Book Chapter: Verse
1 Gen 19:9 | gedaan? en wat heb ik tegen u gezondigd, dat gij over mij en over
2 Gen 39:9 | zal ik alle dagen tegen u gezondigd hebben! ~
3 Gen 40:32 | tegen mijn vader alle dagen gezondigd hebben! ~
4 Exo 10:16 | roepen, en zeide: Ik heb gezondigd tegen den HEERE, uw God,
5 Exo 32:30 | Gijlieden hebt een grote zonde gezondigd; doch nu, ik zal tot den
6 Exo 32:31 | volk heeft een grote zonde gezondigd, dat zij zich gouden goden
7 Exo 33:30 | Gijlieden hebt een grote zonde gezondigd; doch nu, ik zal tot den
8 Exo 33:31 | volk heeft een grote zonde gezondigd, dat zij zich gouden goden
9 Lev 4:2 | zeggende: Als een ziel zal gezondigd hebben, door afdwaling van
10 Lev 4:3 | priester, die gezalfd is, zal gezondigd hebben, tot schuld des volks,
11 Lev 4:3 | voor zijn zonde, die hij gezondigd heeft, offeren een var,
12 Lev 4:14 | zonde, die zij daartegen gezondigd zullen hebben, bekend is
13 Lev 4:22 | 22 Als een overste zal gezondigd hebben, en tegen een van
14 Lev 4:23 | zonde, die hij daartegen gezondigd heeft, aan hem zal bekend
15 Lev 4:27 | lands door afdwaling zal gezondigd hebben, dewijl hij iets
16 Lev 4:28 | men zijn zonde, die hij gezondigd heeft, aan hem zal bekend
17 Lev 4:28 | voor zijn zonde, die hij gezondigd heeft. ~
18 Lev 4:35 | over zijn zonde, die hij gezondigd heeft, en het zal hem vergeven
19 Lev 5:1 | 1 Als nu een mens zal gezondigd hebben, dat hij gehoord
20 Lev 5:5 | belijden zal, waarin hij gezondigd heeft; ~
21 Lev 5:6 | voor zijn zonde, die hij gezondigd heeft, brengen zal een wijfje
22 Lev 5:7 | voor de schuld, die hij gezondigd heeft, den HEERE brengen
23 Lev 5:10 | vanwege zijn zonde, die hij gezondigd heeft, verzoening doen,
24 Lev 5:11 | duiven, zo zal hij, die gezondigd heeft, tot zijn offerande
25 Lev 5:13 | over zijn zonde, die hij gezondigd heeft in enige van die stukken,
26 Lev 5:15 | overtreden, en door afdwaling gezondigd zal hebben, wat onwetende
27 Lev 5:17 | 17 En indien een mens zal gezondigd hebben, en gedaan tegen
28 Lev 6:2 | 2 Als een mens gezondigd, en tegen den HEERE door
29 Lev 6:4 | dan geschieden, dewijl hij gezondigd heeft, en schuldig geworden
30 Lev 19:22 | over zijn zonde, die hij gezondigd heeft, voor het aangezicht
31 Lev 19:22 | van zijn zonde, die hij gezondigd heeft. ~
32 Num 6:11 | hij aan het dode lichaam gezondigd heeft; alzo zal hij zijn
33 Num 12:11 | gedaan, en waarmede wij gezondigd hebben! ~
34 Num 14:40 | gezegd heeft; want wij hebben gezondigd! ~
35 Num 15:27 | een ziel door afdwaling gezondigd zal hebben, die zal een
36 Num 15:28 | de dwalende ziel, als zij gezondigd heeft door afdwaling, voor
37 Num 16:22 | vlees! een enig man zal gezondigd hebben, en zult Gij U over
38 Num 16:38 | dezen, die tegen hun zielen gezondigd hebben; dat men uitgerekte
39 Num 21:7 | en zij zeiden: Wij hebben gezondigd, omdat wij tegen den HEERE
40 Num 22:34 | Engel des HEEREN: Ik heb gezondigd, want ik heb niet geweten,
41 Num 31:76 | hebt gij tegen den HEERE gezondigd; doch gij zult uw zonde
42 Deu 1:41 | Wij hebben tegen den HEERE gezondigd; wij zullen optrekken, en
43 Deu 9:16 | tegen den HEERE, uw God, gezondigd; gij hadt u een gegoten
44 Deu 9:18 | al uw zonde, die gij hadt gezondigd, doende dat kwaad is in
45 Joz 7:11 | 11 Israel heeft gezondigd; en zij hebben ook Mijn
46 Joz 7:20 | HEERE, den God Israels, gezondigd, en heb alzo en alzo gedaan. ~
47 Ric 9:10 | zeggende: Wij hebben tegen U gezondigd, zo omdat wij onzen God
48 Ric 9:15 | tot den HEERE: Wij hebben gezondigd; doe Gij ons, naar alles,
49 Ric 10:27 | Ook heb ik tegen u niet gezondigd, maar gij doet kwalijk bij
50 1Sa 7:6 | Wij hebben tegen den HEERE gezondigd. Alzo richtte Samuel de
51 1Sa 12:10 | HEERE, en zeiden: Wij hebben gezondigd, dewijl wij den HEERE verlaten,
52 1Sa 15:24 | Saul tot Samuel: Ik heb gezondigd, omdat ik des HEEREN bevel
53 1Sa 15:30 | 30 Hij dan zeide: Ik heb gezondigd; eer mij toch nu voor de
54 1Sa 19:4 | omdat hij tegen u niet gezondigd heeft, en omdat zijn daden
55 1Sa 24:12 | overtreding is, en ik tegen u niet gezondigd heb; nochtans jaagt gij
56 1Sa 26:21 | Toen zeide Saul: Ik heb gezondigd; keer weder, mijn zoon David,
57 2Sa 12:13 | David tot Nathan: Ik heb gezondigd tegen den HEERE! En Nathan
58 2Sa 19:20 | weet het zekerlijk, ik heb gezondigd; doch zie, ik ben heden
59 2Sa 24:10 | tot den HEERE: Ik heb zeer gezondigd in hetgeen ik gedaan heb;
60 2Sa 24:17 | en zeide: Zie ik, ik heb gezondigd, en ik, ik heb onrecht gehandeld,
61 1Kon 8:31| iemand tegen zijn naaste zal gezondigd hebben, en hij hem een eed
62 1Kon 8:33| vijands, omdat zij tegen U gezondigd zullen hebben, en zich tot
63 1Kon 8:35| regen is, omdat zij tegen U gezondigd zullen hebben; en zij in
64 1Kon 8:46| 46 Wanneer zij gezondigd zullen hebben tegen U (want
65 1Kon 8:47| hebben, zeggende: Wij hebben gezondigd, en verkeerdelijk gedaan,
66 1Kon 8:50| Uw volk, dat zij tegen U gezondigd zullen hebben, en al hun
67 1Kon 14:16| Jerobeams zonden wil, die gezondigd heeft, en die Israel heeft
68 1Kon 16:13| zijn zoon, waarmede zij gezondigd hadden, en waarmede zij
69 1Kon 16:19| Om zijn zonden, die hij gezondigd had, doende wat kwaad was
70 1Kon 18:9 | Maar hij zeide: Wat heb ik gezondigd, dat gij uw knecht geeft
71 2Kon 19:7 | dat de kinderen Israels gezondigd hadden tegen den HEERE,
72 2Kon 20:14| Lachis, zeggende: Ik heb gezondigd, keer af van mij, wat gij
73 2Kon 23:17| en zijn zonde, die hij gezondigd heeft, zijn die niet geschreven
74 1Kro 22:8 | David tot God: Ik heb zeer gezondigd, dat ik deze zaak gedaan
75 1Kro 22:17| Ja, ik zelf ben het, die gezondigd en zeer kwalijk gehandeld
76 2Kro 7:22| iemand tegen zijn naaste zal gezondigd hebben, en die hem een eed
77 2Kro 7:24| worden, omdat zij tegen U gezondigd zullen hebben, en zich bekeren,
78 2Kro 7:26| regen is, omdat zij tegen U gezondigd zullen hebben; en zij in
79 2Kro 7:36| 36 Wanneer zij gezondigd zullen hebben tegen U (want
80 2Kro 7:37| gevangenis, zeggende: Wij hebben gezondigd, verkeerdelijk gedaan, en
81 2Kro 7:39| Uw volk, wat zij tegen U gezondigd zullen hebben. ~
82 Neh 1:6 | Israels, die wij tegen U gezondigd hebben; ook ik en mijns
83 Neh 1:6 | vaders huis, wij hebben gezondigd. ~
84 Neh 9:29 | tegen dezelve hebben zij gezondigd, door dewelke een mens,
85 Neh 13:26 | koning van Israel, daarin gezondigd, hoewel er onder vele heidenen
86 Job 1:5 | Misschien hebben mijn kinderen gezondigd, en God in hun hart gezegend.
87 Job 7:20 | 20 Heb ik gezondigd, wat zal ik U doen, o Mensenhoeder?
88 Job 8:4 | 4 Indien uw kinderen gezondigd hebben tegen Hem, Hij heeft
89 Job 24:19 | alzo het graf dergenen, die gezondigd hebben. ~
90 Job 33:27 | aanschouwen, en zeggen: Ik heb gezondigd, en het recht verkeerd,
91 Psa 42:5 | ziel, want ik heb tegen U gezondigd. ~
92 Psa 51:6 | Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan, dat kwaad is
93 Psa 106:6 | 6 Wij hebben gezondigd, mitsgaders onze vaderen,
94 Jes 42:24 | HEERE, Hij, tegen Wien wij gezondigd hebben? Want zij wilden
95 Jes 43:27 | Uw eerste vader heeft gezondigd, en uw uitleggers hebben
96 Jes 65:5 | waart verbolgen, omdat wij gezondigd hebben; in dezelve is de
97 Jer 2:35 | omdat gij zegt: Ik heb niet gezondigd. ~
98 Jer 3:25 | tegen den HEERE, onzen God, gezondigd, wij en onze vaderen, van
99 Jer 8:14 | omdat wij tegen den HEERE gezondigd hebben. ~
100 Jer 14:7 | menigvuldig, wij hebben tegen U gezondigd. ~
101 Jer 14:20 | want wij hebben tegen U gezondigd. ~
102 Jer 16:10 | tegen den HEERE, onzen God, gezondigd hebben? ~
103 Jer 33:8 | met dewelke zij tegen Mij gezondigd hebben; en Ik zal vergeven
104 Jer 33:8 | dewelke zij tegen Mij gezondigd en met dewelke zij tegen
105 Jer 37:18 | knechten, of tegen dit volk gezondigd, dat gijlieden mij in het
106 Jer 40:3 | had; want gijlieden hebt gezondigd tegen den HEERE, en Zijner
107 Jer 44:23 | dat gij tegen den HEERE gezondigd hebt, en des HEEREN stem
108 Jer 50:7 | schuld hebben; daarom dat zij gezondigd hebben tegen den HEERE,
109 Jer 50:14 | zij heeft tegen den HEERE gezondigd. ~
110 Klaa 1:8 | Jeruzalem heeft zwaarlijk gezondigd, daarom is zij als een afgezonderde
111 Klaa 2:7 | Onze vaders hebben gezondigd, en zijn niet meer, en wij
112 Klaa 2:16| wee nu onzer, dat wij zo gezondigd hebben! ~
113 Eze 14:13 | als een land tegen Mij gezondigd zal hebben, zwaarlijk overtredende,
114 Eze 16:51 | de helft uwer zonden niet gezondigd; en gij hebt uw gruwelen
115 Eze 18:24 | en in zijn zonde, die hij gezondigd heeft, in die zal hij sterven. ~
116 Eze 28:16 | geweld vervuld, en gij hebt gezondigd; daarom zal Ik u ontheiligen
117 Eze 33:16 | Al zijn zonden, die hij gezondigd heeft, zullen hem niet gedacht
118 Eze 37:23 | woonplaatsen, in dewelke zij gezondigd hebben, en zal ze reinigen;
119 Dan 9:5 | 5 Wij hebben gezondigd, en hebben onrecht gedaan,
120 Dan 9:8 | vaders, omdat wij tegen U gezondigd hebben. ~
121 Dan 9:11 | Gods, dewijl wij tegen Hem gezondigd hebben. ~
122 Dan 9:15 | te dezen dage; wij hebben gezondigd, wij zijn goddeloos
123 Hos 4:7 | alzo hebben zij tegen Mij gezondigd; Ik zal hunlieder eer in
124 Hos 10:9 | dagen van Gibea, hebt gij gezondigd, o Israel; daar zijn zij
125 Mic 7:9 | dragen, want ik heb tegen Hem gezondigd; totdat Hij mijn twist twiste,
126 Zep 1:17 | zij hebben tegen den HEERE gezondigd; en hun bloed zal vergoten
127 Matt 18:15| indien uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga heen en bestraf
128 Matt 27:4 | 4 Zeggende: Ik heb gezondigd, verradende het onschuldig
129 Luk 15:18 | hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel, en voor
130 Luk 15:21 | zeide tot hem: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel, en voor
131 Joha 9:2 | zeggende: Rabbi, wie heeft er gezondigd, deze, of zijn ouders, dat
132 Joha 9:3 | antwoordde: Noch deze heeft gezondigd, noch zijn ouders, maar
133 Hand 19:8 | noch tegen den keizer iets gezondigd. ~
134 Rom 2:12 | zovelen, als er zonder wet gezondigd hebben, zullen ook zonder
135 Rom 2:12 | zovelen, als er onder de wet gezondigd hebben, zullen door de wet
136 Rom 3:23 | 23 Want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid
137 Rom 5:12 | doorgegaan is, in welken allen gezondigd hebben. ~
138 Rom 5:14 | ook over degenen, die niet gezondigd hadden in de gelijkheid
139 Rom 5:16 | schuld was door den een, die gezondigd heeft, alzo is de gift;
140 2Kor 12:21| over velen, die te voren gezondigd hebben, en die zich niet
141 2Kor 13:2 | aan degenen, die te voren gezondigd hebben, en aan al de anderen,
142 Heb 3:17 | het niet over degenen, die gezondigd hadden, welker lichamen
143 2Pet 2:4 | indien God de engelen, die gezondigd hebben, niet gespaard heeft,
144 1Joh 1:10| wij zeggen, dat wij niet gezondigd hebben, zo maken wij Hem
145 1Joh 2:1 | zondigt. En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak
|