1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-8724
Book Chapter: Verse
4001 Jes 36:17 | 17 Totdat ik kom en u haal in een land,
4002 Jes 37:7 | 7 Zie, Ik zal een geest in hem geven,
4003 Jes 37:7 | weder in zijn land keren; en Ik zal hem door het zwaard
4004 Jes 37:21 | koning van Assyrie, heb Ik gehoord. ~
4005 Jes 37:24 | HEERE gehoond, en gezegd: Ik heb met de menigte mijner
4006 Jes 37:24 | zijden van Libanon; en ik zal zijn hoge cederbomen
4007 Jes 37:25 | 25 Ik heb gegraven en de wateren
4008 Jes 37:25 | de wateren gedronken; en ik heb met mijn voetzolen alle
4009 Jes 37:26 | Hebt gij niet gehoord, dat Ik zulks lang te voren gedaan
4010 Jes 37:26 | af geformeerd heb? Nu heb Ik dat doen komen, dat gij
4011 Jes 37:28 | 28 Maar Ik weet uw zitten, en uw uitgaan,
4012 Jes 37:29 | oren opgekomen is, zo zal Ik Mijn haak in uw neus leggen,
4013 Jes 37:29 | Mijn gebit in uw lippen, en Ik zal u doen wederkeren door
4014 Jes 37:35 | 35 Want Ik zal deze stad beschermen,
4015 Jes 38:3 | HEERE, gedenk toch, dat ik voor Uw aangezicht in waarheid
4016 Jes 38:5 | God van uw vader David: Ik heb uw gebed gehoord, Ik
4017 Jes 38:5 | Ik heb uw gebed gehoord, Ik heb uw tranen gezien; zie,
4018 Jes 38:5 | heb uw tranen gezien; zie, Ik zal vijftien jaren tot uw
4019 Jes 38:6 | 6 En Ik zal u uit de hand des konings
4020 Jes 38:6 | mitsgaders deze stad; en Ik zal deze stad beschermen. ~
4021 Jes 38:8 | 8 Zie, Ik zal de schaduw der graden,
4022 Jes 38:10 | 10 Ik zeide: Vanwege de afsnijding
4023 Jes 38:10 | afsnijding mijner dagen, zal ik tot de poorten des grafs
4024 Jes 38:10 | poorten des grafs heengaan, ik word beroofd van het overige
4025 Jes 38:11 | 11 Ik zeide: Ik zal den HEERE
4026 Jes 38:11 | 11 Ik zeide: Ik zal den HEERE niet meer
4027 Jes 38:11 | in het land der levenden; ik zal de mensen niet meer
4028 Jes 38:12 | gelijk eens herders hut; ik heb mijn leven afgesneden,
4029 Jes 38:13 | 13 Ik stelde mij voor tot den
4030 Jes 38:14 | kraan of zwaluw, alzo piepte ik; ik kirde als een duif;
4031 Jes 38:14 | zwaluw, alzo piepte ik; ik kirde als een duif; mijn
4032 Jes 38:14 | verhieven zich omhoog; o HEERE! ik word onderdrukt, wees Gij
4033 Jes 38:15 | 15 Wat zal ik spreken? Gelijk Hij het
4034 Jes 38:15 | alzo heeft Hij het gedaan; ik zal nu al zoetjes voorttreden
4035 Jes 38:19 | die zal U loven, gelijk ik heden doe; de vader zal
4036 Jes 38:22 | zal het teken zijn, dat ik ten huize des HEEREN zal
4037 Jes 39:4 | er in mijn schatten, dat ik hun niet getoond heb. ~
4038 Jes 40:6 | Roept! En hij zegt: Wat zal ik roepen? Alle vlees is gras,
4039 Jes 40:25 | gijlieden Mij vergelijken, dien Ik gelijk zij? zegt de Heilige. ~
4040 Jes 41:4 | geslachten van den beginne? Ik, de HEERE, Die de Eerste
4041 Jes 41:4 | en met den Laatste ben Ik Dezelfde. ~
4042 Jes 41:8 | knecht! gij Jakob, dien Ik verkoren heb! het zaad van
4043 Jes 41:9 | 9 Gij, welken Ik gegrepen heb van de einden
4044 Jes 41:9 | zijt Mijn knecht; u heb Ik uitverkoren, en heb u niet
4045 Jes 41:10 | 10 Vrees niet, want Ik ben met u; zijt niet verbaasd,
4046 Jes 41:10 | zijt niet verbaasd, want Ik ben uw God; Ik sterk u,
4047 Jes 41:10 | verbaasd, want Ik ben uw God; Ik sterk u, ook help Ik u,
4048 Jes 41:10 | God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met
4049 Jes 41:10 | help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner
4050 Jes 41:13 | 13 Want Ik, de HEERE, uw God, grijp
4051 Jes 41:13 | Die tot u zeg: Vrees niet, Ik help u. ~
4052 Jes 41:14 | Jakobs, gij volkje Israels! Ik help u, spreekt de HEERE,
4053 Jes 41:15 | 15 Ziet, Ik heb u tot een scherpe nieuwe
4054 Jes 41:17 | tong versmacht van dorst; Ik, de HEERE zal hen verhoren,
4055 Jes 41:17 | HEERE zal hen verhoren, Ik, de God Israels, zal hen
4056 Jes 41:18 | 18 Ik zal rivieren op de hoge
4057 Jes 41:18 | het midden der valleien; Ik zal de woestijn tot een
4058 Jes 41:19 | 19 Ik zal in de woestijn den cederboom,
4059 Jes 41:19 | olieachtigen boom zetten; Ik zal in de wildernis stellen
4060 Jes 41:25 | 25 Ik verwek een van het noorden,
4061 Jes 41:27 | 27 Ik, de Eerste zeg tot Sion:
4062 Jes 41:27 | daar! en tot Jeruzalem; Ik zal een blijden boodschapper
4063 Jes 41:28 | 28 Want Ik zag toe, maar er was niemand,
4064 Jes 41:28 | was geen raadgever, dat Ik hen zou vragen, en zij Mij
4065 Jes 42:1 | Ziet, Mijn Knecht, Dien Ik ondersteun, Mijn Uitverkorene,
4066 Jes 42:1 | ziel een welbehagen heeft! Ik heb Mijn geest op Hem gegeven;
4067 Jes 42:6 | 6 Ik, de HEERE, heb u geroepen
4068 Jes 42:6 | geroepen in gerechtigheid, en Ik zal u bij uw hand grijpen;
4069 Jes 42:6 | bij uw hand grijpen; en Ik zal u behoeden, en Ik zal
4070 Jes 42:6 | en Ik zal u behoeden, en Ik zal u geven tot een Verbond
4071 Jes 42:8 | 8 Ik ben de HEERE, dat is Mijn
4072 Jes 42:8 | Mijn Naam; en Mijn eer zal Ik geen anderen geven, noch
4073 Jes 42:9 | nieuwe dingen verkondig Ik; eer dat zij uitspruiten,
4074 Jes 42:9 | dat zij uitspruiten, doe Ik ulieden die horen. ~
4075 Jes 42:14 | 14 Ik heb van ouds gezwegen, Ik
4076 Jes 42:14 | Ik heb van ouds gezwegen, Ik heb Mij stil gehouden en
4077 Jes 42:14 | gehouden en Mij ingehouden; Ik zal uitschreeuwen, als een,
4078 Jes 42:14 | uitschreeuwen, als een, die baart, Ik zal ze verwoesten, en te
4079 Jes 42:15 | 15 Ik zal bergen en heuvelen woest
4080 Jes 42:15 | maken, en al hun gras zal Ik doen verdorren; en Ik zal
4081 Jes 42:15 | zal Ik doen verdorren; en Ik zal de rivieren tot eilanden
4082 Jes 42:16 | 16 En Ik zal de blinden leiden door
4083 Jes 42:16 | zij niet geweten hebben, Ik zal ze doen treden door
4084 Jes 42:16 | zij niet geweten hebben; Ik zal de duisternis voor hun
4085 Jes 42:16 | tot recht; deze dingen zal Ik hun doen, en Ik zal hen
4086 Jes 42:16 | dingen zal Ik hun doen, en Ik zal hen niet verlaten. ~
4087 Jes 42:19 | gelijk Mijn bode, dien Ik zende? Wie is blind, gelijk
4088 Jes 43:1 | Israel! vrees niet, want Ik heb u verlost; Ik heb u
4089 Jes 43:1 | want Ik heb u verlost; Ik heb u bij uw naam geroepen,
4090 Jes 43:2 | zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, en door
4091 Jes 43:3 | 3 Want Ik ben de HEERE, uw God, de
4092 Jes 43:3 | Heilige Israels, uw Heiland; Ik heb Egypte, Morenland en
4093 Jes 43:4 | verheerlijkt geweest, en Ik heb u liefgehad; daarom
4094 Jes 43:4 | u liefgehad; daarom heb Ik mensen in uw plaats gegeven,
4095 Jes 43:5 | 5 Vrees niet, want Ik ben met u; Ik zal uw zaad
4096 Jes 43:5 | niet, want Ik ben met u; Ik zal uw zaad van den opgang
4097 Jes 43:5 | van den opgang brengen, en Ik zal u verzamelen van den
4098 Jes 43:6 | 6 Ik zal zeggen tot het noorden:
4099 Jes 43:7 | Naam genoemd is, en dien Ik geschapen heb tot Mijn eer,
4100 Jes 43:7 | geschapen heb tot Mijn eer, dien Ik geformeerd heb, dien Ik
4101 Jes 43:7 | Ik geformeerd heb, dien Ik ook gemaakt heb. ~
4102 Jes 43:10 | HEERE, en Mijn knecht, dien Ik uitverkoren heb; opdat gij
4103 Jes 43:10 | gelooft, en verstaat, dat Ik Dezelve ben, dat voor Mij
4104 Jes 43:11 | 11 Ik, Ik ben de HEERE, en er
4105 Jes 43:11 | 11 Ik, Ik ben de HEERE, en er is geen
4106 Jes 43:12 | 12 Ik heb verkondigd, en Ik heb
4107 Jes 43:12 | Ik heb verkondigd, en Ik heb verlost, en Ik heb het
4108 Jes 43:12 | verkondigd, en Ik heb verlost, en Ik heb het doen horen, en geen
4109 Jes 43:12 | getuigen, spreekt de HEERE, dat Ik God ben. ~
4110 Jes 43:13 | Ook eer de dag was, ben Ik, en er is niemand, die uit
4111 Jes 43:13 | uit Mijn hand redden kan; Ik zal werken, en wie zal het
4112 Jes 43:14 | Israels: Om ulieder wil heb Ik naar Babel gezonden, en
4113 Jes 43:15 | 15 Ik ben de HEERE, uw Heilige;
4114 Jes 43:19 | 19 Ziet, Ik zal wat nieuws maken, nu
4115 Jes 43:19 | gijlieden dat niet weten? Ja, Ik zal in de woestijn een weg
4116 Jes 43:20 | de jonge struisen; want Ik zal in de woestijn wateren
4117 Jes 43:21 | 21 Dit volk heb Ik Mij geformeerd, zij zullen
4118 Jes 43:23 | hebt gij Mij niet geeerd; Ik heb u Mij niet doen dienen
4119 Jes 43:23 | dienen met spijsoffer, en Ik heb u niet vermoeid
4120 Jes 43:25 | 25 Ik, Ik ben het, Die uw overtredingen
4121 Jes 43:25 | 25 Ik, Ik ben het, Die uw overtredingen
4122 Jes 43:25 | uitdelg, om Mijnentwil, en Ik gedenk uwer zonden niet. ~
4123 Jes 43:28 | 28 Daarom zal Ik de oversten des heiligdoms
4124 Jes 44:1 | knecht Jakob, en Israel, dien Ik verkoren heb! ~
4125 Jes 44:2 | en gij, Jeschurun, dien Ik uitverkoren heb! ~
4126 Jes 44:3 | 3 Want Ik zal water gieten op de dorstigen,
4127 Jes 44:3 | en stromen op het droge; Ik zal Mijn Geest op uw zaad
4128 Jes 44:5 | 5 Deze zal zeggen: Ik ben des HEEREN; en die zal
4129 Jes 44:5 | met zijn hand schrijven: Ik ben des HEEREN, en zich
4130 Jes 44:6 | de HEERE der heirscharen: Ik ben de Eerste, en Ik ben
4131 Jes 44:6 | heirscharen: Ik ben de Eerste, en Ik ben de Laatste, en behalve
4132 Jes 44:7 | En wie zal, gelijk als Ik, roepen en het verkondigen,
4133 Jes 44:7 | Mij stellen, sedert dat Ik een eeuwig volk gesteld
4134 Jes 44:8 | niet, en vreest niet; heb Ik het u van toen af niet doen
4135 Jes 44:8 | geen andere rotssteen: Ik ken er geen? ~
4136 Jes 44:16 | zichzelven, en hij zegt: Hei! ik ben warm geworden,
4137 Jes 44:16 | ben warm geworden, ik heb het vuur gezien! ~
4138 Jes 44:19 | zou: De helft daarvan heb ik verbrand in het vuur, ja,
4139 Jes 44:19 | de kolen daarvan heb ik brood gebakken, ik heb vlees
4140 Jes 44:19 | ik brood gebakken, ik heb vlees daarbij gebraden,
4141 Jes 44:19 | heb het gegeten; en zou ik het overblijfsel daarvan
4142 Jes 44:19 | tot een gruwel maken, zou ik nederknielen voor hetgeen
4143 Jes 44:21 | Want gij zijt Mijn knecht, Ik heb u geformeerd; gij zijt
4144 Jes 44:22 | 22 Ik delg uw overtredingen uit
4145 Jes 44:22 | keer weder tot Mij, want Ik heb u verlost. ~
4146 Jes 44:24 | geformeerd heeft van den buik af: Ik ben de HEERE, Die alles
4147 Jes 44:24 | Die den hemel uitbreidt, Ik alleen, en Die de aarde
4148 Jes 44:26 | herbouwd worden, en Ik zal haar verwoeste plaatsen
4149 Jes 44:27 | Verdroog, en uw rivieren zal Ik verdrogen. ~
4150 Jes 45:1 | Cores, wiens rechterhand Ik vat, om de volken voor zijn
4151 Jes 45:1 | aangezicht neder te werpen; en Ik zal de lendenen der koningen
4152 Jes 45:2 | 2 Ik zal voor uw aangezicht gaan,
4153 Jes 45:2 | voor uw aangezicht gaan, en Ik zal de kromme wegen recht
4154 Jes 45:2 | maken; de koperen deuren zal Ik verbreken, en de ijzeren
4155 Jes 45:2 | de ijzeren grendelen zal Ik in stukken slaan. ~
4156 Jes 45:3 | 3 En Ik zal u geven de schatten,
4157 Jes 45:3 | opdat gij moogt weten, dat Ik de HEERE ben, Die u bij
4158 Jes 45:4 | Mijns uitverkorenen; ja, Ik riep u bij uw naam, Ik noemde
4159 Jes 45:4 | Ik riep u bij uw naam, Ik noemde u toe, hoewel gij
4160 Jes 45:5 | 5 Ik ben de HEERE, en niemand
4161 Jes 45:5 | buiten Mij is er geen God; Ik zal u gorden, hoewel gij
4162 Jes 45:6 | er buiten Mij niets is, Ik ben de HEERE, en niemand
4163 Jes 45:7 | 7 Ik formeer het licht, en schep
4164 Jes 45:7 | en schep de duisternis; Ik maak den vrede en schep
4165 Jes 45:7 | vrede en schep het kwaad, Ik, de HEERE, doe al deze dingen. ~
4166 Jes 45:8 | gerechtigheid te zamen uitspruiten; Ik, de HEERE, heb ze geschapen. ~
4167 Jes 45:12 | 12 Ik heb de aarde gemaakt, en
4168 Jes 45:12 | heb de aarde gemaakt, en Ik heb den mens daarop geschapen;
4169 Jes 45:12 | den mens daarop geschapen; Ik ben het! Mijn handen hebben
4170 Jes 45:12 | de hemelen uitgebreid, en Ik heb al hun heir bevel gegeven. ~
4171 Jes 45:13 | 13 Ik heb hem verwekt in gerechtigheid,
4172 Jes 45:13 | gerechtigheid, en al zijn wegen zal Ik recht maken; hij zal Mijn
4173 Jes 45:18 | opdat men daarin wonen zou: Ik ben de HEERE, en niemand
4174 Jes 45:19 | 19 Ik heb niet in het verborgene
4175 Jes 45:19 | donkere plaats der aarde; Ik heb tot het zaad van Jakob
4176 Jes 45:19 | Zoekt Mij te vergeefs; Ik ben de HEERE, Die gerechtigheid
4177 Jes 45:21 | toen af verkondigd? Ben Ik het niet, de HEERE? en er
4178 Jes 45:21 | Heiland, niemand is er dan Ik. ~
4179 Jes 45:22 | gij einden der aarde! want Ik ben God, en niemand meer. ~
4180 Jes 45:23 | 23 Ik heb gezworen bij Mijzelven,
4181 Jes 46:4 | tot de ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn, ja, tot de
4182 Jes 46:4 | tot de grijsheid toe zal Ik ulieden dragen; Ik heb het
4183 Jes 46:4 | toe zal Ik ulieden dragen; Ik heb het gedaan, en Ik zal
4184 Jes 46:4 | dragen; Ik heb het gedaan, en Ik zal u opnemen, en Ik zal
4185 Jes 46:4 | en Ik zal u opnemen, en Ik zal dragen en redden. ~
4186 Jes 46:9 | van oude tijden af, dat Ik God ben, en er is geen God
4187 Jes 46:9 | meer, en er is niet gelijk Ik; ~
4188 Jes 46:10 | Mijn raad zal bestaan, en Ik zal al Mijn welbehagen doen. ~
4189 Jes 46:11 | raads uit verren lande; ja, Ik heb het gesproken, Ik zal
4190 Jes 46:11 | ja, Ik heb het gesproken, Ik zal het ook doen opkomen;
4191 Jes 46:11 | zal het ook doen opkomen; Ik heb het geformeerd, Ik zal
4192 Jes 46:11 | Ik heb het geformeerd, Ik zal het ook doen. ~
4193 Jes 46:13 | 13 Ik breng Mijn gerechtigheid
4194 Jes 46:13 | zal niet vertoeven; maar Ik zal heil geven in Sion,
4195 Jes 47:3 | uw schande gezien worden; Ik zal wraak nemen, en Ik zal
4196 Jes 47:3 | Ik zal wraak nemen, en Ik zal op u niet aanvallen
4197 Jes 47:6 | 6 Ik was op Mijn volk zeer toornig,
4198 Jes 47:6 | Mijn volk zeer toornig, Ik ontheiligde Mijn erve, en
4199 Jes 47:6 | ontheiligde Mijn erve, en Ik gaf hen over in uw hand;
4200 Jes 47:7 | 7 En gij zeidet: Ik zal koningin zijn in eeuwigheid;
4201 Jes 47:8 | die in haar hart zegt: Ik ben het, en niemand meer
4202 Jes 47:8 | het, en niemand meer dan ik: ik zal geen weduwe zitten,
4203 Jes 47:8 | en niemand meer dan ik: ik zal geen weduwe zitten,
4204 Jes 47:10 | hebt in uw hart gezegd: Ik ben het, en niemand
4205 Jes 47:10 | en niemand meer dan ik. ~
4206 Jes 48:3 | De vorige dingen heb Ik verkondigd van toen af,
4207 Jes 48:3 | zijn zij voortgekomen, en Ik heb ze doen horen; Ik heb
4208 Jes 48:3 | en Ik heb ze doen horen; Ik heb ze snellijk gedaan,
4209 Jes 48:4 | 4 Omdat Ik wist, dat gij hard zijt,
4210 Jes 48:5 | 5 Daarom heb Ik het u van toen af verkondigd,
4211 Jes 48:5 | verkondigd, eer dat het kwam, heb Ik het u doen horen; opdat
4212 Jes 48:6 | verkondigen? Van nu af doe Ik u nieuwe dingen horen, en
4213 Jes 48:7 | misschien zeggen zoudt: Ziet, ik heb ze geweten. ~
4214 Jes 48:8 | niet geopend geweest; want Ik heb geweten, dat gij gans
4215 Jes 48:9 | Om Mijns Naams wil zal Ik Mijn toorn langer uitstellen,
4216 Jes 48:9 | en om Mijns roems wil zal Ik, u ten goede, Mij bedwingen,
4217 Jes 48:9 | goede, Mij bedwingen, opdat Ik u niet afhouwe. ~
4218 Jes 48:10 | 10 Ziet, Ik heb u gelouterd, doch niet
4219 Jes 48:10 | gelouterd, doch niet als zilver, Ik heb u gekeurd in den smeltkroes
4220 Jes 48:11 | Mijnentwil, om Mijnentwil zal Ik het doen, want hoe zou Hij
4221 Jes 48:11 | Hij ontheiligd worden? en Ik zal Mijn eer aan geen ander
4222 Jes 48:12 | Israel, Mijn geroepene! Ik ben Dezelfde; Ik ben de
4223 Jes 48:12 | geroepene! Ik ben Dezelfde; Ik ben de Eerste, ook ben Ik
4224 Jes 48:12 | Ik ben de Eerste, ook ben Ik de Laatste. ~
4225 Jes 48:13 | palm afgemeten; wanneer Ik ze roep, staan zij daar
4226 Jes 48:15 | 15 Ik, Ik heb het gesproken, ook
4227 Jes 48:15 | 15 Ik, Ik heb het gesproken, ook heb
4228 Jes 48:15 | heb het gesproken, ook heb Ik hem geroepen; Ik zal hem
4229 Jes 48:15 | ook heb Ik hem geroepen; Ik zal hem doen komen, en hij
4230 Jes 48:16 | gijlieden tot Mij, hoort dit: Ik heb van den beginne niet
4231 Jes 48:16 | dat het geschied is, ben Ik daar; en nu, de Heere HEERE,
4232 Jes 48:17 | Verlosser, de Heilige Israels: Ik ben de HEERE, uw God, Die
4233 Jes 49:3 | Knecht, Israel, door Welken Ik verheerlijkt zal worden. ~
4234 Jes 49:4 | 4 Doch Ik zeide: Ik heb te vergeefs
4235 Jes 49:4 | 4 Doch Ik zeide: Ik heb te vergeefs gearbeid,
4236 Jes 49:4 | heb te vergeefs gearbeid, Ik heb Mijn kracht onnuttelijk
4237 Jes 49:5 | Knecht geformeerd heeft, dat Ik Jakob tot Hem wederbrengen
4238 Jes 49:5 | laten; nochtans zal Ik verheerlijkt worden in de
4239 Jes 49:6 | de bewaarden in Israel; Ik heb U ook gegeven tot
4240 Jes 49:8 | tijd des welbehagens heb Ik U verhoord, en ten dage
4241 Jes 49:8 | en ten dage des heils heb Ik U geholpen; en Ik zal U
4242 Jes 49:8 | heils heb Ik U geholpen; en Ik zal U bewaren, en Ik zal
4243 Jes 49:8 | en Ik zal U bewaren, en Ik zal U geven tot een verbond
4244 Jes 49:11 | 11 En Ik zal al Mijn bergen tot een
4245 Jes 49:15 | Ofschoon deze vergate, zo zal Ik toch u niet vergeten. ~
4246 Jes 49:16 | 16 Zie, Ik heb u in de beide handpalmen
4247 Jes 49:18 | tot u; Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de HEERE,
4248 Jes 49:20 | nauw, wijk van mij, dat ik wonen moge. ~
4249 Jes 49:21 | dezen gegenereerd, aangezien ik van kinderen beroofd en
4250 Jes 49:21 | beroofd en eenzaam was? Ik was in de gevangenis gegaan,
4251 Jes 49:21 | dan deze opgevoed? Ziet, ik was alleen overgelaten,
4252 Jes 49:22 | zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal Mijn hand opheffen tot
4253 Jes 49:22 | heidenen, en tot de volken zal Ik Mijn banier opsteken; dan
4254 Jes 49:23 | gij zult weten, dat Ik de HEERE ben, dat zij niet
4255 Jes 49:25 | want met uw twisters zal Ik twisten, en uw kinderen
4256 Jes 49:25 | en uw kinderen zal Ik verlossen. ~
4257 Jes 49:26 | 26 En Ik zal uw verdrukkers spijzen
4258 Jes 49:26 | vlees zal gewaar worden, dat Ik, de HEERE, uw Heiland
4259 Jes 50:1 | ulieder moeder, waarmede Ik haar weggezonden heb? Of
4260 Jes 50:1 | Mijn schuldeisers, aan wien Ik u verkocht heb? Ziet, om
4261 Jes 50:2 | 2 Waarom kwam Ik, en er was niemand, waarom
4262 Jes 50:2 | was niemand, waarom riep Ik, en niemand antwoordde?
4263 Jes 50:2 | door Mijn schelding maak Ik de zee droog, Ik stel de
4264 Jes 50:2 | schelding maak Ik de zee droog, Ik stel de rivieren tot een
4265 Jes 50:3 | 3 Ik bekleed den hemel met zwartheid,
4266 Jes 50:4 | geleerden gegeven, opdat Ik wete met den moede een woord
4267 Jes 50:4 | wekt Mij het oor, dat Ik hore, gelijk die geleerd
4268 Jes 50:5 | Mij het oor geopend, en Ik ben niet wederspannig, Ik
4269 Jes 50:5 | Ik ben niet wederspannig, Ik wijk niet achterwaarts. ~
4270 Jes 50:6 | 6 Ik geef Mijn rug dengenen,
4271 Jes 50:6 | Mijn aangezicht verberg Ik niet voor smaadheden en
4272 Jes 50:7 | HEERE helpt Mij, daarom word Ik niet te schande; daarom
4273 Jes 50:7 | niet te schande; daarom heb Ik Mijn aangezicht gesteld
4274 Jes 50:7 | gesteld als een keisteen, want Ik weet, dat Ik niet zal beschaamd
4275 Jes 50:7 | keisteen, want Ik weet, dat Ik niet zal beschaamd worden. ~
4276 Jes 51:2 | ulieden gebaard heeft; want Ik riep hem, toen hij nog alleen
4277 Jes 51:2 | toen hij nog alleen was, en Ik zegende hem, en Ik vermenigvuldigde
4278 Jes 51:2 | was, en Ik zegende hem, en Ik vermenigvuldigde hem. ~
4279 Jes 51:4 | zal van Mij uitgaan, en Ik zal Mijn recht doen rusten
4280 Jes 51:12 | 12 Ik, Ik ben het, Die u troost;
4281 Jes 51:12 | 12 Ik, Ik ben het, Die u troost; wie
4282 Jes 51:15 | 15 Want Ik ben de HEERE, uw God, Die
4283 Jes 51:16 | 16 En Ik leg Mijn woorden in uw mond,
4284 Jes 51:19 | en zwaard, door wien zal Ik u troosten? ~
4285 Jes 51:22 | volks zaak twisten zal: Zie, Ik neem den beker der zwijmeling
4286 Jes 51:23 | 23 Maar Ik zal hem dien, die u bedroefd
4287 Jes 52:5 | 5 En nu, wat heb Ik hier te doen? spreekt de
4288 Jes 52:6 | in dien dag kennen, dat Ik het Zelf ben, Die spreekt:
4289 Jes 52:6 | Die spreekt: Zie, hier ben Ik. ~
4290 Jes 53:12 | 12 Daarom zal Ik Hem een deel geven van velen,
4291 Jes 54:7 | Voor een klein ogenblik heb Ik u verlaten; maar met grote
4292 Jes 54:7 | met grote ontfermingen zal Ik u vergaderen. ~
4293 Jes 54:8 | In een kleinen toorn heb Ik Mijn aangezicht van u een
4294 Jes 54:8 | eeuwige goedertierenheid zal Ik Mij uwer ontfermen, zegt
4295 Jes 54:9 | wateren van Noach, toen Ik zwoer, dat de wateren van
4296 Jes 54:9 | aarde zouden gaan; alzo heb Ik gezworen, dat Ik niet meer
4297 Jes 54:9 | alzo heb Ik gezworen, dat Ik niet meer op u toornen,
4298 Jes 54:11 | voortgedrevene, ongetrooste! zie, Ik zal uw stenen gans sierlijk
4299 Jes 54:11 | gans sierlijk leggen, en Ik zal u op saffieren grondvesten. ~
4300 Jes 54:12 | En uw glasvensters zal Ik kristallijnen maken, en
4301 Jes 54:16 | 16 Zie, Ik heb den smid geschapen,
4302 Jes 54:16 | voortbrengt tot zijn werk; ook heb Ik den verderver geschapen,
4303 Jes 55:3 | uw ziel zal leven; want Ik zal met u een eeuwig verbond
4304 Jes 55:4 | 4 Ziet, Ik heb hem tot een getuige
4305 Jes 55:11 | in hetgeen, waartoe Ik het zende. ~
4306 Jes 56:3 | uw ziel zal leven; want Ik zal met u een eeuwig verbond
4307 Jes 56:4 | 4 Ziet, Ik heb hem tot een getuige
4308 Jes 56:11 | in hetgeen, waartoe Ik het zende. ~
4309 Jes 57:3 | gesnedene zegge niet: Ziet, ik ben een dorre boom. ~
4310 Jes 57:4 | verkiezen hetgeen, waartoe Ik lust heb, en vasthouden
4311 Jes 57:5 | 5 Ik zal hen ook in Mijn huis
4312 Jes 57:5 | dochteren; een eeuwigen naam zal Ik een ieder van hen geven,
4313 Jes 57:7 | 7 Die zal Ik ook brengen tot Mijn heiligen
4314 Jes 57:7 | tot Mijn heiligen berg, en Ik zal hen verheugen in Mijn
4315 Jes 57:8 | Israel vergadert, spreekt: Ik zal tot hem nog meer vergaderen,
4316 Jes 57:12 | Komt herwaarts, zeggen zij: ik zal wijn halen, en wij zullen
4317 Jes 58:6 | offert hun spijsoffer; zou Ik Mij over deze dingen troosten
4318 Jes 58:11 | gelegd; is het niet, om dat Ik zwijg, en dat van ouds
4319 Jes 58:12 | 12 Ik zal uw gerechtigheid bekend
4320 Jes 58:15 | en Wiens Naam heilig is: Ik woon in de hoogte en in
4321 Jes 58:15 | nederigen geest is, opdat Ik levend make den geest der
4322 Jes 58:15 | der nederigen, en opdat Ik levend make het hart der
4323 Jes 58:16 | 16 Want Ik zal niet eeuwiglijk twisten,
4324 Jes 58:16 | niet eeuwiglijk twisten, en Ik zal niet geduriglijk verbolgen
4325 Jes 58:16 | worden, en de zielen, die Ik gemaakt heb. ~
4326 Jes 58:17 | 17 Ik was verbolgen over de ongerechtigheid
4327 Jes 58:17 | gierigheid, en sloeg hen; Ik verborg Mij, en was verbolgen;
4328 Jes 58:18 | 18 Ik zie hun wegen, en Ik zal
4329 Jes 58:18 | Ik zie hun wegen, en Ik zal hen genezen; en Ik zal
4330 Jes 58:18 | en Ik zal hen genezen; en Ik zal hen geleiden, en hun
4331 Jes 58:19 | 19 Ik schep de vrucht der lippen,
4332 Jes 58:19 | zijn, zegt de HEERE, en Ik zal hen genezen. ~
4333 Jes 59:5 | zulk een vasten zijn, dat Ik verkiezen zou, dat de mens
4334 Jes 59:6 | niet dit het vasten, dat Ik verkies: dat gij losmaakt
4335 Jes 59:9 | zal zeggen: Ziet, hier ben Ik. Zo gij uit het midden van
4336 Jes 59:14 | verlustigen in den HEERE, en Ik zal u doen rijden op de
4337 Jes 59:14 | de hoogten der aarde, en Ik zal u spijzigen met de erve
4338 Jes 60:21 | is, en Mijn woorden, die Ik in uw mond gelegd heb, die
4339 Jes 61:7 | komen op Mijn altaar, en Ik zal het huis Mijner
4340 Jes 61:10 | in Mijn verbolgenheid heb Ik u geslagen, maar in Mijn
4341 Jes 61:10 | maar in Mijn welbehagen heb Ik Mij over u ontfermd. ~
4342 Jes 61:13 | plaats Mijns heiligdoms, en Ik zal de plaats Mijner
4343 Jes 61:15 | door u henen ging, zo zal Ik u stellen tot een eeuwige
4344 Jes 61:16 | en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben, uw Heiland,
4345 Jes 61:17 | 17 Voor koper zal Ik goud brengen, en voor ijzer
4346 Jes 61:17 | brengen, en voor ijzer zal Ik zilver brengen, en voor
4347 Jes 61:21 | Mijner handen, opdat Ik verheerlijkt worde. ~
4348 Jes 61:22 | minste tot een machtig volk; Ik, de HEERE, zal zulks te
4349 Jes 62:8 | 8 Want Ik, de HEERE, heb het recht
4350 Jes 62:8 | HEERE, heb het recht lief, Ik haat den roof in het brandoffer,
4351 Jes 62:8 | roof in het brandoffer, en Ik zal geven, dat hun werk
4352 Jes 62:8 | der waarheid zal zijn; en Ik zal een eeuwig verbond met
4353 Jes 62:10 | 10 Ik ben zeer vrolijk in den
4354 Jes 63:1 | 1 Om Sions wil zal ik niet zwijgen, en om Jeruzalems
4355 Jes 63:1 | en om Jeruzalems wil zal ik niet stil zijn; totdat haar
4356 Jes 63:6 | 6 O Jeruzalem! Ik heb wachters op uw muren
4357 Jes 63:8 | arm Zijner sterkte: indien Ik uw koren meer zal geven
4358 Jes 64:1 | voorttrekt in Zijn grote kracht? Ik ben het, Die in gerechtigheid
4359 Jes 64:3 | 3 Ik heb de pers alleen getreden,
4360 Jes 64:3 | van de volken met Mij; en Ik heb hen getreden in Mijn
4361 Jes 64:3 | klederen, en al Mijn gewaad heb Ik bezoedeld. ~
4362 Jes 64:5 | 5 En Ik zag toe, en er was niemand
4363 Jes 64:5 | was niemand die hielp; en Ik ontzette Mij, en er was
4364 Jes 64:6 | 6 En Ik heb de volken vertreden
4365 Jes 64:6 | vertreden in Mijn toorn, en Ik heb hen dronken gemaakt
4366 Jes 64:6 | in Mijn grimmigheid; en Ik heb hun kracht ter aarde
4367 Jes 64:7 | 7 Ik zal de goedertierenheden
4368 Jes 66:1 | 1 Ik ben gevonden van hen, die
4369 Jes 66:1 | naar Mij niet vraagden; Ik ben gevonden van degenen,
4370 Jes 66:1 | Naam niet genoemd was, heb Ik gezegd: Ziet, hier
4371 Jes 66:1 | gezegd: Ziet, hier ben Ik, ziet, hier ben Ik. ~
4372 Jes 66:1 | hier ben Ik, ziet, hier ben Ik. ~
4373 Jes 66:2 | 2 Ik heb Mijn handen uitgebreid,
4374 Jes 66:5 | naak tot mij niet, want ik ben heiliger dan gij. Dezen
4375 Jes 66:6 | Mijn aangezicht geschreven; Ik zal niet zwijgen, maar Ik
4376 Jes 66:6 | Ik zal niet zwijgen, maar Ik zal vergelden, ja, in hun
4377 Jes 66:6 | vergelden, ja, in hun boezem zal Ik vergelden; ~
4378 Jes 66:7 | heuvelen; daarom zal Ik hun vorig werkloon in hun
4379 Jes 66:8 | is een zegen in; alzo zal Ik het om Mijner knechten wil
4380 Jes 66:8 | Mijner knechten wil doen, dat Ik hen niet allen verderve. ~
4381 Jes 66:9 | 9 En Ik zal zaad uit Jakob voortbrengen,
4382 Jes 66:12 | 12 Ik zal ulieden ook ten zwaarde
4383 Jes 66:12 | slachting zult krommen, omdat Ik geroepen heb, maar gij hebt
4384 Jes 66:12 | gij hebt niet geantwoord, Ik gesproken heb, maar gij
4385 Jes 66:12 | verkoren hetgeen, waaraan Ik geen lust heb. ~
4386 Jes 66:17 | 17 Want ziet, Ik schep nieuwe hemelen en
4387 Jes 66:18 | der eeuwigheid in hetgeen Ik schep; want ziet, Ik schep
4388 Jes 66:18 | hetgeen Ik schep; want ziet, Ik schep Jeruzalem een verheuging,
4389 Jes 66:19 | 19 En Ik zal Mij verheugen over Jeruzalem,
4390 Jes 66:24 | eer zij roepen, zo zal Ik antwoorden; terwijl zij
4391 Jes 66:24 | zij nog spreken, zo zal Ik horen. ~
4392 Jes 67:2 | HEERE; maar op dezen zal Ik zien, op den arme en verslagene
4393 Jes 67:4 | 4 Ik zal ook verkiezen het loon
4394 Jes 67:4 | handelingen, en hun vreze zal Ik over hen doen komen, omdat
4395 Jes 67:4 | over hen doen komen, omdat Ik geroepen heb, en niemand
4396 Jes 67:4 | en niemand antwoordde, Ik gesproken heb, en zij niet
4397 Jes 67:4 | verkoren hetgeen waartoe Ik geen lust had. ~
4398 Jes 67:9 | 9 Zou Ik de baarmoeder openbreken,
4399 Jes 67:9 | genereren? zegt de HEERE; zou Ik, Die genereer, voortaan
4400 Jes 67:12 | alzo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal den vrede over haar
4401 Jes 67:13 | moeder troost, alzo zal Ik u troosten; ja, gij zult
4402 Jes 67:18 | gedachten! Het komt, dat Ik vergaderen zal alle heidenen
4403 Jes 67:19 | 19 En Ik zal een teken aan hen zetten,
4404 Jes 67:19 | ontkomen zullen zijn, zal Ik zenden tot de heidenen naar
4405 Jes 67:21 | 21 En ook zal Ik uit dezelve enigen tot priesters
4406 Jes 67:22 | en die nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor Mijn aangezicht
4407 Jer 1:5 | 5 Eer Ik u in moeders buik formeerde,
4408 Jer 1:5 | moeders buik formeerde, heb Ik u gekend, en eer gij uit
4409 Jer 1:5 | baarmoeder voortkwaamt, heb Ik u geheiligd; Ik heb u den
4410 Jer 1:5 | voortkwaamt, heb Ik u geheiligd; Ik heb u den volken tot een
4411 Jer 1:6 | 6 Toen zeide ik: Ach, Heere HEERE! zie,
4412 Jer 1:6 | Ach, Heere HEERE! zie, ik kan niet spreken, want ik
4413 Jer 1:6 | ik kan niet spreken, want ik ben jong. ~
4414 Jer 1:7 | zeide tot mij: Zeg niet: Ik ben jong; want overal, waarhenen
4415 Jer 1:7 | want overal, waarhenen Ik u zenden zal, zult gij gaan,
4416 Jer 1:7 | gij gaan, en alles, wat Ik u gebieden zal, zult gij
4417 Jer 1:8 | voor hun aangezicht, want Ik ben met u, om u te redden,
4418 Jer 1:9 | HEERE zeide tot mij: Zie, Ik geef Mijn woorden in uw
4419 Jer 1:10 | 10 Zie, Ik stel u te dezen dage over
4420 Jer 1:11 | Wat ziet gij, Jeremia? En ik zeide: Ik zie een amandelroede. ~
4421 Jer 1:11 | gij, Jeremia? En ik zeide: Ik zie een amandelroede. ~
4422 Jer 1:12 | Gij hebt wel gezien; want Ik zal wakker zijn over Mijn
4423 Jer 1:13 | zeggende: Wat ziet gij? En ik zeide: Ik zie een ziedenden
4424 Jer 1:13 | Wat ziet gij? En ik zeide: Ik zie een ziedenden pot, welks
4425 Jer 1:15 | 15 Want zie, Ik roep alle geslachten der
4426 Jer 1:16 | 16 En Ik zal Mijn oordelen tegen
4427 Jer 1:17 | spreek tot hen alles, wat Ik u gebieden zal; wees niet
4428 Jer 1:17 | voor hun aangezicht, opdat Ik u voor hun aangezicht niet
4429 Jer 1:18 | 18 Want zie, Ik stel u heden tot een vaste
4430 Jer 1:19 | tegen u niet vermogen; want Ik ben met u, spreekt de HEERE,
4431 Jer 2:2 | zeggende: Zo zegt de HEERE: Ik gedenk der weldadigheid
4432 Jer 2:7 | 7 En Ik bracht u in een vruchtbaar
4433 Jer 2:9 | 9 Daarom zal Ik nog met ulieden twisten,
4434 Jer 2:9 | met uw kindskinderen zal Ik twisten. ~
4435 Jer 2:20 | 20 Als Ik van ouds uw juk verbroken,
4436 Jer 2:20 | verscheurd had, zo zeidet gij: Ik zal niet dienen; maar op
4437 Jer 2:21 | 21 Ik had u toch geplant, een
4438 Jer 2:23 | 23 Hoe zegt gij: Ik ben niet verontreinigd,
4439 Jer 2:23 | ben niet verontreinigd, ik heb de Baals niet nagewandeld?
4440 Jer 2:25 | buiten hoop; neen, want ik heb de vreemden lief, en
4441 Jer 2:25 | vreemden lief, en die zal ik nawandelen! ~
4442 Jer 2:30 | 30 Tevergeefs heb Ik uw kinderen geslagen; zij
4443 Jer 2:31 | gijlieden des HEEREN woord! Ben Ik Israel een woestijn geweest,
4444 Jer 2:34 | is in uw zomen gevonden; Ik heb dat niet met opgraven
4445 Jer 2:35 | Nog zegt gij: Zeker, ik ben onschuldig; Zijn toorn
4446 Jer 2:35 | van mij afgekeerd. Ziet, Ik zal met u rechten, omdat
4447 Jer 2:35 | rechten, omdat gij zegt: Ik heb niet gezondigd. ~
4448 Jer 3:7 | 7 En Ik zeide, nadat zij zulks alles
4449 Jer 3:8 | 8 En Ik zag, als Ik ter oorzake
4450 Jer 3:8 | 8 En Ik zag, als Ik ter oorzake van alles, waarin
4451 Jer 3:12 | spreekt de HEERE, zo zal Ik Mijn toorn op ulieden niet
4452 Jer 3:12 | ulieden niet doen vallen; want Ik ben goedertieren, spreekt
4453 Jer 3:12 | goedertieren, spreekt de HEERE. Ik zal den toorn niet in eeuwigheid
4454 Jer 3:14 | spreekt de HEERE, want Ik heb u getrouwd, en Ik zal
4455 Jer 3:14 | want Ik heb u getrouwd, en Ik zal u aannemen, een uit
4456 Jer 3:15 | 15 En Ik zal ulieden herders geven
4457 Jer 3:18 | noorden, in het land, dat Ik uw vaderen ten erve gegeven
4458 Jer 3:19 | 19 Ik zeide wel: Hoe zal Ik u
4459 Jer 3:19 | Ik zeide wel: Hoe zal Ik u onder de kinderen zetten,
4460 Jer 3:19 | heirscharen der heidenen? Maar Ik zeide: Gij zult tot Mij
4461 Jer 3:22 | gij afkerige kinderen! Ik zal uw afkeringen genezen.
4462 Jer 4:6 | blijft niet staan! want Ik breng een kwaad aan van
4463 Jer 4:10 | 10 Toen zeide ik: Ach, Heere HEERE! waarlijk,
4464 Jer 4:12 | te sterk zal zijn. Nu zal Ik ook oordelen tegen hen uitspreken. ~
4465 Jer 4:19 | ingewand, mijn ingewand! ik heb barenswee, o wanden
4466 Jer 4:19 | hart maakt getier in mij, ik kan niet zwijgen; want gij,
4467 Jer 4:21 | 21 Hoe lang zal ik de banier zien, het geluid
4468 Jer 4:23 | 23 Ik zag het land aan, en ziet,
4469 Jer 4:24 | 24 Ik zag de bergen aan, en ziet,
4470 Jer 4:25 | 25 Ik zag, en ziet, er was geen
4471 Jer 4:26 | 26 Ik zag, en ziet, het vruchtbare
4472 Jer 4:27 | een woestijn zijn (doch Ik zal geen voleinding maken); ~
4473 Jer 4:28 | daarboven zwart zijn; omdat Ik het heb gesproken, Ik heb
4474 Jer 4:28 | omdat Ik het heb gesproken, Ik heb het voorgenomen en het
4475 Jer 4:28 | zal Mij niet rouwen, en Ik zal Mij daarvan niet
4476 Jer 4:31 | 31 Want ik hoor een stem als van een
4477 Jer 5:1 | die waarheid zoekt, zo zal Ik haar genadig zijn. ~
4478 Jer 5:4 | 4 Doch ik zeide: Zekerlijk, deze zijn
4479 Jer 5:5 | 5 Ik zal gaan tot de groten,
4480 Jer 5:7 | 7 Hoe zou Ik over zulks u vergeven? Uw
4481 Jer 5:7 | die geen God zijn; als Ik hen verzadigd heb, zo bedrijven
4482 Jer 5:9 | 9 Zou Ik over die dingen geen bezoeking
4483 Jer 5:14 | dit woord spreekt: Ziet, Ik zal Mijn woorden in uw mond
4484 Jer 5:15 | 15 Ziet, Ik zal over ulieden een volk
4485 Jer 5:18 | 18 Nochtans zal Ik ook in die dagen, spreekt
4486 Jer 5:29 | 29 Zou Ik over die dingen geen bezoeking
4487 Jer 6:2 | 2 Ik heb wel de dochter Sions
4488 Jer 6:8 | afgetrokken worde, opdat Ik u niet stelle tot een woestheid,
4489 Jer 6:10 | 10 Tot wie zal ik spreken en betuigen, dat
4490 Jer 6:11 | 11 Daarom ben ik vol van des HEEREN grimmigheid,
4491 Jer 6:11 | des HEEREN grimmigheid, ik ben moede geworden van inhouden;
4492 Jer 6:11 | moede geworden van inhouden; ik zal ze uitstorten over de
4493 Jer 6:12 | akkers en vrouwen; want Ik zal Mijn hand uitstrekken
4494 Jer 6:15 | vallenden, ten tijde als Ik hen bezoeken zal, zullen
4495 Jer 6:17 | 17 Ik heb ook wachters over ulieden
4496 Jer 6:19 | Hoor toe, gij aarde! Zie, Ik zal een kwaad brengen over
4497 Jer 6:21 | zegt de HEERE alzo: Ziet, Ik zal dit volk allerlei aanstoot
4498 Jer 6:27 | 27 Ik heb u onder Mijn volk gesteld,
4499 Jer 7:3 | handelingen goed, zo zal Ik ulieden doen wonen in deze
4500 Jer 7:7 | 7 Zo zal Ik u in deze plaats, in het
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-8724 |