Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
ijzeroven 2
ijzers 6
ijzersmid 1
ik 8724
ikabod 2
ikes 1
ikkes 2
Frequency    [«  »]
9630 tot
9551 die
8801 zij
8724 ik
8706 gij
7945 dat
7933 is

Bijbel

IntraText - Concordances

ik

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-8724

     Book Chapter: Verse
3001 Psa 27:3 | mij opstond, zo vertrouw ik hierop. ~ 3002 Psa 27:4 | 4 Een ding heb ik van den HEERE begeerd, dat 3003 Psa 27:4 | den HEERE begeerd, dat zal ik zoeken: dat ik al de dagen 3004 Psa 27:4 | dat zal ik zoeken: dat ik al de dagen mijns levens 3005 Psa 27:6 | die rondom mij zijn, en ik zal in Zijn tent offeranden 3006 Psa 27:6 | offeranden des geklanks offeren; ik zal zingen, ja, psalmzingen 3007 Psa 27:7 | Hoor, HEERE! mijn stem, als ik roep; en wees mij genadig, 3008 Psa 27:8 | zegt: Zoek Mijn aangezicht; ik zoek Uw aangezicht, o HEERE! ~ 3009 Psa 27:13 | 13 Zo ik niet had geloofd, dat ik 3010 Psa 27:13 | ik niet had geloofd, dat ik het goede des HEEREN zou 3011 Psa 27:13 | in het land der levenden, ik ware vergaan. ~ 3012 Psa 28:1 | psalm van David. Tot U roep ik, HEERE! mijn Rotssteen, 3013 Psa 28:1 | als doof van mij af; opdat ik niet, zo Gij U van mij stil 3014 Psa 28:2 | stem mijner smekingen, als ik tot U roep, als ik mijn 3015 Psa 28:2 | als ik tot U roep, als ik mijn handen ophef naar de 3016 Psa 28:7 | mijn hart vertrouwd, en ik ben geholpen; dies springt 3017 Psa 28:7 | mijn hart van vreugde, en ik zal Hem met mijngezang loven. ~ 3018 Psa 30:2 | 2 Ik zal U verhogen, HEERE, want 3019 Psa 30:3 | 3 HEERE, mijn God! ik heb tot U geroepen, en Gij 3020 Psa 30:4 | het leven behouden, dat ik in den kuil niet ben nedergedaald. ~ 3021 Psa 30:7 | 7 Ik zeide wel in mijn voorspoed: 3022 Psa 30:7 | zeide wel in mijn voorspoed: Ik zal niet wankelen in eeuwigheid. ~ 3023 Psa 30:8 | aangezicht verborgt, werd ik verschrikt. ~ 3024 Psa 30:9 | 9 Tot U, HEERE! riep ik, en ik smeekte tot den HEERE: ~ 3025 Psa 30:9 | Tot U, HEERE! riep ik, en ik smeekte tot den HEERE: ~ 3026 Psa 30:13 | mijn God! in eeuwigheid zal ik U loven. ~  ~  ~  ~ 3027 Psa 31:2 | 2 Op U, o HEERE! betrouw ik, laat mij niet beschaamd 3028 Psa 31:6 | 6 In Uw hand beveel ik mijn geest; Gij hebt mij 3029 Psa 31:7 | 7 Ik haat degenen, die op valse 3030 Psa 31:7 | ijdelheden acht nemen, en ik betrouw op den HEERE. ~ 3031 Psa 31:8 | 8 Ik zal mij verheugen en verblijden 3032 Psa 31:12 | mijn wederpartijders ben ik, ook mijn naburen, grotelijks 3033 Psa 31:13 | 13 Ik ben uit het hart vergeten 3034 Psa 31:13 | hart vergeten als een dode; ik ben geworden als een bedorven 3035 Psa 31:14 | 14 Want ik hoorde de naspraak van velen; 3036 Psa 31:15 | 15 Maar ik vertrouw op U, o HEERE! 3037 Psa 31:15 | vertrouw op U, o HEERE! Ik zeg: Gij zijt mijn God. ~ 3038 Psa 31:18 | niet beschaamd worden, want ik roep U aan; laat de goddelozen 3039 Psa 31:23 | 23 Ik zeide wel in mijn haasten: 3040 Psa 31:23 | zeide wel in mijn haasten: Ik ben afgesneden van voor 3041 Psa 31:23 | stem mijner smekingen, als ik tot U riep. ~ 3042 Psa 32:3 | 3 Toen ik zweeg, werden mijn beenderen 3043 Psa 32:5 | 5 Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid 3044 Psa 32:5 | ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zeide: Ik zal belijdenis 3045 Psa 32:5 | ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zeide: Ik zal belijdenis 3046 Psa 32:5 | bedekte ik niet. Ik zeide: Ik zal belijdenis van mijn 3047 Psa 32:8 | 8 Ik zal u onderwijzen, en u 3048 Psa 32:8 | weg, dien gij gaan zult; Ik zal raad geven, Mijn oog 3049 Psa 35:2 | 2 Aleph. Ik zal den HEERE loven te aller 3050 Psa 35:5 | 5 Daleth. Ik heb den HEERE gezocht, en 3051 Psa 35:12 | kinderen! hoort naar mij! ik zal u des HEEREN vreze leren. ~ 3052 Psa 36:3 | tegemoet; zeg tot mijn ziel: Ik ben uw Heil. ~ 3053 Psa 36:11 | getuigen staan er op; hetgeen ik niet weet, eisen zij van 3054 Psa 36:13 | was een zak mijn kleed; ik kwelde mijn ziel met vasten, 3055 Psa 36:14 | 14 Ik ging steeds, alsof het een 3056 Psa 36:14 | een broeder geweest ware; ik ging gebukt in het zwart, 3057 Psa 36:15 | 15 Maar als ik hinkte, waren zij verblijd, 3058 Psa 36:15 | tot mij als geslagenen, en ik merkte niets; zij scheurden 3059 Psa 36:18 | 18 Zo zal ik U loven in de grote gemeente; 3060 Psa 36:18 | onder machtig veel volks zal ik U prijzen. ~ 3061 Psa 38:25 | 25 Nun. Ik ben jong geweest, ook ben 3062 Psa 38:25 | ben jong geweest, ook ben ik oud geworden, maar heb niet 3063 Psa 38:35 | 35 Resch. Ik heb gezien een gewelddrijvende 3064 Psa 38:36 | hij was er niet meer; en ik zocht hem, maar hij werd 3065 Psa 39:7 | 7 Ik ben krom geworden, ik ben 3066 Psa 39:7 | 7 Ik ben krom geworden, ik ben uitermate zeer nedergebogen; 3067 Psa 39:7 | uitermate zeer nedergebogen; ik ga den gansen dag in het 3068 Psa 39:9 | 9 Ik ben verzwakt, en uitermate 3069 Psa 39:9 | uitermate zeer verbrijzeld; ik brul van het geruis mijns 3070 Psa 39:14 | 14 Ik daarentegen ben als een 3071 Psa 39:14 | daarentegen ben als een dove, ik hoor niet, en als een stomme, 3072 Psa 39:15 | 15 Ja, ik ben als een man, die niet 3073 Psa 39:16 | 16 Want op U, HEERE! hoop ik; Gij zult verhoren, HEERE, 3074 Psa 39:17 | 17 Want ik zeide: Dat zij zich toch 3075 Psa 39:18 | 18 Want ik ben tot hinken gereed, en 3076 Psa 39:19 | 19 Want ik maak U mijn ongerechtigheid 3077 Psa 39:19 | ongerechtigheid bekend, ik ben bekommerd vanwege mijn 3078 Psa 39:21 | staan mij tegen, omdat ik het goede najaag. ~ 3079 Psa 40:2 | 2 Ik zeide: Ik zal mijn wegen 3080 Psa 40:2 | 2 Ik zeide: Ik zal mijn wegen bewaren, 3081 Psa 40:2 | mijn wegen bewaren, dat ik niet zondige met mijn tong; 3082 Psa 40:2 | niet zondige met mijn tong; ik zal mijn mond met een breidel 3083 Psa 40:3 | 3 Ik was verstomd door stilzwijgen, 3084 Psa 40:3 | verstomd door stilzwijgen, ik zweeg van het goede; maar 3085 Psa 40:4 | overdenking; toen sprak ik met mijn tong: ~ 3086 Psa 40:5 | mate mijner dagen zij; dat ik wete, hoe vergankelijk ik 3087 Psa 40:5 | ik wete, hoe vergankelijk ik zij. ~ 3088 Psa 40:8 | 8 En nu, wat verwacht ik, o HEERE! Mijn hoop, die 3089 Psa 40:10 | 10 Ik ben verstomd, ik zal mijn 3090 Psa 40:10 | 10 Ik ben verstomd, ik zal mijn mond niet opendoen, 3091 Psa 40:11 | Uw plage van op mij weg, ik ben bezweken van de bestrijding 3092 Psa 40:13 | niet tot mijn tranen; want ik ben een vreemdeling bij 3093 Psa 40:14 | 14 Wend U van mij af, dat ik mij verkwikke, eer dat ik 3094 Psa 40:14 | ik mij verkwikke, eer dat ik heenga, en ik niet meer 3095 Psa 40:14 | verkwikke, eer dat ik heenga, en ik niet meer zij. ~  ~ 3096 Psa 41:2 | 2 Ik heb den HEERE lang verwacht; 3097 Psa 41:6 | orde bij U verhalen; zal ik ze verkondigen en uitspreken, 3098 Psa 41:6 | zij menigvuldiger dan dat ik ze zou kunnen vertellen. ~ 3099 Psa 41:8 | 8 Toen zeide ik: Zie, ik kom; in de rol 3100 Psa 41:8 | 8 Toen zeide ik: Zie, ik kom; in de rol des boeks 3101 Psa 41:9 | 9 Ik heb lust, o mijn God! om 3102 Psa 41:10 | 10 Ik boodschap de gerechtigheid 3103 Psa 41:10 | zie, mijn lippen bedwing ik niet; HEERE! Gij weet het. ~ 3104 Psa 41:11 | 11 Uw gerechtigheid bedek ik niet in het midden mijns 3105 Psa 41:11 | waarheid en Uw heil spreek ik uit; Uw weldadigheid en 3106 Psa 41:11 | weldadigheid en Uw trouw verheel ik niet in de grote gemeente. ~ 3107 Psa 41:13 | hebben mij aangegrepen, dat ik niet heb kunnen zien; zij 3108 Psa 41:18 | 18 Ik ben wel ellendig en nooddruftig, 3109 Psa 42:5 | 5 Ik zeide: O HEERE! wees mij 3110 Psa 42:5 | genees mijn ziel, want ik heb tegen U gezondigd. ~ 3111 Psa 42:10 | mijns vredes, op welken ik vertrouwde, die mijn brood 3112 Psa 42:11 | genadig, en richt mij op; en ik zal het hun vergelden. ~ 3113 Psa 42:12 | 12 Hierbij weet ik, dat Gij lust aan mij hebt, 3114 Psa 42:17 | levenden God; wanneer zal ik ingaan, en voor Gods aangezicht 3115 Psa 42:19 | 5 Ik gedenk daaraan, en stort 3116 Psa 42:19 | mijn ziel uit in mij, omdat ik placht heen te gaan onder 3117 Psa 42:20 | in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven voor de 3118 Psa 42:21 | neder in mij, daarom gedenk ik Uwer uit het land van de 3119 Psa 42:24 | 10 Ik zal zeggen tot God: Mijn 3120 Psa 42:24 | vergeet Gij mij? Waarom ga ik in het zwart, vanwege des 3121 Psa 42:26 | in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is 3122 Psa 43:2 | verstoot Gij mij dan? Waarom ga ik steeds in het zwart, vanwege 3123 Psa 43:4 | 4En dat ik inga tot Gods altaar, tot 3124 Psa 43:5 | in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is 3125 Psa 44:7 | 7 Want ik vertrouw niet op mijn boog, 3126 Psa 45:2 | geeft een goede rede op; ik zegge mijn gedichten uit 3127 Psa 45:18 | 18 Ik zal Uws Naams doen gedenken 3128 Psa 46:11 | 11 Laat af, en weet, dat Ik God ben; Ik zal verhoogd 3129 Psa 46:11 | en weet, dat Ik God ben; Ik zal verhoogd worden onder 3130 Psa 46:11 | worden onder de heidenen, Ik zal verhoogd worden op de 3131 Psa 49:5 | 5 Ik zal mijn oor neigen tot 3132 Psa 49:5 | oor neigen tot een spreuk; ik zal mijn verborgene rede 3133 Psa 49:6 | 6 Waarom zou ik vrezen in kwade dagen, als 3134 Psa 50:7 | 7 Hoort, Mijn volk! en Ik zal spreken; Israel! en 3135 Psa 50:7 | zal spreken; Israel! en Ik zal onder u betuigen; Ik, 3136 Psa 50:7 | Ik zal onder u betuigen; Ik, God, ben uw God. ~ 3137 Psa 50:8 | 8 Om uw offeranden zal Ik u niet straffen, want uw 3138 Psa 50:9 | 9 Ik zal uit uw huis geen var 3139 Psa 50:11 | 11 Ik ken al het gevogelte der 3140 Psa 50:12 | 12 Zo Mij hongerde, Ik zou het u niet zeggen; want 3141 Psa 50:13 | 13 Zou Ik stierenvlees eten, of bokkenbloed 3142 Psa 50:15 | den dag der benauwdheid; Ik zal er u uithelpen, en gij 3143 Psa 50:21 | Deze dingen doet gij, en Ik zwijg; gij meent, dat Ik 3144 Psa 50:21 | Ik zwijg; gij meent, dat Ik te enenmale ben, gelijk 3145 Psa 50:21 | enenmale ben, gelijk gij; Ik zal u straffen, en zal het 3146 Psa 50:22 | gij godvergetenden! opdat Ik niet verscheure en niemand 3147 Psa 50:23 | weg wel aanstelt, dien zal Ik Gods heil doen zien. ~  ~  ~ 3148 Psa 51:5 | 5 Want ik ken mijn overtredingen, 3149 Psa 51:6 | 6 Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan, dat 3150 Psa 51:7 | 7 Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, 3151 Psa 51:9 | Ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn; was mij, 3152 Psa 51:9 | zal rein zijn; was mij, en ik zal witter zijn dan sneeuw. ~ 3153 Psa 51:15 | 15 Zo zal ik de overtreders Uw wegen 3154 Psa 51:18 | tot offerande, anders zou ik ze geven; in brandofferen 3155 Psa 52:10 | 10 Maar ik zal zijn als een groene 3156 Psa 52:10 | olijfboom in Gods huis; ik vertrouw op Gods goedertierenheid 3157 Psa 52:11 | 11 Ik zal U loven in eeuwigheid, 3158 Psa 52:11 | Gij het gedaan hebt; en ik zal Uw Naam verwachten; 3159 Psa 54:8 | vrijwilligheid offeren; ik zal Uw Naam, o HEERE! loven, 3160 Psa 55:3 | op mij, en verhoor mij; ik bedrijf misbaar in mijn 3161 Psa 55:7 | 7 Zodat ik zeg: Och, dat mij iemand 3162 Psa 55:7 | vleugelen, als ener duive, gave! ik zou henenvliegen, waar ik 3163 Psa 55:7 | ik zou henenvliegen, waar ik blijven mocht. ~ 3164 Psa 55:8 | 8 Ziet, ik zou ver wegzwerven, ik zou 3165 Psa 55:8 | ik zou ver wegzwerven, ik zou vernachten in de woestijn. 3166 Psa 55:9 | 9 Ik zou haasten, dat ik ontkwame, 3167 Psa 55:9 | 9 Ik zou haasten, dat ik ontkwame, van den drijvenden 3168 Psa 55:10 | HEERE! deel hun tong; want ik zie wrevel en twist in de 3169 Psa 55:13 | die mij hoont, anders zou ik het hebben gedragen; het 3170 Psa 55:13 | groot maakt, anders zou ik mij voor hem verborgen hebben. ~ 3171 Psa 55:17 | 17 Mij aangaande, ik zal tot God roepen, en de 3172 Psa 55:18 | morgens, en des middags zal ik klagen en getier maken; 3173 Psa 55:24 | niet ter helft brengen; ik, daarentegen, zal op U vertrouwen. ~  ~ 3174 Psa 56:3 | dag op te slokken; want ik heb veel bestrijders, o 3175 Psa 56:4 | 4 Ten dage, als ik zal vrezen, zal ik op U 3176 Psa 56:4 | als ik zal vrezen, zal ik op U vertrouwen. ~ 3177 Psa 56:5 | 5 In God zal ik Zijn woord prijzen; ik vertrouw 3178 Psa 56:5 | zal ik Zijn woord prijzen; ik vertrouw op God, ik zal 3179 Psa 56:5 | prijzen; ik vertrouw op God, ik zal niet vrezen; wat zoude 3180 Psa 56:10 | achterwaarts keren, ten dage als ik roepen zal; dit weet ik, 3181 Psa 56:10 | ik roepen zal; dit weet ik, dat God met mij is. ~ 3182 Psa 56:11 | 11 In God zal ik het woord prijzen; in den 3183 Psa 56:11 | prijzen; in den HEERE zal ik het woord prijzen. ~ 3184 Psa 56:12 | 12 Ik vertrouw op God, ik zal 3185 Psa 56:12 | 12 Ik vertrouw op God, ik zal niet vrezen; wat zou 3186 Psa 56:13 | op mij zijn Uw geloften; ik zal U dankzeggingen vergelden; ~ 3187 Psa 57:2 | mijn ziel betrouwt op U, en ik neem mijn toevlucht onder 3188 Psa 57:3 | 3 Ik zal roepen tot God, den 3189 Psa 57:5 | het midden der leeuwen, ik lig onder stokebranden, 3190 Psa 57:8 | God! mijn hart is bereid; ik zal zingen, en psalmzingen. ~ 3191 Psa 57:9 | waak op, gij, luit en harp! ik zal in den dageraad opwaken. ~ 3192 Psa 57:10 | 10 Ik zal U loven onder de volken, 3193 Psa 57:10 | onder de volken, o Heere! ik zal U psalmzingen onder 3194 Psa 59:10 | 10 Tegen zijn sterkte zal ik op U wachten; want God is 3195 Psa 59:17 | 17 Maar ik zal Uw sterkte zingen, en 3196 Psa 59:18 | Van U, o mijn Sterkte! zal ik psalmzingen; want God is 3197 Psa 60:8 | Zijn heiligdom; dies zal ik van vreugde opspringen; 3198 Psa 60:8 | van vreugde opspringen; ik zal Sichem delen, en het 3199 Psa 60:8 | het dal van Sukkoth zal ik afmeten. 3200 Psa 60:10 | mijn waspot; op Edom zal ik mijn schoen werpen! juich 3201 Psa 61:3 | het einde des lands roep ik tot U als mijn hart overstelpt 3202 Psa 61:5 | verkeren in eeuwigheden; ik zal mijn toevlucht nemen 3203 Psa 61:9 | 9Zo zal ik Uw Naam psalmzingen in eeuwigheid; 3204 Psa 61:9 | psalmzingen in eeuwigheid; opdat ik mijn geloften betale, dag 3205 Psa 62:3 | Heil, mijn Hoog Vertrek, ik zal niet grotelijks wankelen. ~ 3206 Psa 62:7 | Heil, mijn Hoog Vertrek; ik zal niet wankelen. ~ 3207 Psa 62:12 | heeft een ding gesproken, ik heb dit tweemaal gehoord: 3208 Psa 63:2 | God! Gij zijt mijn God! ik zoek U in den dageraad; 3209 Psa 63:3 | 3 Voorwaar, ik heb U in het heiligdom aanschouwd, 3210 Psa 63:5 | 5 Alzo zou ik U loven in mijn leven; in 3211 Psa 63:5 | mijn leven; in Uw Naam zou ik mijn handen opheffen. ~ 3212 Psa 63:7 | 7 Als ik Uwer gedenk op mijn legerstede, 3213 Psa 63:7 | mijn legerstede, zo peins ik aan U in de nachtwaken. ~ 3214 Psa 63:8 | schaduw Uwer vleugelen zal ik vrolijk zingen. ~ 3215 Psa 66:13 | 13 Ik zal met brandofferen in 3216 Psa 66:13 | brandofferen in Uw huis gaan; ik zal U mijn geloften betalen, ~ 3217 Psa 66:15 | Brandofferen van mergbeesten zal ik U offeren, met rookwerk 3218 Psa 66:15 | met rookwerk van rammen; ik zal runderen met bokken 3219 Psa 66:16 | gij, die God vreest, en ik zal vertellen, wat Hij aan 3220 Psa 66:17 | 17 Ik riep tot Hem met mijn mond, 3221 Psa 66:18 | 18 Had ik naar ongerechtigheid met 3222 Psa 68:23 | 23 De Heere heeft gezegd: Ik zal wederbrengen uit Basan; 3223 Psa 68:23 | wederbrengen uit Basan; Ik zal wederbrengen uit de 3224 Psa 69:3 | 3 Ik ben gezonken in grondeloze 3225 Psa 69:3 | waar men niet kan staan; ik ben gekomen in de diepten 3226 Psa 69:4 | 4 Ik ben vermoeid van mijn roepen, 3227 Psa 69:4 | ogen zijn bezweken, daar ik ben hopende op mijn God. ~ 3228 Psa 69:5 | zijn machtig geworden; wat ik niet geroofd heb, moet ik 3229 Psa 69:5 | ik niet geroofd heb, moet ik alsdan wedergeven. ~ 3230 Psa 69:8 | 8 Want om Uwentwil draag ik versmaadheid; schande heeft 3231 Psa 69:9 | 9 Ik ben mijn broederen vreemd 3232 Psa 69:11 | 11 En ik heb geweend in het vasten 3233 Psa 69:12 | 12 En ik heb een zak tot mijn kleed 3234 Psa 69:12 | mijn kleed aangedaan; maar ik ben hun tot een spreekwoord 3235 Psa 69:13 | zitten, klappen van mij; en ik ben een snarenspel dergenen, 3236 Psa 69:21 | heeft mijn hart gebroken, en ik ben zeer zwak; en ik heb 3237 Psa 69:21 | en ik ben zeer zwak; en ik heb gewacht naar medelijden, 3238 Psa 69:30 | 30 Doch ik ben ellendig en in smart; 3239 Psa 69:31 | 31 Ik zal Gods Naam prijzen met 3240 Psa 70:6 | 6Doch ik ben ellendig en nooddruftig; 3241 Psa 71:1 | 1 Op U, o HEERE! betrouw ik; laat mij niet beschaamd 3242 Psa 71:6 | 6 Op U heb ik gesteund van den buik aan; 3243 Psa 71:7 | 7 Ik ben velen als een wonder 3244 Psa 71:14 | 14 Doch ik zal geduriglijk hopen, en 3245 Psa 71:15 | gansen dag Uw heil; hoewel ik de getallen niet weet. ~ 3246 Psa 71:16 | 16 Ik zal heengaan in de mogendheden 3247 Psa 71:16 | mogendheden des Heeren HEEREN; ik zal Uw gerechtigheid vermelden, 3248 Psa 71:17 | en tot nog toe verkondig ik Uw wonderen. ~ 3249 Psa 71:18 | mij niet, o God, totdat ik dezen geslachte verkondige 3250 Psa 71:22 | 22 Ook zal ik U loven met het instrument 3251 Psa 71:22 | luit, Uw trouw, mijn God; ik zal U psalmzingen met de 3252 Psa 71:23 | zullen juichen, wanneer ik U zal psalmzingen, en mijn 3253 Psa 73:3 | 3 Want ik was nijdig op de dwazen, 3254 Psa 73:13 | 13 Immers heb ik tevergeefs mijn hart gezuiverd, 3255 Psa 73:14 | 14 Dewijl ik den gansen dag geplaagd 3256 Psa 73:15 | 15 Indien ik zou zeggen: Ik zal ook alzo 3257 Psa 73:15 | 15 Indien ik zou zeggen: Ik zal ook alzo spreken; ziet, 3258 Psa 73:15 | alzo spreken; ziet, zo zou ik trouweloos zijn aan het 3259 Psa 73:16 | 16 Nochtans heb ik gedacht om dit te mogen 3260 Psa 73:17 | 17 Totdat ik in Gods heiligdommen inging, 3261 Psa 73:21 | hart opgezwollen was, en ik in mijn nieren geprikkeld 3262 Psa 73:22 | 22 Toen was ik onvernuftig, en wist niets; 3263 Psa 73:22 | onvernuftig, en wist niets; ik was een groot beest bij 3264 Psa 73:23 | 23 Ik zal dan geduriglijk bij 3265 Psa 73:25 | 25 Wien heb ik nevens U in den hemel? Nevens 3266 Psa 73:28 | goed nabij God te wezen; ik zet mijn betrouwen op den 3267 Psa 75:3 | 3 Als ik het bestemde ambt zal ontvangen 3268 Psa 75:3 | ontvangen hebben, zo zal ik gans recht richten. ~ 3269 Psa 75:4 | inwoners waren versmolten; maar ik heb zijn pilaren vastgemaakt. 3270 Psa 75:5 | 5 Ik heb gezegd tot de onzinnigen: 3271 Psa 75:10 | 10 En ik zal het in eeuwigheid verkondigen; 3272 Psa 75:10 | eeuwigheid verkondigen; ik zal den God Jakobs psalmzingen. ~ 3273 Psa 75:11 | 11 En ik zal alle hoornen der goddelozen 3274 Psa 77:2 | Mijn stem is tot God, en ik roep; mijn stem is tot God, 3275 Psa 77:3 | mijner benauwdheid zocht ik den HEERE; mijn hand was 3276 Psa 77:4 | 4 Dacht ik aan God, zo maakte ik misbaar; 3277 Psa 77:4 | Dacht ik aan God, zo maakte ik misbaar; peinsde ik, zo 3278 Psa 77:4 | maakte ik misbaar; peinsde ik, zo werd mijn ziel overstelpt. 3279 Psa 77:5 | hieldt mijn ogen wakende; ik was verslagen, en sprak 3280 Psa 77:6 | 6 Ik overdacht de dagen van ouds, 3281 Psa 77:7 | 7 Ik dacht aan mijn snarenspel; 3282 Psa 77:7 | in den nacht overlegde ik in mijn hart, en mijn geest 3283 Psa 77:11 | 11 Daarna zeide ik: Dit krenkt mij; maar de 3284 Psa 77:12 | 12 Ik zal de daden des HEEREN 3285 Psa 77:12 | des HEEREN gedenken; ja, ik zal gedenken Uw wonderen 3286 Psa 78:2 | 2 Ik zal mijn mond opendoen met 3287 Psa 78:2 | mond opendoen met spreuken; ik zal verborgenheden overvloediglijk 3288 Psa 81:6 | tegen Egypteland; alwaar ik gehoord heb een spraak, 3289 Psa 81:6 | gehoord heb een spraak, die ik niet verstond; ~ 3290 Psa 81:7 | 7 Ik heb zijn schouder van den 3291 Psa 81:8 | benauwdheid riept gij, en Ik hielp u uit; Ik antwoordde 3292 Psa 81:8 | gij, en Ik hielp u uit; Ik antwoordde u uit de schuilplaats 3293 Psa 81:8 | schuilplaats des donders; Ik beproefde u aan de wateren 3294 Psa 81:9 | 9 Mijn volk, zeide Ik hoor toe, en Ik zal onder 3295 Psa 81:9 | volk, zeide Ik hoor toe, en Ik zal onder u betuigen, Israel, 3296 Psa 81:11 | 11 Ik ben de Heere, uw God, Die 3297 Psa 81:11 | doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen. ~ 3298 Psa 81:13 | 13 Dies heb Ik het overgegeven in het goeddunken 3299 Psa 81:15 | 15 In kort zou Ik hun vijanden gedempt hebben, 3300 Psa 81:17 | het vette der tarwe; ja, Ik zou u verzadigd hebben met 3301 Psa 84:11 | beter dan duizend elders; ik koos liever aan den dorpel 3302 Psa 85:9 | 9 Ik zal horen, wat God, de HEERE, 3303 Psa 86:1 | Uw oor, verhoor mij; want ik ben ellendig en nooddruftig. ~ 3304 Psa 86:2 | 2 Bewaar mijn ziel, want ik ben Uw gunstgenoot, o Gij, 3305 Psa 86:3 | mij genadig, HEERE! want ik roep tot U den gansen dag. ~ 3306 Psa 86:4 | want tot U, HEERE! verhef ik mijn ziel. ~ 3307 Psa 86:7 | mijner benauwdheid roep ik U aan, want Gij verhoort 3308 Psa 86:11 | Leer mij, HEERE! Uw weg; ik zal in Uw waarheid wandelen; 3309 Psa 86:12 | 12 Heere, mijn God! ik zal U met mijn ganse hart 3310 Psa 86:12 | mijn ganse hart loven, en ik zal Uw Naam eren in eeuwigheid; ~ 3311 Psa 88:2 | bij dag, bij nacht roep ik voor U. 3312 Psa 88:5 | 5 Ik ben gerekend met degenen, 3313 Psa 88:5 | die in de kuil nederdalen; ik ben geworden als een man, 3314 Psa 88:9 | een groten gruwel gesteld; ik ben besloten, en kan niet 3315 Psa 88:10 | vanwege verdrukking; HEERE! ik roep tot U den gansen dag; 3316 Psa 88:10 | roep tot U den gansen dag; ik strek mijn handen uit tot 3317 Psa 88:14 | 14 Maar ik, HEERE! roep tot U, en mijn 3318 Psa 88:16 | 16 Van der jeugd aan ben ik bedrukt en doodbrakende; 3319 Psa 88:16 | bedrukt en doodbrakende; ik draag Uw vervaarnissen, 3320 Psa 88:16 | draag Uw vervaarnissen, ik ben twijfelmoedig. ~ 3321 Psa 89:2 | 2 Ik zal de goedertierenheid 3322 Psa 89:2 | HEEREN eeuwiglijk zingen; ik zal Uw waarheid met mijn 3323 Psa 89:3 | 3 Want ik heb gezegd: Uw goedertierenheid 3324 Psa 89:4 | 4 Ik heb een verbond gemaakt 3325 Psa 89:4 | gemaakt met Mijn uitverkorene; Ik heb Mijn knecht David gezworen: ~ 3326 Psa 89:5 | 5 Ik zal uw zaad tot in eeuwigheid 3327 Psa 89:20 | van Uw heilige, en gezegd: Ik heb hulp besteld bij een 3328 Psa 89:20 | hulp besteld bij een held; Ik heb een verkorene uit het 3329 Psa 89:21 | 21 Ik heb David, Mijn knecht, 3330 Psa 89:21 | met Mijn heilige olie heb Ik hem gezalfd; ~ 3331 Psa 89:24 | 24 Maar Ik zal zijn wederpartijders 3332 Psa 89:24 | aangezicht, en die hem haten, zal Ik plagen. ~ 3333 Psa 89:26 | 26 En Ik zal zijn hand in de zee 3334 Psa 89:28 | 28 Ook zal Ik hem ten eerstgeborenen zoon 3335 Psa 89:29 | 29 Ik zal hem Mijn goedertierenheid 3336 Psa 89:30 | 30 En Ik zal zijn zaad in eeuwigheid 3337 Psa 89:33 | 33 Zo zal Ik hun overtreding met de roede 3338 Psa 89:34 | Mijn goedertierenheid zal Ik van hem niet wegnemen, en 3339 Psa 89:35 | 35 Ik zal Mijn verbond niet ontheiligen, 3340 Psa 89:35 | Mijn lippen gegaan is, zal Ik niet veranderen. ~ 3341 Psa 89:36 | 36 Ik heb eens gezworen bij Mijn 3342 Psa 89:36 | bij Mijn heiligheid: Zo Ik aan David liege! ~ 3343 Psa 89:48 | Gedenk van hoedanige eeuw ik ben; waarom zoudt Gij aller 3344 Psa 89:51 | smaad Uwer knechten, dien ik in mijn boezem draag, van 3345 Psa 91:2 | 2 Ik zal tot den HEERE zeggen: 3346 Psa 91:2 | Burg! mijn God, op Welken ik vertrouw! ~ 3347 Psa 91:14 | bemint, spreekt God, zo zal Ik hem uithelpen; Ik zal hem 3348 Psa 91:14 | zo zal Ik hem uithelpen; Ik zal hem op een hoogte stellen, 3349 Psa 91:15 | Hij zal Mij aanroepen, en Ik zal hem verhoren; in de 3350 Psa 91:15 | verhoren; in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn. Ik zal er 3351 Psa 91:15 | benauwdheid zal Ik bij hem zijn. Ik zal er hem uittrekken, en 3352 Psa 91:16 | 16 Ik zal hem met langheid der 3353 Psa 91:16 | der dagen verzadigen, en Ik zal hem Mijn heil doen zien. ~  ~  ~ 3354 Psa 92:5 | verblijd, HEERE! met Uw daden, ik zal juichen over de werken 3355 Psa 92:11 | gelijk eens eenhoorns; ik ben met verse olie overgoten. ~ 3356 Psa 94:18 | 18 Als ik zeide: Mijn voet wankelt; 3357 Psa 95:10 | 10 Veertig jaren heb Ik verdriet gehad aan dit geslacht, 3358 Psa 95:11 | 11 Daarom heb Ik in Mijn toorn gezworen: 3359 Psa 101:1 | 1Een psalm van David. Ik zal van goedertierenheid 3360 Psa 101:1 | goedertierenheid en recht zingen; U zal ik psalmzingen, o HEERE! ~ 3361 Psa 101:2 | zult Gij tot mij komen? Ik zal in het midden mijns 3362 Psa 101:3 | voor mijn ogen stellen; ik haat het doen der afvalligen, 3363 Psa 101:4 | mij wijken; den boze zal ik niet kennen. ~ 3364 Psa 101:5 | heimelijke achterklapt; dien zal ik verdelgen; die hoog van 3365 Psa 101:5 | trots van hart, die zal ik niet vermogen. ~ 3366 Psa 101:8 | 8Allen morgen zal ik alle goddelozen des lands 3367 Psa 102:3 | benauwdheid; ten dagen als ik roep, verhoor mij haastelijk. ~ 3368 Psa 102:5 | verdord als gras, zodat ik vergeten heb mijn brood 3369 Psa 102:7 | 7 Ik ben een roerdomp der woestijn 3370 Psa 102:7 | woestijn gelijk geworden, ik ben geworden als een steenuil 3371 Psa 102:8 | 8 Ik waak, en ben geworden als 3372 Psa 102:10 | 10 Want ik eet as als brood, en vermeng 3373 Psa 102:12 | een afgaande schaduw, en ik verdor als gras. ~ 3374 Psa 102:25 | 25 Ik zeide: Mijn God! neem mij 3375 Psa 104:33 | 33 Ik zal den HEERE zingen in 3376 Psa 104:33 | HEERE zingen in mijn leven; ik zal mijn God psalmzingen, 3377 Psa 104:33 | God psalmzingen, terwijl ik nog ben. ~ 3378 Psa 104:34 | overdenking van Hem zal zoet zijn; ik zal mij in den HEERE verblijden. ~ 3379 Psa 105:11 | 11 Zeggende: Ik zal u geven het land Kanaan, 3380 Psa 106:5 | 5 Opdat ik aanschouwe het goede Uwer 3381 Psa 106:5 | Uwer uitverkorenen; opdat ik mij verblijde met de blijdschap 3382 Psa 106:5 | blijdschap Uws volks; opdat ik mij beroeme met Uw erfdeel. 3383 Psa 108:2 | God! mijn hart is bereid; ik zal zingen en psalmzingen, 3384 Psa 108:3 | Waak op, gij luit en harp! ik zal in den dageraad opwaken. ~ 3385 Psa 108:4 | 4 Ik zal U loven onder de volken, 3386 Psa 108:4 | onder de volken, o HEERE! en ik zal U psalmzingen onder 3387 Psa 108:8 | Zijn heiligdom, dies zal ik van vreugde opspringen; 3388 Psa 108:8 | van vreugde opspringen; ik zal Sichem delen, en het 3389 Psa 108:8 | het dal van Sukkoth zal ik afmeten. 3390 Psa 108:10 | mijn waspot; op Edom zal ik mijn schoen werpen; over 3391 Psa 108:10 | werpen; over Palestina zal ik juichen. ~ 3392 Psa 109:4 | staan zij mij tegen; maar ik was steeds in het gebed. ~ 3393 Psa 109:22 | 22 Want ik ben ellendig en nooddruftig, 3394 Psa 109:23 | 23 Ik ga heen gelijk een schaduw, 3395 Psa 109:23 | wanneer zij zich neigt; ik worde omgedreven als een 3396 Psa 109:25 | 25 Nog ben ik hun een smaad; als zij mij 3397 Psa 109:30 | 30 Ik zal den HEERE met mijn mond 3398 Psa 109:30 | het midden van velen zal ik Hem prijzen. ~ 3399 Psa 110:1 | Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben 3400 Psa 111:1 | 1 Hallelujah! Aleph. Ik zal den HEERE loven van 3401 Psa 116:1 | 1 Ik heb lief, want de HEERE 3402 Psa 116:2 | Zijn oor tot mij; dies zal ik Hem in mijn dagen aanroepen. ~ 3403 Psa 116:3 | hel hadden mij getroffen; ik vond benauwdheid en droefenis. ~ 3404 Psa 116:4 | 4 Maar ik riep den Naam des HEEREN 3405 Psa 116:6 | bewaart de eenvoudigen; ik was uitgeteerd, doch Hij 3406 Psa 116:9 | 9 Ik zal wandelen voor het aangezicht 3407 Psa 116:10 | 10 Ik heb geloofd, daarom sprak 3408 Psa 116:10 | heb geloofd, daarom sprak ik; ik ben zeer bedrukt geweest. ~ 3409 Psa 116:10 | geloofd, daarom sprak ik; ik ben zeer bedrukt geweest. ~ 3410 Psa 116:11 | 11 Ik zeide in mijn haasten: Alle 3411 Psa 116:12 | 12 Wat zal ik den HEERE vergelden voor 3412 Psa 116:13 | 13 Ik zal den beker der verlossingen 3413 Psa 116:14 | 14 Mijn geloften zal ik den HEERE betalen, nu, in 3414 Psa 116:16 | 16 Och, HEERE! zekerlijk ik ben Uw knecht, ik ben Uw 3415 Psa 116:16 | zekerlijk ik ben Uw knecht, ik ben Uw knecht, een zoon 3416 Psa 116:17 | 17 Ik zal U offeren, offerande 3417 Psa 116:18 | 18 Mijn geloften zal ik den HEERE betalen, nu, in 3418 Psa 118:5 | 5 Uit de benauwdheid heb ik den HEERE aangeroepen; de 3419 Psa 118:6 | 6 De HEERE is bij mij, ik zal niet vrezen; wat zal 3420 Psa 118:7 | die mij helpen; daarom zal ik mijn lust zien aan degenen, 3421 Psa 118:10 | den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen heb. ~ 3422 Psa 118:11 | den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen heb. ~ 3423 Psa 118:12 | den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen heb. ~ 3424 Psa 118:17 | 17 Ik zal niet sterven, maar leven; 3425 Psa 118:17 | sterven, maar leven; en ik zal de werken des HEEREN 3426 Psa 118:19 | der gerechtigheid open, ik zal daardoor ingaan, ik 3427 Psa 118:19 | ik zal daardoor ingaan, ik zal den HEERE loven. ~ 3428 Psa 118:21 | 21 Ik zal U loven, omdat Gij mij 3429 Psa 118:28 | zijt mijn God, daarom zal ik U loven; o mijn God! ik 3430 Psa 118:28 | ik U loven; o mijn God! ik zal U verhogen. ~ 3431 Psa 119:6 | 6  Dan zou ik niet beschaamd worden, wanneer 3432 Psa 119:6 | beschaamd worden, wanneer ik merken zou op al Uw geboden. ~ 3433 Psa 119:7 | 7  Ik zal U loven in oprechtheid 3434 Psa 119:7 | oprechtheid des harten, als ik de rechten Uwer gerechtigheid 3435 Psa 119:8 | 8  Ik zal Uw inzettingen bewaren; 3436 Psa 119:10 | 10  Ik zoek U met mijn gehele hart, 3437 Psa 119:11 | 11  Ik heb Uw rede in mijn hart 3438 Psa 119:11 | mijn hart verborgen, opdat ik tegen U niet zondigen zou. ~ 3439 Psa 119:13 | 13  Ik heb met mijn lippen verteld 3440 Psa 119:14 | 14  Ik ben vrolijker in den weg 3441 Psa 119:15 | 15  Ik zal Uw bevelen overdenken, 3442 Psa 119:16 | 16  Ik zal mijzelven vermaken in 3443 Psa 119:16 | inzettingen; Uw woord zal ik niet vergeten. ~ 3444 Psa 119:17 | Doe wel bij Uw knecht, dat ik leve en Uw woord beware. ~ 3445 Psa 119:18 | 18  Ontdek mijn ogen, dat ik aanschouwe de wonderen van 3446 Psa 119:19 | 19  Ik ben een vreemdeling op de 3447 Psa 119:22 | versmaadheid en verachting, want ik heb Uw getuigenissen onderhouden. ~ 3448 Psa 119:26 | 26  Ik heb U mijn wegen verteld, 3449 Psa 119:27 | bevelen te verstaan, opdat ik Uw wonderen betrachte. ~ 3450 Psa 119:30 | 30  Ik heb verkoren den weg der 3451 Psa 119:30 | waarheid, Uw rechten heb ik mij voorgesteld. ~ 3452 Psa 119:31 | 31  Ik kleef vast aan Uw getuigenissen; 3453 Psa 119:32 | 32  Ik zal den weg Uwer geboden 3454 Psa 119:33 | weg Uwer inzettingen, en ik zal hem houden ten einde 3455 Psa 119:34 | Geef mij het verstand, en ik zal Uw wet houden; ja, ik 3456 Psa 119:34 | ik zal Uw wet houden; ja, ik zal ze onderhouden met gansen 3457 Psa 119:35 | geboden, want daarin heb ik lust. ~ 3458 Psa 119:39 | Wend mijn smaadheid af, die ik vreze, want Uw rechten zijn 3459 Psa 119:40 | 40  Zie, ik heb een begeerte tot Uw 3460 Psa 119:42 | 42  Opdat ik mijn smader wat heb te antwoorden, 3461 Psa 119:42 | heb te antwoorden, want ik vertrouw op Uw woord. ~ 3462 Psa 119:43 | mond niet al te zeer, want ik hoop op Uw rechten. ~ 3463 Psa 119:44 | 44  Zo zal ik Uw wet steeds onderhouden, 3464 Psa 119:45 | 45  En ik zal wandelen in de ruimte, 3465 Psa 119:45 | wandelen in de ruimte, omdat ik Uw bevelen gezocht heb. ~ 3466 Psa 119:46 | 46  Ook zal ik voor koningen spreken van 3467 Psa 119:47 | 47  En ik zal mij vermaken in Uw geboden, 3468 Psa 119:47 | vermaken in Uw geboden, die ik liefheb. 3469 Psa 119:48 | 48  En ik zal mijn handen opheffen 3470 Psa 119:48 | opheffen naar Uw geboden, die ik liefheb, en ik zal Uw inzettingen 3471 Psa 119:48 | geboden, die ik liefheb, en ik zal Uw inzettingen betrachten. ~ 3472 Psa 119:51 | zeer bespot; nochtans ben ik van Uw wet niet geweken. ~ 3473 Psa 119:52 | 52  Ik heb gedacht, o HEERE! aan 3474 Psa 119:55 | 55  HEERE! des nachts ben ik Uws Naams gedachtig geweest, 3475 Psa 119:56 | Dat is mij geschied, omdat ik Uw bevelen bewaard heb. 3476 Psa 119:57 | De HEERE is mijn deel, ik heb gezegd, dat ik Uw woorden 3477 Psa 119:57 | deel, ik heb gezegd, dat ik Uw woorden zal bewaren. ~ 3478 Psa 119:58 | 58  Ik heb Uw aanschijn ernstelijk 3479 Psa 119:59 | 59  Ik heb mijn wegen bedacht, 3480 Psa 119:60 | 60  Ik heb gehaast, en niet vertraagd 3481 Psa 119:61 | mij beroofd; nochtans heb ik Uw wet niet vergeten. ~ 3482 Psa 119:62 | 62  Te middernacht sta ik op, om U te loven voor de 3483 Psa 119:63 | 63  Ik ben een gezel van allen, 3484 Psa 119:66 | zin en wetenschap, want ik heb aan Uw geboden geloofd. ~ 3485 Psa 119:67 | 67  Eer ik verdrukt werd, dwaalde ik, 3486 Psa 119:67 | ik verdrukt werd, dwaalde ik, maar nu onderhoud ik Uw 3487 Psa 119:67 | dwaalde ik, maar nu onderhoud ik Uw woord. ~ 3488 Psa 119:69 | tegen mij gestoffeerd; doch ik bewaar Uw bevelen van ganser 3489 Psa 119:70 | hart is vet als smeer; maar ik heb vermaak in Uw wet. ~ 3490 Psa 119:71 | 71  Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest, opdat 3491 Psa 119:71 | verdrukt ben geweest, opdat ik Uw inzettingen leerde. ~ 3492 Psa 119:73 | maak mij verstandig, opdat ik Uw geboden lere. ~ 3493 Psa 119:74 | en zich verblijden, omdat ik op Uw woord gehoopt heb. ~ 3494 Psa 119:75 | 75  Ik weet, HEERE! dat Uw gerichten 3495 Psa 119:77 | barmhartigheden overkomen, opdat ik leve, want Uw wet is al 3496 Psa 119:78 | nedergestoten hebben; doch ik betracht Uw geboden. ~ 3497 Psa 119:80 | tot Uw inzettingen, opdat ik niet beschaamd worde. ~ 3498 Psa 119:81 | Uw heil; op Uw woord heb ik gehoopt. ~ 3499 Psa 119:82 | naar Uw toezegging, terwijl ik zeide: Wanneer zult Gij 3500 Psa 119:83 | 83  Want ik ben geworden als een lederen


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-8724

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License