Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
elk 126
elkaar 1
elkana 21
elkander 142
elkanders 8
elke 44
elkeen 37
Frequency    [«  »]
143 getal
142 41
142 dragen
142 elkander
141 onrein
141 samuel
141 sterkte

Bijbel

IntraText - Concordances

elkander

    Book Chapter: Verse
1 Gen 38:1 | zonen: Waarom ziet gij op elkander? ~ 2 Gen 39:33 | verwonderden zich de mannen onder elkander. ~ 3 Exo 25:20 | aangezichten zullen tegenover elkander zijn; de aangezichten der 4 Exo 26:9 | vijf dezer gordijnen aan elkander bijzonder voegen, en zes 5 Exo 37:9 | aangezichten waren tegenover elkander; de aangezichten der cherubim 6 Num 11:32 | spreidden ze voor zich van elkander rondom het leger. ~ 7 Ric 10:12 | Wat hebben ik en gij met elkander te doen, dat gij tot mij 8 1Sa 18:7 | vrouwen, spelende, antwoordden elkander en zeiden: Saul heeft zijn 9 1Sa 20:41 | driemaal; en zij kusten elkander, en weenden met elkander, 10 1Sa 20:41 | elkander, en weenden met elkander, totdat het David gans veel 11 1Sa 29:5 | denwelken zij in den rei elkander antwoordden, zeggende: Saul 12 2Sa 2:13 | ook uit; en zij ontmoetten elkander bij den vijver van Gibeon; 13 2Kon 9:25| gedenk, als ik en gij nevens elkander achter zijn vader Achab 14 1Kro 26:8 | loten over de wacht, tegen elkander, zo de kleinen, als de groten, 15 Est 52:6 | der zending van delen aan elkander. ~ 16 Est 52:9 | der zending van delen aan elkander, en der gaven aan de armen. ~ 17 Job 40:8 | 8 Zij kleven aan elkander, zij vatten zich samen, 18 Psa 85:11 | goedertierenheid en waarheid zullen elkander ontmoeten; de gerechtigheid 19 Psa 85:11 | gerechtigheid en vrede zullen elkander kussen. ~ 20 Spre 22:2 | Rijken en armen ontmoeten elkander; de HEERE heeft hen allen 21 Spre 29:13| en de bedrieger ontmoeten elkander; de HEERE verlicht hun beider 22 Jes 13:22 | in zijn verlaten plaatsen elkander toeroepen, mitsgaders de 23 Jes 46:5 | Mij vergelijken, dat wij elkander gelijken zouden? ~ 24 Jer 51:14 | heb, nochtans zullen zij elkander een vreugdegeschrei over 25 Dan 5:6 | zijn knieen stieten tegen elkander aan. ~ 26 Dan 11:6 | jaren, zullen zij zich met elkander bevrienden, en de dochter 27 Nah 1:10 | 10      Dewijl zij in elkander gevlochten zijn als doornen, 28 Nah 2:4 | fakkelen, zij lopen door elkander henen als de bliksemen. ~ 29 Matt 21:38| zoon ziende, zeiden onder elkander: Deze is de erfgenaam, komt, 30 Matt 24:10| geergerd worden, en zullen elkander overleveren, en elkander 31 Matt 24:10| elkander overleveren, en elkander haten. ~ 32 Matt 25:32| worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, gelijk de herder 33 Mark 1:27| verbaasd, zodat zij onder elkander vraagden, zeggende: Wat 34 Mark 4:41| grote vreze, en zeiden tot elkander: Wie is toch Deze, dat ook 35 Mark 8:16| En zij overlegden onder elkander, zeggende: Het is, omdat 36 Mark 9:10| zichzelven, vragende onder elkander, wat het was, uit de doden 37 Mark 9:33| Waarvan hadt gij woorden onder elkander op den weg? ~ 38 Mark 9:34| zwegen; want zij waren onder elkander in woorden geweest op den 39 Mark 9:50| uzelven, en houdt vrede onder elkander. ~  ~ 40 Mark 10:26| verslagen, zeggende tot elkander: Wie kan dan zalig worden? ~ 41 Mark 12:7 | landlieden zeiden onder elkander: Deze is de erfgenaam; komt, 42 Mark 15:31| schriftgeleerden, zeiden tot elkander, al spottende: Hij heeft 43 Mark 16:3 | 3 En zeiden tot elkander: Wie zal ons den steen van 44 Luk 2:15 | hemel, dat de herders tot elkander zeiden: Laat ons dan heengaan 45 Luk 4:36 | en zij spraken samen tot elkander, zeggende: Wat woord is 46 Luk 6:11 | uitzinnigheid, en spraken samen met elkander, wat zij Jezus doen zouden. ~ 47 Luk 7:32 | die op de markt zitten, en elkander toeroepen, en zeggen: Wij 48 Luk 8:25 | verwonderden zich, zeggende tot elkander: Wie is toch Deze, dat Hij 49 Luk 12:1 | bijeenvergaderd waren, zodat zij elkander vertraden, begon Hij te 50 Luk 20:14 | zagen, overleiden zij onder elkander, en zeiden: Deze is de erfgenaam; 51 Luk 22:23 | 23 En zij begonnen onder elkander te vragen, wie van hen het 52 Luk 23:12 | en Herodes vrienden met elkander; want zij waren te voren 53 Luk 24:14 | zij spraken samen onder elkander van al deze dingen, die 54 Luk 24:15 | terwijl zij samen spraken, en elkander ondervraagden, dat Jezus 55 Luk 24:17 | die gij, wandelende, onder elkander verhandelt, en waarom ziet 56 Luk 24:32 | 32 En zij zeiden tot elkander: Was ons hart niet brandende 57 Joha 4:33| dan de discipelen tegen elkander: Heeft Hem iemand te eten 58 Joha 5:44| geloven, gij, die eer van elkander neemt, en de eer, die van 59 Joha 6:43| hen: Murmureert niet onder elkander. ~ 60 Joha 6:52| Joden dan streden onder elkander, zeggende: Hoe kan ons deze 61 Joha 7:35| De Joden dan zeiden tot elkander: Waar zal Deze heengaan, 62 Joha 11:56| dan Jezus, en zeiden onder elkander, staande in den tempel: 63 Joha 12:19| Farizeen dan zeiden onder elkander: Ziet gij wel, dat gij gans 64 Joha 13:22| discipelen dan zagen op elkander, twijfelende, van wien Hij 65 Joha 13:34| gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad 66 Joha 13:34| liefgehad heb, dat ook gij elkander liefhebt. ~ 67 Joha 13:35| zo gij liefde hebt onder elkander. ~ 68 Joha 15:12| Dit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt, gelijkerwijs Ik 69 Joha 15:17| Dit gebied Ik u, opdat gij elkander liefhebt. ~ 70 Joha 16:17| Zijn discipelen zeiden tot elkander: Wat is dit, dat Hij tot 71 Joha 16:19| Vraagt gij daarvan onder elkander, dat Ik gezegd heb: Een 72 Joha 19:24| 24 Zij dan zeiden tot elkander: Laat ons dien niet scheuren, 73 Hand 2:7 | verwonderden zich, zeggende tot elkander: Ziet, zijn niet alle dezen, 74 Hand 4:15| raad, overlegden zij met elkander, ~ 75 Hand 9:39| verbittering, alzo dat zij van elkander gescheiden zijn, en dat 76 Hand 13:38| zijn stadhouders; laat hen elkander verklagen. ~ 77 Hand 15:6 | 6 En als wij elkander gegroet hadden, gingen wij 78 Hand 20:31| zijnde, spraken zij tot elkander, zeggende: Deze mens doet 79 Hand 22:4 | hand hangen, zeiden zij tot elkander: Deze mens is gewisselijk 80 Hand 22:25| 25 En tegen elkander oneens zijnde, scheidden 81 Hand 22:29| twisting hebbenden onder elkander. ~ 82 Rom 1:24 | onreinigheid, om hun lichamen onder elkander te onteren; ~ 83 Rom 1:27 | geworden in hun lust tegen elkander, mannen met mannen schandelijkheid 84 Rom 2:15 | medegetuigende, en de gedachten onder elkander hen beschuldigende, of ook 85 Rom 12:10 | 10 Hebt elkander hartelijk lief met broederlijke 86 Rom 12:16 | 16 Weest eensgezind onder elkander. Tracht niet naar de hoge 87 Rom 13:8 | niemand iets schuldig, dan elkander lief te hebben; want die 88 Rom 14:13 | 13 Laat ons dan elkander niet meer oordelen; maar 89 Rom 14:19 | hetgeen tot de stichting onder elkander dient. ~ 90 Rom 15:5 | gij eensgezind zijt onder elkander naar Christus Jezus; ~ 91 Rom 15:7 | 7 Daarom neemt elkander aan, gelijk ook Christus 92 Rom 15:14 | alle kennis, machtig om ook elkander te vermanen. ~ 93 Rom 16:16 | 16 Groet elkander met een heiligen kus. De 94 1Kor 6:7 | gebrek onder u, dat gij met elkander rechtzaken hebt. Waarom 95 1Kor 7:5 | 5 Onttrekt u elkander niet, tenzij dan met beider 96 1Kor 11:33| samenkomt om te eten, verwacht elkander. ~ 97 1Kor 12:25| zij, maar de leden voor elkander gelijke zorg zouden dragen. ~ 98 1Kor 16:20| groeten al de broeders. Groet elkander met een heiligen kus. ~ 99 2Kor 13:12| 12 Groet elkander met een heiligen kus. U 100 Gal 5:13 | voor het vlees; maar dient elkander door de liefde. ~ 101 Gal 5:15 | 15 Maar indien gij elkander bijt en vereet, ziet toe, 102 Gal 5:15 | vereet, ziet toe, dat gij van elkander niet verteerd wordt. ~ 103 Gal 5:17 | vlees; en deze staan tegen elkander, alzo dat gij niet doet, 104 Gal 5:26 | zoekers van ijdele eer, elkander tergende, elkander benijdende. ~  ~ 105 Gal 5:26 | eer, elkander tergende, elkander benijdende. ~  ~ 106 Efez 4:2 | lankmoedigheid, verdragende elkander in liefde; ~ 107 Efez 4:32| 32 Maar zijt jegens elkander goedertieren, barmhartig, 108 Efez 4:32| barmhartig, vergevende elkander, gelijkerwijs ook God in 109 Efez 5:19| 19 Sprekende onder elkander met psalmen, en lofzangen, 110 Efez 5:21| 21 Elkander onderdanig zijnde in de 111 Kol 3:9 | 9 Liegt niet tegen elkander, dewijl gij uitgedaan hebt 112 Kol 3:13 | 13 Verdragende elkander, en vergevende de een den 113 Kol 3:16 | wijsheid; leert en vermaant elkander, met psalmen en lofzangen, 114 1The 3:12| overvloedig in de liefde jegens elkander en jegens allen, gelijk 115 1The 4:9 | zijt van God geleerd om elkander lief te hebben. ~ 116 1The 4:18| 18 Zo dan, vertroost elkander met deze woorden. ~  ~ 117 1The 5:11| 11 Daarom vermaant elkander, en sticht de een den anderen, 118 1The 5:13| wil. Zijt vreedzaam onder elkander. ~ 119 1The 5:15| het goede na, zo jegens elkander als jegens allen. ~ 120 2The 1:3 | iegelijken van u allen jegens elkander overvloedig wordt; ~ 121 Tit 3:3 | levende, hatelijk zijnde, en elkander hatende. ~ 122 Heb 3:13 | 13 Maar vermaant elkander te allen dage, zolang als 123 Heb 10:24 | 24 En laat ons op elkander acht nemen, tot opscherping 124 Heb 10:25 | de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel 125 Jako 4:11| spreekt niet kwalijk van elkander. Die van zijn broeder kwalijk 126 Jako 5:9 | 9 Zucht niet tegen elkander, broeders, opdat gij niet 127 Jako 5:16| 16 Belijdt elkander de misdaden, en bidt voor 128 Jako 5:16| de misdaden, en bidt voor elkander, opdat gij gezond wordt; 129 1Pet 1:22| broederlijke liefde, zo hebt elkander vuriglijk lief uit een rein 130 1Pet 4:8 | vooral hebt vurige liefde tot elkander; want de liefde zal menigte 131 1Pet 4:9 | Zijt herbergzaam jegens elkander, zonder murmureren. ~ 132 1Pet 5:5 | onderdanig; en zijt allen elkander onderdanig; zijt met de 133 1Pet 5:14| 14 Groet elkander met een kus der liefde. 134 1Joh 1:7 | hebben wij gemeenschap met elkander, en het bloed van Jezus 135 1Joh 3:11| beginne gehoord hebt, dat wij elkander zouden liefhebben. ~ 136 1Joh 3:23| Zoon Jezus Christus, en elkander liefhebben, gelijk Hij ons 137 1Joh 4:7 | 7 Geliefden! Laat ons elkander liefhebben, want de liefde 138 1Joh 4:11| zo zijn ook wij schuldig elkander lief te hebben. ~ 139 1Joh 4:12| God aanschouwd; indien wij elkander liefhebben, zo blijft God 140 2Joh 1:5 | beginne, namelijk dat wij elkander liefhebben. ~ 141 Open 6:4 | van de aarde; en dat zij elkander zouden doden; en hem werd 142 Open 11:10| vreugde bedrijven, en zullen elkander geschenken zenden; omdat


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License