wat weet gij dan? Spreek. ~ 2865 Job 35:3 | baten? Wat meer voordeel zal ik daarmede doen, dan met mijn 2866 Job 35:4 | 4 Ik zal u antwoord geven, en 2867 Job 36:2 | Verbeid mij een weinig, en ik zal u aanwijzen, dat er 2868 Job 36:3 | 3 Ik zal mijn gevoelen van verre 2869 Job 36:53 | Hem verteld worden, als ik zo zou spreken? Denkt iemand 2870 Job 37:3 | een man, uw lenden, zo zal Ik u vragen, en onderricht 2871 Job 37:4 | 4 Waar waart gij, toen Ik de aarde grondde? Geef het 2872 Job 37:9 | 9 Toen Ik de wolk tot haar kleding 2873 Job 37:10 | 10 Toen Ik voor haar met Mijn besluit 2874 Job 37:23 | 23 Dien Ik ophoude tot den tijd der 2875 Job 38:9 | 9 Dien Ik de wildernis tot zijn huis 2876 Job 38:37 | 37 Zie, ik ben te gering; wat zou ik 2877 Job 38:37 | ik ben te gering; wat zou ik U antwoorden? Ik leg mijn 2878 Job 38:37 | wat zou ik U antwoorden? Ik leg mijn hand op mijn mond. ~ 2879 Job 38:38 | 38 Eenmaal heb ik gesproken, maar zal niet 2880 Job 39:2 | nu als een man uw lenden; Ik zal u vragen, en onderricht 2881 Job 39:9 | 9 Dan zal Ik ook u loven, omdat uw rechterhand 2882 Job 39:10 | Zie nu Behemoth, welken Ik gemaakt heb nevens u; hij 2883 Job 40:2 | heeft Mij voorgekomen, dat Ik hem zou vergelden? Wat onder 2884 Job 40:3 | 3 Ik zal zijn leden niet verzwijgen, 2885 Job 41:2 | 2 Ik weet, dat Gij alles vermoogt, 2886 Job 41:3 | zonder wetenschap? Zo heb ik dan verhaald, hetgeen ik 2887 Job 41:3 | ik dan verhaald, hetgeen ik niet verstond, dingen, die 2888 Job 41:3 | te wonderbaar waren, die ik niet wist. ~ 2889 Job 41:4 | 4 Hoor toch, en ik zal spreken; ik zal U vragen, 2890 Job 41:4 | toch, en ik zal spreken; ik zal U vragen, en onderricht 2891 Job 41:5 | het gehoor des oors heb ik U gehoord; maar nu ziet 2892 Job 41:6 | 6 Daarom verfoei ik mij, en ik heb berouw in 2893 Job 41:6 | Daarom verfoei ik mij, en ik heb berouw in stof en as. ~ 2894 Job 41:8 | bidden; want zekerlijk, Ik zal zijn aangezicht aannemen, 2895 Job 41:8 | aangezicht aannemen, opdat Ik aan ulieden niet doe naar 2896 Psa 2:6 | 6 Ik toch heb Mijn Koning gezalfd 2897 Psa 2:7 | 7 Ik zal van het besluit verhalen: 2898 Psa 2:7 | zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd. ~ 2899 Psa 2:8 | 8 Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot 2900 Psa 3:6 | 6Ik lag neder en sliep; ik ontwaakte, want de HEERE 2901 Psa 4:2 | 2Als ik roep, verhoor mij, o God 2902 Psa 4:4 | de HEERE zal horen, als ik tot Hem roep. ~ 2903 Psa 5:3 | mijn God! Want tot U zal ik bidden. ~ 2904 Psa 5:4 | stem horen; des morgens zal ik mij tot U schikken, en wacht 2905 Psa 5:8 | 8 Maar ik zal door de grootheid Uwer 2906 Psa 5:8 | goedertierenheid in Uw huis ingaan; ik zal mij buigen naar het 2907 Psa 6:3 | mij genadig, HEERE, want ik ben verzwakt; genees mij, 2908 Psa 6:7 | 7 Ik ben moede van mijn zuchten; 2909 Psa 6:7 | moede van mijn zuchten; ik doe mijn bed den gansen 2910 Psa 6:7 | den gansen nacht zwemmen; ik doornat mijn bedstede met 2911 Psa 7:2 | mijn God, op U betrouw ik; verlos mij van al mijn 2912 Psa 7:4 | HEERE, mijn God, indien ik dat gedaan heb, indien er 2913 Psa 7:5 | 5 Indien ik kwaad vergolden heb dien, 2914 Psa 7:5 | vrede met mij had; (ja, ik heb dien gered die mij zonder 2915 Psa 7:18 | 18 Ik zal den HEERE loven naar 2916 Psa 8:4 | 4 Als ik Uw hemel aanzie, het werk 2917 Psa 9:2 | 2 Ik zal den HEERE loven met 2918 Psa 9:2 | loven met mijn ganse hart; ik zal al Uw wonderen vertellen. ~ 2919 Psa 9:3 | 3 In U zal ik mij verblijden, en van vreugde 2920 Psa 9:3 | van vreugde opspringen; ik zal Uw Naam psalmzingen, 2921 Psa 9:15 | 15 Opdat ik Uw gansen lof in de poorten 2922 Psa 9:15 | dochter van Sion vertelle, dat ik mij verheuge in Uw heil. ~ 2923 Psa 10:6 | 6 Hij zegt in zijn hart; Ik zal niet wankelen; want 2924 Psa 10:6 | zal niet wankelen; want ik zal van geslacht tot geslacht 2925 Psa 11:1 | voor den opperzangmeester. Ik betrouw op den HEERE; hoe 2926 Psa 12:6 | kermen der nooddruftigen, zal Ik nu opstaan, zegt de HEERE; 2927 Psa 12:6 | opstaan, zegt de HEERE; Ik zal in behoudenis zetten, 2928 Psa 13:3 | 3Hoe lang zal ik raadslagen voornemen in 2929 Psa 13:4 | verlicht mijn ogen, opdat ik in de dood niet ontslape; ~ 2930 Psa 13:5 | niet mijn vijand zegge: Ik heb hem overmocht; mijn 2931 Psa 13:5 | zich verheugen, wanneer ik zou wankelen. ~ 2932 Psa 13:6 | 6Maar ik vertrouw op Uw goedertierenheid; 2933 Psa 13:6 | zich verheugen in Uw heil; ik zal den HEERE zingen, omdat 2934 Psa 16:1 | Bewaar mij, o God! want ik betrouw op U. ~ 2935 Psa 16:4 | vermenigvuldigd worden; ik zal hun drankofferen van 2936 Psa 16:7 | 7 Ik zal den HEERE loven, Die 2937 Psa 16:8 | 8 Ik stel den HEERE geduriglijk 2938 Psa 16:8 | mijn rechterhand is, zal ik niet wankelen. ~ 2939 Psa 17:3 | Gij vindt niets; hetgeen ik gedacht heb, overtreedt 2940 Psa 17:4 | handelingen des mensen, ik heb mij, naar het woord 2941 Psa 17:6 | 6 Ik roep U aan, omdat Gij mij 2942 Psa 17:15 | 15 Maar ik zal Uw aangezicht in gerechtigheid 2943 Psa 17:15 | gerechtigheid aanschouwen, ik zal verzadigd worden met 2944 Psa 17:15 | worden met Uw beeld, als ik zal opwaken. ~  ~ 2945 Psa 18:2 | 2 Hij zeide dan: Ik zal U hartelijk liefhebben, 2946 Psa 18:3 | God, mijn Rots, op Welken ik betrouw; mijn Schild, en 2947 Psa 18:4 | 4 Ik riep den HEERE aan, Die 2948 Psa 18:7 | Als mij bange was, riep ik den HEERE aan, en riep tot 2949 Psa 18:18 | zij machtiger waren dan ik. ~ 2950 Psa 18:22 | 22 Want ik heb des HEEREN wegen gehouden, 2951 Psa 18:23 | en Zijn inzettingen deed ik niet van mij weg. ~ 2952 Psa 18:24 | 24 Maar ik was oprecht bij Hem, en 2953 Psa 18:24 | was oprecht bij Hem, en ik wachtte mij voor mijn ongerechtigheid. ~ 2954 Psa 18:30 | 30 Want met U loop ik door een bende, en met mijn 2955 Psa 18:30 | en met mijn God spring ik over een muur. ~ 2956 Psa 18:38 | 38 Ik vervolgde mijn vijanden, 2957 Psa 18:38 | vijanden, en trof hen aan; en ik keerde niet weder, totdat 2958 Psa 18:38 | keerde niet weder, totdat ik hen verdaan had. ~ 2959 Psa 18:39 | 39 Ik doorstak hen, dat zij niet 2960 Psa 18:41 | mijn haters, die vernielde ik. ~ 2961 Psa 18:43 | 43 Toen vergruisde ik hen als stof voor den wind; 2962 Psa 18:43 | als stof voor den wind; ik ruimde hen weg als slijk 2963 Psa 18:44 | heidenen; het volk, dat ik niet kende, heeft mij gediend. ~ 2964 Psa 18:50 | 50 Daarom zal ik U, o HEERE! loven onder 2965 Psa 18:50 | heidenen; en Uw Naam zal ik psalmzingen; ~ 2966 Psa 19:14 | over mij heersen; dan zal ik oprecht zijn en rein van 2967 Psa 20:7 | 7 Alsnu weet ik, dat de HEERE Zijn Gezalfde 2968 Psa 22:3 | 3 Mijn God! Ik roep des daags, maar Gij 2969 Psa 22:3 | niet; en des nachts, en ik heb geen stilte. ~ 2970 Psa 22:7 | 7 Maar ik ben een worm en geen man, 2971 Psa 22:11 | 11 Op U ben ik geworpen van de baarmoeder 2972 Psa 22:15 | 15 Ik ben uitgestort als water, 2973 Psa 22:18 | 18 Al mijn beenderen zou ik kunnen tellen; zij schouwen 2974 Psa 22:23 | 23 Zo zal ik Uw Naam mijn broederen vertellen; 2975 Psa 22:23 | midden der gemeente zal ik U prijzen. ~ 2976 Psa 22:26 | zijn in een grote gemeente; ik zal mijn geloften betalen 2977 Psa 23:4 | 4Al ging ik ook in een dal der schaduw 2978 Psa 23:4 | dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want 2979 Psa 23:6 | de dagen mijns levens; en ik zal in het huis des HEEREN 2980 Psa 25:1 | Aleph. Tot U, o HEERE! hef ik mijn ziel op. ~ 2981 Psa 25:2 | Mijn God! op U vertrouw ik; laat mij niet beschaamd 2982 Psa 25:5 | mijns heils; U verwacht ik den ganse dag. ~ 2983 Psa 25:16 | en wees mij genadig, want ik ben eenzaam en ellendig. ~ 2984 Psa 25:20 | niet beschaamd worden, want ik betrouw op U. ~ 2985 Psa 25:21 | vroomheid mij behoeden, want ik verwacht U. ~ 2986 Psa 26:1 | Doe mij recht, HEERE! want ik wandel in mijn oprechtigheid; 2987 Psa 26:1 | in mijn oprechtigheid; en ik vertrouw op den HEERE, ik 2988 Psa 26:1 | ik vertrouw op den HEERE, ik zal niet wankelen. ~ 2989 Psa 26:3 | goedertierenheid is voor mijn ogen, en ik wandel in Uw waarheid. ~ 2990 Psa 26:4 | 4 Ik zit niet bij ijdele lieden, 2991 Psa 26:4 | en met bedekte lieden ga ik niet om. ~ 2992 Psa 26:5 | 5 Ik haat de vergadering der 2993 Psa 26:5 | en bij de goddelozen zit ik niet. ~ 2994 Psa 26:6 | 6 Ik was mijn handen in onschuld, 2995 Psa 26:6 | mijn handen in onschuld, en ik ga rondom uw altaar, o HEERE! ~ 2996 Psa 26:8 | 8 HEERE! ik heb lief de woning van Uw 2997 Psa 26:11 | 11 Maar ik wandel in mijn oprechtigheid, 2998 Psa 26:12 | voet staat op effen baan; ik zal den HEERE loven in de 2999 Psa 27:1 | mijn Heil, voor wien zou ik vrezen? De HEERE is mijns 3000 Psa 27:1 | levens kracht, voor wien zou ik vervaard zijn? ~


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-8724

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License