Book Chapter: Verse
1 Gen 34:18 | zij tegen hem een listigen raad, om hem te doden. ~
2 Gen 45:6 | kome niet in hun verborgen raad; mijn eer worde niet verenigd
3 Exo 18:15 | volk tot mij komt, om God raad te vragen. ~
4 Num 24:14 | mijn volk; kom, ik zal u raad geven, en zeggen wat dit
5 Num 27:21 | priester, staan, die voor hem raad vragen zal, naar de wijze
6 Num 31:16 | Ziet, deze waren, door den raad van Bileam, den kinderen
7 Ric 18:30 | legt uw hart daarop, geeft raad en spreekt! ~ ~
8 Ric 19:7 | hier voor ulieden woord en raad! ~
9 1Sa 25:33 | 33 En gezegend zij uw raad en gezegend zijt gij, dat
10 2Sa 15:12 | Achitofel, den Giloniet, Davids raad, uit zijn stad, uit Gilo
11 2Sa 15:31 | HEERE! maak toch Achitofels raad tot zotheid. ~
12 2Sa 15:34 | zijn; zo zoudt gij mij den raad van Achitofel te niet maken. ~
13 2Sa 16:20 | Achitofel: Geeft onder ulieden raad, wat zullen wij doen? ~
14 2Sa 16:23 | die dagen was Achitofels raad, dien hij raadde, als of
15 2Sa 16:23 | gevraagd had; alzo was alle raad van Achitofel, zo bij David
16 2Sa 17:7 | zeide Husai tot Absalom: De raad, dien Achitofel op ditmaal
17 2Sa 17:14 | alle man van Israel: De raad van Husai, den Archiet,
18 2Sa 17:14 | is beter dan Achitofels raad. Doch de HEERE had het geboden,
19 2Sa 17:14 | het geboden, om den goeden raad van Achitofel te vernietigen,
20 2Sa 17:23 | Achitofel zag, dat zijn raad niet gedaan was, zadelde
21 1Kon 1:12| kom, laat mij u toch een raad geven, dat gij uw ziel en
22 1Kon 12:6 | de koning Rehabeam hield raad met de oudsten, die gestaan
23 1Kon 12:8 | 8 Maar hij verliet den raad der oudsten, dien zij hem
24 1Kon 12:8 | geraden hadden; en hij hield raad met de jongelingen, die
25 1Kon 12:13| hardelijk; want hij verliet den raad der oudsten, dien zij hem
26 1Kon 12:14| hij sprak tot hen naar den raad der jongelingen, zeggende:
27 1Kon 12:28| Daarom hield de koning een raad, en maakte twee gouden kalveren;
28 2Kon 20:20| woord der lippen): Er is raad en macht tot den oorlog;
29 1Kro 12:19| Filistijnen verlieten hem met raad, zeggende: Met gevaar van
30 1Kro 13:1 | 1 En David hield raad met de oversten der duizenden
31 1Kro 28:32| Jonathan, Davids oom, was raad, een verstandig man; hij
32 1Kro 28:33| 33 En Achitofel was raad des konings; en Husai, de
33 2Kro 11:6 | de koning Rehabeam hield raad met de oudsten, die gestaan
34 2Kro 11:8 | 8 Maar hij verliet den raad der oudsten, dien zij hem
35 2Kro 11:8 | geraden hadden; en hij hield raad met de jongelingen, die
36 2Kro 11:13| koning Rehabeam verliet den raad der oudsten. ~
37 2Kro 11:14| hij sprak tot hen naar den raad der jongelingen, zeggende:
38 2Kro 23:5 | Hij wandelde ook in hun raad, en toog henen met Joram,
39 2Kro 25:16| dit gedaan, en naar mijn raad niet gehoord hebt. ~
40 2Kro 30:2 | 2 Want de koning had raad gehouden met zijn oversten
41 2Kro 30:23| Als nu de ganse gemeente raad gehouden had, om andere
42 2Kro 32:3 | 3 Zo hield hij raad met zijn vorsten en zijn
43 Ezra 4:5 | hen raadslieden, om hun raad te vernietigen, al de dagen
44 Ezra 10:3 | zullen doen uitgaan, naar den raad des HEEREN, en dergenen,
45 Ezra 10:8 | in drie dagen, naar den raad der vorsten en der oudsten,
46 Neh 4:15 | was geworden, en God hun raad te niet gemaakt had, zo
47 Est 29:2 | tot dien maaltijd. Deze raad nu dacht Haman goed, en
48 Job 5:13 | hun arglistigheid; dat de raad der verdraaiden gestort
49 Job 10:3 | Uwer handen, en over den raad der goddelozen schijnsel
50 Job 12:13 | wijsheid en macht; Hij heeft raad en verstand. ~
51 Job 15:8 | 8 Hebt gij den verborgen raad Gods gehoord, en hebt gij
52 Job 18:7 | benauwd worden, en zijn raad zal hem nederwerpen. ~
53 Job 21:16 | is niet in hun hand; de raad der goddelozen is verre
54 Job 22:18 | goed gevuld; daarom is de raad der goddelozen verre van
55 Job 29:21 | wachtten, en zwegen op mijn raad. ~
56 Job 36:45 | zich dan naar Zijn wijzen raad door ommegangen, dat zij
57 Job 37:2 | 2 Wie is hij, die den raad verduistert met woorden
58 Job 41:3 | is hij, zegt Gij, die den raad verbergt zonder wetenschap?
59 Psa 1:1 | die niet wandelt in de raad der goddelozen, noch staat
60 Psa 14:6 | 6Gijlieden beschaamt den raad des ellendigen, omdat de
61 Psa 16:7 | den HEERE loven, Die mij raad heeft gegeven; zelfs bij
62 Psa 20:5 | hart, en vervulle al uw raad. ~
63 Psa 32:8 | dien gij gaan zult; Ik zal raad geven, Mijn oog zal op u
64 Psa 33:10 | De HEERE vernietigt den raad der heidenen; Hij breekt
65 Psa 33:11 | 11 Maar de raad des HEEREN bestaat in eeuwigheid,
66 Psa 34:10 | De HEERE vernietigt den raad der heidenen; Hij breekt
67 Psa 34:11 | 11 Maar de raad des HEEREN bestaat in eeuwigheid,
68 Psa 64:3 | mij voor den heimelijken raad der boosdoeners, voor de
69 Psa 73:24 | zult mij leiden door Uw raad; en daarna zult Gij mij
70 Psa 89:8 | grotelijks geducht in den raad der heiligen, en vreselijk
71 Psa 106:13 | zij verbeidden naar Zijn raad niet. ~
72 Psa 106:43 | verbitterden Hem door hun raad, en werden uitgeteerd door
73 Psa 107:11 | tegen Gods geboden, en den raad des Allerhoogsten onwaardiglijk
74 Psa 111:1 | ganser harte; Beth. In den raad en vergadering der oprechten. ~
75 Spre 1:5 | verstandig is, zal wijzen raad bekomen. ~
76 Spre 1:25| 25 En gij al Mijn raad verworpen, en Mijn bestraffing
77 Spre 1:30| Zij hebben in Mijn raad niet bewilligd; al Mijn
78 Spre 8:14| 14 Raad en het wezen zijn Mijne;
79 Spre 12:15| zijn ogen; maar die naar raad hoort, is wijs. ~
80 Spre 15:22| vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der
81 Spre 19:20| 20 Hoor raad, en ontvang tucht, opdat
82 Spre 19:21| veel gedachten; maar de raad des HEEREN, die zal bestaan. ~
83 Spre 20:5 | 5 De raad in het hart eens mans is
84 Spre 20:18| Elke gedachte wordt door raad bevestigd, daarom voer oorlog
85 Spre 21:30| verstand, en er is geen raad tegen den HEERE. ~
86 Spre 22:20| geschreven van allerlei raad en wetenschap? ~
87 Spre 27:9 | iemands vriend, vanwege den raad der ziel. ~
88 Jes 8:10 | 10 Beraadslaagt een raad, doch hij zal vernietigd
89 Jes 9:5 | noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der
90 Jes 14:27 | heirscharen heeft het in Zijn raad besloten, wie zal het dan
91 Jes 16:3 | 3 Brengt een raad aan, houdt gericht, maakt
92 Jes 19:3 | binnenste van hen, en hun raad zal Ik verslinden; dan zullen
93 Jes 19:11 | van Zoan zijn dwazen, de raad der wijzen, der raadgevers
94 Jes 19:17 | bevreesd wezen vanwege den raad des HEEREN der heirscharen,
95 Jes 28:29 | heirscharen; Hij is wonderlijk van raad, Hij is groot van daad. ~ ~
96 Jes 29:15 | willen voor den HEERE, hun raad verbergende; en welker werken
97 Jes 36:5 | woord der lippen): Er is raad en macht tot den oorlog;
98 Jes 40:14 | Met wien heeft Hij raad gehouden, die Hem verstand
99 Jes 44:26 | knechts bevestigt, en den raad Zijner boden volbrengt;
100 Jes 46:10 | geschied zijn; Die zegt: Mijn raad zal bestaan, en Ik zal al
101 Jer 15:17 | 17 Ik heb in den raad der bespotters niet gezeten,
102 Jer 18:18 | van den priester, noch de raad van den wijze, noch het
103 Jer 18:23 | Gij, HEERE! weet al hun raad tegen mij ten dode; maak
104 Jer 19:7 | 7 Want Ik zal den raad van Juda en Jeruzalem in
105 Jer 23:18 | wie heeft in des HEEREN raad gestaan, en Zijn woord gezien
106 Jer 23:22 | Maar zo zij in Mijn raad hadden gestaan, zo zouden
107 Jer 32:19 | 19 Groot van raad en machtig van daad; want
108 Jer 38:15 | zekerlijk doden? En als ik u raad zal geven, gij zult toch
109 Jer 49:7 | wijsheid meer te Theman? Is de raad vergaan van de verstandigen?
110 Eze 7:26 | van den priester, en de raad van de oudsten. ~
111 Eze 11:2 | bedenken, en die kwaden raad raden in deze stad. ~
112 Dan 2:14 | Toen bracht Daniel een raad en oordeel in, aan Arioch,
113 Dan 4:27 | Daarom, o koning! laat mijn raad u behagen, en breek uw zonden
114 Zac 6:13 | zijn op Zijn troon; en de raad des vredes zal tussen
115 Matt 5:22| strafbaar zijn door den groten raad; maar wie zegt: Gij dwaas!
116 Matt 12:14| zijnde, hielden te zamen raad tegen Hem, hoe zij Hem doden
117 Matt 22:15| heen, en hielden te zamen raad, hoe zij Hem verstrikken
118 Matt 26:59| ouderlingen, en de gehele grote raad zochten valse getuigenis
119 Matt 27:1 | ouderlingen des volks te zamen raad genomen tegen Jezus, dat
120 Matt 27:7 | 7 En te zamen raad gehouden hebbende, kochten
121 Matt 28:12| ouderlingen, en te zamen raad genomen hebbende, gaven
122 Mark 3:6 | met de Herodianen te zamen raad gehouden tegen Hem, hoe
123 Mark 14:55| overpriesters, en de gehele raad, zochten getuigenis tegen
124 Mark 15:1 | de overpriesters te zamen raad, met de ouderlingen en Schriftgeleerden,
125 Mark 15:1 | Schriftgeleerden, en den gehelen raad, en Jezus gebonden hebbende,
126 Luk 7:30 | wetgeleerden hebben den raad Gods tegen zichzelven verworpen,
127 Luk 22:66 | en brachten Hem in hun raad, ~
128 Luk 23:51 | niet mede bewilligd in hun raad en handel) van Arimathea,
129 Joha 11:47| Farizeen vergaderden den raad, en zeiden: Wat zullen wij
130 Hand 2:23| Dezen, door den bepaalden raad en voorkennis Gods overgegeven
131 Hand 4:15| hebbende uit te gaan buiten den raad, overlegden zij met elkander, ~
132 Hand 4:28| doen al wat Uw hand en Uw raad te voren bepaald had, dat
133 Hand 7:36| als hij in zijn tijd den raad Gods gediend had, is ontslapen,
134 Hand 14:27| verkondigd hebben al den raad Gods. ~
135 Hand 16:5 | getuige is, en de gehele raad der ouderlingen; van dewelke
136 Hand 16:30| overpriesters en hun gehele raad zouden komen; en Paulus
137 Hand 17:1 | En Paulus, de ogen op den raad houdende, zeide: Mannen
138 Hand 17:6 | de Farizeen, riep in den raad: Mannen broeders, ik ben
139 Hand 17:15| den overste weten met den raad, dat hij hem morgen tot
140 Hand 17:20| gij Paulus morgen in den raad zoudt afbrengen, alsof zij
141 Hand 17:28| bracht ik hem af in hun raad; ~
142 Hand 18:20| hebben, als ik voor den raad stond; ~
143 Hand 19:12| Festus, als hij met den raad gesproken had: Hebt gij
144 Efez 1:11| alle dingen werkt naar den raad van Zijn wil; ~
145 Heb 6:17 | onveranderlijkheid van Zijn raad, met een eed daartussen
146 Open 3:18| 18 Ik raad u dat gij van Mij koopt
|