Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
daarnevens 1
daarom 877
daaronder 11
daarop 148
daarover 48
daartegen 10
daartoe 211
Frequency    [«  »]
150 manasse
150 rivier
149 maak
148 daarop
148 morgen
148 wandelen
147 boek

Bijbel

IntraText - Concordances

daarop

    Book Chapter: Verse
1 Gen 32:14 | opgericht teken; en hij stortte daarop drankoffer, en goot olie 2 Exo 17:12 | dien onder hem, dat hij daarop zat; en Aaron en Hur onderstutten 3 Exo 20:24 | altaar van aarde, en offert daarop uw brandofferen, en uw dankofferen, 4 Exo 28:9 | namen der zonen van Israel daarop graveren. ~ 5 Exo 30:7 | 7 En Aaron zal daarop aansteken welriekende specerijen; 6 Exo 30:9 | zult ook geen drankoffer daarop gieten. ~ 7 Exo 30:10 | jaar zal hij verzoening daarop doen bij uw geslachten; 8 Exo 31:7 | en het verzoendeksel, dat daarop zal zijn, en al het gereedschap 9 Exo 35:2 | der rust den HEERE; al wie daarop werk doet, zal gedood worden. ~ 10 Exo 39:5 | kunstelijke riem zijns efods, die daarop was, was gelijk zijn werk, 11 Exo 39:30 | louter goud, en zij schreven daarop een schrift, met zegelgravering: 12 Exo 40:4 | en gij zult schikken wat daarop te schikken is; gij zult 13 Exo 40:23 | 23 En hij schikte daarop het brood in orde, voor 14 Exo 40:27 | 27 En hij stak daarop aan reukwerk van welriekende 15 Exo 40:29 | samenkomst; en hij offerde daarop brandoffer, en spijsoffer, 16 Exo 40:35 | samenkomst, dewijl de wolk daarop bleef, en de heerlijkheid 17 Lev 2:1 | meelbloem zijn; en hij zal olie daarop gieten, en wierook daarop 18 Lev 2:1 | daarop gieten, en wierook daarop leggen. ~ 19 Lev 2:6 | in stukken, en giet olie daarop; het is een spijsoffer. ~ 20 Lev 2:15 | 15 En gij zult olie daarop doen, en wierook daarop 21 Lev 2:15 | daarop doen, en wierook daarop leggen; het is een spijsoffer. ~ 22 Lev 5:11 | daarover doen, noch wierook daarop leggen; want het is een 23 Lev 6:12 | vuur nu op het altaar zal daarop brandende gehouden worden, 24 Lev 6:12 | morgen hout aansteken, en zal daarop het brandoffer schikken, 25 Lev 6:12 | het vet der dankofferen daarop aansteken. ~ 26 Lev 10:1 | daarin, en legden reukwerk daarop, en brachten vreemd vuur 27 Lev 11:38 | worden, en van hun dood aas daarop zal gevallen zijn, dat zal 28 Lev 13:30 | en geelachtig dun haar daarop is, zo zal de priester hem 29 Lev 13:31 | vel, en geen zwart haar daarop is, zo zal de priester hem, 30 Lev 13:32 | schurftheid niet uitgespreid, en daarop geen geelachtig haar is, 31 Lev 13:37 | gebleven, en zwart haar daarop gewassen is, die schurftheid 32 Lev 16:19 | 19 En hij zal daarop van dat bloed met zijn vinger 33 Lev 16:21 | levenden bok leggen, en zal daarop al de ongerechtigheden der 34 Num 4:6 | deksel van dassenvellen daarop leggen, en een geheel kleed 35 Num 4:7 | hemelsblauw uitspreiden, en zullen daarop zetten de schotels, en de 36 Num 4:7 | ook zal het gedurig brood daarop zijn. ~ 37 Num 4:14 | 14 En zij zullen daarop leggen al zijn gereedschap, 38 Num 5:15 | gerstemeel; hij zal geen olie daarop gieten, noch wierook daarop 39 Num 5:15 | daarop gieten, noch wierook daarop leggen, dewijl het een spijsoffer 40 Num 9:22 | den tabernakel, blijvende daarop, zo legerden zich de kinderen 41 Num 16:7 | vuur daarin, legt reukwerk daarop voor het aangezicht des 42 Num 16:46 | altaar, en leg reukwerk daarop, haastelijk gaande tot de 43 Deu 11:12 | uws Gods, zijn gedurig daarop, van het begin des jaars 44 Deu 27:3 | 3 En gij zult daarop schrijven alle woorden dezer 45 Deu 27:6 | HEERE, uw God, brandofferen daarop offeren. ~ 46 Joz 8:29 | stadspoort, en richtten daarop een groten steenhoop, zijnde 47 Joz 8:31 | geen ijzer bewogen had; en daarop offerden zij den HEERE brandofferen; 48 Joz 23:23 | brandoffer en spijsoffer daarop te offeren, of om dankoffer 49 Joz 23:23 | offeren, of om dankoffer daarop te doen, zo eise het de 50 Ric 7:25 | een kleed uit, en wierpen daarop een iegelijk een voorhoofdsiersel 51 Ric 18:30 | dezen dag; legt uw hart daarop, geeft raad en spreekt! ~  ~ 52 1Sa 2:8 | en Hij heeft de wereld daarop gezet. ~ 53 1Sa 5:4 | dorpel; alleenlijk was Dagon daarop overgebleven. ~ 54 1Sa 9:20 | verloren hebt, zet uw hart daarop niet, want zij zijn gevonden; 55 2Sa 6:2 | HEERE der heirscharen, Die daarop woont tussen de cherubim. ~ 56 2Sa 14:30 | mijne, en hij heeft gerst daarop; gaat heen, en steekt het 57 2Sa 16:1 | paar gezadelde ezelen, en daarop tweehonderd broden, met 58 2Sa 17:19 | den put, en strooide gort daarop. Alzo werd de zaak niet 59 2Sa 19:26 | mij een ezel zadelen, en daarop rijden, en tot den koning 60 2Sa 20:8 | kleed, dat hij aan had, en daarop was een gordel, daar het 61 1Kon 6:32| bomen; en hij graveerde daarop graveringen van cherubs, 62 1Kon 13:3 | gescheurd, en de as, die daarop is, afgestort worden. ~ 63 1Kon 13:13| hem den ezel, en hij reed daarop. ~ 64 2Kon 17:12| tot het altaar, en offerde daarop. ~ 65 2Kon 17:15| drankofferen; en spreng daarop al het bloed des brandoffers, 66 2Kon 18:12| tot het altaar, en offerde daarop. ~ 67 2Kon 18:15| drankofferen; en spreng daarop al het bloed des brandoffers, 68 2Kon 20:23| zo gij voor u de ruiters daarop zult kunnen geven. ~ 69 2Kon 27:17| achttien ellen, en het kapiteel daarop was koper; en de hoogte 70 2Kro 1:6 | samenkomst was; en hij offerde daarop duizend brandofferen. ~ 71 2Kro 3:5 | goed goud; en hij maakte daarop palmen en ketenwerk. ~ 72 2Kro 3:14| linnen; en hij maakte cherubs daarop. ~ 73 2Kro 7:13| zijn hoogte; en hij stond daarop, en knielde op zijn knieen 74 2Kro 32:12| zult gij u nederbuigen, en daarop roken? ~ 75 2Kro 33:16| des HEEREN toe, en offerde daarop dankofferen en lofofferen, 76 Ezra 3:2 | des Gods van Israel, om daarop brandofferen te offeren, 77 Ezra 3:3 | landen; en zij offerden daarop brandofferen den HEERE, 78 Neh 9:6 | heir, de aarde en al wat daarop is, de zeeen en al wat daarin 79 Job 24:23 | gerustigheid, zo steunt hij daarop; nochtans zijn Zijn ogen 80 Job 30:22 | in den wind; Gij doet mij daarop rijden, en Gij versmelt 81 Job 33:14 | tweemaal; doch men let niet daarop. ~ 82 Job 38:35 | bestraft, die antwoorde daarop. ~ 83 Psa 38:29 | bezitten, en in eeuwigheid daarop wonen. ~ 84 Jes 5:6 | dat zij geen      regen daarop regenen. ~ 85 Jes 8:1 | een grote rol, en schrijf daarop met eens mensen griffel: 86 Jes 18:6 | dieren der aarde zullen daarop   overwinteren. ~ 87 Jes 28:20 | korter zijn, dan dat men zich daarop uitstrekken kunne; en het 88 Jes 30:12 | verkeerdheid, en steunt daarop: ~ 89 Jes 35:9 | verscheurend gedierte zal daarop komen, noch aldaar gevonden 90 Jes 35:9 | maar de verlosten zullen daarop wandelen. ~ 91 Jes 36:8 | zo gij voor u de ruiters daarop zult kunnen geven. ~ 92 Jes 42:5 | voortkomt; Die den volke, dat daarop is, den      adem geeft, 93 Jes 42:5 | den geest dengenen, die daarop wandelen: ~ 94 Jes 45:12 | gemaakt, en Ik heb den mens daarop geschapen; Ik ben het! Mijn 95 Jes 60:8 | voor zich zelven, al wie daarop gaat, die kent den vrede 96 Jer 9:17 | HEERE der heirscharen: Merkt daarop, en roept klaagvrouwen, 97 Jer 17:24 | heiligt, dat gij geen werk daarop doet; 98 Jer 23:20 | zult gij met      verstand daarop letten. ~ 99 Jer 30:24 | der dagen zult gij      daarop letten. ~  ~ 100 Jer 36:2 | rol des boeks, en schrijf daarop al de woorden, die Ik tot 101 Jer 36:28 | een andere rol, en schrijf daarop al de eerste woorden, die 102 Jer 36:29 | zeggende: Waarom hebt gij daarop geschreven, zeggende: De 103 Jer 36:32 | van Nerija; die schreef daarop, uit den mond van Jeremia, 104 Jer 52:22 | 22      En het kapiteel daarop was koper, en de hoogte 105 Eze 4:1 | uw aangezicht, en bewerp daarop de stad Jeruzalem. ~ 106 Eze 4:4 | op uw linkerzijde, en leg daarop de ongerechtigheid van het 107 Eze 4:4 | getal der dagen, dat gij daarop zult liggen, zult gij hun 108 Eze 16:16 | geplekte hoogten, en hebt daarop gehoereerd; zulks is niet 109 Eze 23:42 | nu het geruis der menigte daarop stil was, zo zonden zij 110 Eze 37:16 | neem u een hout, en schrijf daarop: Voor Juda, en voor de kinderen 111 Eze 37:16 | een ander hout, en schrijf daarop: Voor Jozef, het      hout 112 Eze 40:39 | tafelen van gene zijde, om daarop te slachten het brandoffer, 113 Eze 43:18 | zal maken, om brandoffer daarop te offeren, en om bloed      114 Eze 43:18 | offeren, en om bloed      daarop te sprengen. ~ 115 Eze 43:24 | de priesteren zullen zout daarop werpen, en zullen ze offeren 116 Eze 46:14 | gij zult ten spijsoffer daarop doen, alle morgens een zesde 117 Amos 6:12| een steenrots? Zal men ook daarop met runderen ploegen? Want 118 Zac 4:2 | hoofd, en zijn zeven lampen daarop; die lampen      hadden 119 Matt 21:7 | op dezelve, en zetten Hem daarop. ~ 120 Matt 23:18| hebben bij de gave, die daarop is, die is schuldig. ~ 121 Matt 23:20| hetzelve, en bij al wat daarop is. ~ 122 Matt 23:22| troon Gods, en bij Dien, Die daarop zit. ~ 123 Matt 24:15| die het leest, die merke daarop!) ~ 124 Mark 11:7 | en wierpen hun klederen daarop; en Hij zat op hetzelve. ~ 125 Mark 13:14| die het leest, die merke daarop!) alsdan, die in Judea zijn, 126 Mark 16:20| Woord door tekenen, die daarop volgden. Amen. ~ 127 Luk 13:6 | hij kwam en zocht vrucht daarop, en vond ze niet. ~ 128 Luk 14:6 | 6 En zij konden Hem daarop niet weder antwoorden. ~ 129 Luk 19:35 | hebbende, zetten zij Jezus daarop. ~ 130 Joha 4:27| 27 En daarop kwamen Zijn discipelen en 131 Joha 11:38| spelonk, en een steen was daarop gelegd. ~ 132 Joha 12:14| een jongen ezel, en zat daarop, gelijk geschreven is: ~ 133 Joha 21:9 | kolenvuur liggen, en vis daarop liggen, en brood. ~ 134 Hand 17:24| bestellen, opdat zij Paulus daarop zetten, en behouden overbrengen 135 Hand 21:41| had, zetten zij het schip daarop; en het voorschip, vastzittende, 136 1Kor 3:10| gelegd; en een ander bouwt daarop. Maar een iegelijk zie toe, 137 1Kor 3:10| iegelijk zie toe, hoe hij daarop bouwe. ~ 138 1Kor 3:14| iemands werk blijft, dat hij daarop gebouwd heeft, die zal loon 139 2Pet 1:19| en gij doet wel, dat gij daarop acht hebt, als op een licht, 140 Open 4:3 | 3 En Die daarop zat, was in het aanzien 141 Open 6:2 | ziet, een wit paard, en Die daarop zat, had een boog; en Hem 142 Open 6:4 | dat rood was; en dien, die daarop zat, werd macht gegeven 143 Open 6:5 | een zwart paard, en die daarop zat, had een weegschaal 144 Open 6:8 | een vaal paard, en die daarop zat, zijn naam was de dood; 145 Open 9:17| paarden in dit gezicht, en die daarop zaten, hebbende vurige, 146 Open 19:18| paarden en dergenen, die daarop zitten; en het vlees van 147 Open 20:11| witten troon, en Dengene, Die daarop zat, van Wiens aangezicht 148 Open 21:12| twaalf engelen, en namen daarop geschreven, welken zijn


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License